Johannes 13, 31-33a.34-35: Een nieuw gebod
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1702)
Toen Judas weg was, zei Jezus: ‘Nu krijgt de Mensenzoon de hoogste eer. En door hem krijgt God alle eer. Daarom zal God de plaats naast zich in de hemel aan de Mensenzoon geven. Dat zal snel gebeuren.
Lieve vrienden, ik zal nog maar kort bij jullie zijn. (…) Ik geef jullie een nieuwe regel: Houd van elkaar. Jullie moeten net zo van elkaar houden als ik van jullie gehouden heb. Dan zal iedereen kunnen zien dat jullie mijn leerlingen zijn.’
Dichter bij de tijd
(Bewerking: c. Leterme)
Toen Judas vertrokken was, zei Jezus:
‘Nu is de Mensenzoon verheerlijkt
en God is verheerlijkt in Hem.
Als God in Hem verheerlijkt is,
zal God ook Hem in zichzelf verheerlijken,
ja, Hij zal Hem binnenkort verheerlijken.
Kinderen, Ik ben niet lang meer bij jullie. (…)
Ik geef jullie een nieuw gebod: hou van elkaar.
Zoals Ik van jullie heb gehouden,
zo moeten ook jullie van elkaar houden.
Als jullie liefdevol met elkaar omgaan
zal iedereen kunnen zien dat jullie mijn leerlingen zijn.”
Stilstaan bij …
Mensenzoon
Deze Hebreeuwse naam voor de Messias gebruikte Jezus vaak om over zichzelf te spreken.
Op zich betekent ‘mensenzoon’: 'mens'. Maar in het boek Daniël is de mensenzoon een koning die zorgt voor vrede en die de mensen komt oordelen.
Later gebruikte men dit woord om er de menselijke natuur van Jezus mee aan te duiden.
Verheerlijken
Dit woord betekende oorspronkelijk: iemand eer bewijzen zoals men dat vroeger deed tegenover een heer; iemand prijzen en danken.
Maar in de Bijbel betekent 'verheerlijken’: de heiligheid en de macht van God de Heer zichtbaar laten worden.
Zo verheerlijkte Jezus God door het werk te doen dat God Hem had opgedragen. God verheerlijkte Jezus door de mensen te doen ervaren hoe Hij aan het werk was overal waar Jezus weldoende rondging.
Nieuw gebod
Het is vreemd dat Johannes het gebod van liefde ‘nieuw’ noemt. Geen enkele andere schrijver van het Nieuwe Testament doet dat. Ze hebben het wel over het eerste of het grootste gebod.
Het nieuwe kan er wel in liggen dat men moet liefhebben zoals Jezus zijn leerlingen heeft liefgehad.
Bij de tekst
Situering in het evangelie
In het evangelie volgens Johannes is dit stukje tekst het begin van de afscheidsrede van Jezus .
Suggesties
Kleine kinderen
BELEVEN
'Ik hou van...'
Materiaal
Stevig papier waaruit een hartje werd geknipt.
kleurpotloden, stiften ...
Verloop
Bespreek met de kinderen van wie ze houden.
- Waarom is dat?
- Hoe kunnen ze dat tonen?
Schrijf de namen van de personen van wie ze houden voor hen op op een hartje.
Nadien kleuren de kinderen dit hartje en nemen het nadien mee naar huis om niet te vergeten lief te zijn voor die mensen.
Grote kinderen
VERDIEPEN
Een nieuw gebod
(C. LETERME in Samuel plus, uitgeverij Averbode, 2010 nr 6)
Afspraken
Laat de kinderen gedurende een vijftal minuten brainstormen over:
afspraken om van de klas een toffe klas / groep te maken.
Noteer die afspraken op een flap of op een bord.
Tien woorden
Vergelijk nadien deze afspraken met wat in de tien geboden staat. Gebruik hiervoor gemakshalve de oude formulering, die beknopt is en in verzen geschreven:
Bovenal bemin één God
Zweer niet ijdel, vloek noch spot
Heilig steeds de dag des Heren
Vader moeder zult gij eren
Dood niet, geef geen ergernis
Doe nooit wat onkuisheid is
Vlucht het stelen en bedriegen
Ook de achterklap en ‘t liegen
Wees steeds kuis in uw gemoed
En begeer nooit iemands goed.
