Loading...
 

De profeet Jona

De profeet Jona

Wie was hij?

Deze profeet was volgens de Bijbel (2 Koningen 14, 25) de zoon van Amittai uit Gat-Hachefer (enkele kilometers ten noorden van Nazaret). Hij trad op in het Noordrijk, vermoedelijk tijdens de regering van Jerobeam II (8e eeuw voor Christus - 786-746 voor Christus). Men zou hem begraven hebben in een moskee bij Ninive, ten noorden van Mosoel. In 2014 werd die graftombe vernield door IS-aanhangers. Maar of die Jona ook de profeet is uit het boek Jona, is helemaal niet duidelijk én niet meer te achterhalen.



De Bijbel over Jona

Oude Testament
Jona wordt vermeld in:
. 2 Koningen 14, 25
. het boek Jona, dat het heeft over de roeping en het optreden van de profeet Jona in Nineve.



Nieuwe Testament
In Matteüs 12, 41 en Lucas 11, 32 vergelijkt Jezus de drie dagen van Jona in de vis met de drie dagen tussen zijn dood en verrijzenis.



De naam ‘Jona’

De Hebreeuwse naam ‘Jona’ betekent ‘huisduif'.
In de Koran wordt de profeet Jona ‘Yunus’ genoemd.



Jona als profeet

. Als woordvoerder / profeet van God dacht Jona te weten hoe God was. Maar om te ontdekken wie God ècht was, moest hij afstand nemen van zijn eigen theorieën. Zo ontdekte hij dat God anders is dan mensen: Hij houdt van andere volkeren evenzeer als van Israël. Zijn reddende hand reikt tot het einde van de aarde. Zo herinnert het boek Jona dat Israël zijn geloof moet delen met andere volkeren. Hoewel Israël zich van die universele zending bewust was, besefte het dat niet altijd in dezelfde mate.

. Als profeet is Jona de verpersoonlijking van het volk Israël in de tijd na de ballingschap: het leefde toen erg op zichzelf teruggeplooid, ontliep de wil van God en kon niet begrijpen dat God van alle mensen houdt.

. Jona was niet happig om naar Nineve te gaan want dat was de hoofdstad van het Assyrische Rijk dat Israël onder de voet had gelopen, de Israëlieten deporteerde en het land liet bewonen door mensen uit andere streken.

. Jona is geen eersteklas profeet, geen goede ‘woordvoerder’ van God! Toen hij van God de opdracht kreeg: 'Ga de Ninevieten vertellen dat hun verdorvenheid is doorgedrongen tot God' zei Jona: ’Nog veertig dagen en Nineve zal één puinhoop worden' en verdraaide zo de woorden van God.
Bovendien ging hij eerst naar Tarsis en niet naar Nineve.





Het boek Jona

Een apart ‘profetenboek’

Traditioneel gezien ziet men Jona als de schrijver van het gelijknamige boek. Toch wijst niets erop dat hij er de schrijver van is. Ook staan er in de boeken van de profeten normaal gezien woorden en teksten die die profeet uitsprak of schreef. Maar in het boek Jona is dat maar één zin. Het boek vertelt vooral de lotgevallen vertelt van die profeet naar aanleiding van de roep van God.
Ook kan men er zich over verbazen dat een profetenboek als Jona is opgenomen in de bijbel. Van een profeet mag je verwachten dat hij ernstig, radicaal en appellerend de mensen aanspreekt. Een profeet bewaakt de Tora, de door God gegeven Wet, hij doorziet vanuit de Tora wat er aan de hand is met geloof en maatschappij. Hij geeft ongezouten zijn commentaar. Maar Jona is precies het tegendeel van dit alles, hij is een onwillige profeet, die eerder bekommerd is om zijn eigen geluk dan om het zielenheil van de 120.000 Ninevieten. Al vergaat de hele wereld, het kan Jona niet schelen, hij trekt het zich niet aan.



Ontstaan

Het boek Jona werd waarschijnlijk tussen 400 en 300 voor Christus geschreven. Dit kan men opmaken uit de taal, de gedachtegang en een duidelijke invloed van de boeken Jeremia en Ezechiël.



