Loading...
 

Handelingen 5, 1-11: Ananias en Saffira

Handelingen 5, 1-11: Ananias en Saffira

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1724)

Er was een man die Ananias heette. Zijn vrouw heette Saffira. Samen verkochten ze een stuk land, en Ananias bracht het geld naar de apostelen. Maar hij hield stiekem een deel van het geld voor zichzelf. Dat had hij zo afgesproken met zijn vrouw.
Maar Petrus zei: ‘Ananias, je hebt geluisterd naar Satan en je hebt de heilige Geest bedrogen. Want je deed alsof je de hele opbrengst gaf. Waarom heb je dat gedaan? Je had je land gewoon voor jezelf kunnen houden. Of je had het geld voor jezelf kunnen gebruiken. Maar nu ben je oneerlijk geweest, en niet tegen de mensen, maar tegen God!’
Toen Ananias de woorden van Petrus hoorde, viel hij dood neer. Een paar jonge mannen wikkelden zijn lichaam in een doek. En ze droegen hem weg om hem te begraven.
Iedereen die hoorde wat er gebeurd was, schrok erg.

Ongeveer drie uur later kwam Saffira bij Petrus. Zij wist niet wat er gebeurd was. Petrus vroeg aan haar: ‘Is dit al het geld dat jullie voor het land gekregen hebben?’ Ze zei: ‘Ja, dat is al het geld.’
Toen zei Petrus: ‘Waarom hebben jullie afgesproken om je te verzetten tegen de Geest van de Heer? Kijk, daar komen de mannen aan die Ananias begraven hebben. Nu zullen ze ook jou gaan begraven.’ En meteen viel Saffira dood neer.
Toen de jonge mannen binnenkwamen, zagen ze haar liggen. Ze droegen haar naar buiten en begroeven haar naast haar man.
Alle gelovigen schrokken erg, net als alle andere mensen die het hoorden.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Bij de eerste christenen was er een man die Ananias heette.
Samen met zijn vrouw Saffira, verkocht hij een stuk grond.
Hij bracht het geld naar de apostelen.
Maar met medeweten van zijn vrouw
hield hij iets van de opbrengst achter.
- Ananias, zei Petrus, je hebt geluisterd naar satan
en je hebt de heilige Geest bedrogen.
Want je doet alsof je de hele opbrengst van het stuk grond
hebt gegeven.
Waarom heb je dat gedaan?
Het was vóór de verkoop je eigendom,
en ook daarna kon je met het geld doen wat je wilde?
Nu ben je niet oneerlijk geweest tegen de mensen, maar tegen God.
Toen Ananias dat hoorde viel hij neer en stierf.
Iedereen om hem heen kreeg grote schrik.
Enkele jongemannen wikkelden hem in linnen,
droegen hem naar buiten en begroeven hem.

Een drietal uur later kwam Saffira binnen.
Ze wist niet wat er gebeurd was.
- Is dit het geld dat jullie kregen bij de verkoop van het stuk grond? vroeg Petrus.
- Dat klopt, zei Saffira.
- Waarom heb je met je man afgesproken
om je tegen de Geest van de Heer te verzetten?
Ik hoor de voetstappen van de mannen die hem begraven hebben
al bij de deur. Zij zullen ook jou naar buiten dragen.
Meteen viel Saffira voor Petrus neer en stierf.
Toen de jongemannen binnenkwamen, vonden ze haar dood.
Ze droegen haar naar buiten en begroeven haar bij haar man.
Alle gelovigen en allen die ervan hoorden schrokken erg.



Stilstaan bij ...

Saffira
= Aramees. Betekent: schoon

Ananias
Griekse vorm van het Hebreeuwse woord 'Chananja' (= JHWH heeft zich ontfermd)





Bij de tekst

Kerk

Voor het eerst in Handelingen wordt een groep gelovigen gemeente of Kerk genoemd. Dit is de vertaling van het Griekse woord 'ekklesia', dat ook synagoge of vergadering betekent. Je vindt dit woord terug in het Franse église.
Het Nederlandse woord kerk (kirche, church) komt van het Griekse woord 'kuriakon', wat 'huis des Heren' betekent.
In al die talen verwijst 'kerk' zowel naar het gebouw waar gelovigen samenkomen als naar de gemeenschap van die vergaderende gelovigen.



Merk op

. Men ervaart zonde tegen de gemeenschap als zonde t.o.v. God
. Niet het feit dat het echtpaar iets voor zichzelf hield wordt kwalijk genomen, wel het feit dat het de gemeenschap iets voorloog.



Betekenis

Het was gebruikelijk dat nieuw gedoopte christenen een deel van hun bezittingen verkochten en de opbrengst ervan gaven aan de apostelen om de nood van arme christenen te lenigen.

Na wat er met Pinksteren gebeurde, blijkt al snel dat het niet zo vanzelfsprekend was om zijn leven door de Geest te laten leiden.
Ananias en Saffira gaven maar een deel van de opbrengst ban de verkoop van hun grond. Hun zonde was niet dat ze maar een deel van het geld binnen brachten, maar dat ze zegden dat ze alles hadden gegeven. Blijkbaar was hun leven niet zo doordrongen van de Geest, maar wilden ze wel dat anderen dat dachten.

Hun onoprechtheid gaat in tegen de aard van de gemeenschap van Jezus' volgelingen zoals die op het eind van Handelingen 4 werd beschreven.
Hun schijnheiligheid wordt ervaren als:
. zich overgeven aan de macht van de Satan (v 3)
. bedriegen van de H. Geest (v 3)
. liegen tegen God (v 4)
. uitdagen van de Heer (v 9)