Loading...
 

4e zondag door het jaar B - evangelie

Marcus 1, 21-28: In de synagoge van Kafarnaüm

De tekst

'Bijbel in gewone taal'

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1580)

Jezus en zijn leerlingen gingen naar Kafarnaüm. Toen het sabbat was, gingen ze naar de synagoge. Daar gaf Jezus de mensen uitleg over God. De woorden van Jezus maakten diepe indruk. De mensen dachten: Hij spreekt als iemand met macht! Hij spreekt heel anders dan de wetsleraren.
Opeens begon er in de synagoge iemand te schreeuwen. Het was een man die een kwade geest in zich had. Hij schreeuwde: ‘Jij daar, Jezus uit Nazaret! Laat me met rust! Je bent zeker gekomen om mij te vernietigen? Ik weet precies wie je bent. Jij bent gestuurd door God.’
Maar Jezus zei streng tegen de kwade geest: ‘Stil! Ga weg uit die man.’ De kwade geest schudde de man door elkaar, schreeuwde hard en verdween.
Iedereen was stomverbaasd. De mensen zeiden tegen elkaar: ‘Wat is hier aan de hand? Jezus vertelt ons nieuwe dingen over God. Hij spreekt met macht. Zelfs de kwade geesten doen wat hij zegt.’
En het nieuws over Jezus werd al snel bekend in heel Galilea.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Jezus en zijn leerlingen trokken naar Kafarnaüm.
Toen het sabbat was, ging Hij naar de synagoge en gaf er les.
De mensen waren enthousiast over wat Hij zei,
want Hij gaf les als iemand met gezag,
heel anders dan de Schriftgeleerden.

Ineens begon er in de synagoge iemand luid te krijsen.
Het was een man die in de greep was van een onreine geest.
‘Wat wil Je van ons, Jezus van Nazaret?’ riep hij,
‘Bent Je gekomen om ons kapot te maken?
Ik weet wel wie Je bent: de Heilige van God!’
Jezus zei tegen de onreine geest:
‘Hou je mond en ga uit hem weg.’
De onreine geest schudde de man door elkaar
en ging onder enorm geschreeuw uit hem weg.
Iedereen was zo verbaasd
dat men zich afvroeg: ‘Wat is dat toch?
Een nieuwe leer, met gezag!
Zelfs aan onreine geesten geeft Hij bevelen,
en ze luisteren naar Hem.’
Jezus werd heel snel bekend in heel Galilea.



Stilstaan bij …

Kafarnaüm
(= dorp/stad van Nahum, of dorp/stad van troost)
Kafarnaüm was een kleine stad aan de noordwestkust van het meer van Galilea, die vooral door vissers werd bewoond. Het was de woonplaats van Jezus en verschillende van zijn leerlingen: de broers Simon Petrus en Andreas, de broers Jakobus en Johannes, en Matteüs.

Sabbat
(= zevende dag van de week)
Voor de joden was / is de sabbat een verplichte rustdag omdat God uitrustte op de zevende dag van de schepping. Op sabbat mocht men alleen genezen als er gevaar was voor het leven. Maar Jezus ging ervan uit dat ‘niet genezen’ gelijk staat met ‘doden’ en ‘het goede niet doen’ gelijk staat met ‘kwaad doen’

Synagoge
(Grieks = plaats van bijeenkomst)
Joden komen bijeen in een synagoge om te bidden (God loven en danken) en de Tora (het woord van God) te bestuderen.
Synagogen ontstonden tijdens de Babylonische ballingschap, toen ze niet meer naar de tempel in Jeruzalem konden gaan. Een synagoge is niet alleen religieus, maar ook sociaal gezien een belangrijke plaats.
Een dienst in de synagoge kan pas beginnen als er tien joodse mannen aanwezig zijn. Het hoofd van de mannen moet bedekt zijn (bijvoorbeeld met een hoed of een keppeltje).

Onderricht / les
Dit bestond erin dat Jezus een stuk uit de Bijbel voorlas en er uitleg of commentaar bij gaf. Een voorbijkomende vreemdeling kon zelfs door het hoofd van de synagoge uitgenodigd worden om de gemeenschap toe te spreken (zie Handelingen 13, 15).
De Bijbel die Jezus kende, kennen christenen nu als het Oude Testament.
Merk op dat Marcus niet zegt wat de inhoud is van het onderricht van Jezus. Hij wijst wel op de kracht ervan: Jezus brengt tot stand wat Hij verkondigt en maakt zo duidelijk dat Hij ‘Zoon van God’ is.

