Handelingen 8, 26-40

Handelingen 8, 5-8.14-17: Filippus en een man uit Ethiopië

De tekst

Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Het was middag.
Filippus was op de weg van Jeruzalem naar Gaza.
Er was niet veel verkeer.
Toen zag Filippus een wagen waarin een man zat uit Ethiopië in Afrika.
Hij was heel belangrijk in zijn land
want hij zorgde voor het geld van de kandake, de koningin.
Hij was in Jeruzalem geweest om God te eren
en ging terug naar huis.
In zijn wagen las hij luidop uit een boek van de profeet Jesaja.
Filippus hoorde hem en vroeg: ‘Begrijp je wat je leest?’
De Ethiopiër antwoordde: ‘Hoe zou dat kunnen?
Als niemand dit uitlegt versta ik er niets van.’
‘Mag ik je wat uitleg geven?’ stelde Filippus voor.
‘Wil jij dat echt voor me doen?’ vroeg de man uit Ethiopië.
Hij nodigde Filippus uit om in de wagen te stappen
en bij hem te komen zitten
en de tekst uit te leggen die hij aan het lezen was.

Dit was het tekst die de belangrijke man uit Ethiopië las:
‘Als een schaap dat geslacht zal worden,
als een lam dat geschoren wordt,
zweeg hij.
De mensen hebben Hem slecht behandeld.
Wie zal er nog over Hem vertellen?
Want zijn leven op aarde is voorbij.’

De man uit Ethiopië vroeg aan Filippus:
‘Kun jij me zeggen over wie de profeet het heeft?
Spreekt hij hier over zichzelf of heeft hij het over iemand anders?’
Toen begon Filippus de tekst van Jesaja uit te leggen
En vertelde dat Jesaja het had over Jezus
die de mensen hebben gedood, maar die verrezen is.
En hij vertelde ook over de blijde boodschap die Jezus bracht.

Wat later kwamen ze bij een plaats waar water was.
De man uit Ethiopië zei: ‘Kijk, hier is water! Zou je me willen dopen?’
Hij liet de wagen stoppen. Samen met Filippus liep hij het water in.
Filippus doopte hem. Blij zette de man zijn reis verder.

En Filippus …
die ging naar andere mensen om over Jezus te vertellen,
want hij voelde de kracht van de Geest in hem.



Stilstaan bij...

Filippus
(De Griekse naam 'Filippus' betekent: paardenliefhebber)
Filippus was afkomstig van Caesarea en was één van de zeven diakens die aangesteld werden voor de verzorging van de Grieks-sprekende christenen in Jeruzalem (Handelingen 6, 1-6).

Eunuch
Gecastreerde man. Hoge hofdienaren in het Oosten waren vaak gecastreerd.
Dit gegeven maakt dat hij onmogelijk een jood kon worden, hoezeer hij zich ook met die godsdienst verbonden wist. In Deuteronomium (23, 1) staat dat iemand die ontmand is, niet mag toegelaten worden tot de gemeente van de Heer.
Dat die eunuch later in de gemeenschap van christenen werd opgenomen toont dat culturele, religieuze of geografische achtergronden geen belemmering meer vormden.

Ethiopië
In de oudheid was Ethiopië de naam van het gebied dat nu Soedan heet.

Kandake
Titel van de koningin van Ethiopië.

Jesaja
(Hebreeuws = God redt. Die naam betekent dus hetzelfde als de naam Jezus)
Jesaja is een bekende en belangrijke profeet uit het Oude Testament, die leefde rond 735 voor Christus. Hij leefde in een gewelddadige tijd. Het Zuidrijk Juda, waar hij woonde, dreigde verpletterd te worden door Egypte in het westen en Assyrië in het Oosten.
Hij riep de mensen op zich tot God te keren, zich te bekeren. Hij verzette zich tegen de grote tegenstelling die er was tussen arme en rijke mensen. Hij is ook bekend om zijn woorden van hoop en troost. In zijn teksten over de Messias zagen christenen later voorspellingen van de komst van Jezus Christus.