Wanneer je deze activiteit doet, zul je merken dat de kinderen geen parallellen hebben voor de drie eerste ‘woorden’, die het duidelijk hebben over de relatie mens/God. Dit heeft te maken met de vraag die je aan het begin van de opdracht stelde. Bovendien is het in onze tijd helemaal niet zo vanzelfsprekend om God te betrekken bij het zorgen voor een toffe klas / groep.
Toch een gelegenheid om daar even met de kinderen bij stil te staan.
- Wat kan dat betekenen: ‘God beminnen / van God houden’?
- Wat kan dat betekenen: ‘de naam van God niet zomaar gebruiken’?
- Wat kan dat betekenen: ‘De dag van God (zondag) heiligen?
- Kan God mee de sfeer helpen bepalen in een klas / groep? Op welke manier?
Het is de bedoeling dat de kinderen met deze vragen stilstaan bij een andere dimensie van het leven en zoeken naar antwoorden vanuit hun manier van denken. (Inspireer je bij deze activiteit aan het filosofisch gesprek)
Een nieuw gebod
Lees voor uit het evangelie van deze zondag.
Sta nadien stil bij: ‘Jezus geeft zijn leerlingen een nieuw gebod: heb elkaar lief’
- Is dit wel zo’n nieuw gebod?
Zoek in de tien woorden naar opdrachten die een uiting kunnen zijn van ‘houden van’
Onderlijn deze woorden.
Vraag aan de kinderen om de ‘woorden’ die ze onderlijnden in hun eigen woorden opnieuw te schrijven.
Vinden ze die ‘woorden’ terug in hun afspraken voor een toffe klas / groep?
Om af te sluiten
Bespreek met de kinderen welke afspraken behouden moeten worden om van de klas / groep een toffe klas / groep te maken.
Misschien ligt het nieuwe van het gebod erin dat we van elkaar moeten houden zoals Jezus zijn leerlingen heeft liefgehad. Kennen de kinderen daar voorbeelden van (Bv. Zacheüs; Bartimeüs...)
Laat ze verwoorden wat er zo bijzonder is in de liefde van Jezus voor zijn leerlingen.
Vinden de kinderen dit ook terug in hun afspraken?
Indien dit niet het geval is: vinden ze het de moeite om een aantal afspraken aan te passen of te vervangen?
Een eigen schuifraadsel
Materiaal
Werkblad waarop het woord 'LIEFHEBBEN' staat in een rooster, zodat elke letter van dit woord kan deel uitmaken van een ander woord.
Verloop
Lees eerst de volgende tekst voor, uit het evangelie van deze zondag:
‘Kinderen,
Ik blijf nog maar een korte tijd bij jullie.
Een nieuw gebod geef Ik jullie:
jullie moeten elkaar liefhebben.
Zoals Ik jullie heb liefgehad,
zo moet ook jullie elkaar liefhebben.
Aan jullie liefde voor elkaar
zal iedereen kunnen zien
dat jullie mijn leerlingen zijt.’
Bespreek:
- Wat vindt Jezus heel belangrijk?
- Vind je dat ook belangrijk? Waarom?
- Hoe kun je aan anderen tonen dat je ze graag hebt?
Geef de kinderen per twee een rooster waarop het woord 'LIEFHEBBEN' staat.
Voor elke letter van dat woord zoeken ze een woord dat toont dat men iemand graag heeft.
Daarna wordt het rooster in een hartvorm uitgeknipt.
Deze harten worden rond het altaar geschikt.
Nadien vinden ze hun plaats bij het binnenkomen van de kerk.
Mogelijke woorden:
lachen, geven, aandacht, mee doen, samen, helpen, steunen, lief zijn...
BELEVEN
Reclameboodschap
(naar C. LETERME in Samuel plus, uitgeverij Averbode, 2004, nr 8)
Stel je voor ...
Op een dag komt Petrus een reclamebureau binnen.
- Mevrouw. Ik heb een probleem. Ik ben razend enthousiast over Jezus en ik vind dat anderen mensen ook zouden moeten weten wat Hij gezegd en gedaan heeft. Een paar vrienden van me schreven al een evangelie en Paulus en nog wat anderen schrijven regelmatig brieven ...
Maar ik heb de indruk dat die teksten voor sommige mensen te moeilijk zijn en te lang. Daarom lezen ze die niet. Daarom dacht ik dat een reclameboodschap op tv misschien een goed idee zou zijn. Hierin kunnen we kort maar krachtig uitleggen wat Jezus de mensen nu precies duidelijk wil maken.