Gezag
Het optreden van Jezus (de manier waarop Hij handelde en toonde hoe het rijk van God zal zijn) sprak de mensen aan en gaf Hem gezag. Hij kon de mensen zo met zijn woorden raken, dat de Heilige Boeken betekenis voor hen kregen en ze met andere ogen naar de wereld om zich heen keken.
Zijn gezag was bevrijdend in vergelijking met dat van de Schriftgeleerden die zware ondraaglijke lasten op de schouders van de mensen legden (Matteüs 23, 4 en hen zo klein hielden. Het gezag van Jezus was op-voedend, groot-brengend, educatief (‘e-ducare’, de mens leiden uit zijn egoïstische beslotenheid om hem te laten groeien tot zijn eigenheid, tot zijn ware grootheid).

Verderf storten / kapot maken
Marcus legde woorden in de mond van de onreine geest die de kern verwoorden van de zending van Jezus: Jezus is gekomen om de macht te breken van wie de mens in zijn macht heeft, zodat de mens hieruit bevrijd kan worden.

Heilige van God
In de oudheid geloofde men dat men iemand in zijn macht of onder zijn invloed kon krijgen door het uitspreken van zijn naam.

Demonen mogen niet spreken
Jezus wil niet dat ‘de demonen spreken’ zodat de mensen zich geen verkeerd beeld van Hem zouden vormen.
De joden die toen gebukt gingen onder de overheersing van de Romeinen, keken uit naar de Messias die de profeten hadden voorspeld. Ze verwachtten een politieke Messias die de Romeinen uit het land zou drijven en de koning van Israël zou worden. Maar Jezus was een ander soort Messias.

Onreine geest
Verpersoonlijking van het kwade, waar men in de ban van kan raken (bijvoorbeeld: macht, bezit, geld ...) Dit kan de mens zo vangen en beangstigen dat er van een echt leven geen sprake meer is.





Bij de tekst

De dienst in de synagoge

De belangrijkste elementen van de eredienst in de synagoge zijn:
. Het reciteren van het Sjema Israël ('Hoor, Israël, de Heer is onze God, de Heer alleen)
. Gebed
. Het voorlezen uit de Tora en de profeten
. De priesterlijke zegen
. Uitleg bij wat voorgelezen werd.



Machtiger dan het kwaad

Mensen dachten vroeger dat een ziekte (fysiek of psychisch) een straf was van God. Jezus doorbrak die gedachte door zieken te genezen. Zo maakte hij duidelijk dat zijn Vader de God van leven is, sterker dan alle vormen van kwaad.
Jezus spreekt dus niet alleen met gezag. Als Hij de man beter maakt, wordt duidelijk dat Hij ook gezag heeft over kwade machten.



Een merkwaardige gelijkenis

Als je de volgende teksten naast elkaar plaatst, valt op hoezeer ze op elkaar lijken. Onreine geesten, wind, water ... worden op dezelfde manier uitgeschakeld.

Marcus 1, 25-27Marcus 4, 39-41
Jezus strafte hem af:Hij stond op en bestrafte de wind en het water:
Houd uw mond en ga uit hem weg.’Zwijg, wees stil!’
En de onreine geest schudde hem door elkaar en onder enorm geschreeuw ging hij uit hem weg.En de wind ging liggen en het werd volkomen stil.
Ontzetting greep allen aan, zodat ze zich samen afvroegen:Ze werden door schrik bevangen, en zeiden tegen elkaar:
Wat is dat toch? Een nieuwe leer, met gezag!Wie is dat toch,
Zelfs de onreine geesten geeft Hij bevelen, en ze luisteren naar Hem.’dat zelfs de wind en het water naar Hem luisteren?’




Bezeten zijn

Er waren veel ‘bezetenen’ in Palestina, mensen die zich beperkt voelden in een maatschappij met heel veel voorschriften, wetten en regels. Dit uitte zich in asociaal gedrag of in zelfagressie (B.v. een bezetene die zich met stenen sloeg - Marcus 5, 5).
Duiveluitdrijving was zeer verspreid in de antieke wereld, zowel bij heidenen als bij joden. Exorcisten dreven toen duivels uit met veel spektakel, magische formules en ritussen. Ze konden hierbij voorwerpen gebruiken als: ringen, armbanden, amuletten, wierook, moedermelk, haar, wierook …
Jezus werkte anders: zijn aanwezigheid en de kracht van zijn woord volstonden. Hij beriep zich zelfs niet op zijn Vader.