In de Schriftrol van de profeet Jesaja kon de eunuch het volgende toekomstvisioen van Jesaja lezen: “De ontmande mag niet zeggen: ‘Ik ben maar een dorre boom.’ ‘Want’, zo spreekt de Heer, ‘ontmanden, die mijn sabbat onderhouden en verkiezen wat mij aangenaam is en vasthouden aan mijn verbond, aan hen geef Ik in mijn huis en binnen mijn muren, een gedenkteken en een naam, die zonen en dochters te boven gaan. Ik geef hun een eeuwige naam die niet wordt uitgewist.” (Jesaja 56, 3)

Lezen
In de oudheid was het de gewoonte om een tekst halfluid voor te lezen.
Kinderen die leren lezen, lezen ook de letters die ze zien luidop. En ze begrijpen ook niet alles wat ze kunnen lezen. Een herkenbare situatie dus voor kinderen die deze tekst beluisteren.

'Begrijp je wat je leest?'
De betekenis van allerlei teksten in de bijbel wordt duidelijker als men er zich in verdiept, wanneer men wat meer achtergrond ervan kent en wanneer men de boodschap ervan in zijn eigen leven betrekt.

’Want van de aarde wordt zijn leven weggenomen’
‘Zijn leven wegnemen’ zou kunnen verwijzen naar de kruisdood van Jezus.
‘De aarde’ zou kunnen verwijzen naar de verrijzenis van Jezus: Hij leeft niet meer op de aarde.

De Geest van de Heer
Na Pinksteren zet de heilige Geest steeds opnieuw mensen in beweging om de blijde boodschap aan anderen te laten kennen.
Driemaal blijkt Filippus te reageren op wat de Geest hem influistert. In werkelijkheid zal het wel eenvoudiger en normaler geweest zijn. Lucas wil hiermee zeggen dat Filippus een biddende mens was, die de wil van God gelovig op het spoor kwam.





Bij de tekst

Betekenis

Deze tekst wil vragen beantwoorden als:
- Hoe word je lid van de volgelingen van Christus?
- Als je Jezus wil volgen, wat brengt dit met zich mee?
- Hoe moet je handelen als diaken?
- Welke zijn de aspecten van een kerkelijke christelijke levensstijl?
- Waaraan kan men zien dat je Jezus volgt?



Spreken met beelden

Met water dopenWanneer men door onderdompeling in water gedoopt wordt, 'verdrinkt' men de 'oude mens' en verrijst men als 'nieuw mens'.
ReiskoetsBeeld voor de mens die onderweg is.




Relatie met het Oude Testament

De tekst die de Ethiopiër leest is Jesaja 53, 7-8, een tekst die tijdens de Goede Week met Goede Vrijdag wordt voorgelezen en toegepast op Christus. Voor de eerste christenen toonde deze tekst aan dat het lijden en de dood van Jezus wezenlijk deel uit-maakt van het leven van de Messias.



Onderricht

Deze tekst toont hoe er godsdienstonderricht gegeven werd in de tijd van de eerste christenen: 'Uitgaande van de tekst, verkondigde hij hem Christus'. Deze manier van doen vind je ook terug in het verhaal van de leerlingen van Emmaüs (Lucas 24, 13-35)
Het toont de nauwe relatie tussen de verkondiging, het komen tot geloof en het doopsel. Het maakt duidelijk dat de kennisma-king met het geloof de voorwaarde is om opgenomen te worden in de gemeenschap van christenen.





Suggesties

Kleine kinderen

KENNISMAKEN MET DE BIJBELTEKST

Filippus ontmoet een man uit Ethiopië

Materiaal
Illustratie bij het verhaal (Deze illustratie komt uit de 'Kijkbijbel', p. 327)
Kleurpotloden / stiften / papier
Eventueel: lijntekening bij deze tekst.