Historische waarde

Hoewel er in dit boek veel verwijzingen zijn naar historische plaatsen en figuren (Nineve, Tarsis, Jafo, Jona), toch kan men dit boek geen historisch verslag noemen. De schrijver liet zich nogal wat vrijheden toe:
. zo maakte hij van Nineve een stad die zo groot was dat men drie dagreizen nodig had om ze te dwarsen ... maar zo groot is Nineve nooit geweest!
. De stad Nineve was allang verwoest op het moment dat Jona er geweest zou zijn.
. Kan iemand echt drie dagen in een vis leven!?!

Maar dit verhaal wordt niet verteld voor de geschiedenis, maar voor de geloofswaarheid en de profetische boodschap die erin vervat zijn. Na de ballingschap (post-exilisch jodendom) zagen de joden hun uitverkiezing door God als een dienst aan de mensheid: ze moeten een licht zijn voor de heidenen en het geluk aan alle volkeren brengen.



Literaire waarde

Het boek Jona is een novelle die de kenmerken van een parabel heeft, omdat ze de toehoorder persoonlijk aanspreekt.

Novelle: één gebeurtenis uit het leven van iemand. Hier: de zending van Jona naar Nineve.
Parabel: een 'open' verhaal, dat de toehoorder verder moet afmaken.

In deze novelle komen ook een psalm (gebed) voor en kenmerken van een fabel nl. de dieren worden op één lijn gesteld met de mensen (komt heel vaak voor in de oud-oosterse literatuur)



Het boek Jona in een notendop

God zei tegen Jona: ‘Sta op, ga naar de grote stad Nineve,
en zeg dat Ik gezien heb hoe slecht ze leven.’
Jona stond op, maar wilde naar Tarsis vluchten, ver weg van God.
Hij ging naar Jafo. Daar vond hij een schip dat naar Tarsis ging.
Hij betaalde voor de overtocht en ging aan boord
Maar op zee was er zo’n hevige storm, dat het schip dreigde te breken.
De zeelieden werden bang.
Om het schip lichter te maken gooiden ze de lading in zee.
Jona was in het ruim gaan liggen en in een diepe slaap gevallen.
De kapitein kwam naar hem toe en zei:
‘Hoe kun je zo diep slapen? Sta op en bid tot je god.
dan denkt die misschien aan ons en zullen we niet vergaan!’
De mannen zeiden tegen elkaar: ‘Kom, laten we het lot werpen
om te zien aan wie het ligt, dat deze ramp ons treft.’
Zij wierpen het lot en dat viel op Jona.
Zij vroegen hem: ‘Vertel eens: wie ben je? Waarom ben je op reis?
Jona zei: ‘Ik ben een Hebreeër. God vroeg me om naar Nineve te gaan,
maar ik vluchtte naar de andere kant van de wereld.’
De mannen werden angstig en vroegen: ‘Hoe kon je zoiets doen?
Wat moeten we met je doen
om door de zee met rust gelaten te worden?’
Jona zei: ‘Gooi me maar in zee, dan zal de zee jullie met rust laten.
Het ligt aan mij dat deze hevige storm jullie trof.’
De mannen probeerden nog terug te roeien naar het land,
maar dan lukte niet, omdat de zee wilder werd.
Daarom riepen ze tot God: ‘God, laat ons niet vergaan,
wanneer we deze man om het leven brengen.’
Toen namen zij Jona op en gooiden hem in zee. De zee werd stil.
De mannen waren bevreesd voor God en brachten Hem een offer.
God zond een grote vis om Jona op te eten.
Zo kwam Jona in de buik van een vis, drie dagen en drie nachten.
Daar bad hij tot God:
In mijn nood roep ik God aan, en Hij heeft mij geantwoord.
Uit de schoot van de onderwereld schreeuw ik: luister naar me!
Je hebt me in de afgrond geworpen, in het hart van de zee.
Stromen water omgeven me, al je golven slaan over me heen.
Hoe zal ik ooit nog je heilige tempel zien?
Het water staat tot mijn lippen, mijn hoofd zit vol wier.
Trek me levend omhoog uit de grafkuil, mijn God!
Nu mijn levensadem het begeeft, gaan mijn gedachten naar Jou.
Laat mijn gebed tot Je komen, Ik wil Je offers brengen,
ik wil me houden aan mijn gelofte. Bij God is redding.’
Toen sprak God tot de vis en die spuwde Jona uit op het droge.

