Loading...
 

Handelingen 19, 23-40: Paulus in Efeze

Handelingen 19, 23-40: Paulus in Efeze

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 49-50)

Juist in die tijd werd het in de stad Efeze erg onrustig. De mensen waren boos op de christenen. Dat kwam allemaal door een smid die Demetrius heette. Demetrius maakte kleine zilveren tempeltjes voor de godin Artemis. Voor dat werk had hij veel mensen in dienst. Hij riep al zijn mensen bij elkaar, en ook nog anderen die hetzelfde werk deden. Hij zei tegen hen: ‘Mannen, jullie weten dat we goed verdienen met dit werk. Maar jullie weten ook dat Paulus het er niet mee eens is. Die zegt: ‘Jullie goden zijn geen echte goden. Want jullie hebben ze zelf gemaakt.’ Hij zegt dat niet alleen hier in Efeze, maar in bijna heel Asia. En er zijn veel mensen die naar hem luisteren. Ik ben bang dat we straks niets meer kunnen verkopen. En dat mensen de tempel van Artemis niet meer belangrijk vinden. Dan is het afgelopen met onze grote godin, die nu vereerd wordt in heel Asia, en zelfs in de hele wereld.’ Toen de mensen dat hoorden, werden ze woedend. Ze schreeuwden: ‘Leve Artemis van Efeze!’ Het werd in de hele stad onrustig. Alle mensen renden naar het stadion. Ze sleepten twee helpers van Paulus met zich mee. Het waren Gajus en Aristarchus uit Macedonië.
Paulus wilde ook naar het stadion gaan, maar de andere christenen hielden hem tegen. Een paar belangrijke bestuurders van de provincie stuurden een waarschuwing. Zij waren vrienden van Paulus en vonden dat hij niet naar het stadion moest gaan.
Intussen was er in het stadion grote verwarring. Iedereen schreeuwde door elkaar heen. De meeste mensen wisten niet eens waarom ze daar bij elkaar waren. Toen duwden de Joden een man naar voren die Alexander heette. Hij moest namens hen het volk toespreken. Een paar mensen vertelden hem snel wat er aan de hand was. Alexander gaf met zijn hand een teken dat iedereen stil moest zijn. Maar toen de mensen merkten dat hij een Jood was, begonnen ze meteen met z’n allen te schreeuwen. Twee uur lang riepen ze allemaal: ‘Leve Artemis van Efeze!’
Uiteindelijk zorgde het hoofd van het stadsbestuur ervoor dat iedereen weer rustig werd. Hij zei: ‘Beste inwoners van Efeze, de hele wereld weet dat wij zorgen voor de tempel van de grote Artemis. We zorgen ook voor haar beeld, dat uit de hemel gekomen is. Dat is de waarheid. Niemand kan dat ontkennen. Daarom moeten jullie kalm blijven en geen domme dingen doen. Jullie hebben de helpers van Paulus wel hierheen gebracht, maar zij hebben niets uit de tempel van onze godin gestolen. En ze hebben haar ook niet beledigd. Als Demetrius en zijn mannen een probleem met hen hebben, kunnen ze naar de rechtbank gaan. Of naar de Romeinse bestuurders van de stad. Laten ze daar maar een klacht indienen. Als jullie verder nog iets willen, dan kunnen we dat bespreken in een officiële vergadering. Zo is de wet. Als we niet oppassen, denken de Romeinen nog dat we in opstand gekomen zijn. Want wat hier vandaag is gebeurd, dat kan absoluut niet.’

Nadat hij dat gezegd had, stuurde hij iedereen naar huis.



Dichter bij de tijd

(C. LETERME, Verhalen van Paulus, uitgeverij Averbode, 2013, p. 35)

Paulus was al een tijd in Efeze, toen daar rellen ontstonden.
Demetrius, een zilversmid die veel verdiende
met het maken van tempeltjes voor de godin Artemis,
riep de vaklui en de arbeiders van zijn zaak bijeen en zei:
‘Mannen, ons inkomen hangt af van het maken van tempeltjes.
Maar jullie horen ook wat Paulus zegt:
“Goden die door mensen gemaakt zijn, zijn geen echte goden.”
Daarmee riskeren we dat ons bedrijf kapot gaat
en dat men de grote godin Artemis zal vergeten.’

Heel snel raakte de hele stad in rep en roer.
Iedereen stormde naar het theater.
Ze sleurden twee reisgenoten van Paulus mee.
Paulus wilde hen volgen. Maar christenen hielden hem tegen.
‘Laat je daar niet zien!’ zeiden ze.
Intussen schreeuwde het volk van alles door elkaar.
De meeste mensen wisten zelfs niet eens
waarom ze daar gekomen waren.

Na een tijd zei de secretaris van de stad:
‘Efeziërs, iedereen weet dat de stad Efeze moet zorgen
voor de tempel van de grote Artemis!
Daar is geen discussie over.
Maak u dus niet druk en doe geen domme dingen.
Bovendien hebben deze mannen de tempel niet beschadigd
en ze hebben ook geen kwaad gezegd van onze godin.
Als Demetrius en zijn vakgenoten iemand iets te verwijten hebben,
moeten ze maar een klacht indienen.
Daarvoor bestaat er een rechtbank en zijn er rechters.’
Deze woorden maakten de mensen rustig.
Daarna ging iedereen naar huis.



Stilstaan bij...

Efeze
Efeze, een welvarend handelscentrum, was de hoofdstad van de Romeinse provincie Asia. In de stad woonden veel joden. Ook Maria en de apostel Johannes zouden er gewoond hebben.
In 391 werd in Efeze het christendom tot staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk uitgeroepen.
De stad Efeze zoals Paulus die gekend heeft, is nu een ruïnestad.
Lees meer over Efeze.

Artemis
(Bij de Romeinen: Diana)
Zij was de godin van de menselijke vruchtbaarheid en beschermster van bruiloft, geboorte en jeugd.
Haar tempel in Efeze was wereldberoemd en behoorde tot de zeven wereldwonderen van de oudheid.