- Goed, zegt de juf van het reclamebureau, en wat moet die boodschap dan inhouden?
- Wel, de laatste keer dat Jezus met ons het paasfeest vierde, zei Hij: 'Ik geef jullie een nieuw gebod. Zoals ik van jullie heb gehouden, zo moeten jullie van elkaar houden.'
Volgens mij is dat krachtig genoeg om er een reclameboodschap over te maken.
- Daar zullen wij over nadenken, zegt de reclamejuf.
- Geweldig, antwoordt Petrus, die zich daar nu al op verheugt.
De kinderen krijgen de opdracht om voor het reclamebureau de boodschap van Jezus te brengen. Daarvoor bespreken ze in verschillende groepjes hoe zij dat het best kunnen doen:
met een toneel, een woordspel ...
Papier, stiften, kleurpotloden, schaar, lijm, gekleurd papier ... zullen zeker van pas komen.
Jongeren
ONDERZOEKEN
'Zoals Ik u heb liefgehad ...'
Beschrijf met eigen woorden hoe je kunt zien dat Jezus van de volgende mensen gehouden heeft.
. Zacheüs (Lucas 19,1-10)
. De rijke jonge man (Marcus 10, 17-21)
. Lazarus (Johannes 11)
. De overspelige vrouw (Johannes 13, 1-15)
REFLECTEREN
Tertulianus
Tertulianus schreef op het einde van de tweede eeuw na Christus over de manier waarop christenen leven: 'Zie hoe zij elkaar liefhebben.'
- Zou Tertulianus dit vandaag ook schrijven?
- Zoek voorbeelden van hoe christenen elkaar nu liefhebben.
(Indien de jongeren niet zo direct voorbeelden vinden ... noteren ze enkele mogelijke vormen van liefhebben die ze missen als aandachtspunten om minstens zelf te realiseren.)
Tertullianus werd rond het jaar 160 geboren in Carthago, een Noord-Afrikaanse stad in het huidige Tunesië. Hij was de zoon van een Romeins honderdman. Toen hij ongeveer 30 jaar oud was, bekeerde hij zich tot het christendom. Hij trok naar Rome, studeerde klassieke vakken en werkte er als advocaat. Rond 195 keerde hij terug naar Carthago.
VERTELLEN
Vergif
(C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode, 2007, p. 330)
Lang geleden leefde er in India
een jonge vrouw
samen met haar man en haar schoonmoeder.
De oude vrouw klaagde de hele dag door
over alles en iedereen.
Na een tijd dacht haar schoondochter:
‘Ik hou dat niet meer uit.’
En ze ging in het geheim naar een medicijnman.
‘Geef mij iets
waar mijn schoonmoeder langzaam aan zal sterven.’
De wijze man gaf haar een kruidenmengsel en zei:
‘Masseer hiermee ’s avonds
de voeten van je schoonmoeder.
Binnen een paar manden zal ze sterven.’
Blij keerde de jonge vrouw terug naar huis.
Vanaf die dag masseerde ze elke avond
de voeten van de oude vrouw,
omdat ze dan zogezegd beter zou kunnen slapen.
Na een aantal weken
Begon de oude vrouw minder te klagen.
En na een paar maanden was ze helemaal veranderd.
Ze had altijd goede zin
en het was fijn om bij haar te zijn.
De jonge vrouw merkte
dat ze van haar schoonmoeder begon te houden.
En ze kreeg spijt van wat ze aan het doen was.
Ze ging terug naar de medicijnman en smeekte:
‘Geef me een middel
om de werking van het vergif te vernietigen.’
De wijze man zei:
‘De kruiden die ik je gaf,
bevatten helemaal geen gif,
ze roken niet lekker, maar dat was dan ook alles.'
Overweging bij het verhaal
(C. LETERME, in Kerk en leven', federatie Rotselaar, 15 mei 2019, p. 1)
Jezus zei: ‘Ik geef jullie een nieuw gebod:
Jullie moeten elkaar liefhebben.
Jullie moeten van elkaar houden,
zoals Ik jullie graag zag.’
Moeten we dan van iedereen houden?
Dat is toch wel een hele opgave!
We kunnen toch niet iedereen even sympathiek vinden.
En niet iedereen is tof om mee om te gaan.
De jonge Indische vrouw in het verhaal hierbij
kan het helemaal niet vinden met de moeder van haar man.
Ze gaat zelfs op zoek naar een middel om haar te doden.
