Lucas 1, 39-45: Maria bij Elisabet
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1616-1617)
Maria ging snel op reis. Ze ging naar het bergland van Judea, naar de stad waar Zacharias en Elisabet woonden. Ze ging hun huis binnen en groette Elisabet.
Toen Elisabet de stem van Maria hoorde, trappelde het kind in haar buik. De heilige Geest kwam in Elisabet, en zij riep naar Maria: ‘Jij bent gezegend, meer dan alle andere vrouwen! En ook het kind dat je krijgt, zal gezegend zijn!’
Elisabet zei verder: ‘De moeder van de Heer is bij mij op bezoek. Wat een eer! Toen ik je stem hoorde, voelde ik het kind in mijn buik. Het trappelde van vreugde. Jij bent gezegend, Maria. Want jij geloofde dat God zou doen wat de engel je vertelde.’
Dichter bij de tijd
(Bewerking C. Leterme)
Enkele dagen later ging Maria op reis.
Ze ging naar het bergland,
Naar het huis van Zacharias in Judea.
Als ze goed doorstapte,
kwam ze er aan na drie dagen.
Toen ze Elisabet zag, de vrouw van Zacharias, zei ze:
‘Dag Elisabet’.
Terwijl Maria dat zei
voelde Elisabet haar kindje bewegen in haar buik.
Zij werd vol van Heilige Geest en zei luid:
'Maria, je bent een vrouw,
die graag gezien wordt door God.
Ik wens je al het goede met het kindje dat je zult krijgen.
Waaraan heb ik het te danken
dat de moeder van mijn Heer naar me toekomt?
Toen ik je groet hoorde,
voelde ik mijn kindje bewegen in mijn buik, alsof het blij was
dat de moeder van Jezus op bezoek kwam.
Gelukkig is de vrouw, die gelooft!
Wat God tegen haar zei, zal werkelijkheid worden.'
Stilstaan bij ...
Maria
(= Grieks; Hebreeuws = Myriam)
Jong ongehuwd meisje uit Nazaret, een stadje in Galilea, een streek die vanuit Jeruzalem als half heidens beschouwd wordt. De ouders van Maria zouden Joachim en Anna geweest zijn.
Merk op dat de naam Mirjam verwant is aan de naam Maria. Mirjam was de naam van de zus van Mozes, die na de doortocht door de Rode Zee het lied zong van de bevrijding van Israël. Net als Mirjam in het Oude Testament, bezingt Maria in het Nieuwe Testament de bevrijding van God.
Juda
Landstreek van het toenmalige Palestina, waarin Jeruzalem lag, de belangrijkste stad voor de joden.
Zacharias
Joods priester. Omdat Zacharias priester was, was zijn zoon Johannes naar menselijke en joodse normen heel belangrijk.
Elisabet
(Hebreeuws = mijn God is vervulling)
Elisabet was een oudere nicht van Maria. Als die teruggaat op historische feiten, dan zijn Jezus en Johannes familie van elkaar. De evangelist Lucas is wel de enige in de Bijbel die die familieband vermeldt.
Zegenen
(Latijn = benedicere)
De ander het beste toewensen.
Heer
In deze tekst verwijst ‘de Heer’ de ene keer naar Jezus, en de andere keer naar God. Door hetzelfde woord zowel voor God als voor Jezus te gebruiken toont Lucas de nauwe band tussen beide.
Bij de tekst
Merk op
Wanneer Maria bij Elisabet komt, is het niet Maria die iets zegt over haar zwangerschap, maar het kind dat Elisabet verwacht dat duidelijk maakt dat Maria zwanger is.
Zo verwoordt Lucas dat Johannes al van in het begin van zijn leven, de wegbereider is van de Messias.
Betekenis
Lucas schrijft wat God doet bij mensen die openstaan voor zijn aanwezigheid: ze worden aandachtig en attentievol voor hun medemens, een houding die ook bij Jezus terug te vinden is.
Het Weesgegroet
Geschiedenis
Gelovigen spreken Maria nog altijd aan met de woorden van de engel en die van haar nicht Elisabet.
