Loading...
 

Johannes 3, 22-30

2 Water

(Morguefile free stock photo license)


…page…

Johannes 3, 22-30: Johannes de Doper over Jezus

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1677-1678)

Daarna ging Jezus met zijn leerlingen naar een plaats in Judea. Ze bleven daar een tijd, en Jezus doopte er mensen. Ook Johannes doopte in dat gebied, in de plaats Enon, dicht bij Salim. Want er was in dat gebied veel water. Er kwamen daar veel mensen om zich te laten dopen. Het was voordat Johannes gevangen werd genomen.
De leerlingen van Johannes kregen een discussie met één van de Joden. Het ging over de vraag hoe iemand rein wordt door water. Daarna gingen de leerlingen naar Johannes en zeiden: ‘Meester, weet u nog dat we aan de overkant van de Jordaan waren? Toen was er een man bij u, en u zei over hem: ‘Dat is de Zoon van God.’ Die man is nu hier om mensen te dopen. Iedereen gaat naar hem toe!’
Johannes zei: ‘Ieder mens krijgt wat God hem wil geven. Jullie waren erbij toen ik zei: ‘Ik ben niet de messias, maar ik ben gestuurd om voor hem uit te gaan.’
Luister, wie heeft op een bruiloft de bruid in zijn armen? Dat is de bruidegom. En wie is er blij? De vriend van de bruidegom. Want de vriend is blij als hij de stem van de bruidegom hoort. En ik ben net zo blij als die vriend, omdat Jezus veel volgelingen krijgt. Jezus moet steeds belangrijker worden. En ik moet juist minder belangrijk worden.’



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Daarna ging Jezus met zijn leerlingen in het land van Judea.
Hij bleef daar enige tijd met hen en doopte er.
Maar ook Johannes diende het doopsel toe, te Enon bij Salim,
omdat daar veel water was.
Mensen gingen erheen om zich te laten dopen.
Want Johannes was nog niet in de gevangenis geworpen.
Enkele leerlingen uit de kring van Johannes raakten in een discussie
met een Jood over reinigingskwesties.
Ze gingen naar Johannes en zeiden:
‘Rabbi, de man die met jou was aan de overkant van de Jordaan
en over wie je getuigd hebt:
ze lopen allemaal naar Hèm, nu Hij aan het dopen is.’
Johannes antwoordde:
‘Een mens kan niets verwerven,
tenzij het hem vanuit de hemel gegeven is.
Jullie zelf kunnen getuigen dat ik gezegd heb:
Ik ben de Messias niet, maar een gezondene die voor Hem uitgaat.
De bruidegom is hij die de bruid heeft,
maar de vriend van de bruidegom,
die staat te luisteren of hij hem hoort,
is al vol blijdschap
wanneer hij de stem van de bruidegom hoort.
Zo nu is mijn vreugde en ze is volkomen.
Hij moet groter worden maar ik kleiner.’



Stilstaan bij …

Daarna
Na de paasweek in Jeruzalem.

Dopen
Dit is de enige passage in het evangelie waarin staat dat Jezus zelf doopte.

Johannes
Het gaat hier om Johannes die gekend is onder de naam Johannes de Doper .

Enon
(=Plaats van de bronnen)
Plaats bij Salim waar veel waterbronnen waren.

Gevangenis
Merk op Johannes schrijft dat Johannes de Doper nog niet gevangen was, terwijl Marcus (Marcus 1, 14) en Matteüs (Matteüs 4, 12) schrijven dat Johannes in de gevangenis zat vooraleer Jezus begon te prediken.





Bij de tekst

Spreken met beelden

Jezuswordt vergeleken met de bruidegom.
Johannes de Doperwordt vergeleken met de vriend van de bruidegom, die de feestelijkheden voor de bruidegom regelt en zo ten dienste staat van de bruidegom.




20 juni: feest van de geboorte van Johannes de Doper

Toen Jezus leefde, was het onder de mensen niet de gewoonte om stil te staan bij een verjaardag, of zelfs een verjaardag te vieren. Toen men later de geboorte van Johannes de Doper wilde vieren, kwamen daarom alle data van het jaar daarvoor in aanmerking.

Er gaat een hele redenering vooraf aan de keuze van 20 juni.
Rond 20 juni vindt de zomerzonnewende plaats, waarbij van dan af de dagen korter worden.
De tegenhanger van de zomerzonnewende is de winterzonnewende die rond 25 december plaatsvindt, de dag waarop de geboorte van Jezus gevierd wordt. Rond die tijd beginnen de dagen langer te worden. Men vond 25 december een geschikte datum om Jezus te vieren omdat men Hem zag als het ‘licht in de wereld’. Wanneer men rond die tijd in andere godsdiensten de geboorte van het licht vierde, vierden christen op die dag de geboorte van Jezus, het ‘licht in de wereld’.

In de bovenstaande evangelietekst schrijft de evangelist Johannes dat Johannes de Doper zei: Hij moet groter worden maar ik kleiner’. Dit kan men letterlijk lezen: vanaf de geboorte van Jezus is er steeds meer zonlicht. Vanaf de geboorte van Johannes de Doper neemt het licht van de zon af.