Het wordt een ‘dodende’ kruidenzalf!
Daarmee moet ze elke avond
de voeten van haar schoonmoeder masseren.
Maar de aandacht die ze besteedt aan de voeten
doet goed aan de oude vrouw.
En de schoondochter bekijkt de moeder anders,
want die bloeit open door de onverwachte zorg.
Geleidelijk aan ontdekken beide vrouwen
dat ze elkaar echt wel graag mogen.
Hun liefde voor elkaar was niet begonnen
met een grote genegenheid,
maar met gewoon wat tijd en aandacht voor elkaar
en de deugd die ze eraan beleefden.
Moeten we nu ook beginnen
met het masseren van de voeten
van wie we op onze levensweg ontmoeten?
Daar zijn zeker wel alternatieven voor!
ACTUEEL
Tien geboden bij jongeren
(De Standaard, 3 december 2009 p. 13)
Geloof in jezelf
Respecteer je ouders
Wees eerlijk
Neem je verantwoordelijkheid op voor je eigen leven
Leef je leven voluit en doe dat met passie.
Hou woord
Werk hard om te slagen, maar niet ten nadele van anderen
Wees tolerant jegens andermans verschillen
Wees gelukkig en optimistisch, zelfs in tegenspoed
Creëer, vernietig niet
ZINGEN / BELUISTEREN
Hemel
(Bart PEETERS)
Je vindt er geen maagden
Geen lepels van goud.
Die heilige geschriften
Zijn verwarrend en oud.
Er staat niet geschreven,
Dat elke zot
Mag misbruiken en moorden
In de naam van God.
Want God is liefde,
En zeker geen haat.
Geen reden voor misbruik,
Of een nepkalifaat.
Het staat in de Bijbel
En in de Koran:
Zonder liefde kan de hemel niet bestaan ...
Gegoochel met onzin,
Verdeel en heers.
De geschiedenis herhaalt zich,
Maar we zijn hardleers.
De wereld draait vierkant,
En de oplossing stroef.
Mocht de Aarde ogen hebben,
Stonden ze nu droef.
Want God is liefde,
En zeker geen haat.
Geen reden voor misbruik,
Of een nepkalifaat.
Het staat in de Bijbel
En in de Koran:
Zonder liefde kan de hemel niet bestaan,
Zonder liefde kan de hemel niet bestaan ...
Overwegingen
A. de Mello
(Vertaald uit het Duits: A. de Mello, Wie ein Fisch im Wasser, Freiburg, 1998)
‘Dat is mijn gebod: Heb elkander lief, zoals Ik jullie heb liefgehad.’
Over de liefde die nooit uitkiest.
Wat is liefde ?
Kijk naar een roos. Kan de roos zeggen: “voor goede mensen zal ik geuren, maar voor slechte doe ik het niet”? Of is er een lamp die voor een slecht mens níet wil schijnen? Ze zou geen lamp meer zijn. En hoe hulpeloos en zonder voorkeur geeft een boom schaduw aan ieder die eronder staat: oud en jong, groot en klein, goed en slecht, dieren en mensen, elk levend wezen, zelfs de houthakker die hem komt omhakken.
Daarom is het eerste kenmerk van de liefde: ze kiest niet uit. Daarom worden we geroepen om als God te zijn, die “zijn zon over goed en kwaad laat schijnen, en zijn regen laat vallen op heiligen en zondaren; daarom moeten jullie goed zijn zoals jullie Vader in de hemel goed is.”
Bekijk met verbazing de pure goedheid van de roos, de lamp, de boom, want hierin wordt een beeld van de liefde zichtbaar.
Paul Kevers
Heeft Jezus een testament nagelaten?
Sommige mensen maken een testament, een 'laatste wilsbeschikking'. Ze schrijven op wie hun huis, hun geld of hun andere bezittingen zal erven. Na hun dood wordt dat testament geopend en door de notaris voorgelezen. Het gebeurt wel eens dat er daardoor ruzie ontstaat in een familie.