Nu zei God voor de tweede keer tegen Jona:
‘Sta op, ga naar de grote stad Nineve
en zeg haar wat Ik je te zeggen gaf.’
Jona stond op en ging naar Nineve, een geweldig grote stad.
Men had drie dagen nodig om er door te trekken.
Jona ging de stad in en riep: ‘Veertig dagen nog,
en Nineve wordt met de grond gelijk gemaakt!’
De bewoners van Nineve begonnen te vasten. Ook hun koning.
En God zag wat ze deden.
Hij zag dat ze terugkwamen van hun slechte wegen.
En God kreeg spijt dat Hij hen met onheil bedreigd had.
Hij bracht het niet ten uitvoer.
Maar Jona vond dat niet goed. Hij werd nijdig. Hij bad tot God:
‘Ach God, ik had dat wel gedacht, toen ik nog in mijn land was!
Daarom wilde ik naar Tarsis vluchten!
Want ik wist dat Je een genadige en barmhartige God bent,
Je hebt altijd berouw over onheil.
Laat me maar doodgaan God: ik ben liever dood dan levend.’
God vroeg: ‘Is er wel een reden om kwaad te zijn?’
Jona ging de stad uit. Daar maakte hij een dak met takken en bladeren
en ging daaronder in de schaduw zitten kijken,
naar wat er met de stad zou gebeuren.
Toen liet God een boom opschieten, om Jona schaduw te geven.
Jona was er enthousiast over.
Maar de volgende dag vrat een worm de boom aan
waardoor hij verdorde.
Bovendien was er een verzengende oostenwind.
Hierdoor stak de zon stak zo hevig op het hoofd van Jona,
dat hij uitgeput neerzonk.
Hij verlangde te sterven en zei: ‘Ik ben liever dood dan levend.’
Maar God vroeg: ‘Jona, moet je wel zo nijdig zijn over de boom?’
Jona antwoordde: ‘Ja, ik heb reden om door en door nijdig te zijn!’
Toen zei God: ‘Je bent bezorgd om een boom,
waarvoor je niets hebt gedaan en die je niet hebt gekweekt,
die boom die tussen de ene nacht en de andere
is opgeschoten en vergaan.
Waarom mag Ik dan niet begaan zijn met de grote stad Nineve,
waar zoveel mensen wonen?"



Spreken over God

Doorheen het boek Jona wordt het beeld van God bijgesteld:
* God is barmhartig, goed, bezorgd, meelevend …
- als de mensen zich bekeren, dan trekt God zijn straffen in.
- God geeft mensen een nieuwe kans: Jona wordt uitgespuwd; Nineve kan zich bekeren
- God is zo goed dat zelfs een profeet Hem daarin niet kan volgen (Jona 4, 4)

* God is universeel
God bekommert zich niet alleen om gelovigen, maar ook om ongelovigen, om goede en om slechte mensen, om Israël en om alle volkeren. God maakte zich aan het volk van Israël kenbaar als een bevrijdende God. Jona, krijgt nu de opdracht om aan de andere volkeren te melden dat God ook voor hen een bevrijdende God is.
Een hele evolutie in de religieuze bewustwording van Israël.

* God schrijft recht op kromme lijnen
- God gebruikt ook weerbarstig materiaal om zijn doel te realiseren
- geen mens kan God ontlopen.



Het boek Jona in het jodendom

Het boek Jona wordt in de synagoge gelezen op de Grote Verzoendag (Jom Kipoer).
Reden: de bekering van Jona zowel als van Nineve, waarbij 'dood' omkeert in 'nieuw leven'.
Aan de Grote Verzoendag gaan veertig dagen van inkeer en boetedoening vooraf, te vergelijken met de veertigdagentijd bij de christenen.



Het boek Jona in de islam

Koran, soera 37, 139-148
(C. Leterme, bewerking op basis van vier verschillende Nederlandse vertalingen)

En ook Yunus (Jona) was een boodschapper.
Toen hij wegvluchtte naar het geladen schip,
werd om hem geloot en werd hij overboord geworpen.
Een grote vis slokte hem op terwijl hij zichzelf verweet.
Mocht hij niet behoren tot hen die Ons (Allah) verheerlijken,
dan was hij in de buik van de vis gebleven
tot de Dag van de Opstanding.
We wierpen hem op een kaal strand terwijl hij ziek was.
We lieten een pompoen voor hem groeien
en We zonden hem naar honderdduizend of meer mensen.
Toen ze geloofden, gaven We hun levensgenot voor een korte tijd.





