Loading...
 

Exodus 3, 13-20

Exodus 3, 13-20: God laat zich kennen

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 88)

Mozes zei: ‘Ik moet dus tegen de Israëlieten zeggen dat de God van hun voorouders mij gestuurd heeft. Maar wat moet ik zeggen als ze vragen hoe die God heet?’
Toen zei God: ‘Ik ben degene die er altijd is. Je moet tegen de Israëlieten zeggen dat ‘Ik ben er altijd’ je gestuurd heeft. Dat zal mijn naam zijn. Zo moeten ze mij voortaan noemen. Ik ben de Heer, de God van hun voorouders, de God van Abraham, Isaak en Jakob.’

God zei verder: ‘Je moet de leiders van de Israëlieten bij elkaar roepen, en tegen ze zeggen: ‘De Heer, de God van jullie voorouders, de God van Abraham, Isaak en Jakob, is bij mij gekomen. Hij heeft gezegd dat hij medelijden met jullie heeft. Want hij heeft gezien hoe moeilijk jullie het hebben in Egypte. Hij zal jullie bevrijden uit de ellende. Hij zal jullie naar een ander land brengen, het land van de Kanaänieten en de andere volken die daar wonen. In dat land is genoeg te eten en te drinken, meer dan genoeg voor iedereen.’
De leiders van het volk zullen naar je luisteren. Daarna moet je samen met de leiders naar de farao gaan. Tegen hem moet je zeggen: ‘De Heer, onze God, is bij ons gekomen. Mogen wij naar de woestijn gaan om hem daar offers te brengen? Dat is een reis van drie dagen.’
Ik weet dat de farao dat niet goed zal vinden. Alleen als ik hem dwing om jullie te laten gaan, zal hij het goedvinden. Ik zal de Egyptenaren laten zien hoe machtig ik ben. Ik zal vreselijke dingen doen om ze te straffen. Daarna zal de farao jullie laten gaan.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Mozes zei tegen God: ‘Als ik bij de Israëlieten kom zeg:
“De God van uw vaderen zendt mij naar jullie”,
zullen ze me vragen: “Hoe is zijn naam?
Wat moet ik dan antwoorden?’
God zei: ‘Ik ben die Ik ben. Hij die er is zendt mij naar jullie.’

God zei ook tot Mozes: `Dit moet je de Israëlieten zeggen:
Jahwe, de God van jullie voorouders, de God van Abraham,
de God van Isaak en de God van Jakob, zendt mij tot jullie.
Dit is mijn naam voor altijd.
Zo moet men Me aanspreken, alle generaties door.
Ga nu op weg, roep de oudsten van Israël bijeen en zeg:
De God van je voorouders, is mij verschenen,
de God van Abraham, Isaak en Jakob, met deze boodschap:
Ik draag zorg voor jullie, want Ik zie wat men jullie in Egypte aandoet.
Daarom besloot Ik: Ik zal jullie uit de ellende van Egypte wegvoeren
naar het land van de Kanaänieten, Hethieten, Amorieten,
Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten, een land van melk en honing.
Ze zullen luisteren naar wat jullie zeggen.
Dan moeten jullie met de oudsten van Israël
naar de farao van Egypte gaan
en hem zeggen: De God van de Hebreeën, is tot ons gekomen.
Laat ons daarom drie dagreizen ver de woestijn ingaan
om offers op te dragen aan onze God.
Ik weet dat de farao jullie niet zal laten vertrekken,
als geen sterke hand hem dwingt.
Daarom zal Ik mijn hand opheffen en Egypte treffen
met allerlei wondertekenen die Ik er zal verrichten.
Dan zal hij jullie wel laten gaan.



Stilstaan bij...

Mozes
Klik hier voor meer informatie bij Mozes.

De naam van iemand kennen
= een zekere macht over iemand hebben: men kan over die persoon beschikken wanneer het nodig mocht zijn, omdat men die bij zijn naam kent.

