Jesaja 40, 1-11: Terug!
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1186-1187)
God zegt: ‘Ga mijn volk troosten, ga het troosten. Zeg tegen de inwoners van Jeruzalem dat ze de moed niet mogen opgeven. Vertel hun dat ze niet langer onderdrukt worden. Ik, de Heer, zal hen niet langer straffen voor hun fouten. Ik heb hen nu genoeg gestraft.’
Ik hoor een stem die roept: ‘Maak in de woestijn een weg voor de Heer. Maak de weg vrij voor onze God. Maak de bergen minder hoog en de dalen minder diep. Maak het land vlak, en zorg dat de rotsen verdwijnen. Want de machtige Heer zal komen. Alle mensen zullen hem zien. Dat heeft hij zelf beloofd!’
Ik hoor nog een stem, die zegt: ‘Jij moet dit bekendmaken!’ ‘Wat moet ik bekendmaken?’ vraag ik. En de stem antwoordt: ‘Je moet zeggen dat de mensen zo zwak zijn als bloemen in het gras. Als de Heer met zijn adem over het gras blaast, dan verdroogt het, en de bloemen gaan dood. Gras verdroogt, bloemen gaan dood, en de mensen zullen sterven. Maar de woorden van onze God verliezen nooit hun kracht.’
Inwoners van Jeruzalem, maak het goede nieuws bekend! Klim een hoge berg op, zodat iedereen jullie kan horen. Aarzel niet, maar laat je stem duidelijk horen. Roep naar alle steden van Juda: ‘Jullie God is er!’
Kijk, daar is hij. God, de machtige Heer, komt eraan. Hij zal zijn macht laten zien, hij komt om te heersen. En hij heeft zijn volk bij zich. Hij heeft hen bevrijd, ze zijn van hem.
God brengt zijn volk weer terug naar hun land, en hij zorgt goed voor hen. Net als een herder die zorgt voor zijn kudde. Een herder brengt zijn schapen bij elkaar en draagt de lammetjes in zijn armen. Zo brengt hij zijn kudde rustig naar een veilig gebied.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
De profeet zegt:
‘Troost, troost mijn volk’, zegt je God.
‘Spreek Jeruzalem moed in
en zeg dat zijn diensttijd voorbij is,
dat zijn schuld voldaan is,
want God gaf hun een dubbele straf
voor al zijn zonden.’
Luister, iemand roept:
‘Maak voor God een weg klaar in de woestijn,
een rechte baan in het dorre land, voor onze God.
Elk dal moet gevuld worden,
en elke berg en heuvel moet afgegraven.
Oneffen plekken moeten vlak gemaakt worden
en ruige gronden vlak worden.
De heerlijkheid van God zal zich openbaren,
en alle mensen zullen haar zien,
want God heeft gesproken.’
Hoor, iemand zegt: ‘Roep!' En ik zeg: ‘Wat zal ik roepen?'
Alle mensen zijn als gras en hun trouw als een veldbloem.
Wanneer de adem van God erover waait.
verdort het gras en verwelkt de bloem.
Dit volk is als gras! Het verdort, de bloem verwelkt,
maar het woord van onze God houdt eeuwig stand.'
Klim op een hoge berg, Sion,
met uw boodschap van vreugde.
Spreek luid en krachtig, Jeruzalem,
bode van vreugde, spreek luid en wees niet bang.
Zeg tegen de steden van Juda: ‘Hier is je God.’
Hij komt in kracht. Hij heeft de heerschappij in zijn hand.
Zijn loon heeft Hij bij zich, en zijn werk gaat voor Hem uit.
Als een herder zal Hij zijn kudde weiden.
In zijn arm brengt Hij de lammeren samen
en Hij koestert ze terwijl Hij de ooien leidt.'
Stilstaan bij ...
Jeruzalem
Religieus en politiek centrum van Palestina. Plaats waar de tempelautoriteiten en Schriftgeleerden woonden. Jeruzalem is in de evangelies het beeld van het afwijzen van Jezus.
De naam 'Jeruzalem' betekent in het Nederlands: 'stad van vrede'. Een 'vredige' naam voor een stad die veel onlusten en verwoestingen in haar geschiedenis kende.
Het Jeruzalem dat Jezus kende, werd in 70 na Christus door de Romeinse keizer Titus veroverd en verwoest. De tempel die toen in vlammen opging, werd nooit meer herbouwd. Jeruzalem is nu zowel voor joden als voor christenen en moslims een belangrijke stad.
Straftijd / diensttijd
Verwijzing naar de Babylonische ballingschap die gelovige joden als een straf van God voor hun ontrouw aanvoelden.
