Loading...
 

Genesis 1, 1-19

Genesis 1,1-19: Schepping: de eerste vier dagen

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 13)

In het begin maakte God de hemel en de aarde.
De aarde was leeg en verlaten. Overal was water, en alles was donker. En er waaide een hevige wind over het water.

Toen zei God: ‘Er moet licht komen.’ En er kwam licht. God zag hoe mooi het licht was. Hij scheidde het licht en het donker. Het licht noemde hij ‘dag’ en het donker noemde hij ‘nacht’.
Toen werd het avond en het werd ochtend. Dat was de eerste dag.

God zei: ‘Er moet in het midden van het water een koepel komen om het water te verdelen.’ En zo gebeurde het. God maakte de koepel. Zo verdeelde hij het water in tweeën: water boven de koepel en water onder de koepel. Die koepel noemde God ‘hemel’.
Toen werd het avond en het werd ochtend. Dat was de tweede dag.

God zei: ‘Het water onder de hemel moet naar één plaats stromen. Dan komt er droge grond tevoorschijn.’ En zo gebeurde het. God noemde de droge grond ‘land’, en het water noemde hij ‘zee’. En God zag hoe mooi het was.
God zei: ‘Er moet van alles groeien op het land. Planten met zaad en bomen met vruchten.’ En zo gebeurde het. Op het land kwamen allerlei planten met zaad en allerlei bomen met vruchten. En God zag hoe mooi het was.
Toen werd het avond en het werd ochtend. Dat was de derde dag.

God zei: ‘Er moeten lichten aan de hemel komen om verschil te maken tussen de dag en de nacht. Die lichten moeten laten zien welk seizoen het is, en welke dag en welk jaar. En ze moeten licht geven op aarde.’ En zo gebeurde het. God maakte de twee grote lichten. De zon om overdag te schijnen, en de maan om ’s nachts te schijnen. God maakte ook de sterren. Hij zette de zon en de maan aan de hemel om licht te geven op de aarde. En om het verschil aan te geven tussen dag en nacht, en tussen licht en donker. God zag hoe mooi het was.
Toen werd het avond en het werd ochtend. Dat was de vierde dag.



Stilstaan bij …

Uitspansel / firmament
Het uitspansel kan men vergelijken met een groot tentzeil.
Kinderen kunnen zich moeilijk voorstellen dat men vroeger anders dacht over de aarde en het heelal: men zei dat de aarde een platte schijf was die dobberde op water. Het water boven de aarde werd tegengehouden door een uitspansel. Dat er achter dat uitspansel water was, kun je zien, zegden de mensen toen, aan de blauwe kleur van de lucht. In dat uitspansel waren sluizen die opengezet konden worden. Als dat gebeurde, regende het. Tot op vandaag kennen we de uitdrukking: ‘De sluizen van de hemel worden opengezet'.

En God zag dat het goed was
Zeven keer staat in dit verhaal over de schepping dat God iets goed vindt. In het Hebreeuws staat dan telkens het woord: tov. Dit woord wordt ook in het Nederlands gebruikt, maar dan anders geschreven: tof.





Bij de tekst

Schrijver

Dit eerste scheppingsverhaal in de Bijbel werd na de Babylonische ballingschap (6e eeuw voor Christus) geschreven door priesters. Die hadden alle Bijbelboeken verzameld en geschikt tot een geheel. Dit verhaal over de schepping in zes dagen, plaatsten ze als een soort voorwoord aan het begin van het boek Genesis.



Betekenis van deze tekst

Deze tekst heeft het niet over een historische gebeurtenis waarbij God de wereld in zeven dagen maakte met alles erop en eraan. Ze wil wel duidelijk maken dat God aan de oorsprong ligt van alles. Tegelijk krijgt de mens de opdracht om verantwoord om te gaan met wat God geschapen heeft.



Een oud wereldbeeld

Genesis 1 is pas goed te begrijpen als men weet hoe de mensen vroeger over de wereld dachten: ze gingen ervan uit dat de aarde een platte schijf was die op grote zuilen lag.