Ik ben die Ik ben
'Ik ben'.
Hiermee wil God uitdrukken dat Hij actief, zorgend aanwezig bij de Hebreeën
'... die ik ben'.
God wil zorgend aanwezig zijn bij zijn volk, maar doet dat zoals Hij dat wilt.
Zo worden in één naam twee kenmerken van God samengebracht: zijn werkende nabije aanwezigheid in de wereld (immanentie) en zijn verhevenheid boven wereld en mens (transcendentie)

De God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob
Doordat God zich openbaart als de God van Abraham, Isaak en Jakob wordt het verband gelegd met de beloften die God aan Abraham deed. Omwille van die beloften laat Hij het joodse volk uit Egypte vertrekken. Deze verwijzing naar het verleden houdt een garantie in naar de toekomst. Meer dan bij Abraham zie je menselijke kanten bij Mozes: gebrek aan geloof en verantwoordelijkheid, vrees voor het onbekende.

Egypte
Land dat gelegen is rond de benedenloop van de Nijl. De koningen van Egypte werden in de oudheid 'Farao' genoemd. Toen Mozes leefde zagen de farao's de Hebreeën als gevaar voor hun land.





Bij de tekst

JHWH

Het woord JHWH zou kunnen betekenen:
. de waaiende, Hij die men kan ervaren in de wind, in de storm.
. de inslaande, Hij die zich manifesteert in de bliksem.
. de scheppende, Hij die maakt dat iets bestaat.
Maar wat het woord ‘JHWH’ precies betekent, is niet bekend.

JHWH is een oude vorm van het werkwoord 'Hajah - zijn'. De betekenis van dit Semitische woord, wordt het best weergegeven met de zin: 'Er zijn (actief) voor u, nu en in de toekomst.'
Dat 'zijn' verwijst dan zowel naar het bestaan van God (Ik ben), als naar de zorg van God voor zijn volk (Ik ben er voor u). Die invulling heeft te maken met het inzicht dat Mozes over God heeft: Hij is een God die redt, bevrijdt.
Omdat het kennen van de naam van de godheid de verwachting met zich meebracht dat men over goddelijke kracht kon beschikken, werd later toegevoegd: '... die ik ben'. Dit geeft aan dat God wel zorgend aanwezig wil zijn bij zijn volk, maar dat Hij alleen beslist hoe dit gebeurt.

Filologen vermoeden dat JHWH komt van de ceremoniële kreet 'Ja-hu': 'O-Hij' of 'Hij is het die...' Dit was wellicht de kreet waarmee het volk de grote daden van de godheid beaamde: 'Hij, onze God, heeft dit alles voor ons gedaan' of korter 'Hij is het'. De Bijbel zegt dat niemand de naam ‘JHWH’ mag uitspreken, behalve de hogepriester op de Grote Verzoendag. Daarom vervangen joden tot op vandaag de naam ‘JHWH’ door Adonaï (= Heer). In protestantse Bijbels wordt JHWH daarom vaak in hoofdletters gezet: de HERE.

Men weet niet hoe de naam JHWH moet uitgesproken worden. Het Hebreeuws werd oorspronkelijk uitsluitend met medeklinkers geschreven. Tegen de tijd dat men klinkers toevoegde door middel van tekentjes, vond men deze naam zo heilig dat men die niet meer uitsprak. Daarom werden aan deze naam geen klinkertekens toegevoegd.
Een joods verhaal vertelt dat wanneer de hogepriester op de Grote Verzoendag deze naam uitsprak, die klonk als het rommelen van de donder. Daarom veronderstelt men dat de naam eerder klonk als Jehóeah dan als Jahwe.