De vroegste sporen van het 'Wees gegroet' zijn te vinden in de 7e eeuw. In Luxor (Egypte) vond met een ostrakon (de scherf van een aarden pot) met het volgend gebed:
In 1568 legde paus Pius V de huidige vorm van het Weesgegroet vast.
Merk op
In de eerste tien eeuwen van het christendom, inspireerde men zich op Maria: men wilde geloven zoals zij, bidden zoals zij, leven zoals zij ...
Pas veel later richtte men zich tot Maria: men geloofde in haar machtige voorspraak, men bad tot haar, wijdde zich aan haar toe, ging naar Maria op bedevaart ...
Woorden van het Weesgegroet
DEEL 1: HET HANDELEN VAN GOD IN MARIA - Lofzang
Een loflied is geen danklied. Bv.: een kind dat het gevraagde speelgoed krijgt, dankt zijn moeder. Hierbij vertrekt het kind van zichzelf: het is dankbaar om de nood die gelenigd wordt. (vgl dankgebed)
Het kan ook gebeuren dat het kind, dankbaar om het speelgoed, zijn moeder om de hals vliegt. Hierbij vertrekt het kind van de moeder: het ziet haar bekommernis voor hem. (vgl lofgebed)
Het eerste deel ven het Weesgegroet verwerkt elementen uit de aankondiging van de geboorte van Jezus en het bezoek van Maria aan Elisabet.
Groet van de engel
Wees gegroet Maria
(Goeie dag Maria)
Die zin vindt zijn oorsprong in de boodschap van de engel aan Maria.
Een juistere vertaling zou zijn: 'Verheug u'. De profeten gebruikten die groet voor het volk van God aan wie de komst van de Messias voorspeld werd.
Vol van genade
(Je vond genade in Gods ogen)
God koos Maria uit om de moeder van Jezus te worden.
De Heer is met u
(God ziet Maria heel graag)
Maria is vol van genade / goedheid omdat de Heer met haar is.
Groet van Elisabet
Gezegend zijt gij boven alle vrouwen
(Maria is de 'bijzonderste' van alle moeders)
In die woorden van Elisabet herkenden de eerste christenen hun eigen visie op Maria: omwille van Jezus is Maria gezegend onder de vrouwen. Dit heeft ze aan God te danken.
en gezegend is de vrucht van uw lichaam, Jezus
Maria werd door God uitverkoren om de moeder van Jezus te worden.
DEEL 2: MENS - Smeekgebed
Het tweede deel dateert van 1568 toen paus Pius V de huidige formulering van het Weesgegroet vastlegde.
Heilige Maria
Maria wordt heilig genoemd omdat God in haar leven zichtbaar werd.
Moeder Gods
Zo werd Maria genoemd op het concilie van Efeze (431).
Hoewel het evangelie over haar alleen spreekt als de moeder van Jezus, noemde men Maria reeds in de derde eeuw 'Moeder van God'. Die titel zegt vooral iets over Jezus nl. Hij is God én mens.
Bid voor ons
Al eeuwen lang zien gelovigen Maria als een voorspreekster bij God: ze gaan met hun zorgen en kommer naar haar omdat ze dicht bij hen en bij God staat.
Arme zondaars
Eeuwenlang waren mensen ervan overtuigd dat ze zondaars waren die verlost werden door het lijden en de dood van Jezus. Overtuigd van hun zondigheid baden de mensen God om genade. Nu betekenen deze woorden dat gelovigen de kleine kanten in hun leven erkennen.
Nu en in het uur van onze dood
Weesgegroet in een eenvoudige taal
Het Weesgegroet aanleren
Learning by doing
Het Weesgegroet bevat veel elementen uit Bijbelteksten die in de advent voorgelezen worden. Daarom is het zinvol om in die periode bij dit gebed stil te staan.
