Loading...
 

De man met een vergroeide hand - Matteüs 12, 9-14, Marcus 3, 1-6, Lucas 6, 6-11

De wet dient de mens

Marcus 3, 1-6 // Matteüs 12, 9-14 // Lucas 6, 6-11



De tekst

Dichter bij de tijd

J. DE MEYERE in Zonnestraal, 2004, nr 40, p. 20

Op sabbat ging Jezus de synagoge binnen om te bidden.
Daar was man met een verstijfde hand.
De Farizeeën hielden Jezus in het oog.
Op sabbat mocht je geen mensen genezen.
Ze keken of Hij deze wet zou overtreden.
Dan konden ze Hem aanklagen.

Maar Jezus wist wat ze dachten.
Hij zei tegen hen:
'Wat als een schaap op sabbat in een kuil valt?
Mag je het dan niet redden?
En een mens is toch meer waard dan een schaap!
Daarom mag je iets goeds doen voor een ander op sabbat.

Daarna genas Jezus de hand van de man.
Kwaad gingen de Farizeeën weg.



Stilstaan bij ...

Sabbat
De sabbat, de zevende dag van de week, was bedoeld als een dag van speciale aandacht voor God en het welzijn van de mens. De Farizeeën hadden deze wet omgezet in een lijst met alle handelingen die men niet op sabbat mocht verrichten. Zo mocht men op sabbat geen oogst binnenhalen (en dus geen aren plukken), geen mensen genezen.
De Farizeeën waren zo verontwaardigd over de genezing van de man, omdat het voor de joodse wet verboden was om te werken op sabbat. Het genezen van iemand zagen ze als een werk.



Bij de tekst

Betekenis

De joden waren uiteindelijk zo bezig met de wetten op sabbat, dat ze de eigenlijke bedoeling van de sabbat uit het oog verloren. Wetten zijn er volgens Jezus nooit omwille van zichzelf of omwille van Gods willekeur. Ze hebben slechts zin als ze het welzijn van de mens dienen.

Jezus neemt het de Farizeeën kwalijk dat ze door hun omschrijving van de sabbatwet mensen verhinderen het goede te doen. Iemand die in nood is, niet helpen, ook al is het sabbat, stelt Jezus gelijk aan het doden van die mens, en noemt hij kwaad