Onreinheid / heiligheid

Het verband tussen heiligheid en reinheid kan men lezen in een ritueel reinheidsgebod: “Ik ben de Heer uw God. Zorg dat u heilig bent. Wees heilig omdat Ik heilig ben. Verontreinig uzelf niet . . . ” (Leviticus 11, 44). Heiligheid is eigen aan God: Hij is de mysterieuze ‘Andere’.
Alleen wie zuiver is van hart kan in contact komen met God: “Zalig de zuiveren van hart: zij zullen God zien” (Matteüs 5, 8).

Tegenover de heiligheid van God staat onzuiverheid / onreinheid, zondigheid Dit is altijd het verbreken van de relatie met God door zich zo centraal te stellen dat men onrecht doet aan God en aan de naaste. Een onreine geest ‘verkrampt’ de mens en plooit hem krampachtig op zichzelf terug. Mensen kunnen zichzelf niet redden uit die gespannen relatie met God: Zonder Jezus, de Verlosser, komen ze er niet uit.






Bijbel en kunst

ANONIEM

Jezus in de synagoge

Anoniem

Deze afbeelding van een onbekend kunstenaar, valt uiteen in twee delen:

Links
onder de eerste rondboog, staat Jezus op een gouden achtergrond. Goud is een metaal dat omwille van zijn schittering en kostbaarheid naar God verwijst.
Achter Jezus' hoofd is een nimbus / aureool te zien, waarin het kruis staat.
Boven zijn hoofd zweeft een duif , symbool van de heilige Geest.


Rechts
onder de tweede rondboog op een witte achtergrond, staan mensen die Jezus aandachtig beluisteren.


Centraal
staat de Bijbel, die wordt voorgesteld als een boek en niet als een boekrol zoals dat in de tijd van Jezus gebruikelijk was en nog steeds bij de joden.
De kunstenaar lijkt hiermee te zeggen dat God zich door Jezus laat kennen in de Bijbel.





ANONIEM

Genezing van een bezeten man (fresco, ca. 1080)

Christus Heilt Einen Besessenen Wikipidia

Fresco in laat Ottoons-Byzantijnse stijl.
Abdij van Lambach (Stift Lambach) in Oostenrijk. (Wikipedia)


Op dit fresco staat Jezus die een bezetene geneest bij de synagoge van Kafarnaüm. Twee groepen mannen kijken naar het gebeuren. De twaalf mannen aan de rechterhand van Jezus (linkerkant van het fresco) zijn de twaalf apostelen. De persoon die het dichtst bij Jezus staat is Petrus. Hij is te herkennen aan zijn witte haren en zijn geel bovenkleed. De andere personen aan de linkerhand zijn de Farizeeërs en de bezoekers van de synagoge.
Onderaan ligt de bezeten man. De onreine geest, die zijn lichaam verlaat, is boven zijn hoofd te zien.





J. TISSOT

De bezeten man in de synagoge

Tissot

De Franse kunstschilder en graficus James Tissot (Jacques Joseph Tissot) (1836 - 1902.
Vanaf 1886 maakte hij Bijbel-illustraties. Daarvoor reisde hij verschillende keren naar het Midden-Oosten om er vertrouwd te raken met het landschap en de mensen die er leefden.






Suggesties

Kleine kinderen

DOEN

Tekenen: Bij Jezus in de synagoge

Vertel over Jezus die les geeft aan de mensen.
Hij doet dit vaak met verhalen (parabels)
De mensen horen Hem graag spreken.

De kinderen krijgen een kopie van deze tekening. Eerst tekenen ze zichzelf op die tekening.
Nadien tekenen ze ook nog andere mensen bij, die ze er graag bij zouden willen hebben.
Daarna kleuren de kinderen de hele tekening.





Grote kinderen

ONDERZOEKEN

Soorten woorden

Tekstballonnen

Bezorg elke twee kinderen een blad met allerlei soorten tekstballonnen.
- Bekijk elk van die tekstballonnen heel goed .
- Stel je de vraag: hoe voelde de persoon zich bij wie deze tekstballon zal komen te staan?
- Schrijf zelf een zin die bij die tekstballon hoort.