Bijvoorbeeld: bouw vanaf de eerste dag van de advent een kort gebedsmoment in bij de adventskrans. Zorg hierbij voor een vaste volgorde omdat jonge kinderen nood hebben aan rituelen. Bijvoorbeeld:
- Zing samen een lied,
- De kinderen zeggen een kort persoonlijk gebed dat je inleidt.
- Sluit dit moment met het gezamenlijk bidden van het Weesgegroet. (Bid aanvankelijk langzaam zin per zin voor, zodat de kinderen zin per zin kunnen nazeggen)
Wanneer je het verhaal van het bezoek van de engel aan Maria en het bezoek van Maria aan haar nicht Elisabet vertelt, vinden de kinderen herkenningspunten en zijn ze nieuwsgieriger naar de betekenis van die voor hen vreemde, moeilijke woorden, die je dan op een eenvoudige manier kunt toelichten.
Het belang van het bidden van het Weesgegroet voor kinderen ligt niet in de betekenis van de woorden die ze zeggen, wel in het feit dat ze dit gebed samen met jou en de andere kinderen opzeggen. (Wat niet het geval is met een persoonlijk gebed) Bovendien schakel je je met dit gebed in in een eeuwenoude en wereldwijde gebedstraditie van christenen.
Bidden met kinderen
Lees meer over bidden, bidden met kinderen …
Bijbel en kunst
Schilderkunst
R. VAN DER WEYDEN
Bezoek van Maria aan Elisabet (1435)
Twee zwangere vrouwen, Maria en Elisabet staan naast elkaar in een Vlaams landschap. Ze leggen elk zacht een hand op de buik van de ander. In de verte is de weg te zien langs waar Maria gekomen is. Bij de open deur van het grote huis van waaruit Elisabet kwam, is Zacharias te zien die speelt met een hond.
Typisch voor de kunstenaar, Rogier van der Weyden (ca 1399 - 1464), is het toevoegen van 'emotie' aan de kunst van zijn tijd.
Merk op
Dit schilderij toont de zwangerschapskledij uit de tijd van de schilder: het kleed van Elisabet is onder haar arm met een veter dichtgemaakt. Bij het vorderen van de zwangerschap werd die veter steeds losser genoopt, zodat de zwangere vrouw haar kleding verder kon blijven dragen.
ARCABAS
Visitatie
Suggestie
Sta stil bij dit schilderij met de volgende vragen:
- Hoeveel personen zie je op dit schilderij?
- Ken je hun namen?
- Wat wordt hier afgebeeld?
- Waar zouden die twee kruisjes kunnen naar verwijzen?
Dit schilderij van Arcabas beeldt uit waar Lucas over schrijft in zijn evangelie (Lucas 1, 39-45)
Beide vrouwen ontmoeten elkaar zonder iets te zeggen.
- Weet je wat ze elkaar nadien zegden volgens Lucas?
- Waar kun je die woorden nog horen?
L. BLOMME
Maria en Elisabet
Suggestie
Sta stil bij dit dit schilderij met de volgende vragen:
- Wat zie je?
- Welke kleuren vallen op?
- Waarom zou die ene vrouw helemaal wit gekleed zijn?
- Wat zou de kunstenaar (Luc Blomme) met die cirkel hebben willen duidelijk maken?
Dit schilderij beeldt uit waar Lucas over schrijft in zijn evangelie (Lucas 1, 39-45)
- Wie van beide vrouwen is Maria?
- Hoe maakt de kunstenaar dat duidelijk?
Beide vrouwen ontmoeten elkaar zonder iets te zeggen.
- Weet je wat ze volgens Lucas elkaar nadien zegden?
- Waar kun je die woorden nog horen?
L. D'SOUZA
Hongerdoek
De Indische artieste Lucy D’Souza liet zich voor dit hongerdoek inspireren door zes vrouwenverhalen uit de Bijbel: drie uit het Oude Testament en drie uit het Nieuwe Testament. Het gaat telkens om vrouwen die zich inzetten voor een betere samenleving, voor het rijk van God op deze wereld. Ze wijzen de weg naar gerechtigheid, naastenliefde en vrede; gaan in tegen onrecht, onderdrukking en racisme; kiezen voor de armen en wie gevaar en risico lopen in deze wereld.
