1 Samuel 20, 24 - 42: David en Jonatan
De tekst
Dichter bij de tijd
(C. LETERME, Bijbel in 1000 seconden - map)
Nadat David de reus Goliat heeft gedood, gaat hij in dienst bij koning Saul. Zo leert hij Jonathan kennen, een zoon van Saul. Ze worden heel goede vrienden. Maar Saul wordt jaloers op David
- Ik wil David laten doden, zegt hij.
Jonatan verwittigt David:
- Mijn vader wil je laten doden. Zoek een schuilplaats en houd je verborgen. Ik zal met mijn vader over jou spreken. Ik zal je laten weten wat hij me zegt.
Jonatan gaat naar zijn vader Saul en vraagt:
- Wat heeft David toch verkeerd gedaan? Hij heeft zelfs zijn leven voor u op het spel gezet. Hij heeft Israël bevrijd. U was daar toch blij om. Waarom zou u hem dan nu willen doden?’
Saul luistert naar Jonatan en zweert:
- Zowaar God leeft, ik zal David niet doden!
En Jonatan gaat naar David. Hij zegt wat koning Saul gezegd heeft. Zo komt David opnieuw bij Saul en blijft hij verder voor hem werken.
Maar de belofte van Saül duurt niet lang. Hij wordt meer en meer jaloers op de successen van David in de oorlog en probeert hem verschillende keren te doden. Met de hulp van Mikal, zijn vrouw, kan David uit het paleis ontsnappen. Hij zoekt bescherming bij de profeet Samuel. Maar ook daar is zijn leven in gevaar. Jonathan zoekt hem op.
– Verstop je op de plaats die we kennen, zegt Jonatan aan David. Als mijn vader jou wil doden, laat ik het je weten. Overmorgen kom ik in de buurt van die steen daar. Ik zal doen alsof ik op een doel mik en er drie pijlen langs schieten. Dan stuur ik een jongen om ze op te rapen. Als ik zeg: 'De pijlen liggen vlakbij, raap ze maar op', dan ben je veilig. Maar als ik hem zeg: 'De pijlen liggen verderop', dan loop je gevaar.
David gaat naar zijn schuilplaats. Wanneer Saul ziet dat de plaats van David leeg is, vaart hij uit tegen Jonathan. De volgende morgen gaat die de stad uit, samen met een kleine jongen.
- Vlug, raap de pijlen op die ik afschiet, zegt Jonatan tegen de jongen.
De jongen komt bij de plek komt waar de afgeschoten pijl moest liggen.
- De pijl ligt verderop, roept Jonatan.
Zo weet David waar hij aan toe is.
Maar Jonathan wil zijn vriend niet laten gaan zonder hem vaarwel te zeggen.
Hij stuurt de jongen weg met zijn wapens. Dan komt David uit zijn schuilplaats. De vrienden kussen elkaar en wenen om elkaar.
- Ga in vrede, zegt Jonatan. God zal voor altijd getuige zijn van de vriendschap tussen jou en mij, tussen mijn kinderen en die van jou.’
Later worden Jonathan en Saül gedood tijdens een strijd tegen de Filistijnen. Als David dit verneemt, wordt hij heel verdrietig. Hij schrijft:
'Jonatan, jouw dood maakt mij wanhopig. Ik had je heel graag, mijn broer. Jij was mijn beste vriend. Onze vriendschap was de mooiste ter wereld.'
Nog veel later, wanneer David de grote koning van Israël is, blijft hij trouw aan zijn eed. Hij laat de zoon van Jonathan, Mefiboset, bij hem komen. Die is kreupel aan beide benen. David zorgt er goed voor omdat hij een zoon is van Jonatan, zijn beste vriend.
Stilstaan bij ...
David
(= de geliefde)
Hij leefde zowat 1000 jaar voor Christus. Zijn tijd wordt herinnerd als een gouden tijd: voor het eerst moest het volk niet meer rondzwerven en had het een vaste stek gevonden. Lees meer …
Nieuwe maan
De eerste dag van elke nieuwe maand was een feestdag.
Jonatan
(= God heeft gegeven)
Oudste zoon van Saul. Zijn vriendschap voor David was verregaand:
. Hij gaf David zijn wapenrusting (mantel, riem, speer, boog en pijlen)
. Hij deed afstand van zijn aanspraken op het koningschap ten voordele van David.
Saul
De eerste koning van Israël. Hij regeerde rond 1030-1015.
Zijn jongste dochter Mikal was getrouwd met David.
Abner
Deze neef van koning Saul was aanvankelijk legeroverste in het kamp van Saul in de strijd tegen David. Na de dood van Saul liep hij over naar het kamp van David.
Rein
Men kon de reinheid bewaren door geen vlees te eten van onreine dieren en door te eten met gewassen handen. Contact met een dode of een graf en zelfs met de schaduw van een heiden, kon een jood onrein maken. Zo trokken reinheidsvoorschriften niet alleen een muur op tussen mens en God, maar ook tussen mensen onderling.
