Loading...
 

Exodus 16, 1-5.9-15

Exodus 16, 1-5.9-15: Eten in de woestijn

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 106-107)

Vanuit Elim reisden de Israëlieten weer verder. Op de vijftiende dag van de tweede maand na hun vertrek uit Egypte kwamen ze in de Sin-woestijn. Dat is tussen Elim en de berg Sinai.
Daar in de woestijn begonnen de Israëlieten weer te protesteren. Ze riepen tegen Mozes en Aäron: ‘Had de Heer ons maar laten sterven in Egypte! Daar hadden we meer dan genoeg vlees en brood te eten. Waarom hebben jullie ons naar deze woestijn gebracht? Hier zullen we allemaal sterven van de honger!’
Toen zei de Heer tegen Mozes: ‘Ik zal ervoor zorgen dat jullie weer brood krijgen. Het zal als regen uit de hemel komen. Elke dag moeten de mensen dan genoeg brood verzamelen voor één dag. Alleen op de zesde dag moeten ze twee keer zo veel verzamelen en klaarmaken. Zo kan ik zien of ze zich houden aan mijn regels en of ze mij vertrouwen.’

Daarna zei Mozes tegen Aäron: ‘De Heer heeft gehoord hoe de mensen protesteerden. Zeg daarom tegen het volk dat iedereen nu moet knielen voor de Heer.’ Aäron zei dat tegen het volk.
Iedereen knielde, met zijn gezicht naar de woestijn. Toen verscheen de Heer in een wolk van stralend licht. Hij zei tegen Mozes: ‘Ik heb gehoord hoe de Israëlieten protesteerden. Zeg tegen hen dat ze vanavond vlees zullen eten en morgen brood. Dan zullen ze begrijpen wie ik ben: de Heer, hun God.’
Die avond kwamen er heel veel vogels aanvliegen. Ze kwamen in het kamp van de Israëlieten terecht.
De volgende ochtend regende het zachtjes. Toen het droog werd, was de grond in de woestijn bedekt met een dun wit laagje. Het leek net of het gevroren had. De Israëlieten zagen het, maar ze begrepen niet wat het was. ‘Wat is dat?’ zeiden ze tegen elkaar. Mozes zei: ‘Dat is het brood dat de Heer jullie te eten geeft.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

De Israëlieten trokken verder en bereikten de woestijn van Sin.
Het was de vijftiende dag van de tweede maand
na hun vertrek uit Egypte.
Toen ze in de woestijn waren,
begon alle Israëlieten te morren tegen Mozes en Aäron.
'God had ons maar beter laten sterven in Egypte.
Daar was er vlees en brood in overvloed te eten.
Je hebt ons alleen maar naar de woestijn gebracht
om ons te laten dood gaan van de honger.'
Toen zei God tegen Mozes:
'Ik zal brood voor jullie laten regenen uit de hemel.
De mensen moeten er dagelijks van verzamelen, genoeg voor één dag.
Dan kan Ik zien of ze Me willen volgen of niet.
Op de zesde dag moeten ze dubbel zo veel verzamelen
en klaarmaken als op andere dagen.'
Dan kan Ik zien of het mijn leiding wil volgen of niet.

Mozes zei tegen Aäron: `Zeg aan alle Israëlieten:
Ga dichter bij God, want Hij heeft jullie gemor gehoord.'
Terwijl Aäron sprak, keerden alle Israëlieten zich naar de woestijn.
Daar verscheen hun in een wolk de heerlijkheid van Jahwe.
God zei tegen Mozes: `Ik heb het gemor van de Israëlieten gehoord.
Dit moet je hun zeggen: tegen de avond zullen jullie vlees kunnen eten
en morgenvroeg zullen jullie voldoende brood hebben.
Zo zullen jullie weten dat Ik dat Ik jullie God ben.'

