Loading...
 

Doopsel van de Heer A - eerste lezing

Jesaja 42, 1-4.6-7: Dit is mijn dienaar

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1190)

God zegt: ‘Volken van de wereld, kijk! Dit is mijn dienaar, hem zal ik steunen. Hij is de dienaar die ik uitgekozen heb. Mijn liefde voor hem is groot, aan hem heb ik mijn geest gegeven. Hij zal alle volken leren om goed en eerlijk te zijn.
Mijn dienaar schreeuwt niet, hij gaat niet roepend de straat op. Zwakke mensen zal hij niet nog zwakker maken. Mensen zonder kracht zal hij niet kapotmaken. Hij zal zorgen dat iedereen eerlijk behandeld wordt. Hij zal niet aarzelen. Hij gaat door met zijn werk totdat er overal op aarde eerlijke rechters zijn.
Alle volken verlangen naar de lessen en regels van mijn dienaar.’

God, de Heer, zegt tegen zijn volk: ‘Israël, ik heb jou geroepen, jij moet mijn opdracht uitvoeren. Ik zal je helpen en beschermen. Ik zal zorgen dat jij de mensen vrede brengt. Ik maak jou een redder voor alle volken. Jij zult alles veranderen. Blinde mensen zullen weer zien, gevangenen zullen uit het donker bevrijd worden.
Ik ben de Heer, dat is mijn naam. Ik deel mijn macht met niemand. Ik wil niet dat andere goden ook vereerd worden. Alles wat ik vroeger over de toekomst zei, dat is gebeurd. En nu vertel ik iets nieuws over de toekomst. Ik vertel het je nu al, voordat het begint.’



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

God zegt: 'Kijk, dit is mijn dienaar, die Ik zal steunen.
Hem heb Ik uitverkoren. Ik hou van hem.
Ik heb hem mijn geest gegeven.
Hij zal de volken leren om goed en eerlijk te zijn.
Mijn dienaar roept niet en schreeuwt niet.
Hij laat zijn stem niet horen op straat.
Hij breekt het geknakte riet niet
en de kwijnende vlaspit blaast hij niet uit.
Echt waar, hij zal zorgen dat iedereen eerlijk behandeld wordt.
Hij zal niet zwak worden en niet worden geknakt,
maar het recht op de aarde vestigen.
Verre landen kijken uit naar zijn boodschap.

Ik, God, Ik heb je geroepen om geluk te brengen,
Ik neem je bij de hand,
Ik vorm je, en bestem je tot een verbond met het volk,
tot een licht voor alle volkeren: blinde mensen zullen weer zien,
gevangenen zullen uit de donkere kerker bevrijd worden.'



Stilstaan bij ...

Dit is mijn Dienaar
Met deze woorden stelt God zijn dienaar voor. Deze woorden werden vroeger uitgesproken bij de troonsbestijging van een koning.
Wie Jesaja precies bedoelde met deze Dienaar is niet duidelijk:
. bedoelde hij Cyrus / Kores, de koning van het Perzische Rijk die de joodse ballingen in Babylon toeliet om terug te keren naar hun land?
. bedoelde hij er zichzelf mee?
. bedoelde hij er de Messias mee? (zoals christenen deze tekst lezen)
. Bedoelde hij er het volk Israël mee?

Geest
Bij de troonsbestijging van een koning, zalfde men de koning met olie en sprak men de woorden uit: 'Ik zal u tot Vader zijn en gij Mij tot Zoon.' Zo ontving de koning de Geest van God. (Dit gebruik is met deze betekenis opgenomen in het sacrament van het vormsel.)
Na de tijd van de koningen werden de hogepriesters en later ook de profeten gezalfd. Het Hebreeuwse woord voor 'zalven, 'masja' is terug te vinden in het woord 'masijach' de 'gezalfde', dat te horen is in het woord: ‘Messias’. De Griekse vertaling dat woord is: 'Christos'.

Licht voor de naties
De zending van de Messias wordt niet beperkt tot het eigen joodse volk.

Blinden, gevangenen
Hiermee bedoelde Jesaja de ballingen in Babylonië.





Bij de tekst

Spreken met beelden

'Het geknakte riet zal hij niet breken
en de kwijnende vlaspit blaast hij niet uit.'

Hiermee bedoelde Jesaja:
'Zwakke mensen zal hij niet nog zwakker maken.
Mensen zonder kracht zal hij niet kapot maken.' (Bijbel in Gewone taal)



Liederen over de dienaar van Jahwe

In de teksten van Jesaja staan er vier liederen over de ‘Dienaar van Jahwe’. (Ebed Jahwe-liederen)

LiederenReferentieInhoud
Lied 1 Jesaja 42, 1-4 Hierin staat de taak van de Dienaar: realiseren van rechtvaardigheid op aarde.
Lied 2Jesaja 49, 1-6Hierin staat dat de Dienaar de terugkeer van de joden in ballingschap moet realiseren en dat Hij een licht voor alle volkeren zal zijn.
Lied 3Jesaja 50, 4-9De Dienaar mag de woorden van God uitspreken, omdat hij naar Hem luisterde. Al zal hij veel moeilijkheden ondervinden, toch blijft hij trouw aan God die hem helpt.
Lied 4 Jesaja 52, 13-53, 12Hierin wordt de rol van de Dienaar verder uitgewerkt.


De eerste christenen lazen die liederen als het levensprogramma van Jezus Christus: Hij laat een nieuwe tijd beginnen, waarin recht en gerechtigheid zegevieren. Tegelijk zagen ze die tekst als richtingwijzer voor de levensweg van alle christenen.



Historische context

De meeste bannelingen uit Israël in Babylonië zagen de verwoesting van de tempel en van hun land als het teken dat God hen in de steek liet. Jesaja reageert daarop door te zeggen dat God zijn Geest stort in iemand die Hem dient. Maar de identiteit van die dienaar is onduidelijk: gaat het om Israël zelf? Gaat het om een profeet die na zijn lijden verheerlijkt wordt?





Suggestie

Grote kinderen

KENNISMAKEN MET DE BIJBELTEKST

Dromen in Babylon

Daar zitten ze dan, de bewoners van Jeruzalem …
als ballingen in Babylon.
Alles is voorbij: Jeruzalem is verwoest, de tempel is platgebrand,
het land is één grote ruïne en is nu een deel van een provincie van Babylonië

Profeten hadden de bewoners van Jeruzalem nog zo gezegd
dat ze van levenshouding moesten veranderen.
Maar mensen veranderen niet zomaar.
En zo waren ze uiteindelijk
als vreemdelingen uit hun eigen land weggevoerd.

Midden in die puinhoop van hun leven is er een profeet,
een tweede Jesaja.
Hij zegt dat er iemand zal komen
die deze hele troosteloze situatie op zijn kop zal zetten.


"Hij is niet iemand die roept, of schreeuwt, of betoogt,
Het is iemand die het geknakte riet niet zal breken
en een zacht vuur niet zal blussen.
Het is iemand die zonder ophouden
ervoor zorgt dat iedereen het goed heeft.

En iedereen zal willen zien wat hij doet
en doen wat hij zegt.

Als je blind bent, zal hij je doen zien
Ben je gevangen, dan zal hij je uit de kerker bevrijden."

De mensen die naar die profeet luisterden, dachten:
hij kan het allemaal wel mooi zeggen
maar daarom is het nog niet zo.
Dat was ook zo.
Maar omdat de profeet zei
dat die sombere tijden voorbij zouden gaan
dat het ooit wel eens opnieuw goed met hen zou worden
gaf dat moed om die moeilijke tijd aan te kunnen.