Oud Wereldbeeld

Op de aarde leefden alle levende wezens: planten, dieren, mensen.
Onder de aarde was de onderwereld: daar gingen de mensen heen die gestorven waren.
Boven de aarde was de hemel: een soort koepel, die het water tegenhield dat daarboven was. Aan die koepel had God de zon, de maan en de sterren opgehangen.



De ‘Scheppingsmythe van Memphis’

Op de Shabakasteen staat de enige overgebleven versie van de ‘Scheppingsmythe van Memphis’. Die steen zou gebeiteld zijn in opdracht van de Nubische farao Shabaka, in de 25ste Dynastie (715-702 voor Christus), toen Egypte geregeerd werd door het koninkrijk van Koesh.

De inscriptie op de steen vertelt dat de steen werd opgericht in de tempel van Ptah in Memphis, de vroegere hoofdstad van Egypte. Later werd die steen gebruikt als fundering (voor een pijler of zuil) of als molensteen, waardoor de tekst in het midden vernietigd werd. In 1805 werd de steen gebruikt als ballast voor de stabiliteit van een Brits oorlogsschip.

Shabakasteen

(British Museum, Londen)


In het oude Egypte vertelde men dat de god Atoem van Heliopolis de wereld had geschapen. Maar de machtige priesterklasse van Memphis probeerde die eer aan Ptah toe te schrijven. Omdat de scheppingsmythe uit Heliopolis ouder was, beweerden de priesters uit Memphis daarom dat Ptah, de schepper van de andere goden was. Hij schiep de wereld in zijn hart, het centrum van het intellect en bracht alles tot leven door de namen van goden, mensen, steden en tempels hardop uit te spreken.





Bijbel en kunst

Textiele kunst

ANONIEM

De schepping (rond 1100)

5 De Schepping Girona

Romaans wandtapijt, 3,65 op 4,70 meter - Kathedraal van Girona (Spanje)


Rond Christus staan acht afbeeldingen met o.a.:
Boven: de geest die als een duif zweeft over water
Links: de schepping van Eva
Onder: de schepping van de dieren (land en zee)
Rechts: Adam die de dieren een naam geeft





Suggestie

Grote kinderen

BELEVEN

Verbonden met de natuur

(Geïnspireerd door J.B. CORNELL, Beleef de natuur met kinderen, Elmar, 1979, p. 48-49)

De kinderen gaan in een kring staan.
Ga zelf in het midden staan met een bolletje wol en vraag aan een willekeurige kind:
- Wat heb je vanmorgen gedronken?
Bijvoorbeeld: Melk

Geef intussen het begin van het touw aan dat kind.
- En wie zorgt voor de melk?
Bijvoorbeeld: De koe

- Goed, mevrouw de koe, wil jij dit stukje touw vasthouden. Wikkel het touw af, zodat een tweede kind ook het touw in handen heeft.
- Wat eet een koe zodat ze voor melk kan zorgen?
Bijvoorbeeld: Gras

Wikkel het touw verder af tot bij het kind dat gras zei.
- Wat zorgt ervoor dat het gras goed kan groeien?
Bijvoorbeeld: regen, zon…

Neen een bolletje wol met een ander kleur.
- Wat heb je vanmorgen gegeten?
Ga op dezelfde manier tewerk als hierboven.
Ga door met het verbinden van de kinderen met het touw totdat duidelijk wordt hoe alles met alles verbonden is.
(Heb er aandacht voor dat wie bijvoorbeeld eens de zon was, dit de hele duur van het spel blijft.)

Verzin dan een aanneembare reden om iemand uit het web te halen.
Bijvoorbeeld:
. De zon schijnt te hard… het gras verschroeit
. Het stormt te hard… het fruit valt van de bomen voordat het rijp is
. Er is een besmettelijke ziekte onder de dieren … de kippen gaan dood

Als het gras, het fruit, de dieren… dood gaan of…, mag het kind dat dat element vertegenwoordigt, een stevige ruk geven aan de touwen waarmee hij verbonden is.
Ieder die deze ruk voelt, wordt beïnvloed door dit nare gebeuren. Dan geeft iedereen die een ruk voelde, een ruk terug. Dit gaat zo lang door, tot ieder van de groep ervaart dat de vernietiging van één element iedereen anders beïnvloedt.