's Avonds kwamen er kwartels aanvliegen.
Ze vielen neer over heel het kamp.
De volgende morgen hing er dauw rondom het kamp.
Toen die opgetrokken was, lag er over de woestijn
een fijne korrelige laag, alsof de grond met rijp bedekt was.
De Israëlieten zagen het en vroegen: ‘Wat is dat?
Ze wisten echt niet wat het was.
Mozes legde hun uit: `Dit is het brood dat God jullie te eten geeft.



Stilstaan bij ...

Israëlieten
Naam die gegeven werd aan de afstammelingen van Jakob, die Israël genoemd werd.

Egypte
Mogendheid in de oudheid die de joden als slaven behandelde.
Met ‘Egypte’ wordt in de Bijbel niet altijd een welbepaald land bedoeld, of een welbepaald volk, maar een mentaliteit. ‘Egypte’ is het beeld voor een samenleving die gebaseerd is op macht en op het recht van de sterkste

Woestijn
Een plaats waar het joodse volk in zijn geschiedenis vaak God heeft ontmoet. Een plaats waar men zich voorbereidt op een nieuwe taak.

Mozes
Lees meer over Mozes.

Aäron
Volgens de traditie was Aäron de broer van Mozes en Mirjam. Hij hielp Mozes bij de uittocht uit Egypte. Hij werd de eerste hogepriester. Al zijn mannelijke nakomelingen werden ook priester.

Kwartels
Kwartels zijn logge trekvogels die in het najaar in grote zwermen de Middellandse zee oversteken om in Arabië en Afrika te overwinteren. Na een lange tocht over het water, strijken ze in grote groepen neer aan de kust. Als ze moe zijn, vliegen ze laag en zijn ze gemakkelijk te vangen.

'Wat is dat?' (Manna)
Manna is de gestolde afscheiding van de tamarisk-struik, nadat een schildluis van de takken heeft gegeten. De korrels die zo ontstaan zijn zeer voedzaam en hebben een zoete honingachtige smaak. ‘s Morgens valt dit voedsel in grote hoeveelheden uit de bomen. Als het warm wordt smelt het manna in de zon. Daarom moet het manna 's morgens vroeg verzameld worden.
Dit ‘man’, zoals de Bedoeïenen het noemen, vindt men vooral in het noorden van het schiereiland van de Sinaï. Vandaag wordt het verkocht aan toeristen.





Bij de tekst

Betekenis

. God is er voor zijn volk
De kwartels en de dagelijkse portie manna, natuurverschijnselen die geregeld voorkomen in de woestijn, zien de Israëlieten als een geschenk van God, als de manier waarop Hij bezorgd is om zijn volk.

. Er mag maar voor één dag manna verzameld worden.
De Israëlieten worden zo getest: blijven ze wel vertrouwen in de dagelijkse levengevende inbreng van God?



Merk op

(C. LETERME in Samuel Plus, uitgeverij Averbode, 2011 nr 5)

In de Bijbel is 'brood' iets wat nodig is om te leven. Daarom komt brood vaak samen voor met het 'woord van God'. God geeft de Israëlieten niet alleen zijn 'woorden' om te van leven, maar ook manna.

In het Nieuwe Testament staat dat Jezus tot de mensen spreekt. Daarna zorgt Hij ervoor dat ze voldoende te eten hebben (wonderbare broodvermenigvuldiging).

Wanneer Jezus veertig dagen in de woestijn is, zegt Hij tegen de duivel: 'Niet van brood alleen leeft de mens, maar van elk woord dat van God komt.' Ook hier is er het verband tussen 'brood' en 'woord' om van te leven.

En een eucharistieviering kent twee grote delen: het deel waarin het 'woord' centraal staat (lezingen uit de Bijbel, homilie) en het deel waarin het 'brood' centraal staat (consecratie, communie).



Spreken met beelden

Maaltijd
De maaltijd is het beeld van de solidariteit van God met mensen.
Daarin blijkt zijn zorg: er is genoeg voor iedereen.
Hierin ligt ook een opdracht. Als je zegt 'God geeft genoeg aan iedereen', dan moet je ook het goede van de aarde met iedereen eerlijk delen.