- Lees nu alle zinnen die je bij de tekstballonnen gekozen hebt.
- Welke zinnen maken je vrolijk? Welke zinnen maken je droevig?
- Wat zegt dit over woorden die mensen uitspreken?



Woorden kunnen krachtig zijn

Woorden als 'dank je', 'wat goed van je', 'wat fijn' ... kunnen blij maken.
Woorden als 'dat kun jij toch niet', 'jij doet ook nooit wat' ... kunnen pijn doen.
De kinderen zoeken voorbeelden van woorden die blij maken en woorden die pijn doen.

Lees het evangelie van deze zondag voor.
- In welke kolom zou je de woorden van Jezus plaatsen? Waarom?
- Waarom zou men 2000 jaar later dit verhaal over Jezus nog steeds vertellen?
Of: Wat hebben wij eraan om dit verhaal te beluisteren?
(Wij worden opgeroepen om zelf woorden te spreken die blij maken, mensen gelukkig maken)





KENNISMAKEN MET DE BIJBELTEKST

Vreemde woorden

(Geïnspireerd door: J. BRUGMAN, Prettige zondag, Kinderwoorddiensten voor het jaar B, Gooi en sticht, Baarn 1993, p. 94)

Materiaal
Werkblad


Verloop
Lees het evangelie van deze zondag voor ('Dichter bij de tijd' - zie hoger). In die tekst staan een aantal ongewone woorden:

SabbatDit is voor de joden de zevende dag van de week. Op die dag mogen ze niet werken, zelfs geen eten klaarmaken. Ze maken dan tijd voor elkaar en voor God. Joden vertellen dat ze op sabbat moeten rusten van het werk van de week die voorbij is, omdat God ook rustte nadat hij in zes dagen de wereld had geschapen met alles erop en eraan. Op sabbat gaan de joden naar de synagoge. Daar beluisteren ze het woord van God dat op boekrollen geschreven werd. (tekening: binnenkant van een synagoge)
SynagogeDit is de plaats waar de joden bijeenkomen om te bidden, om de Bijbel te lezen, te beluisteren of te bestuderen. Een synagoge verschilt van andere godsdienstige gebouwen door de schikking van de ruimte binnenin en het gebruik van symbolen als: de davidster, de menora.
SchriftgeleerdeDit is iemand die de Bijbel bestudeerde en er les over gaf. Toen Jezus leefde keken de mensen heel erg op naar de Schriftgeleerden. Ze waren vooraanstaande leraars en geestelijke leiders van het volk.
EnthousiastIemand die enthousiast is, is letterlijk iemand die bezeten is door God. Meestal wordt dit woord nu gebruikt voor iemand die zich levendig en uitgelaten gedraagt bij een bepaald werk of een bepaalde persoon.



Geef de kinderen de informatie bij die woorden.
Daarna schrijven ze het juiste woord bij de juiste tekening.





VERDIEPEN

Wat heeft Jezus te zeggen?

De kinderen formuleren in drie zinnen wat Jezus volgens hen te zeggen heeft.
Dan zoeken ze een voorbeeld uit het leven van Jezus waarbij Hij dat met zijn manier van leven duidelijk maakt.
Daarna zoeken ze in hun leven op welke manier zij doen / of gedaan hebben wat Jezus zegt.

Hierbij kun je gebruik maken van dit werkblad of van dit werkblad dat een ander accent legt.





VERTELLEN

Woorden die genezen

(C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode 2007, p. 298)

Een wijze soefimeester zei:
‘Woorden kunnen genezen.’

Op een dag
kwam er een man bij hem
die hem vroeg:
‘Geloof je echt
dat woorden de kracht hebben
om te genezen?’
De wijze man antwoordde
– zeer tegen de soefi-gewoonte in –
met een botte wedervraag:
‘Wie bent u
om zo’n domme vraag te stellen?
De man was beledigd en zei:
‘Hoe kan een soefi zo grof zijn?’
De meester zei:
‘Als grove woorden
u zo’n pijn kunnen doen,
waarom twijfelt u er dan aan
dat er ook woorden zijn
die kunnen genezen?’




