Hebreeën 11, 1-7: Wat is geloof?
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1921-1922)
Als we geloven, worden we gered. Dan wordt onze hoop werkelijkheid. En door ons geloof weten we zeker dat Gods hemelse wereld bestaat. Ook al kunnen we die nog niet zien.
In de heilige boeken vertelt God over het grote geloof van onze voorouders.
De hemel en de aarde zijn ontstaan door de woorden van God. Alles wat we zien, is dus ontstaan uit iets dat we niet kunnen zien. Dat begrijpen we omdat we geloven.
Abel had een groot geloof. Daarom kon hij een beter offer aan God brengen dan Kaïn. God nam Abels offer aan, en noemde hem een goed mens. Abel is gestorven, maar omdat hij geloofde, wordt zijn verhaal nog steeds verteld.
Ook Henoch had een groot geloof. Daarom hoefde hij niet te sterven. Hij werd door God naar de hemel gehaald en was niet meer op aarde. In de heilige boeken staat dat Henoch leefde zoals God het wilde. Dat laat zien dat Henoch geloofde. Want om bij God te kunnen komen, moet je geloven dat God bestaat. En dat hij je zal belonen als je hem echt zoekt.
Ook Noach had een groot geloof. God vertelde aan Noach dat hij de wereld zou straffen met een grote overstroming. Daar was nog niets van te zien. Maar Noach gehoorzaamde God, en bouwde een boot om zijn gezin te redden. Noach werd gered omdat hij geloofde. Hij vertelde aan de andere mensen dat God de wereld zou straffen, maar ze luisterden niet.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
En wat is het geloof?
Het geloof is het fundament van wat we hopen en
overtuigt ons van de werkelijkheid die we niet zien.
Om dit geloof werden de voorouders geprezen.
Het geloof doet ons zien, dat het heelal tot stand kwam
door het woord van God,
zo ontstond het zichtbare uit het onzichtbare.
Door het geloof was het offer van Abel veel beter dan dat van Kaïn.
Door het geloof ontving hij het getuigenis van zijn rechtvaardigheid,
want God zelf aanvaardde zijn gaven.
Door het geloof bleef hij spreken, ook na zijn dood.
Door het geloof werd Henoch, zonder te sterven,
naar een ander leven overgebracht.
Hij was er niet meer, want God had hem opgenomen.
De Schrift getuigt dat hij, voor hij werd weggenomen,
leefde zoals God het graag wilde.
Zonder geloof is het onmogelijk God te behagen.
Wie bij God wil komen, moet geloven dat God bestaat
en dat Hij allen beloont die Hem zoeken.
Toen God Noach waarschuwde voor wat nog niet te zien was,
bouwde Noach door het geloof
met grote zorg de ark om zijn gezin te redden.
Door zijn geloof veroordeelde hij de wereld
maar verwierf zelf de gerechtigheid van het geloof.
Stilstaan bij…
Onzichtbarel
Hiermee bedoelt de schrijver het ‘woord van God’.
Abel
Volgens de Bijbel was Abel een schaapherder en de tweede zoon van de eerste mensen: Adam en Eva.
Abel werd door zijn oudere broer Kaïn gedood.
Kaïn
Volgens de Bijbel was Kaïn de oudste zoon van de eerste mensen: Adam en Eva.
Hij doodde zijn jongere broer Abel.
Henoch
(= Hebreeuws: de toegewijde)
Henoch is een nakomeling van Adam. Henoch leefde nauw verbonden met God. Hij stierft niet gewoon, maar werd door God weggenomen. Een soort hemelvaart.
Zonder te sterven
De dood van Henoch is niet gewoon: hij wordt door God weggenomen (vergelijk met de profeet Elia).
Noach
(= rust)
zoals de duif na de zondvloed een plek zocht om er zich te nestelen, zo vond God Noach om er te 'rusten': met hem kon Hij alles opnieuw te beginnen.
(= troost)
Het verhaal van Noach is het verhaal van God die de mens niet loslaat. Terwijl de mens denkt: ‘de wereld vergaat’, is God bezig een nieuwe wereld te maken.
Bij de tekst
Geen echte brief
De brief aan de Hebreeën is eerder een preek om mensen te overtuigen, dan dat het een brief is. De schrijver ervan is onbekend. Het is ook niet duidelijk wie de ‘Hebreeën’ precies waren.
Hoogstwaarschijnlijk werd de brief geschreven tussen 75 en 100 na Christus, voor christenen die voordien joden waren. De schrijver wilde hen helpen om hun geloof niet te verliezen. Hij liet zien dat Jezus vervulde wat God vroeger beloofde en dat met Hem een nieuwe tijd begonnen was.
Gelovigen om naar op te kijken
De schrijver van de brief aan de Hebreeën somt in hoofdstuk 11 heel wat gelovige mensen op die stierven zonder dat ze de vervulling van de belofte van God meemaakten. Hoewel het hen niet allemaal goed ging tijdens hun leven, toch keerden ze zich niet af van God.