Loading...
 

Johannes 14, 1-6

Johannes 14, 1-6: 'Ik ben de weg'

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1702)

Jezus zei tegen zijn leerlingen: ‘Wees niet bang. Vertrouw op God, en vertrouw op mij. In het huis van mijn Vader is plaats voor veel mensen. Daar mag je op vertrouwen. Want ik heb gezegd dat ik wegga om voor jullie een plaats klaar te maken.
En als ik voor jullie een plaats klaargemaakt heb, kom ik terug. Dan neem ik jullie mee, en dan zullen jullie bij mij zijn. En jullie weten langs welke weg ik zal gaan.’ Toen zei Tomas: ‘Maar Heer, we weten niet eens waar u naartoe gaat! Hoe kunnen we dan weten langs welke weg u gaat?’
Jezus zei: ‘Ik ben de weg. Bij mij is de waarheid, en bij mij is het leven. Je kunt alleen bij de Vader komen als je in mij gelooft.’


Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Op een dag zei Jezus tegen zijn leerlingen:
‘Wees niet zo ongerust.
Vertrouw op Mij, zoals jullie vertrouwen op God.
In het huis van mijn Vader zijn er veel kamers.
Zou Ik anders gezegd hebben
dat Ik een plaats voor jullie gereed zal maken?
Ja, Ik ga weg om voor jullie een plaats gereed maken.
Daarna kom Ik terug, en neem Ik jullie bij Me op.
Dan zullen jullie wonen, waar Ik woon.
Jullie weten waar ik naartoe ga.
Jullie kennen de weg er naartoe.’

‘Maar Heer,’ zei Tomas, ‘we weten niet waar Je naartoe gaat.
Hoe kunnen we die weg dan kennen?’
Jezus antwoordde: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven.
Alleen door Mij kun je bij de Vader komen.



Stilstaan bij …

Leerling
(= iemand die les krijgt)
In het evangelie van Johannes zijn de leerlingen van Jezus (zowel mannen als vrouwen) eerder vrienden, die delen in de verbondenheid van Jezus met God. Johannes heeft het niet over een aparte groep ‘apostelen’. In zijn ogen is alleen Jezus een ‘apostel’, iemand die gezonden is.

Vader
Typische manier waarmee Jezus God aanspreekt. Door God zijn vader te noemen, wordt duidelijk dat Hij de zoon van God is. Wanneer zijn volgelingen God Vader noemen, zijn zij zijn zonen of dochters, dus kinderen van God. Een verwantschap die een hele opdracht met zich meedraagt.

Tomas
(Aramees = tweeling)
Tomas was één van de twaalf apostelen van Jezus. Johannes noemt hem ook Didymus (Grieks = tweeling). Van hem wordt verteld dat hij twijfelde aan de verrijzenis van Christus.
Volgens de legende trok hij nadien naar de Zuidwestkust van India (bij Madras), waar christenen zich nu nog ‘Tomas-christenen’ noemen.

‘Ik ben’
Eén van de zeven ‘Ik ben’-uitspraken van Jezus. Elk van die uitspraken geeft met een beeld de betekenis weer van de naam ‘Jezus’ (God redt).

Weg
'De weg gaan' is een beeld voor het leven van de mens (‘levensweg’).
Tijdens de geschiedenis van het joodse volk ging het letterlijk 'op weg': Abraham vanuit Ur in Chaldea, Mozes vanuit Egypte, de joden vanuit Babylonië. Telkens eindigde hun ‘weg’ in het Beloofde Land.
Sinds de profeten wordt 'op weg' het beeld van wat zich in het hart van de mens afspeelt. Vanuit een situatie van onvrede, gaat men op weg naar de realisatie van het Rijk van God. Omdat Jezus die weg tot het einde ging, wordt Hij 'De Weg' genoemd en zijn volgelingen de 'mensen van de weg' (Handelingen 9, 2).

Alleen door Mij kun je bij de Vader komen
Johannes benadrukte dat God alleen toegankelijk is door Jezus. Want een aantal christenen voor wie hij dit evangelie schreef, wilde terugkeren naar het jodendom, omwille van de verdrukking die ze als christenen ondervonden.





Bij de tekst

Context

Dit is het begin van de eerste afscheidsrede van Jezus zoals Johannes die optekende.
De kernwoorden van deze eerste rede zijn: geloof en hoop.
Het kernwoord van de tweede rede (Johannes 15 en 16) is: liefde.