De vrouwen zijn op het hongerdoek gegroepeerd rond een mediterende, in zichzelf gekeerde vrouw in een graankorrel die herinnert aan de parabel van het zuurdesem in het deeg.
Rechts onderaan wordt de ontmoeting van Maria en Elisabet uitgebeeld.
Links de zichtbaar zwangere Elisabet die Maria tegemoet danst.
Rechts Maria die zingend de handen in een gebedshouding omhoog steekt.
Links is ook een ontkiemende plant te zien, symbool van nieuw leven.
Beeldhouwkunst
C. LEPLAE
Twee zwangere vrouwen (1953)
Werk van de Belgische beeldhouwer Charles Leplae (1903-1961).
Dans
T. OSPOVA
Tatiana Osipova, een Russische ballerina van de Bolsjoi Ballet Academy, danst op het Ave Maria van de Russische componist Vladimir Vavilov (1925-1973).
Klik hier om die uitvoering te zien.
Suggesties
Kleine kinderen
EVEN TESTEN
Het juiste antwoord
(Naomi, uitgeverij Averbode, 2005/006, nr 2)
Maria bezoekt Elisabet
O om haar te vertellen dat ze zwanger is
O om haar te helpen want ze is al oud en ze verwacht een kindje
O om met haar op vakantie te gaan
Elisabet zegt dat ze blij is
O omdat Maria haar komt helpen
O omdat Maria de mama van Jezus wordt
O omdat Maria een prinses is
INLEVEN
Bibliodrama: Gesprek met Maria
. Vertel de kinderen over Maria die haar nicht Elisabet bezoekt.
. Voorzie een korte activiteit: bv. kleuren, versieren ...
. Daarna gaan de kinderen in een kring zitten, waarin een extra stoel staat, waar niemand op zit.
Zeg: ik heb daarnet over Maria verteld. Doe jullie ogen dicht en denk terug aan wat ik verteld heb ... We hebben nu iemand op bezoek.
Ze heet Maria en zit op deze stoel (wijs naar de lege stoel in de kring)
Jullie kunnen nu aan Maria enkele vragen stellen.
Geef eerst zelf een voorbeeld hoe dat gaat. Richt je naar de lege stoel en vraag bijvoorbeeld: 'Maria, vond je het niet lastig om zo drie dagen te voet te gaan om je nicht te gaan helpen?'
Wacht dan even. Ga dan achter de stoel staan. Leg de handen op de rugleuning en zeg bv.: 'Neen, dat vond ik helemaal niet erg. Ik hou heel veel van mijn nicht Elisabet.'
Vraag dan aan de kinderen of ze misschien een ander antwoord van Maria gehoord hebben.
Die kinderen kunnen nu een voor een achter de stoel staan, hun handen op de rugleuning leggen en antwoorden wat zij Maria 'hebben horen zeggen'.
Vraag dan of de kinderen zelf ook vragen hebben voor Maria.
Nadat je die vraag gesteld hebt, vraag je na een tijd of de kinderen gehoord hebben wat Maria zei. Die kinderen komen dan achter de stoel staan om hun antwoord te formuleren.
Stel pas zelf een nieuwe vraag, als je merkt dat de kinderen steeds hetzelfde soort vragen stellen.
Bereid die vragen voor.
. Na deze werkvorm geef je de kinderen de kans om te zeggen wat ze voelden toen ze even Maria waren.
. Om af te sluiten lees je nog even die zinnen voor uit de Bijbeltekst, die het meest aan bod kwamen.
TIPS
. Er is best wat tijd tussen het beluisteren / lezen van het verhaal en het bibliodrama. Bij voorkeur een nacht.
In het voorbeeld werd dit opgevangen door wat te kleuren, te versieren, maar het kan ook met zingen of iets anders. Pas daarna komt het bibliodrama aan bod.
De bedoeling is dat de kinderen zo vrijer met de tekst kunnen omgaan.