Zonden
Wie opzettelijk iets fout doet, en daarmee iemand kwetst, kwetst niet alleen die persoon, maar ook God, omdat God wil dat we voor de anderen respect opbrengen.
Woestijn
Een stuk natuur, waar niets groeit. Een plaats met alleen maar zand of stenen. De woestijn herinnert ook aan de uittocht uit Egypte.
Een pad effenen / vlak maken
Als een Oosterse koning vroeger een provincie wou bezoeken, werd hij voorafgegaan door een heraut. Zo konden zijn onderdanen tijdig de vaak onbegaanbare wegen effenen.
Het 'effenen van een pad' kan ook een symbolische manier van spreken zijn en verwijst zo naar het herstellen van de weg tussen God en zijn mensen.
Sion
Sion is de naam van een heuvel in het zuidoosten van Jeruzalem waarop de tempel werd gebouwd. Tijdens de heerschappij van de koningen David en Salomo lag daar het centrum van de stad. In onze tijd is dat het joodse kwartier van Jeruzalem.
Herder
Herders pasten op geiten of schapen. Ze behoorden tot de laagste klasse en hadden omzeggens geen rechten.
Maar in het Oude Oosten is ‘herder’ ook een populaire manier om te spreken over de koning en andere leiders van het volk. Met deze titel wil men zeggen: zoals een herder er is voor zijn schapen, zo is een koning voor zijn volk.
Merk op dat Jesaja God vergelijkt met een herder: 'Als een herder zal Hij zijn schapen weiden'. In het Nieuwe Testament wordt het beeld van de herder ook gebruikt om over Jezus te spreken: de goede Herder.
Bij de tekst
Historische context
Deutero-Jesaja voorspelde op het einde van de ballingschap een nieuwe exodus, een uittocht uit het land van de ballingschap, een terugkeer naar Israël, het land waar de joden vol heimwee bleven aan denken.
Toen Perzië Babylonië verdrong van de wereldmacht liet Kores, de heerser van Perzië, de ballingen terugkeren naar Juda en werd de profetie van Jesaja waarheid.
Troostboek
Het tweede deel van het boek Jesaja (de Deutero-Jesaja) begint met hoofdstuk 40. Dit deel wordt ook wel eens 'Troostboek' genoemd omdat het begint met de woorden 'Troost, troost voor mijn volk, zegt jullie God'.
Herinnering aan het Nieuwe Testament
Zoals geschreven staat bij de profeet Jesaja:
Zie, Ik zend mijn bode voor U uit,
om uw weg te banen;
een stem roept in de woestijn:
Bereid de weg van de Heer,
maak zijn paden recht.
Marcus 1, 2-3
Suggestie
Grote kinderen
De juiste uitleg
(idee: M. GALLAND, Op weg in de kerstkring, Averbode, 2008)
Kies de juiste uitleg:
‘Baan voor de Heer een weg door de woestijn.
Effen in de wildernis een pad voor onze God.
Laat ruig land vlak worden en rotsige hellingen rustige dalen.’
Dat betekent:
a. | je moet aankondigen dat God komt |
b. | je moet de aarde wegvoeren om de weg vlak te maken. |
De luister van God zal zich openbaren
voor het oog van al wat leeft.
De Heer heeft gesproken!
Dat betekent:
a. | iedereen zal God zien praten. |
b. | iedereen zal God kunnen kennen. |
Beklim een hoge berg, vreugdebode Sion,
verhef je stem met kracht, vreugdebode Jeruzalem.
Verhef je stem, vrees niet!’
Dat betekent:
a. | je moet overal zonder angst aankondigen dat God door iedereen zal gekend zijn. |
b. | je moet op een berg klimmen en heel hard roepen, zodat men je overal hoort. |
Jongeren
VERDIEPEN
Een weg door de steppe …
(Bron: Ignatiaans bidden, dinsdag 10 december 2019)
'Baan een weg door de steppe voor de Heer ...'
Dat wil zeggen: je bevindt je nog in de steppe, een dorre vlakte. Nog niets te zien. Toch word je gevraagd ín die dorre vlakte een weg te banen voor de Heer.
Te midden van zijn afwezigheid alvast een teken te stellen van zijn (komende) aanwezigheid.
- Wat kun je in je leven zien als een steppe of een woestijn?
- Kun je geloven dat de Heer daar naartoe komt? Verlang je daarnaar?
- Als je dat kunt geloven en verlangen: wat kun je dan doen om voor Hem de weg klaar te maken?