Overweging bij het verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 28 januari 2015, p. 1)

Mensen zeggen wel eens:
''t Zijn maar woorden',
alsof woorden weinig waarde hebben,
niets kunnen, niets vermogen.

Maar woorden kunnen als messen zijn
en kunnen diepe wonden slaan.
Ze kunnen als gif zijn
en sluimerend hun vernietigende werk doen.
Ze kunnen als bloemen zijn
en iemand opvrolijken.

Ze kunnen iemand vleugels geven
maar ook verpletteren
Ze kunnen iemand doen groeien
maar ook klein maken
Ze kunnen iemand blij maken
maar ook verdrietig.

Voor onszelf weten we maar al te goed
welke woorden we het liefst horen.
Het zouden wel eens dezelfde woorden kunnen zijn,
waar een ander ook van houdt,
waar een ander ook beter van wordt.

Wat belet ons die woorden uit te spreken
die mensen doen groeien,
die ze vleugels geven,
die hen gelukkig maken,
die hen genezen
of minstens minder ziek maken?





Jongeren

VERDIEPEN

Ga uit hem weg!

Fano

Bespreek
- Wie zie je op de illustratie?
- Waarom zouden bij de duivel zoveel microfoons staan?
- Wat kan het betekenen dat Jezus de stekker losgetrokken heeft?
Jezus is aan het spreken. Dat is aan zijn lichaamstaal te zien.
- Wat zou Hij zeggen?


Lees het evangelie van deze zondag.
Tot op zekere hoogte komt de tekst van dit evangelie hoogst waarschijnlijk overeen met wat je bij deze illustratie dacht. Maar het evangelie verrast ook: de duivel zegt eerst dat Jezus de heilige van God is.
- Waarom zou Marcus het belangrijk vinden dat de duivel zo spreekt over Jezus?


Merk ook op dat de mensen in de synagoge tweemaal verbaasd waren:
. bij het optreden van Jezus als leraar
. bij het optreden van Jezus als genezer
- Wat zou Marcus met die dubbele reactie willen duidelijk maken?





Overwegingen

Luc Beeldens

Macht of gezag

(Luc Beeldens, Pastorale Eenheid Heilige Damiaan – Hoboken-Berchem-Kiel-Wilrijk, januari 2024)

De termen macht en gezag
worden wel eens door elkaar gebruikt.
Toch hebben beide woorden niet dezelfde betekenis.

Met macht oefen je invloed uit.
Je kunt macht evenwel misbruiken,
zeker als eigenbelang niet ver weg staat.

Gezag is van een andere orde.
Gezag betekent dat je iets te zeggen hebt.
Gezag krijg je, als je integer en betrouwbaar bent.

We zijn in het evangelie getuige van een confrontatie:
de macht van de kwade geest
tegenover het gezag waarmee Jezus optreedt.
Als de onreine geest het onderspit delft, is iedereen verbaasd.
Het gezag van Jezus staat boven de kwade machten
die mensen bedreigen.

Het is duidelijk dat het gezag
waarmee Jezus zijn nieuwe leer verkondigt, de mensen aanspreekt.





Peter Kastekkere, norbertijn

’Bezeten zijn’

(Homilie 28 januari 2018)

“In onze samenleving zijn nogal wat mensen bezeten, die daardoor zichzelf niet meer in de hand hebben. Een mens kan bezeten zijn door een bepaald doel dat ten koste van alles gerealiseerd moet worden, bezeten zijn van een carrière, bezeten van sport, van televisie, van macht.
Misschien lijkt het op het eerste gezicht nog niet zo erg: we doen er toch ons voordeel mee. Zij zijn vaak de locomotieven van onze samenleving. Dikwijls zijn het de mensen, die onderscheidingen krijgen en in de schijnwerpers staan.
Maar hoezeer doen ze daarmee anderen tekort, omdat ze hen die naast hen staan, vergeten. Dikwijls lijden deze mensen onder de angst dat als hun doel niet gehaald wordt, er niets van hen overblijft. Ze hebben alleen dat ene om voor te leven.
Het evangelie spreekt over bevrijding van mensen, bevrijding van de dood, ziekte, maar evengoed bevrijding van bezetenheid.
Mensen mogen thuis zijn bij zichzelf. Jezus geeft bezetenen terug aan zichzelf. Zij kunnen weer over hun eigen bestaan beschikken. Hij doet dat niet door veel woorden, niet door redeneren of praten. We weten dat dat meestal toch niet helpt. Hij blijft hen nabij door hen aan te kijken en nieuwe moed te geven de eigen weg te gaan.”