Suggesties

Grote kinderen

VERTELLEN

De vrouw van God

(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 6 januari 2017, p. 1)

Een jongen van acht stond voor een schoenenwinkel.
Hij staarde naar de mooie schoenen in de etalage.
Zelf liep hij op versleten sandalen
en bibberde in de kou van december.
Een keurig geklede dame sprak hem aan:
- Dag jongen, waarom kijk jij zo naar die schoenen?
- Ik heb aan God gevraagd
of Hij mij een paar schoenen wil geven,
en nu zoek ik de schoenen die ik het liefst zou willen.
De dame nam hem bij de hand.
Samen gingen ze naar binnen.
Ze vroeg in de winkel om vier paar sokken voor de jongen
- Welke kleur vind jij de mooiste?
- Groen, zei de jongen.
Toen kocht de vrouw ook een paar schoenen.
- En welke schoen vind jij de mooiste?
De jongen wees ze aan in de etalage.
Toen hij ze aandeed met zijn nieuwe sokken aan,
pasten ze hem als gegoten.
Hij mocht ze blijven aanhouden
en kreeg een pakje met de drie andere paar sokken.

Toen ze uit de winkel kwamen, wilde de dame weggaan.
Maar het jongetje pakte haar hand.
- Ben jij de vrouw van God?




Overweging bij dit verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 6 januari 2017, p. 1)

Er zijn mensen die zich afvragen of God wel bestaat.
Voor de jongen uit het verhaal hierbij
was God geen probleem.
Hij zat in diepe nood
en kon daarvoor bij Hem terecht.

Op een dag koopt een vrouw in een winkel
zowaar de schoenen die hij het liefst had gewild.
Omdat hij met zo’n aandrang aan God om schoenen had gevraagd,
vroeg hij zich dan ook af of die vrouw
misschien wel de vrouw van God was.

Mensen denken over God zoals ze over mensen denken.
‘God is een man’ of ook ‘God is een vrouw’.
Sommige mensen laten dat geslacht in het midden
en hebben het over God, Hij/ Zij …
Uiteindelijk is God is meer dan man en vrouw samen!

Veel belangrijker is de houding van die vrouw,
waarin de jongen God zelf herkent.
Zij was het die de nood zag van de jongen
en er wat aan deed.
Dit is veel Bijbelser dan je op het eerste zicht zou denken.

Toen Mozes bij een brandende braamstruik kwam,
hoorde hij God zeggen: ‘Ik heb de ellende van mijn volk in Egypte gezien’.
Een tijd later begeleidde Mozes zijn volksgenoten door de woestijn
naar het land dat God hen beloofd had.
Het werd één van de belangrijkste daden van Jahwe in de Bijbel.

Wat doen gelovigen met de verhalen van de jongen en van Mozes?
Ze spiegelen er zich aan,
en handelen alsof ze zelf God zijn
want God heeft geen andere handen om iets te realiseren
dan die van mensen.





VERDIEPEN

Eigen naam

Materiaal
Blanco blad papier.


Verloop
De kinderen schrijven in het midden van het blad: IK.

Mensen gebruiken verschillende namen om iemand te benoemen.
. Hoe word je genoemd door papa, mama, broer(s), zus(sen), juf, meester, oom, tante, neef, nicht, vrienden op school, vrienden in de buurt...)?
Bijvoorbeeld: broer, leerling, zoon, vriend, neef, kleinzoon, je eigen naam.
De kinderen schijven die 'namen' in het blauw rond het woordje 'IK'. Hun eigen naam schrijven ze onder het woordje 'IK'

. Andere namen kunnen de uiting van: geborgenheid, liefde, warmte, knusheid.
Bijvoorbeeld: konijntje, snoesje, schat ...
De kinderen schijven die 'namen' in het rood rond het woordje 'IK'.

. Sommige namen, titels... drukken uit wat iemand voor de anderen betekent.
Bijvoorbeeld: meester, chef, baas...
(Dit is niet van toepassing op de kinderen en wordt dan ook niet genoteerd)

Besluit: een naam maakt duidelijk wie je bent en hoe je bent.



Naam van God

In het verhaal van het brandend braambos krijg je de naam van God te horen: JHWH.
Deze naam weerspiegelt de betekenis van God voor de mensen, nl. 'Ik-ben-er-voor-jou'.