Verloop
Vertel over Filippus aan de hand van de tekening.

- Wat zie je?
Twee mannen die met paard en kar rijden.
Een ervan leidt het paard.
- Wat doet de ander?
Die leest een boek.
Maar hij begrijpt niet veel van wat er in dat boek staat.

- Wat zie je nog?
Een man die wat verder staat.
Dat is Filippus.
Filippus zal gaan naar de man die in het boek leest.
Hij vraagt of de man wat uitleg wilt krijgen.
Filippus geeft hem die uitleg
en vertelt hem over Jezus.
Die man is zo blij dat hij over Jezus heeft horen vertellen
dat hij ook een leerling van Jezus wil worden.
Hij laat de koets stoppen bij een rivier
en vraagt aan Filippus:
'Wil jij mij dopen?'
Filippus doet dat.
Dit maakt de man blij.
Filippus gaat verder om aan andere mensen
over Jezus te vertellen.

Nadien maken de kinderen een tekening over het gebeuren
of ze kleuren de lijntekening in.





EVEN TESTEN

Zet in de juiste volgorde

Print dit blad uit. Knip de tekeningen apart uit.
De kinderen kleven deze tekeningen in de chronologische volgorde van het verhaal op een nieuw blad.


(Bron van de illustraties: Free Bible images)





Grote kinderen

KENNISMAKEN MET DE BIJBELTEKST

Filippus en een man uit Ethiopië

Materiaal
Invultekst en schuifraadsel
Werkblad met illustratie


Verloop
Vertel over Filippus met behulp van de tekst in 'Bijbel in 1000 seconden' (zie hoger). Verwerk in je verhaal de vragen die gesteld worden in het werkblad.

Daarna vertellen de kinderen het verhaal opnieuw aan de hand van de illustratie en de vragen op het werkblad.
- Vanwaar komt de koets? (Jeruzalem);
- Waar gaat die naartoe? (Ethiopië)
De linkse man heeft een donkere huid, omdat hij uit Ethiopië komt.
Hij is 'rijk' gekleed, omdat hij werkt voor de koningin van zijn land.
Vroeger kende men boekrollen - pas later begon men boeken te gebruiken, waarbij de voor en de achterkant van een blad beschreven werden.
De rechtse man leest deze boekrol. Wat staat erin geschreven? (tekst van de profeet Jesaja) Wat doet hij met die tekst? (uitleggen)
Wat gebeurde voordat deze tekening gemaakt werd?
Bv.: De man in de koets. Filippus die te voet gaat op de weg.
Wat zou de volgende tekening moeten uitbeelden?
Bv.: Filippus doopt de man uit Ethiopië.

Nadien vullen de kinderen de tekst in, en zoeken via het schuifraadsel wat Filippus vertelt.

Wanneer de kinderen de woorden 'Blijde Boodschap' gevonden hebben, kun je even stilstaan bij de betekenis ervan. Het gaat om een boodschap die blij maakt! Mensen worden blij omdat Jezus hen bevrijdt van hun ziektes, hun tekorten.
Hoe kunnen kinderen mensen blij maken?
Noteer hun voorstellen. Kies er samen één uit om de volgende week extra in het oog te houden.



Jezus ontmoeten

Verloop
De kinderen vertellen over de leerlingen van Emmaüs.
Vertel zelf over Filippus met behulp van de tekst in 'Bijbel in 1000 seconden' (zie hoger)

Gesprek
- Weet je nog hoe de leerlingen van Emmaüs Jezus hebben leren kennen?
- Hoe heeft de man uit Ethiopië Jezus leren kennen?
Indien de kinderen niet zomaar een antwoord weten op bovenstaande vragen, dan laat je ze kiezen uit de volgende antwoorden:

O Over Jezus lezen in de bijbel
O Breken van het brood
O Over Jezus praten
O Iemand gastvrij ontvangen

- Hoe heb je Jezus leren kennen?
- Wat vind je het meest fijn aan Jezus?
- Zou je ook willen gelijken op Jezus? Wat zou je dan het liefst hetzelfde doen?