Frans Mistiaen sj

Gezag dat van bezetenen vrije mensen maakt

Dit jaar lezen wij uit de evangelist Marcus.
Marcus wil ons met zijn evangelie een antwoord geven op de vraag:
"Wie is Jezus eigenlijk?"
En bij Zijn eerste optreden in de synagoge van Kafarnaüm
wordt reeds geaffirmeerd dat Hij een authentieke man Gods is
en dat het bewijs daarvoor is dat Zijn woord de kracht heeft
om van diegenen die bezeten zijn door kwade machten
weer vrije mensen te maken.”
Volgens Marcus is Jezus dus:
“Gods Gezondene die ons effectief komt bevrijden van het kwaad!"

Van welk kwaad kan Jezus ons vandáág bevrijden?
Van dat duivelse dat steeds opnieuw in ons de kop kan opsteken,
van elke bezetenheid, van elke verslaving,
van alles wat ons onvrij en minder mens maakt:
de angst, de zelfzucht,
de sociale druk, waardoor wij mee moeten doen met de mode,
de prestatiedrang, die ons overspannen maakt.
Laten wij maar niet ontkennen
dat die kwade machten ook ons kunnen bedreigen,
vooral dan, als wij in crisis geraken,
een zwaar verdriet te verwerken krijgen, moe zijn of alleen geraken.
Duivels zijn geen figuren die ergens ronddwalen en ons belagen.
Het duivelse kwaad zit als een schaduwkant in ons binnenste.
In elk Onze Vader bidden wij daarom met reden:
"Verlos ons van ‘het’ kwade",
d.w.z. van de kwade machten die in ons sluimeren.
En de boodschap van het evangelie van vandaag luidt:
"Geloof niet in de duivels in u. Geloof in Jezus!
d.w.z. De kwade krachten kunnen ook in u verdreven worden,
als gij gelooft in Jezus’ liefdeskracht."

Jezus zegt het wel heel direct: "Zwijg en ga uit hem weg!"
De taal van Jezus is niet de taal van de Schriftgeleerden,
die moraliseerden en zo de mensen schuldgevoelens gaven.
De taal van Jezus is een gezagvol woord
dat een bevrijdend effect heeft
en de mens zijn ware vrijheid terug schenkt.
Waar spreekt Jezus nu nog op zo’n manier
die de mensen effectief bevrijdt van hun bezetenheid door het kwaad?
Spreekt Hij nu nog met gezag?

Ja, maar niet op een spectaculaire manier,
zoals het nog ongelovige Kafarnaüm ervaarde.
God kiest niet de weg van de verbluffing,
wel die van de vrije medewerking van gelovige mensen.
Het is langs ons, gelovige christenen,
dat God uit onze wereld van vandaag ”de duivels uitdrijft”.

Telkens als wij, christenen,
weer eens durven loskomen uit onze luie tv-zetel,
maar integendeel beslissen op te staan
om een zieke uit onze buurt te bezoeken of een dakloze te helpen,
worden wij wat minder verslaafd of bezeten
en wat meer vrije mensen

Telkens als wij, christenen, ophouden mee te doen
met de lotto of die domme kansspelen
die ons zoveel geld doen verspillen,
maar integendeel beslissen onze solidaire bijdrage te leveren
voor de goede hulpprojecten aan armere landen,
worden wij wat minder verslaafd of bezeten
en wat meer vrije mensen.

Telkens als wij, christenen,
bevrijd geraken van onze verouderde ideeën
over een “straffende en eisende” God,
maar integendeel durven zien hoe onze God menslievend is
en in Zijn Kerk zo velen oproept
om de grote noden van onze moderne wereld te dienen,
worden wij wat minder verslaafd of bezeten
en wat meer vrije mensen.

Wij laten ons niet intimideren door duivels!
Wij geloven in Jezus, onze goddelijke Bevrijder!
"Zwijg, ga uit hen weg!" zo klinkt ook nu nog Zijn bevel over ons.
En daarbij veroordeelt Jezus niemand,
maar gebruikt Hij Zijn liefdeskracht om ons te bevrijden.
Zo mag een gebaar van christenen
of een woord van de Kerkgemeenschap vandaag
dan ook nooit een veroordeling zijn
van diegenen die onder het kwaad gebukt gaan,
maar kan het alleen een krachtige uitnodiging zijn die maakt
dat zij wat minder “verslaafd of bezeten door het kwaad” geraken
en wat meer “vrije mensen” worden.