Spreken met beelden

Weg
'Het gaan van een weg' is een beeld voor het leven van de mens.

In het jodendom wordt het beeld van de weg vaak gebruikt. Het woord 'weg' komt er vaak voor in de betekenis van 'levensgedrag naar Gods aanwijzingen'. Bijvoorbeeld: Laat mij uw wegen kennen, Heer, de paden die Gij mij wijst.(Psalm 25, 4)

Tijdens de geschiedenis van het joodse volk is 'op weg' letterlijk te lezen. Vanaf de profeten wordt 'op weg' het beeld van wat zich in het hart van de mens afspeelt: vanuit een situatie van onvrede, op weg gaan naar de realisatie van het Rijk Gods.

Op dit ogenblik worden de Bijbelverhalen gelezen als beeld van de eigen levensweg (individueel en/of collectief). Vooral in Zuid-Amerika lezen christenen het verhaal van de Uittocht uit Egypte als beeld van de eigen 'uittocht' uit de 'slavernij en de uitbuiting van hun situatie.





Bijbel en kunst

J. CLARKE

The way of life (Ely cathedral)

Jonathan Clarke

In de kathedraal van Ely (Oost Engeland in het graafschap Cambridgeshire) ziet men op de muur van het Noord-West dwarsschip 'The Way of Life' van Jonathan Clarke. Het werk kwam tot stand in samenwerking met de 'Theology Through The Arts' van 'the Divinity Faculty', van de universiteit van Cambridge.
Het is van gegoten aluminium. Net als de 'reis' van het geloof, is die weg onregelmatig en onvoorspelbaar. En zoals een reis lastig kan zijn of vrolijk, varieert de textuur en de kleur van de oppervlakte.




Suggestie
Maak op de grond een installatie van een lange weg, die leidt naar een kruis.
Bekleed die weg met verschillende materialen. Zoek hiervoor materiaal in functie van de betekenis.
Bijvoorbeeld: watten (zacht, gemakkelijk); steentjes (scherp, pijnlijk); bladeren; bloemen; krijtjes; dopjes van melkflessen / waterflessen / bierflesjes; stof; wol ...

Bedoeling is dat men ontdekt dat de weg naar Jezus soms moeilijk te gaan is, maar ook fijne momenten kent.


Belangrijk
Besteed bij deze activiteit aandacht aan het verwoorden van wat men met de materialen wil zeggen.





Suggesties

Kleine kinderen

INLEVEN

'Ik ben de weg'

Materiaal
Kopieer deze tekening voor elk kind.


Verloop
Vertel over de tekening. Duid Jezus aan en enkele van zijn apostelen.
Laat ze zichzelf op de tekening tekenen. Nadien kleuren ze het geheel.





BELEVEN

De weg naar Jezus

Materiaal
Teken dit doolhof over op een groot blad of op een bord.


Verloop
Laat de kinderen om beurt de 'weg zoeken naar Jezus'. Telkens ze in een 'doodlopend steegje' terecht komen, verwoorden ze op hoe het komt dat de weg naar Jezus moeilijk te vinden is.
Wanneer ze 'aangekomen' zijn, verwoorden ze wat hen in hun leven dichter bij Jezus laat komen.


Belangrijk
Maak vooraf duidelijk dat 'de weg' zoeken naar Jezus een manier is om met een beeld te zeggen dat iemand Jezus zoekt.





Grote kinderen

ONDERZOEKEN

De weg die Jezus gaat

Materiaal
Kaart van Palestina ten tijde van Jezus, te vinden op een oranje fiche in de map van 'Bijbel in 1000 seconden' of een kopie van deze kaart (Engelstalig!).
Duid met vlaggetjes of pijltjes de volgende plaatsen aan: Kana, Kafarnaüm, Jericho, Sichar.
Bijbelteksten


Verloop
Kennismaking met de teksten
Geef per groepje elk één van de volgende teksten.
- Kana (Johannes 2, 1-10): Jezus zorgt voor wijn
- Kafarnaüm (Marcus 2, 1-12): Jezus en de verlamde man
- Sichar (Johannes 4, 1-15): Jezus en de vrouw bij de waterput
- Jericho (Lucas 19, 1-0): Zacheüs, een tollenaar die men niet aanvaardde

De kinderen zoeken op wat Jezus doet op die plaats en spreken onder elkaar af hoe ze dat zullen ‘zeggen’ aan de anderen van de groep (voorlezen; vertellen, uitbeelden ...)