Zo'n testament heeft Jezus niet nagelaten. Jezus had trouwens geen huis, geen geld en geen bezittingen. Er was niet veel om te verdelen! Maar Jezus had wel een soort van 'laatste wilsbeschikking': een laatste wens. Daarover schrijft Johannes in zijn evangelie. Jezus is met zijn leerlingen voor de laatste keer aan tafel gegaan. Eerst heeft Hij hun de voeten gewassen. Zo wilde Hij duidelijk maken dat Hij gekomen was om zich ten dienste te stellen van de mensen. 'Ik geef jullie een voorbeeld,' zei Hij, 'zo moeten jullie ook doen.' Daarna hebben ze samen gegeten. En toen sprak Jezus zijn 'laatste wens' uit: 'Houd van elkaar zoals Ik van jullie heb gehouden.'
Dat laatste zinnetje is het 'testament' van Jezus. Dat was zijn enige, zijn liefste wens: dat de mensen van elkaar zouden houden zoals Hij van de mensen hield. Dat wil zeggen: altijd begaan zijn met de ander. Gemakkelijk om te onthouden, dat 'testament'. Maar niet zo gemakkelijk om uit te voeren...
Frans Mistiaen s.j.
Elkaar beminnen, zoals Jezus ons bemint
Als leerlingen van Jezus,
willen wij leven vanuit de kracht van Zijn verrezen liefde,
niet met woorden alleen, maar metterdaad.
Maar hoe moeten wij dat toch doen?
In Zijn afscheidsrede, tijdens het Laatste Avondmaal,
heeft Jezus ons een zeer menselijke weg getoond.
Hij zei: "Door elkaar lief te hebben, zoals Ik u heb liefgehad."
Het nieuwe van Jezus' gebod bestaat er niet zozeer in
dat christenen mensen zijn die ‘iedereen’ graag willen zien;
een soort ruime, universele liefde dus, over alle grenzen heen.
Het nieuwe bestaat erin
dat wij diegenen, met wie wij verbonden leven,
leren liefhebben “zoals Hij ons heeft liefgehad”,
dat wij dus beminnen naar “Zijn maat”,
met “Zijn intensiteit”, op “Zijn manier”.
Wat zou dat dan kunnen betekenen?
Want er bestaan veel soorten liefde:
vrije liefde, ascetische liefde, platonische liefde...
Maar wat zou nu typisch zijn voor de liefde “op Jezus’ manier”,
voor de “christelijke” liefde dus?
Eerst en vooral is christelijke liefde gebaseerd op diepe dankbaarheid.
Elk gebed van Jezus begon vanuit de dankbaarheid
tegenover Zijn God en Vader.
Wij geven zeker reeds veel van onszelf,
maar wij ervaren vooral dat wij nog veel meer krijgen.
Eigenlijk voelen wij ons overstelpt door genade,
zodat wij ons soms afvragen: waar hebben wij die liefde toch verdiend?
Wij hebben die niet verdiend.
Wij krijgen die zomaar, gratis voor niets.
Wij zijn dan ook onmetelijk dankbaar
voor het gratis geschenk van Gods liefde voor ons,
en die geeft ons de kracht om zelf lief te hebben.
Het tegenovergestelde van “dankbaarheid” is “veeleisendheid”.
Christelijke liefde is nooit veeleisend
tegenover God of tegenover anderen,
maar integendeel steeds en vooral dankbaar!
Daarbij wil christelijk liefhebben ook zeggen: vergeven.
Als wij oppervlakkig kijken, dan merken wij vooral
fouten, tekorten en gebreken.
Maar christelijke liefde ziet meer in de andere,
kijkt doorheen de zwakheden
en bespeurt de nieuwe mogelijkheden voor de toekomst,
omdat de andere een goddelijke schat in zich draagt.
Christelijke liefde vergeeft de kleinheid van de andere,
uiteindelijk omdat die kind van God is,
dwz. beminnenswaardig in zichzelf
en niet omwille van enkele uiterlijke sympathieke kwaliteiten.
De andere is a priori de moeite waard om graag gezien te worden.
Aan hem wordt dus veel vergeven.
Christelijke liefde veronderstelt ten derde geloof in kleine tekens
en is niet spectaculair.
Het zijn de kleine stappen en gebaren die het doen.
Geen grote en dure cadeaus.
Een heel eenvoudig teken op een goed gekozen moment,
zo natuurlijk mogelijk,
kan het best de meest intense gevoelens uitdrukken.
Tederheid is altijd broos.
Maar wij hebben vertrouwen dat de andere sterk genoeg is
om het broze teken naar waarde te schatten en te beschermen.
Het christendom gebruikt geen spektakelgeschenken, maar fijne symbolen!
Christelijk liefhebben is ten vierde meer dan een gevoelen;
het is vooral een keuze.