EVEN TESTEN

Waar of niet waar?

Filippus is iemand uit Rome. (Niet waar)
Hij is op de weg van Jeruzalem naar Nazaret. (Niet waar)
In een wagen ziet hij een belangrijk man uit Ethiopië. (Waar)
Die man leest een boek in alle stilte. (Niet waar)
Hij vraagt uitleg aan Filippus bij wat hij leest. (Waar)
Filippus vertelt hem over Jezus. (Waar)
Als ze bij de zee komen doet de man de wagen stoppen. (Niet waar)
Hij vraagt aan Filippus of hij hem wil dopen. (Waar)
Samen gaan ze het water in. (Waar)
Filippus wordt gedoopt in een doopvont. (Niet waar)



Onderweg

(Bron: ‘debijbel.nl/Bijbel Basics, Jesaja 53, 1-6, 16 december 2021, p. 9)

Wie stuurt Filippus op reis? Een engel (Toen)
God (Hij)
Uit welk land komt de man die Filippus op zijn reis ontmoet?Uit Ethiopië (vertelde)
Uit Egypte (zei)
Wat is het beroep van de man? Hij is het hoofd van de koninklijke stallen (God)
Hij is hoofd van de koninklijke schatkamer (Filippus)
In welke stad is de man geweest?In Jeruzalem (hem)
In Betlehem (toch)
Wat is de man in zijn reiswagen aan het doen?Hij schrijft (die)
Hij leest(dat)
Wie zegt tegen Filippus dat hij naar de man in de reiswagen moet gaan? De Heilige Geest (het)
De apostel Petrus (daarom)
Uit welk Bijbelboek leest de man? Het boek Handelingen (van)
Het boek Jesaja (over)
Hoe komt het dat de man niet begrijpt wat hij leest? De woorden zijn te moeilijk (man)
Hij krijgt van niemand uitleg(Jezus)
Wat vraagt de man aan Filippus? Kom je naast me zitten? (ging)
Wil je me met rust laten? (dacht)





Correctiesleutel
Toen vertelde Filippus hem dat het over Jezus ging.





INLEVEN

De brief van de Ethiopieër

(Naar: H. BERGMANS in Simon 5-2017, uitgeverij Averbode, p. 7)

De rijke Ethiopiër was erg onder de indruk van wat Filippus zei. Hij wou Jezus volgen net als Filippus.

Stel dat de Ethiopiër achteraf een brief zou schrijven naar Filippus, wat zou hij dan schrijven?
Vul de zinnen uit de brief verder aan.


Beste Filippus,
ik was onder de indruk van onze ontmoeting.
Wat mij in jou heeft getroffen is dat ..................................................
Wat mij trof in jouw verhaal is ......................................................
Ik ben blij omdat ............................................................

Warme groeten uit Ethiopië,





VERDIEPEN

Prentbespreking

Materiaal
Werkblad met tekening en ruimte om bij te schrijven.


Verloop
De kinderen beluisteren eerst het verhaal van Filippus en een man uit Ethiopië.
Nadien krijgen ze het werkblad met een lijntekening op, waarbij ze in eigen woorden uitleg geven bij:
- de weg (vanwaar komt die weg, waar gaat die naartoe?)
- het wiel van een wagen (links)
- de boekrol in de hand van de persoon rechts
- het gebaar van de man rechts (waar wijst hij naar?)
- de woorden die de man rechts uitspreekt
- de woorden die de man links uitspreekt.
Hiervoor trekken ze een pijl van de tekening naar de plaats waar ze uitleg bij geven.