Isaï
(= man van God)
Betlehem
(= broodhuis)
Stad 7 km ten zuiden van Jeruzalem. Lees meer ...
Koningschap
Saul heeft schrik dat David misbruik zal maken van zijn vriendschap met Jonatan om zelf koning te worden.
De pijl ligt verderop
Jonathan sprak eerder met David af dat wanneer hij dat zou zeggen, dat zou betekenen dat Saul David wilde doden. De jongen die voor Jonathan de pijl gaat zoeken, is zich niet bewust van die afspraak.
Bij de tekst
Een buitengewone vriendschap
De sympathie van Jonatan voor David, die de reus Goliat doodde, evolueerde naar een vriendschap, die helemaal niet vanzelfsprekend was:
. Er was een ernstig conflict tussen David en Saul, de vader van Jonatan. Twee keer probeerde koning Saül David te doden. Voor Jonatan betekende kiezen voor David: kiezen tegen zijn vader. Hij redde daarmee het leven van David.
. Het is bijzonder dat Jonatan, de zoon van de koning, ervoor kiest om bevriend te zijn met David, een herder. (Vriendschap kijkt naar het innerlijke van iemand)
. Wanneer David koning is, laat hij de familie van Jonathan in vrede en geeft hen bescherming. Bijvoorbeeld: Koning David zorgde voor de gehandicapte Mefiboset, een zoon van Jonatan. Heel vaak doodde een nieuwe koning de vroegere dynastie.
Het boek Samuel
De twee boeken van Samuel vertellen over het leven van David. Het zijn de eerste boeken van de Bijbel die geschreven werden. Ze vertellen over de overgang van de tijd van de Rechters naar de tijd van de koningen. Die viel samen met de overgang van een leven als nomade, naar een leven als landbouwer. Om sterk te staan tegenover de Filistijnen die het land bezetten en die beter bewapend waren, verenigden de stammen van Israël zich om één volk te worden ronder het gezag van één koning.
Suggesties
Grote kinderen
ONDERZOEKEN
Elkaar beter leren kennen
(C. LETERME in Samuel plus, uitgeverij Averbode, 2011 nr 2)
Maak vooraf naamkaartjes van alle kinderen in de groep.
Bespreek met de kinderen:
Wat doe je meestal als je iemand nog niet zo goed kent?
O ik zeg niets en wacht tot de andere iets zegt.
O ik stel mezelf voor.
O ik stel vragen aan de andere
O ik stel voor om samen iets leuks te doen
De kinderen krijgen de opdracht om iemand in de groep te zoeken die ze niet echt goed kennen.
Ze nemen een kaartje met een naam op. Zo kun je controleren of elk kind aan bod kwam. Indien op het einde een kaartje overblijft met de naam van het kind dat het laatst aan bod kwam, worden alle kaartjes opnieuw op de tafel gelegd. Wie laatst was, mag nu als eerste een kaartje uitzoeken met de naam van iemand die hij / zij nog niet zo best kent.
De kinderen krijgen dan als opdracht: leer die jongen /meisje zo goed mogelijk kennen door ermee te praten en ermee te spelen.
Bespreek na enkele dagen het resultaat van deze opdracht.
David en Jonatan, twee goede vrienden
De vriendschap tussen David en Jonathan heeft vele kenmerken.
Vind jij die kenmerken terug in wat ze doen?
Verbindt ze met elkaar.
Moedig | o | o | David en Jonathan nemen God als getuige van hun vriendschap |
Gevoelig | o | o | David weent omdat Jonathan dood is, en zorgt voor zijn zoon Mefiboset |
Realistisch | o | o | Jonathan verdedigt David tegenover zijn vader |
Blijvend | o | o | Ze omhelzen elkaar en wenen |
Verbonden in het geloof | o | o | Jonathan zegt aan David dat hij in vrede moet gaan |
- Wat vind jij het allerbelangrijkste bij vrienden?
- Heb je een vriend, een vriendin die deze eigenschap bezit?
- Welke eigenschap heb jij als vriend(in)?
EVEN TESTEN
Vriend door dik en dun
Waarom wil Saül David uit de weg?
. Hij is jaloers omdat David en Jonathan goede vrienden zijn.
. Hij is jaloers op Mikal, de vrouw van David.
. Hij is jaloers op de militaire successen van David.
. Hij heeft schrik dat David koning wil worden.
VERDIEPEN
Een belangrijke vriendschap
Jonathan wil liever trouw zijn aan David en zijn vriend verdedigen dan rekening te houden met zijn vader.
- Wat denk je daarvan?
- Waarom doet hij dat?
Zoek twee redenen.
BELEVEN
Bezinningstekst
Mogelijkheid 1
De kinderen schrijven een gedicht over vrienden.
De eerste letter van elke regel vormt onder elkaar het woord 'vrienden'
V rienden zijn...
R
I
E
N
D
E
N
Mogelijkheid 2
De kinderen inspireren zich aan de volgende tekst: Vriendschap is hebben en zijn.