Sommigen denken dat alles spontaan moet gaan.
Wat niet spontaan opkomt uit het hart,
lijkt hen niet echt, maar artificieel.
Liefde kan natuurlijk niet ontstaan
zonder het spontaan, aantrekkelijk gevoel.
Maar als de liefde groeit, een crisis doormaakt en reëler wordt,
dan weten wij het maar al te goed:
om lief te blijven hebben,
om de andere graag te blijven zien, moet je ervoor kiezen.
Die dagelijks opnieuw genomen beslissing
is de meest echte manier om te beminnen.
Gelukkig komt er ook de ervaring bij gekozen te worden.
En dat is weer een nieuwe reden
tot nog grotere dankbaarheid.
In het christendom mogen wij ervoor kiezen te beminnen
en wij worden gekozen en bemind!
Liefde naar Jezus' maat
veronderstelt ten vijfde vooral gave van onszelf,
onszelf achteruit stellen en de anderen laten voorgaan.
Wij mogen het nooit vergeten:
vóór Jezus Zich in de Eucharistie als Brood geeft,
breekt Hij Zichzelf, deelt Hij Zichzelf.
En als men een stuk brood breekt,
dan weet men vooraf nooit precies
waar de breuklijn zal lopen.
Maar ergens zal het pijn doen, in ieder geval.
Christelijke liefde is inderdaad altijd gekruisigde liefde,
liefde die weet dat er altijd een stuk opoffering, zelfverloochening bij hoort,
liefde die erop uit is zichzelf weg te cijferen
en de andere te laten groeien.
Liefhebben naar Jezus' maat betekent: belangeloze zelfgave.
"Daar alleen kan liefde wonen, daar alleen is 't leven zoet,
waar men, stil en ongedwongen, alles voor elkander doet."
Dat is dus christelijk liefde:
ervoor kiezen
dankbaar, vergevend en belangeloos lief te hebben
en dat doorheen de kleine tekens van elke dag.
Wie kan dat opbrengen?
Het lijkt ons soms een hele opgave.
Dat kunnen wij alleen als wij heel diep geloven
dat de verrezen Heer met Zijn Liefde, die sterker is dan elke dood,
levendig in ons aanwezig komt
om er als een krachtbron werkzaam te zijn.
Het is dus hoog tijd dat die krachtige Liefdegeest
weer over ons neerdaalt.
Die Geest zal ons echt leren liefhebben zoals Jezus ons liefheeft.
Marc Gallant, Trappist (Orval)
De liefde van God (2013)
“Nu is de grootheid van de Mensenzoon zichtbaar geworden”.
Jezus spreekt die woorden uit terwijl Judas op weg is om hem te verraden en te verkopen, en hij zo het onstuitbaar verloop op gang brengt van lijden en dood dat Jezus te wachten staat. In het evangelie van Johannes wordt de grootheid van God kenbaar in de passie en dood, die Jezus uit liefde op zich neemt. Jezus’ levensloop komt op haar hoogtepunt in zijn dood. Zijn grootheid wordt er kenbaar: de grootheid van de liefde die zich geeft tot het uiterste.
Gods heerlijkheid is zijn liefde, beminnen is zijn grootheid. In zijn liefde komt zijn diepste wezen komt in volle licht te staan. De Vader verheerlijkt de Zoon door in hem de grootheid van zijn liefde zichtbaar te maken. Verheven op het kruis is Jezus verheerlijkt: Hij toont er ons de grootheid van zijn liefde.
Jezus is zich daarvan tot het uiterste toe van bewust, want Hij wil ons betrekken in die liefde die hij van de Vader heeft gekregen. Daarom legt hij ons uit waarin die liefde bestaat. Hij drukt dat uit met de woorden: “Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben”.
Vooreerst gaat het hier om een liefde in volheid. Bemerken we het Hebraïsme in Jezus’ uitspraak met het werkwoord in de verleden tijd: “zoals ik jullie heb bemind”. Wil dat zeggen dat Jezus nu gedaan heeft met ons te beminnen? Wel integendeel! In het Bijbels Hebreeuws heeft het werkwoord maar twee tijden, of liever: twee aspecten. In plaats van een handeling te beschouwen als tegenwoordig, verleden of toekomstig, ziet het Hebreeuws de handeling ofwel als volmaakt, voltooid, ofwel als onvolmaakt, onvoltooid. Jezus situeert de liefde, waar hij het over heeft, niet in het verleden: hij onderlijnt er het aspect van: ze is volmaakt, voltooid, ze is vol.
