Loading...
 

Ester 3, 1-15

Ester 3, 1-15: Haman wil Mordekaï dood

De tekst

Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Na deze gebeurtenissen gaf koning Ahasveros een hoge functie aan Haman: hij werd de belangrijkste minister aan zijn hof. De koning had gezegd dat zijn dienaren moesten knielen voor hem en diep voor hem neerbuigen. Maar Mordekai deed dat niet. Daarom vroegen de dienaren van de koning aan hem: 'Waarom overtreedt u het bevel van de koning?' Ze vroegen dit elke dag, maar hij luisterde niet naar hen. Uiteindelijk zei hij: ‘Ik kniel niet voor hem, omdat ik een jood ben.’
De dienaren zeiden dat aan Haman. Toen die zag dat Mordekai niet knielde, werd hij razend. Hij wilde niet alleen Mordekai doden, maar ook het volk van Mordekai: alle joden die woonden in het rijk van Ahasveros.

Toen Ahasveros twaalf jaar koning was, wierp men het poer - dat is het lot - over alle dagen en over alle maanden. Toen zei Haman tot koning Ahasveros: 'Er is één volk in uw rijk dat zich afzondert. Hun wetten zijn anders dan die van de andere volken en ze houden zich niet aan de wetten van de koning. U mag hen niet laten begaan. U moet een bevel schrijven om ze uit te roeien. Ik zal dan tienduizend talenten zilver storten in uw schatkist.'
De koning schoof de zegelring van zijn hand, gaf die aan Haman, en zei: 'Dat geld mag u hebben. En dat volk… doe er maar mee wat u goed lijkt.' Daarop werden de koninklijke schrijvers ontboden. Volgens de aanwijzingen van Haman werd een bevel opgesteld voor alle belangrijke personen in het land. Ze deden dat in alle talen van het land. Dat document werd verzegeld met de ring van de koning. Daarna werden de brieven gestuurd naar alle provincies van de koning. In die brieven stond dat alle joden moesten vervolgd worden, gedood en uitgeroeid, van jong tot oud, met kinderen en vrouwen, op de dertiende van de twaalfde maand, de maand Adar. En dat hun bezittingen mochten geplunderd worden.
Dit bevel moest als wet in alle provincies uitgevaardigd worden zodat iedereen zich kon voorbereiden op die dag. Ook in de stad Susa werd het bevel bekendgemaakt. De koning en Haman gingen zitten drinken terwijl de stad in rep en roer stond.



Stilstaan bij …

Haman
Haman was een nakomeling van Agag, een koning van de Amalekieten. Dit buurvolk van Israël voerde oorlog tegen de Israëlieten in de tijd van koning Saul.
In het verhaal van Ester herhaalt de geschiedenis zich: zoals Agag de vijand was van Israël, zo wordt Haman de aartsvijand van het Joodse volk.

Knieval
Op de knieën vallen was aan het Perzische hof een onderdeel van het gewone protocol. Het was een manier om te zeggen dat de persoon voor wie men knielde heel belangrijk was.
Voor andere volkeren (o.a. de Grieken) had de knieval een godsdienstige betekenis: het was een eerbewijs dat alleen voorbehouden was voor een god. Voor een mens knielen, betekende dat men aan een sterveling goddelijke eer bewees.
Joden zagen in het knielen voor een mens een vorm van afgoderij.

Lot werpen
Het lot werpen is te vergelijken met het gooien met een dobbelsteen. Dit gebeurde wanneer mensen en antwoord wilden krijgen op vragen als:
- wat is de beste dag om iets te doen?
- wie is er schuldig aan een bepaalde misdaad?
Het gooien van steentjes, stukjes aardewerk of stokjes hielp om een beslissing te nemen.

Poer
Dit Assyrisch-Babylonisch woord dat 'lot' betekent, ligt aan de basis van de naam van het feest Poerim, een feest dat de gebeurtenissen in het boek Ester feestelijk herdenkt.

Dertiende dag
Op de dertiende dag van de twaalfde maand, een datum die door het lot werd aangeduid, zouden alle joden gedood worden (wellicht de eerste georganiseerde uitroeiing van het joodse volk).
Misschien ligt dit feit mee aan de basis van dertien als ongeluksgetal.

Tienduizend talenten zilver
Dit gaat om 300 000 kg zilver. Haman wilde dit geld bijeenkrijgen door de goederen van de joden in bezit te nemen en beslag te leggen op hun land. Hij wilde dit geld aan de koning geven omdat die door de massamoord op de joden minder belastingen zou krijgen.

Zegelring
Door zijn zegelring aan Haman te geven, gaf de koning hem koninklijke volmacht om een decreet uit te vaardigen.

Brieven sturen
De Perzen waren beroemd om hun snelle post. Over het hele rijk waren ‘post-stations’ te vinden. Een bode kon op zijn paard precies binnen één dag bij een volgend station komen, waar zijn post overgenomen werd door een andere bode, die de post meenam naar het volgende station. Bij ieder poststation stonden paarden, zodat een paard dat moe was vervangen kon worden door een uitgerust rijdier.





Bij de tekst

Tienduizend talenten

Tienduizend talenten zilver was een heel groot bedrag: het was ongeveer twee derde van het jaarlijkse inkomen van de Perzische overheid.

Om een idee te hebben van de grootte van dat bedrag ...

Bronzen Leeuw Susa 550 330 Vo Chr
… deze bronzen leeuw (gevonden in Susa) weegt vier talenten.





Bijbel en kunst

P. A. LEROY

Haman en Mordekaï (1884)

Mordecai Does Not Bow Down To Haman

Werk van de Franse kunstschilder Paul Alexandre Alfred Leroy (1860 – 1942).