Gesprek

(inspiratiebron: K. JANSSEN in ZL 2009 nr 14)

- Geloof jij in God? Waarom?
- Ken jij mensen die in God geloven? Wie?
- Hoe weet je dat?
- Met wie kun jij soms praten over God en het geloof?

Filippus durft praten over zijn geloof in Jezus.
- Durf jij dat ook te doen?
- Krijg jij soms vragen over je geloof?
- Hoe reageer je dan?

- Ken je mensen uit een andere godsdienst? Welke?
- Spreken die soms over hun geloof?
- Wanneer? Wat zeggen ze dan?

Valkuilen bij het spreken over andere godsdiensten vanuit catechese of godsdienstonderricht

- Ervan uitgaan dat het christelijk geloof de enige juiste godsdienst is.
- Ervan uitgaan dat alle godsdiensten op hetzelfde neerkomen en dat het dus niet uitmaakt tot welk geloof je behoort.






DOEN

Een eigen boekje maken

De kinderen werken per twee.
Ze knippen de tekeningen op dit werkblad uit en nummeren ze in de chronologische volgorde. Daarna schrijven ze bij elke tekening één of meer zinnen die uitleggen wat er op de tekening te zien is.

Bezorg de kinderen één of twee blanco bladen, waarmee ze een boekje maken. Ze kleven er de tekeningen in in de goede volgorde en schrijven bij elke tekening de tekst die ze voorbereid hadden.


(Bron van de illustraties: Free Bible images)




TIP
Deze opdracht kunnen kinderen ook digitaal doen.
Hier alvast de tekeningen die ze kunnen gebruiken. De teksten schrijven ze zelf.
Iets voor de website van de parochie of de school!





Jongeren

ONDERZOEKEN

Zorgvuldig lezen

De jongeren lezen de tekst onder de titel ‘Dichter bij de tijd’ (zie hoger).
- Vergelijk die tekst met de tekst zoals je die in de Bijbel kunt vinden.

Merk op dat die herschreven tekst op twee punten heel erg verschilt:
. in het begin is er sprake van een engel van de Heer die Filippus op weg zet.
. op het einde is er sprake van de geest die Filippus ‘wegnam’.

- Waarom zou Lucas het belangrijk vinden om over die engel en de Geest te spreken?
(Zo wil hij aantonen:
. dat de Geest die Jezus bezield heeft, ook werkzaam is in zijn volgelingen
. dat wat de leerlingen van Jezus doen, geïnspireerd is door God zelf.)

- Op welke manier werd de bekommernis van Lucas opgevangen in de herschreven tekst?
- Hoe zou jij dat opnieuw schrijven?





BELEVEN

E-mail van de man uit Ethiopië

Een man uit Ethiopië, iemand die geen jood is,
wil Jahwe, de God van de joden, beter leren kennen.
Hij gaat op bedevaart naar Jeruzalem.
Op zijn terugweg naar huis leest hij een boek
met teksten van de profeet Jesaja.
Filippus die hem hoort lezen
(vroeger lazen de mensen luidop),
vraagt hem of hij de tekst begrijpt.
Maar de man uit Ethiopië begrijpt er niets van.
Dan gaat Filippus naast hem zitten,
legt de tekst uit en spreekt over Jezus.
Wanneer ze voorbij water komen,
vraagt de man uit Ethiopië:
'Is er iets op tegen dat ik mij laat dopen?'
Filippus doopt hem.
Nadien gaan ze elk hun eigen weg.


Stel je voor...
De man uit Ethiopië komt terug thuis. Hij is nog vol van wat hij meegemaakt heeft.
Dat wil hij delen met een goede vriend die ver weg woont. Hij gaat achter zijn PC zitten en mailt: ...........................................................................................

Schrijf wat volgens jou in die e-mail staat.



Schrijfgesprek: In de schoenen van...