Woestijn
Plaats van loutering en voorbereiding.
In de hoofdstukken 15, 16 en 17 van het boek Exodus staat wat de Israëlieten in staat stelde om de tocht door de woestijn te maken:
- waterbronnen (Exodus 15, 27)
- kwartels (Exodus 16, 13)
- manna (Exodus 16, 15)
- water uit een rots (17, 6)
De vertellers en schrijvers wilden hiermee niet zozeer die feiten bij de doortocht door de woestijn vermelden, maar vooral aantonen dat God betrouwbaar is: Hij zorgt ervoor dat zijn volk in leven kan blijven.



Relatie met het Nieuwe Testament

Verhaal van de broodvermenigvuldiging.





Een tocht met een betekenis

Men kan zich afvragen waarom de lange tocht door de woestijn nodig was. Want ...
. de Egyptenaren waren verslagen.
. het leger van de farao was verdronken
. er was een gemakkelijke kustweg

Dat er niet gekozen werd voor een voor de hand liggende weg, is een aanduiding dat de betekenis van deze tocht op de eerste plaats komt:
. tijdens die tocht kregen de Israëlieten de tekst van het verbond.
. te veertig jaren waren een test voor de trouw aan dat verbond
. te lange tijd was belangrijk om zich te scholen in de teksten van dit verbond.

Bovendien zijn er geen buitenbijbelse teksten of archeologische resten gevonden die een reële tocht kunnen aantonen. Een extra argument voor een theologische benadering van de uittocht.







Bijbel en kunst

Dirk BOUTS

De inzameling van het manna

Bouts Manna

Dit kunstwerk is het rechtse bovenpaneel van een triptiek van Dirk Bouts (1410-1475). Hij schilderde het inzamelen van manna in een fictief landschap, dat niet echt de woestijn oproept. Ook de kledij van de personages heeft hij niet aangepast. Let ook op de figuur boven in de wolken.

Dirk Bouts

Het centrale luik van deze triptiek stelt het laatste avondmaal voor. De vier schilderijen op de zijluiken van deze triptiek, zijn inhoudelijk verwant met het centrale deel.
Het werk bevindt zich nog steeds op de plaats waarvoor het geschilderd werd: de Sint-Pieterskerk te Leuven.





Suggesties

Kleine kinderen

KENNISMAKEN MET DE BIJBELTEKST

God geeft manna

(Naomi, uitgeverij Averbode, 4, 2018, p. 6-7)

De Israëlieten trokken door de woestijn.
Ze waren gevlucht uit Egypte.
Hun leider was Mozes.
Hij had hen geholpen om te vluchten.
Nu waren ze op weg naar het land
dat God hun beloofd had.

De tocht was moeilijk.
De Israëlieten begonnen te morren.
Ze zeiden: 'We hebben honger!'
Mozes antwoordde: 'God zal ons helpen!'

De volgende morgen
was de grond bedekt met een laag witte korrels.
Die korrels smaakten naar honing.
De Israëlieten vroegen: 'Wat is dat?'
Mozes antwoordde:
'Dat is het brood dat God jullie te eten geeft.'

De Israëlieten aten van het brood.
Ze noemden het 'manna'.
Elke dag gaf God de Israëlieten
het manna dat ze nodig hadden.





DOEN

Kleuren

Kleurplaat



Manna in de woestijn

De kinderen schilderen de woestijn. Ze schilderen / tekenen tenten in de verte. Van wit crêpepapier maken ze kleine propjes. Die kleven ze op de 'grond' van de woestijn.