Vervolgens zegt Jezus waarin die liefde bestaat. Zijn uitspraak is op eerste zicht verwonderlijk. Echte liefde verlangt wederkerigheid. We zouden dus verwachten dat Jezus ons zegt: “Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie ook mij liefhebben”. Gaat Jezus dan voorbij aan de wederkerigheidsverwachting van de liefde? Neen: Hij verwijst naar de liefde van zijn Vader. Zijn woord hier is de echo is van een andere volle liefde: “Zoals de Vader Mij heeft liefgehad, zo heb Ik jullie liefgehad” (Johannes 15, 9). Ook hier refereert Jezus niet naar de wederkerigheid in de liefde, anders zou hij gezegd hebben: “Zoals de Vader mij heeft liefgehad, zo heb ik Hem liefgehad”. In zijn liefde verlangt de Vader wederliefde, maar Hij sluit zich daar niet in op. Ten overstaan van de vrijheid die er nodig is voor een ware liefde, laat God de wederkerigheid openstaan. Als de mens Gods liefde beantwoordt, wordt hij er niet in opgesloten, hij wordt geen gevangene. Integendeel die liefde laat hem toe buiten zichzelf te treden, zich terug te vinden in de liefde van een andere. De mens bevrijdt zich door Gods liefde in te treden.
Waarin bestaat dan die volheid van Gods liefde? Het is een liefde die zich niet opsluit in zichzelf. Ze is zo vol dat ze overloopt en doorstroomt. De Vader bemint de Zoon zodanig dat deze ons bemint, en Jezus bemint ons met en zo overvloeiende liefde dat zij doorstroomt in onze onderlinge liefde. Gods liefde is een open liefde. Ze kan niet in zichzelf ronddraaien. Ze is totaal gegeven. Ze kan zich maar geven. Gratis.
De natuur van Gods liefde kan ons de schepping doen begrijpen. De schepping voegt niets toe aan God in zijn oneindigheid. Hij heeft de schepping niet nodig: zij vloeit als een vrijheid uit zijn open liefde. De schepping kan dus vrij haar eigen evolutieve weg gaan. Deze bereikt haar hoogtepunt met de wording van de mens, vrij wezen dat het liefdesaanbod van zijn Schepper kan beantwoorden.
De hoogste vrijheid van de mens is het aanvaarden van Gods mededeelzame liefde. In zijn opgang naar de liefde botst de mens immers op de egocentrische begrenzingen allerhande die eigen zijn aan zijn psychisme. Daarom stelt Jezus zijn leerlingen voor op hun beurt de liefdesbeweging in te treden die van de Vader overvloeit op de Zoon en van hem op zijn leerlingen. Dat is een nieuw “gebod”. Er is natuurlijk geen liefde op gebod. De liefde is vrij, of ze is niet. Het Griekse woord “entolè”, dat hier vertaald wordt door “gebod”, betekent veel meer “opdracht”, “zending” of meer letterlijk nog “injunctie”.
Beminnen met Jezus’ volle liefde: beminnen met de open liefde van God zelf, is een liefde die ons hart te boven gaat en die over ons komt door “injunctie” van de Heilige Geest. Op de avond van Pasen heeft Jezus dat duidelijk uitgedrukt: “Zoals de Vader mij gezonden heeft, zo zend Ik u. - Ontvang de Heilige Geest (Johannes 20, 21-22). Dat “gebod” van de liefde is “zending”, receptie van de Heilige Geest die de Geest van mededeelzaamheid is van God zelf.
Een nieuw gebod (2016)
Wie is Christen? In zijn laatste gesprek met zijn leerlingen, geeft Jezus ons het antwoord op deze vraag: “Daaraan zal iedereen kunnen zien dat jullie leerlingen van Mij zijn: als jullie onder elkaar in liefde leeft” (Johannes 13, 15). Tijdens zijn leven, volgden zijn leerlingen Jezus waar Hij ook ging. Nu de christenen, na zijn verrijzenis, verspreid zijn over de hele wereld, is het aan hun liefde dat men hen kan herkennen.
Wat is deze liefde eigenlijk?
In het Oude Testament had God reeds het gebod gegeven: “Ieder van u moet van zijn naaste houden als van zichzelf” (Leviticus 19, 18). Jezus heeft daar op zijn beurt aan herinnerd (Marcus 12, 29-31).
