Loading...
 

31e zondag door het jaar C - tweede lezing

2 Tessalonicenzen 1, 11 - 2, 2: Panikeer niet

Tekst

Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Ik bid God telkens opnieuw,
dat Hij jullie roeping waardig maakt
en dat Hij al jullie goede voornemens
en elke daad van jullie geloof
met zijn macht helpt te realiseren.
Dan zal de naam van onze Heer Jezus
door jullie geprezen worden
- en jullie door Hem –
door de goedheid van onze God
en de Heer Jezus Christus.

Broeders, ik moet jullie iets vragen,
in verband met de komst van onze Heer Jezus Christus
en onze hereniging met Hem.
Verlies jullie verstand niet
en raak niet in paniek door profetieën, uitspraken
of brieven die ik zou geschreven hebben,
en die beweren dat de dag van de Heer zou aangebroken zijn.



Stilstaan bij …

Komst
Hiermee wordt de wederkomst van Jezus bedoeld.
Maar wat de christenen van Tessalonica hierover zo van streek bracht dat velen zelfs niet eens meer aan werken toekwamen, is niet meer te achterhalen.





Bij de tekst

Tweede brief aan de Tessalonicenzen

Gewoonlijk ziet men deze tweede brief als het vervolg op de eerste brief die Paulus aan hen schreef. De twee brieven vertonen een aantal grote overeenkomsten zodat men veronderstelt dat ze kort na elkaar werden geschreven. Toch zijn grote verschillen:
. De toon van de tweede brief is koeler en afstandelijker
. De eerste brief heeft het over de terugkeer van Jezus die nabij is, de tweede brief waarschuwt tegen overspannen wederkomstverwachtingen.

De grote overeenkomsten tussen de twee brieven zijn te verklaren doordat Paulus die tweede brief kort na de eerste brief zou geschreven hebben. De verschillen in toon en inhoud zouden te maken hebben met de ontwikkelingen in Tessaloniki direct na de eerste brief. De tweede brief zou een correctie geweest zijn op de eerste, die overtrokken verwachtingen gewekt had.


Maar veel exegeten nemen aan dat die tweede brief niet door Paulus zelf werd geschreven. Dit zijn hun argumenten:
. De stijl van die tweede brief is niet die van de brieven die zeker aan Paulus worden toegeschreven.
. De brief is beperkt van stof terwijl de brieven van Paulus vaak een levendige discussie over vele thema's bevatten.
. De brief veronderstelt de kennis van de synoptische evangeliën. Maar die waren nog niet geschreven toen Paulus leefde.
. Het beklemtonen van de authenticiteit en het veroordelen van vervalsingen in die brief, is iets typisch voor vervalste documenten. Dit soort waarschuwingen ontbreekt in de authentieke brieven van Paulus.