Bijbel en kunst

Beeldhouwwerk

ANONIEM

Marmeren sculpturen van Jona

5 1 Jona Opgeslokt   Cleveland 5 2 Jona Bidt   Cleveland
Een vis slokt Jona op
Jona bidt
5 3Jona Uitgespuwd   Cleveland 5 4 Jonah Onder De Struik   Cleveland
De vis spuwt Jona uit
Jona onder de struik

Vroegchristelijke laat-Romeinse marmeren sculpturen uit de 3e eeuw.
‘Jonah Marbles' in het Cleveland Museum of Art (Ohio, USA)


Toen deze kunstwerken werden gebeeldhouwd, werden christenen nog vervolgd. De beelden konden christenen gemakkelijk bezitten omdat er veel kans was dat Romeinse functionarissen het verband met Jezus niet zagen.

Die christenen zagen parallellen tussen de drie dagen van Jona in de vis en de drie dagen van Jezus in het graf. Ze zagen er een verwijzing in naar de verrijzenis van Christus en de hoop dat het beloofde leven na de dood zou volgen.





Schilderkunst

AL-TAVARIKH

Jona (rond 1400)

Main Image

Aquarel (33,7 / 49,5 cm) - Metropolitan Museum, New York


Omwille van de grootte van dit werk veronderstelt men het gebruikte bij het vertellen van het verhaal van Jona bij de moslims (Jona komt voor in de Koran: 37, 139). Ofwel was het werk het voorontwerp van een muurschildering.

Het werk stelt Jona voor die bevrijd is uit de buik van de vis. Een engel geeft hem kleding.
Achter Jona is de wingerd te zien die God voor hem liet groeien om schaduw te geven.





J. BRUEGHEL DE OUDE

De walvis zet Jona aan land (rond 1598)

5 Janbruegel Jonawalvis Grt

Olieverf op paneel (38 × 56 cm) - Alte Pinakothek, München


Dit werk van Jan Brueghel de Oude (1568 – 1625) stelt Jona voor die door een walvis uitgespuwd wordt. Dat dit gebeuren een antwoord is op zijn gebed tot God is te zien aan zijn gevouwen handen.
Dat de vis niet erg op een walvis lijkt, is niet erg, want het verhaal heeft het alleen maar over een grote vis en de betekenis van dit gebeuren belangrijker is dan het mogelijke feit.





Jona in 'Bijbelin1000seconden'

Oude Testament

Jona 1,1-2,1.11: Jona wil niet naar Nineve
Jona 2, 2-5.8: Jona bidt
Jona 3, 1-5.10: Nineve bekeert zich
Jona 3, 1-10: Jona spreekt de Ninevieten toe
Jona 4, 1-11: Jona is kwaad



Nieuwe Testament

Matteüs 12, 38-42

Lucas 11, 29-32





Suggesties

Grote kinderen

EVEN TESTEN

Het verhaal van Jona

Opdracht voor de kinderen:
Vertel het verhaal van Jona in vier regels.
Maak hierbij gebruik van de letters van Jona’s naam.
Die letter wordt de beginletter van elke nieuwe zin.

J ......................................................................................................

O ......................................................................................................

N ......................................................................................................

A ......................................................................................................



De geschiedenis van Jona

Schrijf het verhaal van Jona opnieuw aan de hand van de volgende drie prenten:

Jona 1 Jona 2 Jona 3


Correctiesleutel

Jona 1 Jona wordt opgeroepen om naar Ninive te gaan, maar hij vlucht weg naar de andere kant van de wereld.
Jona 2 Het schip komt in een storm terecht. Jona wordt overboord gegooid, omdat hij zijn opdracht ontvlucht. Hij wordt opgeslokt door een grote vis.
Jona 3 Jona gaat uiteindelijk toch naar Ninive. De bewoners van die stad bekeren zich.




Het leven van Jona

In vier zinnen wordt de geschiedenis van Jona weergegeven.
Zet je ze in de juiste volgorde?