Teken op de kaart (eventueel op een plastiek boven de kaart) een weg die loopt van Kana, Kafarnaum, Sichar, Jericho naar Jeruzalem.
Laat de kinderen voorlezen of vertellen of uitbeelden wat er telkens onderweg gebeurt.


Verdieping van de teksten
Zoek nadien met de kinderen hoe ze zelf in hun leven ook zo onderweg kunnen zijn.
B.v.: naar aanleiding van:
- Kana: Hoe kan ik vreugde brengen rondom mij?
- Kafarnaüm: Hoe kan ik mensen terug 'op de been brengen'?
- Sichar: Hoe kan ik iets voor een ander betekenen?
- Jericho: Hoe ga ik om met vooroordelen?


Belangrijk
Zorg ervoor dat de kinderen in clichés vervallen door hen zo concreet mogelijke voorbeelden te laten geven.


Te Kana in Galilea is er een trouwfeest. De moeder van Jezus is daar. Ook Jezus en zijn leerlingen zijn op het feest uitgenodigd. Wanneer de wijn opraakt, zegt Maria tegen Jezus: 'Ze hebben geen wijn meer.' Jezus zegt: 'Vrouw, is dat soms uw zaak? Mijn uur is nog niet gekomen.' Zijn moeder zegt tegen de bedienden: 'Doet maar wat Hij u zeggen zal.' Nu staan daar zes grote kruiken, elk van wel honderd liter. Jezus zegt tegen de bedienden: 'Doet die kruiken vol water.' Ze vullen ze tot aan de rand. Dan zegt Hij: 'Schep er nu wat uit en brengt dat aan de tafelmeester.' Dat doen ze. De tafelmeester proeft het water dat in wijn veranderd is. Hij weet niet waar die wijn vandaan komt. Maar de bedienden die het water geschept hebben, weten het wél. Zodra hij geproefd heeft, roept hij de bruidegom en zegt: 'Iedereen zet eerst de goede wijn voor en wanneer men wat gedronken heeft, de mindere. U hebt de goede wijn tot nu toe bewaard.'
Naar Johannes 2, 1-10




Jezus gaat naar Galilea. Daarvoor gaat Hij door Samaria. (Meestal deden de joden dat niet. Ze wilden niets met de Samaritanen te maken hebben.) Zo komt Jezus bij de Samaritaanse stad Sichar. Hij is moe van de reis en gaat bij een bron zitten. Het is middag. De zon staat hoog aan de hemel. Een Samaritaanse vrouw komt water putten. Jezus vraagt: 'Geef Mij wat te drinken.' Maar de vrouw zegt: 'Hoe kunt U als Jood te drinken vragen aan mij, een Samaritaanse?' (De Joden wilden namelijk niets met Samaritanen te maken hebben.) Jezus zegt: 'Als u wist wie met u spreekt, dan had u aan Mij water gevraagd en Ik had u levend water gegeven.' 'Maar Heer,' zegt de vrouw, 'Hoe kunt U zoiets zeggen? U hebt niet eens een emmer en de put is heel diep. Waar wilt U dan dat levende water vandaan halen?' Jezus antwoordt: 'Iedereen die drinkt van dit water, krijgt weer dorst, maar wie drinkt van het water dat Ik hem zal geven, zal nooit of nooit nog dorst hebben.' 'Heer,' zegt de vrouw, 'geef mij van dat water, dan zal ik nooit meer dorst hebben en dan moet ik hier niet telkens komen om water te putten.'
Naar Johannes 4, 1-15




Jezus komt in Jericho. Daar woont een man die Zacheüs heet. Hij is oppertollenaar en hij is rijk. Hij wil wel eens zien wat Jezus voor iemand is, maar het lukt hem niet omdat er zoveel mensen zijn, en hij klein is. Daarom rent hij vooruit en klimt in een boom om Jezus te kunnen zien. Wanneer Jezus bij die plek komt, kijkt Hij omhoog en zegt: 'Zacheüs, kom vlug naar beneden; vandaag moet Ik in uw huis verblijven.' Hij komt vlug naar beneden en ontvangt Hem met vreugde. Iedereen die het ziet spreekt er schande van. 'Hij neemt zijn intrek bij een zondaar', zeggen ze. Zacheüs zegt tot Jezus: 'Heer, hier is de helft van mijn geld. Het is voor de arme mensen. En aan alle mensen die ik te veel heb laten betalen, geef ik hun geld terug.' Jezus zegt: 'Dat is goed, ook jij bent een vriend van God.'
Naar Lucas 19, 1-10




