Loading...
 

Handelingen 13, 2-12

2 Cyprus


…page…

Handelingen 13, 2-12: Paulus in Cyprus

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1741-1742)

Op een dag waren ze allemaal bij elkaar om de Heer te eren. Dat deden ze door te bidden en te vasten. Toen zei de heilige Geest: ‘Barnabas en Saulus moeten weggaan uit Antiochië. Ze moeten het werk gaan doen waarvoor ik hen uitgekozen heb.’
Nadat ze gebeden en gevast hadden, legden ze allemaal hun handen op Barnabas en Saulus. Daarna lieten ze hen weggaan.

De heilige Geest stuurde Barnabas en Saulus op weg. Ze gingen eerst naar de stad Seleucië, en daarna reisden ze met een schip naar het eiland Cyprus. Op Cyprus kwamen ze aan in de stad Salamis. Daar vertelden ze in de Joodse synagogen het goede nieuws over Jezus. Johannes was met Barnabas en Saulus meegekomen om hen te helpen. Samen reisden ze over het hele eiland, tot ze in Pafos kwamen. Daar ontmoetten ze een Joodse tovenaar. Hij heette Barjesus, in het Grieks Elymas. Hij deed alsof hij een profeet was. Barjesus werkte voor Sergius Paulus. Dat was de Romeinse bestuurder van Cyprus. Sergius Paulus was een verstandige man. Hij liet Barnabas en Saulus bij zich komen. Want hij wilde het goede nieuws dat zij vertelden, graag horen. Barjesus probeerde dat tegen te houden. Hij wilde niet dat Sergius Paulus in Jezus ging geloven. Toen kwam de heilige Geest in Saulus. Saulus wordt meestal Paulus genoemd. Hij keek Barjesus aan en zei: ‘Jij bent een kind van de duivel, een vijand van alles wat goed is! Je zit vol kwaad en vol leugens. Je liegt over de boodschap van de Heer. Daarom zal de Heer je straffen. Je zult een tijdlang blind zijn en de zon niet kunnen zien.’
Meteen werd alles donker om Barjesus heen. Hij kon niet meer zien waar hij liep. Hij zocht naar mensen die hem de weg konden wijzen.
Toen Sergius Paulus zag wat er gebeurd was, ging hij geloven. Hij was diep onder de indruk van de dingen die hij geleerd had over de Heer.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Terwijl de christenen van Antiochië aan het vasten waren
en samen aan het bidden, zei de Heilige Geest tegen hen:
‘Geef mij Barnabas en Saulus voor de opdracht die ik voor hen heb.’
Daarna legden ze hun de handen op en lieten hen vertrekken.

Barnabas en Saulus gingen naar Seleucië
en namen er de boot naar Salamis in Cyprus.
Daar verkondigden ze de boodschap van God
in de synagogen van de joden.
Johannes Marcus ging met hen mee om hen te helpen.
Ze reisden het hele eiland rond tot in Pafos.

Daar liet Sergius Paulus, een verstandig man, Barnabas en Saulus bij zich komen, want hij wilde meer horen over het woord van God.
Maar Barjesus, een magiër, probeerde hem daarvan af te houden.
Toen keek Saulus hem strak aan, en vol van de heilige Geest zei hij tegen hem: ‘U bent een bedrieger, een gewetenloze oplichter,
een kind van de duivel en een vijand van elke vorm van gerechtigheid.
Hoe durft u de rechte wegen van de Heer te veranderen in kronkelpaden?
Let op: de hand van de Heer zal u treffen en u zult blind worden.’
Onmiddellijk werd alles donker om Barjezus heen. Hij moest hij tastend zijn weg zoeken en anderen vragen of ze hem wilden leiden.
Toen de proconsul dit zag, aanvaardde hij het geloof,
want hij was diep onder de indruk van wat hij over Jezus heeft geleerd.



Stilstaan bij…

Seleucië
Zeehaven van Antiochië (aan de Orontes)
Lees meer

Antiochië
Deze stad was een centrum van cultuur en religie. Een stad met vele tempels en theaters. Er was een grote kolonie van Romeinse veteranen. Er woonden ook zeer veel joden.
Lees meer

Barnabas
( = 'zoon van de vertroosting')
Uit Handelingen 4, 36 blijkt dat Barnabas een leerling van Jezus was vóór de bekering van Saulus. ‘Een van hen (de eerste der gelovigen te Jeruzalem) was Josef, een Leviet uit Cyprus, die van de apostelen de bijnaam Barnabas kreeg.’

Salamis
Toenmalige haven en economisch centrum van Cyprus.
Lees meer

Synagoge
(Grieks = bijeenkomst, vergadering)
In een synagoge komen joden bijeen om te bidden (God loven en danken) en de bijbel (het woord van God) te bestuderen.
Synagogen ontstonden tijdens de Babylonische ballingschap, toen de joden niet meer naar de tempel in Jeruzalem konden gaan. Ze zijn niet alleen religieus, maar ook sociaal gezien een belangrijke plaats.
Lucas vermeldt dat Paulus telkens eerst naar de synagoge ging om aan te geven dat de apostelen geen breuk met de joden wilden.
Dat de christelijke verkondiging uiteindelijk vooral succes kende bij de niet-joden, was volgens Lucas het werk van de Heilige Geest.

Johannes Marcus
Neef van Barnabas.

Pafos
Hoofdstad van Cyprus.
Lees meer

Magiër
Op Cyprus waren er in de tijd van Paulus twee scholen waar de kunst van de magie beoefend werd. Eén daarvan stond onder Joods toezicht. Cyprioten werden daar onderwezen in de kunst om met allerlei magische formules invloed uit te oefenen op mensen en situaties.

Sergius Paulus, proconsul
Een proconsul oefende zijn gezag uit onder de Romeinse senaat. Dat was nog niet zo lang het geval, want keizer Augustus had Cyprus van een keizerlijke provincie veranderd in een senaatsprovincie. De gouverneur van een keizerlijke provincie werd een praetor genoemd.

Paulus
Vanaf Pafos wordt in de Handelingen de Latijnse naam voor Saulus gebruikt: Paulus. ‘Paulus’ betekent ‘klein’. Als zoon van een Romeins burger had Saul naast zijn Hebreeuwse naam ook een Romeinse naam. Die naam werd wellicht niet gekozen omdat Paulus zo klein was, maar omdat de diaspora-joden de gewoonte hadden een Latijnse naam te kiezen die overeenkwam met hun eigen joodse naam. En Paulus verschilt slechts één letter met Saulus.





Bij de tekst

Betekenis

Paulus blijkt niet alleen een verkondiger te zijn, maar is ook in staat wonderen te verrichten zoals de andere apostelen.