2Maar Jona nam een boot die de heel andere kant op ging.
5Een grote vis slokte Jona op. Drie dagen en drie nachten bleef hij in de buik van die vis.
4De matrozen maakten Jona wakker en gooiden hem overboord.
6Jona ging naar Nineve en zei tegen de mensen die er woonden: 'Verander je manier van leven.'
1God vroeg aan Jona om naar Ninive te gaan.
3Er brak een hevige storm los, maar Jona bleef slapen in het ruim van de boot.




Jona's kruisende woorden

Materiaal
Blad met 'kruisende woorden', waarvan de vragen niet zijn ingevuld.

Gewoonlijk vullen kinderen zelf de 'kruisende woorden' in. Deze keer mogen zij de vragen stellen.
Als ze hun vragen noteren op het blad waarbij de kruisende woorden nog niet zijn ingevuld, dan kan een andere groep proberen die woorden te vinden met behulp van de vragen die zij opgemaakt hebben.



Een onvolledig lied

De volgende woorden ontbreken in dit lied:
vis; as; blij; schip; reis; sparen; God; liefde


JONA
Tekst: H. Lam / Muziek: W. ter Burg

Jona heeft ............ wel verstaan
maar hij stoort er zich niet aan
Jona gaat heel eigenwijs
met een grote boot op ......

Maar de Heer zegt:
nee, neen nee
Jona moet naar Ninivé (2X)


Midden op de oceaan
komt zijn ......... in een orkaan.
Jona wordt van boord gezet,
maar een ........ heeft hem gered.

Want de Heer zegt:
nee, neen nee
Jona moet naar Ninivé (2X)


Na drie dagen duisternis
komt hij heelhuids uit de vis
Jona gaat nu wél op pad,
naar die goddeloze stad.

Want de Heer zegt:
nee, neen nee
Jona moet naar Ninivé (2X)


Ninive hoort Jona aan
en de mensen zijn ontdaan:
zitten neer in zak en .....,
dagenlang wordt er gevast.

En de Heer zegt:
nee, neen nee
........ zal ik Ninivé (2X)


Jona uit de grote vis
ziet dat God vol ....... is.
O, wat is die Jona kwaad,
dat de stad haar straf ontgaat.

Maar de Heer zegt:
nee, neen nee
wees toch ..... om Ninivé (2X)




Correctiesleutel
Jona heeft God wel verstaan
maar hij stoort er zich niet aan
Jona gaat heel eigenwijs
met een grote boot op reis

Maar de Heer zegt:
nee, neen nee
Jona moet naar Ninivé (2X)


Midden op de oceaan
komt zijn schip in een orkaan.
Jona wordt van boord gezet,
maar een vis heeft hem gered.

Want de Heer zegt:
nee, neen nee
Jona moet naar Ninivé (2X)


Na drie dagen duisternis
komt hij heelhuids uit de vis
Jona gaat nu wél op pad,
naar die goddeloze stad.

Want de Heer zegt:
nee, neen nee
Jona moet naar Ninivé (2X)


Ninive hoort Jona aan
en de mensen zijn ontdaan:
zitten neer in zak en as,
dagenlang wordt er gevast.

En de Heer zegt:
nee, neen nee
sparen zal ik Ninivé (2X)


Jona uit de grote vis
ziet dat God vol liefde is.
O, wat is die Jona kwaad,
dat de stad haar straf ontgaat.

Maar de Heer zegt:
nee, neen nee
wees toch blij om Ninivé (2X)





VERDIEPEN

Personen in het verhaal van Jona

Vooraf
Zorg voor vier blanco kaartjes en een stift.


Verloop
Vertel eerst het verhaal van Jona in zijn geheel (zie hoger)
Vraag daarna aan de kinderen:
- Wie komt aan bod in dit verhaal?
(Jona, zeelui, Ninevieten, God)

Telkens een antwoord wordt gegeven, noteert één van de kinderen de naam van die persoon op een kaartje.
(Belangrijk: het kan zijn dat kinderen niet zomaar direct God aanduiden als een handelende figuur in dit verhaal)

Als alle kaartjes beschreven zijn, leg je het kaartje met ‘God’ op in het midden van de kring. De drie andere kaartjes leg je er om heen.


- Hoe is de relatie van die verschillende personen tot God?