Materiaal
De tekst 'Dichter bij de tijd'. (Zie hoger).
Papier + schrijfgerei
Bijbel: Handelingen 8, 26-40


Verloop
Lees de tekst voor.
Verdeel de groep jongeren in 'koppels'.
Een ervan wordt Filippus, de andere 'de man uit Ethiopië.
Zeg aan de jongeren dat ze met elkaar in stilte zullen 'spreken'. (Zorg voor papier en schrijfgerei)

De 'man uit Ethiopië' krijgt de opdracht om op een blad papier te schrijven:
Ik lees in de Bijbel: .....................(vrij in de vullen door wie de 'man uit Ethiopië' is),
maar ik begrijp er niets van.
Dit blad wordt dan gegeven aan 'Filippus', die daarop probeert te reageren.
Die geeft zijn antwoord terug aan 'de man uit Ethiopië', en die dan opnieuw naar 'Filippus' tot ze uitgepraat zijn.


Bespreek daarna de ervaringen van de jongeren.
- Wat heeft jullie getroffen? Waarom was dat?
- Wat hebben jullie als moeilijk ervaren? Waarom was dat?

Lees daarna de tekst voor zoals je die in de Bijbel kunt vinden.


TIPS
. In sommige groepen kan het goed zijn op vooraf zelf een passage uit de Bijbel op de geven, die ze als moeilijk kunnen ervaren.
. Zorg eventueel voor wat (instrumentale) muziek op de achtergrond.


Belangrijk
Deze activiteit wil jongeren vooral doen nadenken.





BIDDEN

Dode woorden worden levend

(Naar: Gebedslijn donderdag 12 mei 2011)

'Begrijpt ge wat ge leest?'
vraagt Filippus aan een hoveling van het Ethiopische hof.
De man was op de terugweg
van een pelgrimstocht naar Jeruzalem.
Op de eenzame weg,
tussen Jeruzalem en Gaza, was ook Filippus.
Hij hoort dat de Ethiopiër de profeet Jesaja leest.
Hij vraagt: 'Begrijpt ge wat ge leest?'
en hij geeft uitleg.
Hij maakt van dode woorden levende woorden.
Hij, die de evangelist Johannes het Woord noemt,
en die in de windels van de Schrift begraven ligt,
wordt in de Ethiopiër tot leven gewekt.
Het wordt Pasen voor hem.

God,
laat ook Jezus zo in mij verrijzen.
Geef me het inzicht van Filippus
zodat de tekst uit de Bijbel die ik lees
in mij tot leven komt.





Overwegingen

Wilfried Rossel

Filippus en de Geest van Jezus

(W. ROSSEL, In de schaduw van de hoop, Patmos 1979, p. 142)

Wij zouden ons fantasierijke voorstellingen kunnen maken over de concrete ontmoeting tussen Filippus en de Geest van Jezus. Terecht mogen we evenwel vermoeden dat de uiterlijke omstandigheden eenvoudiger en normaler geweest zijn. Lucas wil ons gewoon maar zeer duidelijk en onmiskenbaar zeggen dat Filippus een mens was die bewust gelovig leefde, een man die nooit ontrouw was aan de goede ingevingen, een biddende mens, die de wil van God gelovig op het spoor kwam. Deze wil van God werd in zijn hart een onuitwisbare overtuiging die hem tot daden aanzette.



Luisteren en vragen

(W. ROSSEL, In de schaduw van de hoop, Patmos 1979, p. 146)

Filippus steekt niet onstuimig van wal met een geprefabriceerde boodschap. Hij is niet vol van zichzelf. Hij heeft geen bazuinmentaliteit. Het eerste wat hij doet en zal blijven doen is luisteren. Waarmee is de ander bezig? Welke zijn zijn vragen? Wat bekommert hem? Filippus identificeert zich met de zoekende evenmens. Hij maakt zich de levenssituatie van de ander luisterend eigen. Dit is duidelijk het ABC van de menselijke omgangsvormen, zal men zeggen. Maar feit is dat we dit belangrijke punt toch telkens weer verwaarlozen.