Verloop
Mensen geven niet alleen namen aan elkaar, ze geven ook namen aan God.
- Welke naam geven wij soms aan God? en jullie papa en mama? en de andere mensen? en Jezus?
(Vader, Schepper, Jahwe, Heer, Vriend, Herder, Rots, Onzichtbare...)
De kinderen noteren deze namen rond het woord God.

Lees het verhaal voor over Mozes en het brandend braambos.
- Wat vernemen we in dit verhaal over God?
. Ik heb de ellende van mijn volk gezien (bezorgdheid van God voor de mensen)
. Mijn naam is: Ik ben, die ik ben; ik zal er zijn (= geruststellend)
In dit verhaal, krijgt men voor het eerst in de bijbel de naam te horen die God voor zichzelf de beste vindt: JHWH = Ik ben, die Ik ben. Ik ben er voor jullie, nu, in het verleden en in de toekomst. Ik ben om jullie bezorgd op mijn manier.
De kinderen noteren deze naam in het kader onder het woord God.

De kinderen zoeken in het verhaal naar woorden/zinnen die vertellen over Gods zorg voor het joodse volk:
Ik zie hoe mijn volk lijdt
Ik zal bij jou zijn
Leid mijn volk uit Egypte
Ik zal hun een mooi land schenken
Ik zal hen redden

De mensen van het Oude Testament hebben veel namen aan God gegeven, zoals ook wij verschillende namen aan iemand geven. Op een dag zegt vader tegen zijn dochter: 'Nu ben je niet meer Lili. Dat was je troetelnaam. We zeggen voortaan Liesbet. Toen je klein was, kon je dat niet uitspreken. Je maakte er Lili van. Maar nu word je groot... Liesbet!' Vader wist die dag dat zijn dochter geen kindje meer was. En omgekeerd. Geven wij niet nieuwe namen aan onze ouders naargelang we hen beter leren kennen? Eerst was het mama, dan ma. Het kan mammie worden. Sommigen zeggen mams of moeke. En ben je volwassen geworden, dan zeg je misschien moeder. De opeenvolgende namen tonen het beeld dat je van moeder maakt. Naargelang je zelf groter wordt en beseft wie moeder is, geef je nieuwe namen. Wees niet verwonderd, dat we bij het volk van de bijbel verschillende namen voor God vinden. Hun geschiedenis heeft zoveel langer geduurd dan het leven van één mens.
O. VAN OUTRYVE o.p. Tien tochten in het Oude Testament, Altiora, 1984, p. 24.


Als mensen elkaar kennen met hun naam, dan kunnen ze elkaar persoonlijker benaderen.
Vroeger zat in een naam ook de levensopdracht en de levenslijn van de persoon die deze naam droeg.
Als Mozes vraagt naar de naam van God, dan is dat niet alleen om God op een meer persoonlijke manier te kunnen benaderen, maar ook om te weten wat het levensprogramma van God is.



Namen voor God

Wolk 2 Wolk 1 Wolk 1 Wolk 2 Wolk 1

Vooraf
Knip uit witte bladen vijf 'wolken'.
Schrijf op elke wolk een andere groep letters door elkaar:
s p r e h e c p (Schepper)
e r h e (Heer)
a r d v e (Vader)
e h j w a (Jahwe)
e r e h r d (Herder)


Aan de slag
Leg de vijf 'wolken in het midden van de kring.
Informeer: op elke wolk staan een aantal letters waarmee je een woord kunt maken dat mensen gebruiken om over God te spreken.
- Wat zijn de vijf woorden die je op deze wolken kunt vinden?

Als de kinderen de vijf woorden gevonden hebben vraag je:
- Weet je ook in welke situaties men zo over God spreekt?
Schepper: geloofsbelijdenis - Bijbel
Heer: eucharistieviering - Bijbel
Vader: gebed - Bijbel (Jezus)
Jahwe: Bijbel (Mozes)
Herder: Bijbel (psalmen, Jezus)


TIP
Het terugvinden van de woorden op de wolken kan gemakkelijker als de eerste letter van het woord een hoofdletter is.