JonaGaat niet akkoord met God. Hij vlucht voor Hem weg naar het andere eind van de wereld. Gaat met tegenzin naar Nineve om er Gods woord te brengen (dat hij bovendien verdraait)
ZeeluiKennen God niet, toch hebben ze eerbied voor Hem
NinevietenAls ze horen wat de wens van God is, doen ze er alles aan om anders te gaan leven en meer rekening te houden met wat God belangrijk vindt.



Vraag daarna aan de kinderen:
- Op wie gelijken jullie het meest: op Jona, de zeelui of de bewoners van Ninive?

Laat de kinderen daarvoor in drie verschillende hoeken van de ruimte staan. (De kaartjes uit het begin van deze activiteit kunnen helpen bij het aanduiden van de hoek)
De vierde hoek van de ruimte is voor die kinderen die zich niet in de personen van het verhaal kunnen terugvinden.

Geef de kinderen in de vier hoeken de kans om wat uitleg bij te geven bij hun keuze.


Ga terug in de kring zitten.
Richt nu de aandacht van de kinderen op wat God doet in het verhaal.
Hij wil dat mensen respectvol met elkaar leven (Ninevieten)
Hij geeft mensen een tweede kans (Jona; Ninevieten)
Hij handelt doorheen handelingen van mensen (zeelui)

Trek deze antwoorden door naar de actualiteit.
- Worden nieuwe kansen gegeven aan mensen?
- Worden mensen opgeroepen om respectvol met elkaar om te gaan?


Bezorg de kinderen een aantal ‘tekstballonnen’ (papier dat uitgeknipt is als een tekstballon – je kunt er vier maken uit een gewoon blad) Op die tekstballonnen schrijven ze in eigen woorden wat ze zouden zeggen als ze iemand een tweede kans geven, als ze iemand zouden vragen om respectvol met anderen om te gaan.





BELEVEN

Actueel drama

Als je goed naar het verhaal hebt geluisterd, weet je dat Jona eerst niet luistert naar God die hem roept. Daarna gaat hij toch naar Nineve en beantwoordt hij aan de oproep van God.
Ook wij doen niet altijd wat God graag heeft.

De kinderen werken twee situaties uit rond de volgende woorden:
groepje – een gepest kind – uitlachen – spijt hebben – helpen
De ene situatie is vergelijkbaar met het verhaal van Jona.
De andere situatie weerspiegelt het ideaal: een situatie waar men zich aan kan inspireren.





INLEVEN

Een onaf verhaal ...

(naar Severine Verhulst, Het verhaal van Jona ... ook vandaag in Simon 3, 2001-2002, p. 10)

Juf Sanne had weer eens een goed idee.
Ze nodigde Jerina en de andere kinderen van haar klas uit
om naar een rusthuis te gaan.
Daar zouden we spelletjes doen met de bewoners,
een toneelstukje spelen
en een aantal liederen zingen.

Maar Jerina had daar geen zin in.
Ze zei tegen juf Sanne:
'ik kan niet komen,
want ik moet dan de zolder opruimen van mijn mama.'
Dat was niet waar,
maar zo moest ze niet meegaan naar het rusthuis.

Die woensdagnamiddag nestelde ze zich in de zetel
en zette de tv op.
Maar ze bleef maar denken aan haar vriendinnen in de klas ...



Bespreek
- Wat denk je van Jerina?
- Hoe loopt dit verhaal verder volgens jou?
- Wat zal Jerina doen bij een volgend gelijkaardig voorstel van juf Sanne? Waarom denk je dat?



De persconferentie

Opdracht voor twee kinderen


Jullie zijn twee journalisten die uitgenodigd zijn op een persconferentie in Nineve.
Je krijgt er de kans om een aantal personen uit het boek Jona te interviewen. Dit zijn de personen die je kunt ondervragen: Jona, een matroos, een bewoner van Nineve, God, de kapitein.

Bespreek met elkaar welke vragen je aan hen zult stellen.

Vragen als:
- Op welke manier ken je Jona? Vertel.
- Wat vond je van de situatie waarin je Jona leerde kennen?
- Wat voelde je? (Was je bang? ongerust? blij? ... ?)
- Wat vond je van hem? Waarom is dat zo?

Vragen die jullie zullen stellen:

...........................................................................................................
...........................................................................................................
...........................................................................................................
...........................................................................................................


Het kind dat Jona zal vertegenwoordigen krijgt de volgende informatie:


Je hebt de gebeurtenissen uit het boek Jona op je eigen manier meegemaakt.
Twee journalisten zullen je interviewen.
Bereid in gedachte de antwoorden op de vragen voor.