Ze nemen de titel over en ook de twee ondertitels:
- Een vriend hebben is: ... (over het effect van een vriend in het leven)
- Een vriend zijn is: ... (over hoe men een goede vriend is)
Daarna vullen ze die twee ondertitels aan met hun kijk op vriendschap.
Vriendschap is hebben en zijn ...
(KOLET JANSSEN in Samuel, uitgeverij Averbode 2011 nr 2, p. 16)
Een vriend hebben is:
weten dat je er nooit alleen voorstaat,
een sms’je krijgen dat je blij maakt,
voelen dat iemand het voor jou opneemt,
samen lachen om dezelfde dingen.
Een vriend zijn is:
oog hebben voor wie dichtbij je leeft,
er niet op uit zijn om zelf te scoren,
maar graag de ander gelukkig zien.
Weten dat mensen bij elkaar horen
zoals de parels van een snoer.
Elkaar nooit loslaten, wat er ook gebeurt.
VERTELLEN
Het gegeven woord
(C LETERME, Een parel voor elke dag, Averbode 2007, p. 300)
In Syracuse leefde een tiran.
Toen een man hoorde
dat die zijn stad zou bezoeken,
dacht hij: ‘Ik zal hem doden,
dan zijn we van hem verlost.’
De tiran kwam voorbij,
de man gooide zijn speer,
maar ... miste zijn doel.
De soldaten arresteerden de man
en brachten hem bij de tiran.
Die vroeg: ‘Wat is je laatste wens?’
‘Ik zou willen afscheid nemen
van mijn familie’ zei hij.
‘Ik zal je laten gaan,’ zei de tiran,
‘op voorwaarde dat iemand in jouw plaats
opgehangen wordt,
indien je niet tijdig terug bent.’
De man zei: ‘Ik heb een vriend.
Ik zal hem vragen
om mij in de gevangenis te vervangen.’
De tiran liet de vriend halen,
die de gevangenis in ging.
Aan de veroordeelde zei hij:
‘Je mag drie dagen weg gaan.’
Op de morgen van de derde dag
was de veroordeelde nog niet terug.
De galg was reeds opgesteld op de markt.
De tiran ging naar de vriend
in de gevangenis.
‘Je weet toch dat jij opgehangen wordt
als hij niet terug komt,’ zei hij.
‘Hij zal tijdig terug zijn,’ zei zijn vriend.
Het werd avond.
De vriend werd uit de gevangenis gehaald
en op het schavot gezet.
In de menigte kwam er beweging:
de veroordeelde was terug.
Hij liep naar het schavot
om de plaats van zijn vriend in te nemen.
Toen zei de tiran:
‘Als iemand zo’n oprechte vriend is,
dan heeft hij mij niet willen doden
om waardeloze motieven.
Daarom spreek ik hem vrij.’
Naar een verhaal van Sallustius (86-34 voor Christus)
Suggestie
Lees het verhaal voor bij het begin van een les of een lessenreeks over vriendschap, tot aan: 'Hij zal tijdig terug zijn' zei zijn vriend. Bespreek met de kinderen:
- Wat is eigenlijk een vriend?
- Zou jij terugkomen als je weet dat je opgehangen wordt?
- Zou jij wegblijven als je weet dat je vriend daardoor in jouw plaats opgehangen wordt?
Lees dan het vervolg van het verhaal en bespreek:
- Had je verwacht dat de man zou teruggaan?
- Wat denk je van de houding van de tiran?
- Kun je met één woord zeggen wat de grootste eigenschap is van de vriendschap van die man? (trouw)
- Welke woorden kennen jullie nog die iets zeggen over vriendschap?
De vrienden van de haas
(C. LETERME, Een parel voor elke dag, Averbode 2007, p. 57)
Er was eens een haas die heel veel vrienden had.
Op een dag hoorde hij enkele honden blaffen.
Hij dacht: ‘Daar moet ik geen schrik van hebben,
dank zij mijn vele vrienden.’
Hij ging naar het paard en vroeg:
‘Kun je me op je rug dragen, weg van de honden?’
Maar het paard zei:
‘Sorry, ik moet belangrijk werk doen voor mijn meester.
Vraag het aan de stier, die zal je wel helpen.’
Toen vroeg de haas aan de stier:
‘Wil jij de honden afschrikken met je horens?’
Maar de stier zei:
‘Sorry, ik heb al een afspraak.
Vraag het aan de geit, die zal doen wat je vraagt.’
Maar de geit zei:
‘Ik wil wel, maar mijn rug zal pijn doen
als ik jou zou dragen.
Vraag zoiets maar aan het schaap.’
De haas ging naar het schaap en vertelde over de honden.
Maar het schaap zei:
‘Een andere keer, mijn liefste vriend.
Ik kom hier niet graag in tussen,
want je weet dat honden graag schapen lusten.’
De haas ging toen naar het kalf, haar laatste hoop.
Maar het kalf zei :
‘Ik kan dat onmogelijk doen
als ik hoor dat oudere dieren dat ook al niet gedaan hebben.’
Intussen waren de honden heel dichtbij.
De haas versnelde haar pas
en kon gelukkig ontsnappen.
Naar een verhaal van Aesopus