Johannes 19, 25-34: ‘Zie daar uw moeder’
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1712)
Bij het kruis van Jezus stonden vier vrouwen. Het waren zijn moeder Maria en haar zus, en verder Maria, de vrouw van Klopas, en Maria uit Magdala.
Jezus zag zijn moeder. En naast haar zag hij de leerling van wie hij veel hield. Toen zei Jezus tegen zijn moeder: ‘Hij is nu uw zoon.’ En tegen zijn leerling zei hij: ‘Zij is nu jouw moeder.’ Vanaf dat moment zorgde die leerling voor Maria.
Jezus wist dat zijn werk nu helemaal klaar was. Er was nog één ding dat moest gebeuren. Want dat stond al in de heilige boeken. Daarom zei Jezus: ‘Ik heb dorst.’ Er stond daar een vat met zure wijn. Iemand vulde een spons met wijn. Hij maakte de spons vast aan een lange tak, en stak die omhoog naar Jezus’ mond. Jezus dronk van de wijn, en zei: ‘Mijn werk is klaar.’ Toen boog hij zijn hoofd en stierf.
Het was de dag voor de sabbat. Een bijzondere sabbat, want ook het Joodse Paasfeest zou beginnen. De Joden wilden niet dat de lichamen dan nog aan het kruis zouden hangen. Daarom gingen ze naar Pilatus. Ze vroegen of hij de benen van de mannen aan het kruis wilde laten breken. Dan konden hun lichamen daarna van het kruis gehaald worden.
Pilatus stuurde een paar soldaten. Zij braken de benen van de twee mannen die naast Jezus aan een kruis hingen. Maar toen de soldaten bij Jezus kwamen, zagen ze dat hij al gestorven was. Daarom braken ze zijn benen niet. Eén van de soldaten stak zijn speer in de zij van Jezus. Meteen stroomde er bloed en water uit.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Bij het kruis van Jezus stonden zijn moeder, de zus van zijn moeder,
Maria de vrouw van Klopas en Maria Magdalena.
Toen Jezus zijn moeder zag en naast haar de leerling die Hij liefhad,
zei Hij tot zijn moeder: ‘Vrouw, zie daar uw zoon.’
Vervolgens zei Hij tot de leerling: ‘Zie daar uw moeder.’
Van dat ogenblik af nam de leerling haar bij zich in huis.
Hierna, toen Hij wist dat alles volbracht was, zei Jezus,
zodat de Schrift zou vervuld worden: ‘Ik heb dorst.’
Er stond daar een kruik vol zure wijn.
Ze doopten er een spons in, staken die op een hysopstengel
en brachten die aan zijn mond.
Toen Jezus van de zure wijn genomen had, zei Hij: ‘Het is volbracht.’
Daarop boog Hij het hoofd en gaf de geest.
Omdat het voorbereidingsdag was
en de Joden niet wilden dat de lichamen op sabbat aan het kruis bleven
– het was bovendien een grote sabbat –
vroegen zij aan Pilatus de toelating om de benen van de gekruisigden te breken
en hen weg te nemen.
Daarom kwamen de soldaten en sloegen de benen stuk
zowel bij de ene als bij de andere die met Jezus was gekruisigd,.
Toen zij bij Jezus kwamen en zagen dat Hij reeds dood was,
sloegen ze zijn benen niet stuk.
Eén van de soldaten doorstak zijn zijde met een lans.
Er kwam onmiddellijk bloed en water uit.
Stilstaan bij …
Maria Magdalena
Een van de leerlingen van Jezus. (Lees meer)
‘Vrouw, zie daar uw zoon’
Wanneer een vrouw weduwe werd, kreeg de oudste zoon de opdracht om voor haar te zorgen. Geeft Jezus in de geval deze opdracht aan Johannes?
Zure wijn
Het drinken van zure wijn verwijst naar Psalm 69: 'Ze mengen vergif in mijn eten, ze geven mij zure wijn voor de dorst.' (Psalm 69, 22).
Hysopstengel
Johannes vervangt de rietstok uit het evangelie volgens Marcus (Marcus 16, 36) door een hysopstengel.
Hysop in het Midden-Oosten is een geurig, kruidig struikje dat ongeveer zestig cm hoog wordt. Dus geen plant met een stengel die een gedrenkte spons kan dragen. Daarom vermoedt men dat de symbolische betekenis bij Johannes een grote rol heeft gespeeld. In de Bijbel wordt de hysop gebruikt in reinigingsrituelen. In deze context betekent dit dan: het kwaad, de dood heeft geen blijvend vat op Jezus (= opstanding).
De hysop verwijst ook naar de exodus van Israël uit Egypte: de Israëlieten moesten de nacht voor de uittocht hun deurposten bestrijken met het bloed van het paaslam dat ze geslacht hadden. Dit deden ze met een busseltje hysop. De redding die dit voor de Israëlieten bracht en de mogelijkheid om naar het Beloofde land te gaan, verwijst naar de exodus in het leven van Jezus.
Voorbereidingsdag
In deze context wordt met deze dag de voorbereiding op Pesach, het joodse paasfeest, bedoeld. De dood van Jezus valt voor Johannes samen met het rituele slachten van de lammeren (Lam Gods)
Bij de tekst
Spreken met beelden
Water
Verwijst naar het doopsel.
Bloed
Verwijst naar de eucharistie.