Marc Gallant, trappist (Orval)

Spreken met gezag

Jezus begon zijn prediking. Zoals iedere goede jood ging hij op sabbat naar de dienst in de plaatselijke synagoge. Na de tweede lezing, genomen uit de profeten, mocht iemand naar voren komen om er commentaar op te geven. Jezus bood zich aan. In de Handelingen van de Apostelen gebruikt Paulus dezelfde methode (Handelingen 13, 14-15; 14,1; 17,17; 18,16). Tot ieders verwondering spreekt Jezus niet zoals ze gewoon zijn: Hij herhaalt niet wat ze wat ze reeds zo dikwijls hebben gehoord, Hij spreekt een nieuwe taal, Hij geeft een persoonlijke uitleg aan de Schrift.

Terwijl ze aan zijn lippen hangen, begint iemand te schreeuwen - ik vertaal woord voor woord: ‘Wat tussen ons en jij (Nederlands: ‘we hebben niets met je te maken / maak dat je wegkomt’), Jezus van Nazaret? Ben je gekomen om ons te vernietigen? Ik weet wie Je bent: Je bent de Heilige van God.’ De mensen deinzen achteruit: iemand die bezeten is door een onreine geest! Je weet nooit hoe hij te keer kan gaan! Er zijn er al die de synagoge uitvluchten. Maar Jezus, zegt Marcus, snauwde hem af: ‘Wees gemuilband (Nederlands: ‘zwijg!’) en ga uit hem.’ En de onreine geest deed hem stuiptrekken en ging onder groot geschreeuw uit hem weg.

Een incident dat Jezus best kon missen bij zijn eerste publieke optreden. Waarom hield Marcus er aan om daarmee de prediking van Jezus te beginnen? De cultuurhistorische context van die tijd kan hier wat klaarheid brengen. Voor ons behoort ziektegenezing tot het domein van de medische wetenschap, en psychische aandoeningen geven we niet de godsdienstige betekenis van toen. We zouden zelfs vinden dat een toevlucht tot God om genezing te bekomen eerder wijst op een onzuivere, zelfs magisch getinte godsdienst. Maar zo kan ons de diepere zin ontsnappen van de vele genezingen die Jezus deed.

Hoe werden genezingen ervaren door Jezus’ tijdgenoten?
Een tekst uit het boek Openbaring kan hier helpen: ‘Er brak oorlog uit in de hemel. Michael en zijn engelen bonden de strijd aan met de draak. De draak en zijn engelen boden tegenstand maar werden verslagen; sindsdien is er voor hen in de hemel geen plaats meer. De grote draak werd op de aarde gegooid. Hij is de slang van weleer, die duivel of Satan wordt genoemd en die de hele wereld misleidt. Samen met zijn engelen werd hij op de aarde gegooid’ (Openbaring 12, 7-9).
In dit perspectief is de aarde de verblijfplaats van de duivels. Zij wreken er zich voor hun val uit de hemel door de mensen kwaad te doen met ziekte, oorlogen, rampspoed. De mens die zich, door de zonde, van God afkeert, valt onder hun macht. De mens die zich, door het geloof, naar God toekeert, wordt bevrijd van de macht van de duivel.
Daarom zegt Jezus tot hen die Hij geneest: ‘Uw geloof heeft u gered, zondig niet meer’: uw geloof heeft u bevrijd van de duivel, zet u niet meer onder zijn macht (vgl. Marcus 2, 5; 5, 34; 10, 52; Lucas 5, 20; 7, 50; 8, 48; 8, 50; 17, 19; 18, 42).

De heerschappij van de duivel op aarde wordt vernietigd door de komst van het rijk van God. Jezus zelf verklaarde zo zijn genezing van psychische zieken. Door hen te genezen bevestigde Hij met kracht dat het rijk van God gekomen was: ‘Het is dankzij de Geest van God dat ik de demonen uitdrijf, en dat betekent dat het koninkrijk van God bij u gekomen is’ (Matteüs 12,28).