Grote kinderen

KENNISMAKEN MET DE BIJBELTEKST

Honger in de woestijn

Vertel het verhaal van de Joden die in Egypte als slaven moesten werken.
Op een dag spoort God Mozes aan om zijn volk uit Egypte te leiden.
Het aanvankelijk enthousiasme verdwijnt wanneer ze in de woestijn zijn en moeilijke levensomstandigheden kennen. Het volk begint dan ook steen en been te klagen bij Mozes.
'We waren beter in Egypte gestorven' of 'We bleven beter bij de vleespotten in Egypte.'
Lees dan verder de tekst 'Dichter bij de tijd' (zie hoger)





EVEN TESTEN

Brood dat uit de hemel valt (naar Exodus 16, 2-4.12-15)

Zet de volgende stukjes tekst in de juiste volgorde:


Tegen de avond zullen jullie vlees kunnen eten
en morgenvroeg zullen jullie volop brood hebben.
Zo zullen jullie weten dat Ik dat Ik jullie God ben.”


In de woestijn morren de Israëlieten:
“Had God ons maar laten sterven in Egypte.
Daar hadden we voldoende vlees en brood.'


's Morgens ligt er over de woestijn een fijne korrelige laag.
De Israëlieten zien het en vragen: “Wat is dat?”
Mozes zegt: “Dit is het brood dat God u te eten geeft.”


Dan zegt God: “Ik zal brood laten regenen uit de hemel.
Jullie moeten dat telkens voor één dag verzamelen.
Dan kan Ik zien of jullie Mij willen volgen of niet.


's Avonds komen er kwartels aangevlogen.
Ze vallen neer over heel het kamp.




Correctiesleutel
1
In de woestijn morren de Israëlieten:
“Had God ons maar laten sterven in Egypte.
Daar hadden we voldoende vlees en brood.'
2
Dan zegt God: “Ik zal brood laten regenen uit de hemel.
Jullie moeten dat telkens voor één dag verzamelen.
Dan kan Ik zien of jullie Mij willen volgen of niet.
3
Tegen de avond zullen jullie vlees kunnen eten
en morgenvroeg zullen jullie volop brood hebben.
Zo zullen jullie weten dat Ik dat Ik jullie God ben.”
4
's Avonds komen er kwartels aangevlogen.
Ze vallen neer over heel het kamp.
5
's Morgens ligt er over de woestijn een fijne korrelige laag.
De Israëlieten zien het en vragen: “Wat is dat?”
Mozes zegt: “Dit is het brood dat God u te eten geeft.”



Waar of niet waar?

De Israëlieten zijn blij dat ze uit Egypte weg zijn.
De Israëlieten hebben al eens manna gegeten in Egypte.
Sommige Israëlieten vrezen niet genoeg eten te hebben. (waar)
De Israëlieten eten liever kippen dan kwartels.
Het manna valt de hele week uit de hemel, behalve op sabbat. (waar)
Manna bewaart goed.
De Israëlieten mogen maar manna oprapen voor één dag. (waar)




Bijbelquiz: Naar het Beloofde Land

(naar: Mijnbijbelverhalen.nl)

Wie verlost het volk Israël uit Egypte ?
O Mozes
O Aäron
O God

Naar welk land vertrekken ze ?
O Kanaän
O Israël
O Jordanië

God zorgt voor eten. Hij geeft de Israëlieten ...
O manna
O aardappelen
O melk

Drie maanden na het vertrek uit Egypte komen ze bij...
O de Jordaan
O de berg Sinaï
O de berg Nebo

Daar geeft God aan Mozes ...
O de tien woorden
O de twaalf woorden
O de veertig woorden

Het zijn … hoe men moet leven
O wetten
O aanwijzingen
O verplichtingen

Op welke berg sterft Mozes?
O de berg Sinaï
O de berg Hor
O de berg Nebo

Wie werd de opvolger van Mozes?
O Kaleb
O Jozua
O Elia


Correctiesleutel
Wie verlost het volk Israël uit Egypte? God
Naar welk land vertrekken ze? Kanaän
God zorgt voor eten. Hij geeft de Israëlieten: manna
Drie maanden na het vertrek uit Egypte komen ze bij de berg Sinaï
Daar geeft God aan Mozes de tien woorden
Het zijn aanwijzingen hoe men moet leven
Op welke berg sterft Mozes? de berg Nebo
Wie werd de opvolger van Mozes? Jozua