Wanneer Jezus enkele dagen later weer in Kafarnaüm is, hoort men dat Hij thuis is. Er komen zoveel mensen naar Hem toe dat ze zelfs niet meer bij de deur kunnen komen. Vier mannen komen een verlamde bij Hem brengen, Ze kunnen niet bij Jezus geraken. Daarom halen ze de dakbedekking weg boven zijn hoofd. En wanneer ze een opening gemaakt hebben, laten ze het bed waar de verlamde op ligt, zakken. Bij het zien van hun vertrouwen zegt Jezus tegen de verlamde: 'Vriend, uw zonden worden u vergeven.' Nu zitten daar een paar Schriftgeleerden die zeggen: 'Hoe kan die man zoiets zeggen? Wie anders dan God kan zonden vergeven?' Jezus doorziet hun bezwaren. Hij vraagt: 'Waarom hebt u eigenlijk bezwaren? Wat is eenvoudiger? Tegen de verlamde te zeggen: 'Uw zonden worden vergeven', of te zeggen: 'Sta op en pak uw bed en loop?' Dan zegt Hij, tegen de verlamde: 'Sta op, pak uw bed en ga naar huis.' En de man staat op, neemt zijn bed en gaat weg voor het oog van iedereen, zodat ze God verheerlijken. 'Zoiets hebben we nog nooit gezien', zeggen ze.
Naar Marcus 2, 1-12





SPREKEN MET BEELDEN

’Ik ben de weg’

Toon allerlei foto's/illustraties van wegen.
- Wat roepen ze op?

Ken je uitdrukkingen waarin het woord 'weg' voorkomt?
Ken je er ook de betekenis van?
(. een hindernis uit de weg ruimen
. van de rechte weg afraken
. alle wegen leiden naar Rome
. iemand uit de weg gaan
. iemand op weg helpen
. de weg naar iemands hart vinden
. zich een weg banen)

Als Jezus nu zegt 'Ik ben de weg' - wat bedoelt Hij daarmee?





Jongeren

VERDIEPEN

De levensweg

In het leven zijn er vele wegen:
brede, smalle, snelle, trage,
goed onderhouden, helemaal niet onderhouden...
Er zijn ook kruispunten.
Dan moet je in je leven een keuze maken.
Sommigen kiezen om verder te gaan,
zonder met anderen rekening te houden,
anderen laten zich leiden door wat hun vrienden zeggen.
Nog anderen laten hun reisweg bepalen door hun idealen.
Er zijn er die een doodlopende weg kiezen.
Er bestaan veel soorten wegen.
'De weg' wordt in veel culturen gezien
als een beeld voor het leven van de mens.

Zoek voor jezelf op welk soort weg jij je nu bevindt.
- Probeer ook te zeggen waarom dat zo is.
- Weet je ook waarheen die weg leidt?
- Waar situeer je Jezus op die weg?
- Bij de start? de aankomst?
- Langs de weg? naast de weg?
Probeer ook dat onder woorden te brengen.

Jezus zegt hier dat Hij de weg is.
- Hoe kan Hij dat zijn voor jou?



Jezus, de GPS op onze levensweg?

Sta met de jongeren stil bij wat een GPS is. (Global positioning system)
- Wat doet een GPS?
- Wat zegt een GPS?
(Sla rechts af, sla links af, keer om...)
- Is Jezus met een GPS te vergelijken?
- Wat zegt Jezus dat we moeten doen?
- Wat is voor Hem een foute weg?
Laat de jongeren hun vondsten neerschrijven in een gedicht,
waarvan het ritme bepaald wordt door wat men op een GPS te horen krijgt.



Vele wegen

Wegwijzers

Materiaal
Werkblad
Tekst ‘Dichter bij de tijd (zie hoger)


Verloop
Zoek acht wegen die een mens in zijn leven kan volgen.
Probeer die weg in één woord weer te geven.
Noteer dat woord op elk van de wegwijzers.
Bespreek waarom het volgen van die weg goed of minder goed is.

Er is nog een wegwijzer over.
In het evangelie kun je lezen dat Jezus van zichzelf zegt dat Hij de weg is.
- Wat heeft Jezus volgens jou gedaan of gezegd dat zo de moeite was,
dat je Hem ook 'de weg' zou kunnen noemen?
Noteer het woord 'Jezus' op de negende wegwijzer.