. Meer info over deze methode: zie ‘Lege stoel’
DOEN
Kleuren
Grote kinderen
EVEN TESTEN
Het verhaal opnieuw verteld
De kinderen stellen zich voor dat ze de evangelist Lucas zijn. Bezorg hen deze tekeningen. Ze helpen hen op weg om zelf het verhaal van Maria en Elisabet opnieuw te schrijven.
Ze knippen de illustraties uit, kleven ze op een blanco blad en schrijven hun tekst eronder of ernaast.
TIP
. De kinderen kleven tekstballonnen en gedachtenballonnen bij de personen die ze zelf uitkiezen en vullen die in met wat die persoon gezegd heeft of gedacht zou hebben.
Zet in de juiste volgorde
Knip de volgende zinnen uit,
en kleef ze in de volgorde van het Weesgegroet.
TIP
. Maak kaartjes van het Weesgegroet, zoals het gebeden wordt. Kopieer ze op een ander kleur, of teken er een kader met een markeerstift op.
Laat de kinderen welke kaartjes horen bij de zinnen hierboven.
Dominospel
Zet de volgende woorden van het Weesgegroet in de juiste volgorde. Of maak er een dominospel van:
START | Weesgegroet | |
Maria | vol | |
van genade | de Heer | |
is met u | gezegend | |
zijt gij | boven | |
alle vrouwen | en gezegend | |
is de vrucht | van uw lichaam | |
Jezus | heilige | |
Maria | moeder | |
Gods | bid | |
voor ons | arme | |
zondaars | nu | |
en in het uur | van onze dood | |
Amen. | EINDE |
BELEVEN
Een eigen Weesgegroet schrijven
Het Weesgegroet kan, net als het onzevader, de inspiratiebron zijn voor een persoonlijk gebed, dat de kinderen individueel of in groep voorbereiden.
De kinderen schrijven elk hun eigen ‘Wees gegroet’ en maken hiervoor gebruik van de vragen die bij de tekst van het Weesgegroet staan op dit werkblad.
Nadien worden die gebeden van de kinderen in een ‘gebedenboek’ gekleefd, dat ze eventueel zelf kunnen versieren.
TIPS
. Als je merkt dat kinderen taalfouten schrijven, verbeter ze dan heel discreet met het schrijfgerei waarmee zij hun gebed schreven. Het is belangrijk dat kinderen niet met foute woordbeelden geconfronteerd worden!
. Als kinderen teveel materialistisch geïnspireerde vragen formuleren, probeer dan in een gesprek ook aandacht te laten hebben voor niet-materialistische waarden. Maar dwing de kinderen niet op wegen waar ze nog niet aan toe zijn.
Overwegingen
Frans Mistiaen s.j.
Vreugdevolle ontmoeting in geloof en dienstbaarheid
Twee vrouwen in blijde verwachting ontmoeten elkaar.
Wat moet daar allemaal niet verteld zijn?
Hun gesprek moet hoopvol geweest zijn, toekomstgericht,
maar ook realistisch bekommerd over de heel alledaagse ongemakken.
Vrouwen in verwachting leven in hoop en bezorgdheid,
in vertrouwen en onzekerheid tegelijk.
Een beetje zoals velen onder ons
die zich in deze week afvragen:
"Hoe zal ik de kerstavond doorbrengen,
na wat er dit jaar in het gezin is gebeurd?
Zouden al de kinderen komen?"
Meer dan eender wie ervaren Maria en Elisabet
die mengeling van vertrouwen en vrees.
Zij hopen een kind te mogen verwachten,
maar het is tegen alle menselijke redelijkheid in:
want de éne "heeft nog geen man bekend", zoals de Schrift zegt,
en de andere is al wat te oud.
Geloven vraagt ook van ons:
durven verwachten dat er iets nieuws kan gebeuren
in wat, menselijkerwijze gezien, onmogelijk is.
Ons geloof is steeds vermengd met twijfels,
want wij laten ons leiden door onze ervaringen uit het verleden,
door onze ontgoochelingen, onze mislukkingen, onze weigeringen.