BELEVEN

Reis door de woestijn

(Naar: www.godsdienstles.nl )

Materiaal
spelbord met 40 vakjes


Spel
1
Start
Vertrek uit Egypte. De Israëlieten worden bevrijd van de slavernij.
Gooi met de dobbelsteen

4
De farao gaat met zijn leger de Israëlieten achterna, maar …
God redt hen door de Rode Zee!
Gooi nog een keer

7
In de woestijn krijgen de Israëlieten dorst. Maar het water is niet te drinken. God laat Mozes zien hoe hij voor drinkwater kan zorgen.
Ga twee plaatsen vooruit

9
De Israëlieten komen aan bij Elim, een oase waar 12 waterbronnen en 70 palmbomen zijn. Even op adem komen.
Sla 1 beurt over

10
De reis gaat verder. Het eten dat de Israëlieten meenamen raakt op. Ze hebben grote honger en klagen erover bij Mozes en Aaron.
De volgende morgen liggen er witte korreltjes op de grond.
'Manna?' vragen ze, 'Wat is dat?'
Mozes zegt: 'Dat is brood uit de hemel. Dat krijgen jullie van God.'
Elke morgen ligt er manna in de woestijn. Hemels brood!
Gooi nog een keer

11
Weer raakt het water op. De Israëlieten worden kwaad op Mozes: 'Waarom bracht je ons in deze woestijn? Is God wel bij ons?'
Mozes slaat op de rots en uit de rots stroomt water.
Ga 1 plaats vooruit

14
Op de berg Sinaï sluit God een verbond met zijn volk. Hij geeft hen tien woorden (leefregels). Ze gaan over eerbied voor God en goed zorgen voor elkaar en goed omgaan met elkaar.
Maar… waar blijft Mozes? Hij is al zo lang op de berg.
Twee beurten wachten

15
Het volk wacht en begint te mopperen. Ze willen een god die ze kunnen zien, een god van goud. Aäron maakt een gouden kalf van hun sieraden. Ze dansen ervoor. Mozes is erg kwaad als hij dat ziet.
Ga terug naar start

16
'Hebben jullie dan niets begrepen?' roept hij 'Zo is God niet bij ons!' Mozes plaatst de woorden van God in een tent, de tabernakel. Dat wordt de plaats van God midden zijn volk.
Ga twee plaatsen vooruit

19
Het reizen door de woestijn is zwaar. De Israëlieten willen terug naar Egypte. Daar waren ze dan wel slaven, maar er was tenminste van alles te eten. Mozes geeft de moed bijna op. Hij wil hun leider niet meer zijn …
Sla 1 beurt over

24
Eindelijk komen ze bij het land Kanaän, dat God beloofde. Mozes stuurt verspieders om het land te verkennen. Twee komen terug met een enorme druiventros. 'Zo mooi is het beloofde land' zeggen ze. Maar de andere tien zijn somber en vertellen over sterke volken en steden. Ze hebben zelfs reuzen gezien! De Israëlieten raken in paniek.
Ga terug naar 17

32
Veertig jaar in de woestijn, dat duurt lang!
Wacht 1 beurt

39
Mozes ziet het Beloofde Land vanop de berg Nebo. Zelf zal hij het niet kunnen binnen gaan, want hij sterft op de berg. Niemand vindt zijn lichaam. 'Hij is bij God' begrijpen de mensen.
Jozua wordt de nieuwe leider.
Ga terug naar 33

40
Jozua brengt het volk het beloofde land binnen. Eerst gaan ze door de de Jordaan, met de priesters voorop. De priesters dragen de ark, met de tien woorden. Die woorden wijzen de weg om in het Beloofde Land samen te kunnen leven.
De Israëlieten hebben al veertig jaar kunnen oefenen.
Gewonnen!
Je bent er!