Vragen als:
- Wat heb je allemaal meegemaakt? Vertel.
- Wat vond je van jezelf? Waarom is dat zo?
- Wat voelde je? (Was je bang? ongerust? blij? ... ?)
- Wat vond je van jezelf?


Wie in de huid van de matroos, de kapitein, een inwoner van Nineve, God, zal kruipen krijgt voordien het volgende:


Je hebt de gebeurtenissen van Jona op je eigen manier meegemaakt.
Twee journalisten zullen je interviewen.
Bereid in gedachte de antwoorden op de vragen voor.

Vragen als:
- Op welke manier ken je Jona? Vertel.
- Wat vond je van de situatie waarin je Jona leerde kennen?
- Wat voelde je? (Was je bang? ongerust? blij? ... ?)
- Wat vond je van hem? Waarom is dat zo?





ACTEREN

Toneel: Jona

Verteller
Lang geleden leefde er in het land Israël een man. Zijn naam was Jona.
Op een dag hoort hij de stem van God, die zegt:
'Luister goed Jona. Ga naar Nineve.
Zeg aan de mensen dat ze veel slechte dingen doen en dat ze hun leven moeten veranderen.'

Jona
Nee, ik wil niet naar die nare stad.
De mensen gaan toch niet naar me luisteren.

Verteller
Jona wil niet doen wat God van hem vraagt.
Daarom zoekt hij een schip en hij gaat op reis.
Niet naar Nineve, maar naar Tarsis, naar de andere kant van de wereld.

Schipper
Aan boord! Aan boord! Instappen voor Tarsis!

Jona
Kan ik mee?

Schipper
Kun je wel betalen?

Jona
Natuurlijk, hier.
(Geld rinkelen en afgeven)

Verteller
Jona scheept in en vaart naar Tarsus.
Maar onderweg steekt een zware storm op. Het waait erg. De golven komen al in de boot.

Matrozen
Help, we vergaan!

Verteller
Dan verneemt de kapitein van het schip dat Jona nog ligt te slapen. Hij maakt hem wakker.

Schipper
Sta op en bid tot jouw God.
Dan kan Hij ons helpen.

Jona
Ik heb iets dom gedaan. Ik wou niet luisteren naar wat God van me vroeg.
Gooi me maar overboord!
Misschien laat God het dan wel ophouden met stormen.

Verteller
De matrozen van het schip nemen Jona op en gooien hem in de zee. Daar ligt Jona nu te spartelen in de diepe donkere zee.
De boot waar hij op was is weggevaren.
Niemand kan hem nog redden.
Maar er zwemt een grote vis in die zee. Die slokt Jona op.
Daar zit Jona dan. Drie dagen in de buik van de vis. Jona bidt:

Jona
God, ik zal doen wat ik heb beloofd.

Verteller
En de vis zwom naar het strand en spuwde hem uit op het land.

Jona
En nu ga ik echt naar Ninive.

Verteller
Jona ging naar Nineve.

Jona
Beste mensen van Nineve, God vindt het niet goed wat jullie doen.
Hij zal jullie stad kapotmaken.

Verteller
De inwoners van die stad luisteren goed naar wat Jona te zeggen heeft en houden op slechte dingen te doen. Maar Jona is boos. Hij bidt tot God:

Jona
God, moest ik daarom naar Nineve komen? Ik had gezegd dat Jij de stad zou kapotmaken en nu doe Je dat niet! Wat moeten die mensen wel van me denken?

Verteller
Toen God hoorde wat Jona zei, antwoordde Hij: 'Ben je boos omdat ik goed ben?'





DOEN

Beeldverhaal

Het verhaal wordt verdeeld in zoveel delen als er kinderen zijn.
Elk van hen tekent een onderdeel van het verhaal op een A3-formaat. Deze tekeningen worden bijeen gebonden in een groot 'Jonaboek'.
Bij elke tekening wordt aan de linkerkant (= de achterkant van de vorige tekening, een strook gekleefd waarop het deel van het verhaal dat getekend werd, in telegramstijl staat.



TIP
Spreek vooraf af wat de kleur is van de kleding van Jona, zijn haar ... zodat hij in de verschillende tekeningen herkenbaar blijft.