Loading...
 

5e zondag door het jaar C - 2e lezing

1 Korintiërs 15, 1-11: De verrijzenis van Christus

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1824-1825)

Vrienden, ik heb jullie vroeger het goede nieuws van God verteld. Jullie hebben dat toen allemaal gehoord. En jullie geloven in die boodschap van God. Daarom zullen jullie door God gered worden. Maar alleen als jullie ook blijven geloven in die boodschap. Anders is alles voor niets geweest.
Luister! Het goede nieuws dat ik jullie vroeger verteld heb, heb ik niet zelf bedacht. Ik heb het van anderen gehoord. En in de heilige boeken is er ook al over geschreven. Dit is het goede nieuws: Jezus Christus is voor ons gestorven, en daardoor worden onze zonden vergeven. Na zijn dood is hij begraven, maar drie dagen later is hij opgestaan uit de dood. Ook dat staat al in de heilige boeken.
Nadat Jezus Christus uit de dood was opgestaan, heeft Petrus hem gezien. Daarna hebben de twaalf leerlingen hem allemaal gezien. Later hebben meer dan vijfhonderd christenen tegelijk hem gezien. Een paar van hen zijn intussen gestorven, maar de meesten leven nog. Weer later heeft ook Jakobus hem gezien, en daarna ook alle andere apostelen.

Ook ik heb Jezus Christus gezien nadat hij opgestaan was uit de dood. Maar ik was de allerlaatste die hem zag. Ik was toen trouwens een waardeloos mens, want ik vervolgde de christenen. Daarom ben ik ook de onbelangrijkste van alle apostelen. Ik ben het niet waard om een apostel te zijn!
Maar God was goed voor mij. Hij liet mij zijn dienaar worden. Ik heb heel hard gewerkt, veel harder dan alle andere apostelen. En mijn werk is niet voor niets geweest, want veel mensen zijn gaan geloven. Dat was natuurlijk niet mijn werk, maar Gods werk. Want al mijn werk is te danken aan Gods goedheid.
Ik vertel hetzelfde goede nieuws als alle andere apostelen. Er is maar één boodschap van God, en in die boodschap zijn jullie allemaal gaan geloven.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Broeders en zusters,
ik herinner jullie nog eens aan het goede nieuws van God
dat ik jullie heb verkondigd,
en dat jullie aanvaard hebben.
Het vormt de basis van jullie leven.
Daardoor zullen jullie gered worden,
tenminste als jullie blijven geloven in die woorden.
Tenzij jullie geloven zonder nadenken.

In de eerste plaats heb ik jullie verteld
wat ik zelf van anderen heb vernomen,
namelijk dat Jezus Christus gestorven is voor onze zonden,
volgens de Schriften,
en dat Hij begraven is, en opgestaan op de derde dag,
volgens de Schriften.
Na zijn dood is Hij verschenen aan Kefas en dan aan de twaalf.
Daarna hebben meer dan vijfhonderd christenen hem tegelijk gezien.
De meesten van hen leven nog, een paar zijn gestorven.
Vervolgens heeft Jakobus Hem gezien, en daarna alle apostelen.

De allerlaatste die Hem zag, was ik, een mislukkeling.
Want ik ben de onbelangrijkste van de apostelen,
niet waard om een apostel te zijn,
omdat ik de christenen heb vervolgd.
Maar door de genade van God ben ik wat ik ben,
en zijn genade voor mij is niet zonder resultaat geweest.
Ik heb harder gewerkt dan alle anderen.
Dat wil zeggen, niet ik, maar de genade van God in mij.
Maar of de andere apostelen het zeggen of ik, wat maakt het uit?
Dit verkondigen wij, en dit geloven jullie.



Stilstaan bij...

Volgens de schriften
In het Nieuwe Testament wordt met 'Schriften' de joodse Bijbel bedoeld, die christenen nu het Oude Testament noemen.
Wellicht verwijst Paulus naar Jesaja 53.
Paulus interpreteert de dood van Jezus in het licht van Jesaja 53.

De derde dag
. Dit kan een aanduiding zijn van het tijdstip van de eerste verschijning (aan Petrus)
. Het kan ook verwijzen naar:
‘Kom, laten we terugkeren tot de Heer;
Hij heeft ons verscheurd, Hij zal ons ook genezen;
Hij heeft wonden geslagen, Hij zal ze ook verbinden.
Na twee dagen maakt Hij ons weer levend,
op de derde dag laat Hij ons weer opstaan
om weer te leven in zijn nabijheid.
Hosea 2, 6

Verschenen aan Kefas
Deze vermelding fundeert de eigen plaats van Petrus in de eerste Kerk.

Twaalf
Paulus schrijft hier 'twaalf' uit gewoonte, want Tomas was er niet bij. Hij bedoelt: de groep van de apostelen.

Apostelen
De groep apostelen blijkt ruimer te zijn dan de ‘twaalf’.

Misgeboorte / mislukkeling
Hiermee onderlijnt Paulus het ongewone, onverwachte, onverdiende en abnormale van zijn roeping.
Het kan ook dat hij hier een scheldwoord heeft opgenomen dat over hem de ronde deed.





Bij de tekst

De oudste tekst

“In de eerste plaats heb ik u doorgegeven wat ik zelf als overlevering heb ontvangen, namelijk dat Christus gestorven is voor onze zonden, volgens de Schriften, en dat Hij begraven is, en opgestaan op de derde dag, volgens de Schriften, en dat Hij is verschenen aan Kefas en daarna aan de twaalf.”


Dit is de oudste tekst waarin de christelijke boodschap kernachtig wordt weergegeven (= kerugma). De eerste brief die Paulus schreef aan de christenen van Korinte zou in het jaar 54 na Christus geschreven zijn. Even ter vergelijking: het evangelie van Marcus, dat het oudste is van de vier evangelies, werd vermoedelijk in het jaar 70 na Christus geschreven.