Loading...
 

3e zondag door het jaar A - eerste lezing

Jesaja 8, 23b-9, 3: Een stralend licht 

De tekst

Dichter bij de tijd

In het verleden was er ellende in het land van Zebulon
en in dat van Naftali,
maar in de toekomst zal het goed komen in de kuststreek,
in de streek aan de overkant van de Jordaan,
en in het gebied van de heidenen.

Het volk dat nu ronddwaalt in het donker,
zal dan een helder licht zien.
Zij die wonen in een land vol duisternis
zullen een stralend licht zien.

Uitbundig laat Gij hen juichen
en overstelpt Gij hen met vreugde!
Zij verheugen zich voor uw aanschijn
zoals ze blij zijn bij de oogst
en bij het verdelen van buit.

Want het juk dat doorweegt,
de zweep die op de schouders neerkomt,
de stok van de drijver die hen opjaagt …
die maakt Gij kapot net als op de dag van Midjan.



Stilstaan bij …

Zebulon
Het gebied ten zuiden van het gebergte van Galilea, dat genoemd werd naar Zebulon, één van de twaalf zonen van Jacob (moeder: Lea).

Naftali
Het gebied ten oosten van het gebergte van Galilea, dat genoemd werd naar Naftali, één van de twaalf zonen van Jacob (moeder: Bilha, een slavin van Rachel, de lievelingsvrouw van Jacob).

De weg naar de zee
Hiermee wordt het kustgebied bedoeld, dat ten zuiden van de Karmel ligt.

De dag van Midjan
Midjan was een de zoon van Abraham en Ketura, een vrouw die hij – volgens de Bijbel - huwde na de dood van Sara, en met wie hij zes zonen kreeg.
De nakomelingen van Midjan (de Midjanieten) leefden in het noordwesten van Arabië, op de oostkust van de Golf van Akaba. Onder leiding van rechter Gideon roeiden de Israëlieten hen uit (Rechters 7).
‘De dag van Midjan’ verwijst hoogst waarschijnlijk naar deze gebeurtenis.





Bij de tekst

Relatie met het Nieuwe Testament

Matteüs citeert uit deze tekst van Jesaja, wanneer hij schrijft dat Jezus in Kafarnaüm gaat wonen. Hij en de eerste christenen zagen deze woorden van Jesaja gerealiseerd in Jezus, wanneer Hij in Galilea – het land van de heidenen – optrad.