Het is reeds een hele opgave! Om dit gebod te onderhouden, moet je al beginnen met te houden van jezelf. Dit lijkt vandaag niet meer zo duidelijk. Er zijn mensen met zelfmoordgedachten. Er bestaat ook de latente zelfmoord. Mensen die niet weten waarom ze leven, die niet geen zin meer zien aan hun leven. Daarnaast zijn er veel mensen die zichzelf niet beminnen, die zichzelf minderwaardig vinden. Ze kunnen niet alleen zijn met zichzelf. Je moet reeds een beetje van jezelf houden om gezelschap te houden met de dichtste naaste die je bent voor jezelf. Wie zichzelf niet bemint, zal in de anderen een vluchtplaats zoeken. Hij zal leven buiten zichzelf, zich vastklampen aan zijn GSM, zijn communicaties. Maar uiteindelijk zal hij maar op de naaste de negatieve kijk kunnen projecteren die hij over zichzelf heeft. Wie probeert om uit die zelfminachting te geraken, riskeert dan nog te vallen in zelfoverschatting die neerkijkt op de anderen, zoals de Farizeeër van de parabel die zelfs in zijn gebed de anderen veracht: “God, ik dank U, dat ik niet ben zoals de andere mensen” (Lucas 18, 11). Kortom, de anderen liefhebben als jezelf, is reeds een hele kunst.
In Jezus’ tijd dacht men dat enkel de Israëlieten als naasten in aanmerking kwamen. Jezus breidt de notie van ‘naaste’ uit tot ieder mens. In het perspectief van God, die zijn zon laat schijnen over de kwaden zoals over de goeden (Matteüs 5, 45), is de liefde universeel: "Gij hebt gehoord dat er gezegd is, zult uw naaste liefhebben en je vijand haten. Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief, zegent wie u vervloeken, doet goed aan wie u haten, en bidt voor wie jullie slecht behandelen en vervolgen” (Matteüs 5, 43-44).
Jezus brengt de naastenliefde op nog hoger peil. Hij vraagt niet meer de naaste te beminnen zoals zichzelf, Hij geeft een nieuw gebod: ”Met de liefde die ik jullie heb toegedragen, moeten jullie ook elkaar liefhebben” (Johannes 13, 34). Jezus houdt zo te zien meer van ons dan van zichzelf, want voor ons Hij gaat tot het geven van zijn eigen leven. Hij vraagt ons om lief te hebben met deze liefde, zijn eigen liefde. Johannes zal het nog voluit herhalen: “Wat liefde is, hebben wij geleerd van Jezus: Hij heeft zijn leven voor ons gegeven. Dus moeten ook wij ons leven geven voor onze broeders” (1 Johannes 3, 16).
Om de betekenis van dit “gebod" te begrijpen, moeten we hier een nota aan toevoegen. De gebruikelijke vertalingen houden te weinig rekening met de complexiteit van de betekenis van dat woord. Het Hebreeuws "mitsevah", dat men vertaalt door ‘gebod’, is ‘dringende aanbeveling’. Op de Sinaï, heeft God geen "mitsevah" gegeven, maar tien "woorden", "debarim" in het Hebreeuws. De Griekse vertalers, later gevolgd door de Latijnse, hebben hier echter “woord” vertaald door "entolè", in het Nederlands: “gebod”. Dit Griekse woord “entolè” komt van "tellô" = “zich een doel stellen”. Dit “gebod” is een opdracht die men zich ten doel stelt.
Het is wel in die zin dat men het “gebod” van de liefde moet begrijpen. Er is geen liefde op bevel. Liefde vereist volledige vrijheid. Het nieuwe “gebod” dat Jezus ons geeft is, strikt genomen, geen gebod, maar eerder een levensproject dat ons aangeboden wordt. Wanneer we een opdracht uitgevoerd hebben, zijn we ervan af. We zijn nooit af van het levensproject te beminnen zoals Jezus heeft liefgehad. Het "gebod van de liefde" beveelt niets specifieks, geen welomschreven daad, maar het geeft ons een manier aan van leven, een weg waartoe we worden uitgenodigd. Het bepaalt een zending: aan de wereld een liefde te laten zien zoals die van Jezus. Tot die liefde worden wij uitgenodigd: "Leef in de liefde, zoals Christus ons heeft liefgehad en zich voor ons aan God heeft gegeven" (Efeziërs 5, 2).