Belangrijk
Dit spel is een reconstructie van de veertigjarige tocht van de Israëlieten door de woestijn, op basis van wat daarover in de Bijbel wordt verteld.
Of die tocht precies zo is verlopen en precies die route heeft gevolgd is in het geheel niet te achterhalen. Er bestaan geen bronnen die dit kunnen bevestigen.





VERTELLEN

Danken

(C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode, 2007, p. 248)

Op een dag
vroegen de leerlingen
aan rabbi Simeon
‘Waarom viel het manna
niet in één keer uit de hemel
in plaats van elke dag opnieuw?’

De rabbi vertelde:
‘Een koning had een zoon
en gaf hem eenmaal per jaar
al wat hij nodig had om te leven.
Die zoon kwam zijn vader
slechts één keer per jaar danken.

Toen besloot de vader:
“Ik zal mijn zoon elke dag
te eten geven.”
En de zoon
dankte zijn vader iedere dag.’

Naar een joods verhaal





DOEN

Challe

(C. LETERME in Samuel Plus, uitgeverij Averbode, 2011 nr 5)

Voor de joden begint de sabbat op vrijdagavond. Op tafel liggen dan twee challes (gevlochten broden), die herinneren aan de dubbele portie manna die de Israëlieten in de woestijn kregen op de dag voor de sabbat.

Challe

Zo konden de Israëlieten op sabbat rusten. Elke challe is bedekt met een doek die de dauw voorstelt, net zoals het manna in de woestijn door een laag dauw bedekt werd.
Tijdens de sabbatviering thuis wordt een lofgebed uitgesproken over dat brood.


Benodigdheden voor twee challes
750 g bloem, 3 dl warm water, 3 eieren, 2 lepels suiker, 1 theelepel zout, 1,25 dl zonnebloemolie, 50 g gist, maanzaad
Kommetje, maatbeker, grote kom, lepels, vork, doek


Bereiding
Los in een kommetje één lepel suiker op in 1,25 deciliter water. Verkruimel de gist erover en klop wat los met een vork. Dek het kommetje af, en laat het geheel rusten op een warme tochtvrije plaats, tot het schuimig is.
Klop de eieren in een maatbeker. Meng ze met de olie, het zout en een eetlepel suiker. Voeg er warm water aan toe tot 4 deciliter.
Doe het meel in een grote kom. Voeg er langzaam het gist- en oliemengsel aan toe. Schep de bloem er met een houten lepel van buiten naar binnen dooreen.
Dek de kom af met een doek en laat het deeg een half uur rijzen op een warme plaats.
Kneed weer op een oppervlak waarop je bloem hebt gestrooid.
Laat nog een half uur rijzen. Leg het op een plank en laat nu 15 minuten rijzen. Verdeel het deeg daarna in twee maal drie strengen (ongeveer 30 cm lengte). Vlecht er twee broden van.
(Vlecht de drie strengen deeg. Het uiteinde van de vlecht steek je onder wat gevlochten is. Draai het geheel om en vlecht verder. Ook dat uiteinde steek je onder wat gevlochten is. Leg het deeg op een bakplaat, die je vooraf met olie ingevet hebt. Laat weer 15 minuten staan.
Verwarm de oven voor op 230°
Besprenkel de bovenkant van de broden met koud water. Strijk er daarna wat eigeel over.
Bak de broden gedurende 15 minuten op 230°, zet de oven dan lager op 190° en bak de broden nog 35 minuten verder.


TIP
Bak dit brood vooraf en gebruik het als aanleiding om over manna te spreken.
Na het verhaal eet je met de kinderen van dit brood. Sta hierbij stil bij wat brood met mensen doet: kracht geven en indien het met anderen gedeeld wordt: vriendschap, gezelligheid, vreugde, vrede ... Leg daarna zelf het verband met 'woorden'. Ook woorden kunnen kracht geven (laat de kinderen hier voorbeelden van geven) en vriendschap geven.