Geloven is durven hopen
dat een nieuw leven, een nieuwe liefde mogelijk is
te midden van en ondanks de veroudering, de sleet,
de verstarring of het ongeloof.
Twee kinderen worden verwacht:
Johannes, de laatste profeet van het Oude Testament,
de wegbereider van de Messias.
Hij vertegenwoordigt de hoop van heel onze mensengeschiedenis,
die steeds op weg is en die uitkijkt naar verlossing.
En Jezus, "Jeshouah", "God die ons redt",
de reddende kracht van God Zelf.
En het is Maria die op bezoek gaat bij Elisabet.
Het is dus eigenlijk Jezus die naar Johannes toe komt.
Het is God die het initiatief neemt
om onze mensenwereld binnen te treden.
Gods reddingskracht ontmoet de hopende mensheid.
"Wij, die onderweg en op zoek zijn
en vol verwachting uitkijken naar redding,
wij mogen het weten: Onze redding is nabij.
Een nieuwe David, een vredevorst voor allen
wordt binnenkort geboren."
Gods liefde neemt ook dit jaar weer het initiatief.
Laten wij in deze dagen voor Kerstmis dan toch maar niet vergeten
dat die God, die Vredebrenger,
ook dit jaar weer in onze wereld komt als een kleine mens.
Gods vrede en Gods liefde komen steeds bij ons binnen
op een manier die zo hoopvol en zo nieuw is,
maar ook zo kwetsbaar en zo broos als de geboorte van een kind.
Zou dat ons niet veel leren
over de manier waarop wij best omgaan
met diegenen die ook met ons meestappen op onze weg,
de kleineren en de zwakkeren?
Het moet ons in ieder geval elk jaar verwonderen
dat God bij Zijn komst in onze wereld
niet op de eerste plaats aanklopt
bij de industriemagnaten of de grootbankiers,
bij de machthebbers of de verantwoordelijken,
maar dat Hij een eenvoudige jonge vrouw aanspreekt,
die ontvankelijk is.
"Zalig zij die geloofd heeft!"
Geloof heeft niet veel te maken met passief afwachten,
maar veel meer met actief alert zijn
zodat wij onderscheiden waar we dienstbaar kunnen zijn.
Maria voelt aan waar nood is
en zij gaat op reis, door het bergland,
om haar nicht Elisabet te helpen.
Zij wacht niet tot men het haar vraagt,
maar zij voorkomt de vraag en neemt zelf het initiatief.
Echt geloof blijft nooit eenzaam, blijft nooit steriel,
maar gaat op zoek naar de andere
en wordt vruchtbaar door concrete hulp.
Laten wij dan niet vergeten
dat God ook dit jaar onze wereld binnenkomt
langs de stille dienstbaarheid van gelovige kleinen:
van ons dus,
als wij doen zoals die verpleegster
die wat blijft zitten bij het bed van een eenzame zieke,
of zoals die jonge kerel die regelmatig
met de gehandicapten gaat zwemmen,
of zoals die grootmoeder die wekelijks haar kleinkind opvangt.
Gods komst in onze wereld
verwekt een innige vreugde, die alle onzekerheid overstijgt.
Hier gaat het dan niet over een oppervlakkig gevoel van jolijt
of over een "kick",
maar over de intense, diepe vreugde
van mensen die niet op zichzelf gericht zijn,
maar open en aandachtig staan voor anderen.
Echte vreugde is immers steeds de vrucht van "zichzelf geven".
Laten wij het maar eens nagaan bij onszelf:
Is het gevoel van leegheid en zinloosheid dat ons soms bekruipt,
niet dikwijls het gevolg
van wat te weinig behulpzaamheid
of echte zorgzaamheid voor anderen op één of ander domein?
Mensen, wij moeten terug op weg, met spoed,
als het nodig is door een moeilijk berglandschap,
naar Elisabeth, naar onze naastbestaanden, om te helpen!
Zo kan onze Liefdegod ook dit jaar weer in onze wereld komen.