Loading...
 

KERSTVERSIERING

Suggesties

Kleine kinderen

VERTELLEN

Kerstmis bij oma

(naar een kerstverhaal in Naomi, uitgeverij Averbode, december 2009, p. 10-12)

Pauline is die namiddag helemaal alleen bij oma op bezoek.
- O, oma! Heb jij jouw kerstboom nog niet versierd?
- Nee! Zullen we dat samen doen?
- Ja, ja, ja!
Pauline is daar heel blij mee.

Pauline en oma nemen de kartonnen dozen uit de kast.
Het zijn er heel veel!
Oma zet ze in de woonkamer.
Pauline kan niet wachten. Ze opent ze allemaal.
- Kijk oma, een kerstbal! En hier een snoer met lichtjes!
En oma, wie is dat?
Pauline toont een herder uit gips aan oma.
- Het is één van de herders uit de kerststal.
- De kerststal? Waarom is er een stal met Kerstmis?
Voor oma kan antwoorden, ziet Pauline weer iets nieuws.
- Wat leuk, een babyster!
- Maar neen, Pauline, dat is de ster van de kerststal.
Daarom is hij kleiner.
- Waarom moet er een ster op de kerststal?
En waarom heb je vier grote kaarsen genomen?
Wordt er iemand vier jaar oud?
- Neen, ze zijn voor de adventskrans.
- Waarvoor dient zo'n adventskrans, oma?
- Maar Pauline, zoveel vragen! Kom eens even bij me zitten!
Oma en Pauline gaan zitten in de zetel.
- Met Kerstmis zet ik een stal.
Want Jezus werd na een lange reis, ver van huis in een stal geboren,
omdat er nergens anders plaats was.
De eersten die op bezoek kwamen waren de herders uit de buurt.
De herder die je daarnet gezien hebt, doet daaraan denken.
- En de vier kaarsen, vraagt Naomi?
- De vier kaarsen plaats ik op de adventskrans.
De eerste zondag van de advent laat ik één kaars branden.
De tweede zondag laat ik twee kaarsen branden.
Dan drie en daarna vier.
Hoe dichter we bij Kerstmis komen, hoe meer licht er is.
Ik zet ook altijd een ster boven op de kerststal.
Want de wijze mannen die van ver kwamen volgden een ster.
Ze wilden de pasgeboren Jezus bezoeken
en hadden heel bijzondere cadeaus bij zich.
- En de boom, oma?
- De boom is altijd groen, zelfs in de winter.
Hij vertelt ons dat er altijd leven is, ook al lijkt alles dor en dood.
- Oma, Kerstmis is echt wel een mooi feest.



Kerstversiering

(C.LETERME e.a., Zes kruiken wijn, Standaard educatieve uitgeverij, 1994, p. 28-29)

Lien en Sam zijn samen met mama in de stad.
Het wordt donker.
De winkels in de stad zijn mooi versierd.
In de straten hangen lichtjes.
Er klinkt kerstmuziek en het is erg druk.
De meeste mensen haasten zich
om voor iedereen thuis
nog een geschenkje te vinden.

Lien, Sam en mam willen nog wat kopen om het huis te versieren.
Gisterenavond hebben ze samen met papa
de kerstboom neergezet met het stalletje eronder.
Dat hadden ze vorig jaar gemaakt met allerlei blokjes hout en oude sigarenkistjes.
Nu zijn ze op zoek naar plastic beeldjes van schapen.
Eindelijk vinden ze wat ze zoeken...
net zo groot als ze willen.

In de auto zegt Sam: 'Mama, ik vindt het toch maar erg hoor...!'
Wat vind je erg, Sam?'
'... Dat Jezus in een stal geboren is!
Een stal, dat is toch een schuilplaats voor de dieren!'
'Ja, Sam... dat is waar,
maar weet je... God houdt van alle mensen
en het meest van hen die niets hebben.
Daarom vertellen de mensen dat Jezus in een stal is geboren.'
'Is dat zo, mama?'
'Jazeker, wie je ook bent, rijk of arm, voor God is iedereen even belangrijk.
Dat heeft Jezus ons laten zien.'

's Avonds legt mama Sam in bed.
'Mama, is dat echt waar dat !!!!!Een actuele kerststal
De kinderen / jongeren vertrekken vanuit de volgende vragen:
Als Jezus nu in onze tijd opnieuw geboren zou worden ...
- Waar zou Hij dan geboren worden?
- Wie zouden dan de herders zijn?
- Wie zouden dan de wijzen zijn?
- Wie / Wat zou dan het nieuws brengen van zijn geboorte?

Ze bespreken eerst in groep wie of waar of wat. Dan maken ze een collage van tijdschriften, kranten, een tekening … of een kerststal in drie dimensies vertrekkend van een schoenendoos.


God van alle mensen houdt?
'Ja, Sam.'
'Dan vind ik hem toch wel heel lief hoor.'


Dit verhaal wil de kinderen attent maken op de situatie waarin Jezus ter wereld kwam en wil duidelijk maken dat mensen, wie ze ook zijn, bij Jezus geborgenheid kunnen vinden. Omdat Jezus solidair is met eenvoudige mensen, worden de armoedige omstandigheden van zijn geboorte beklemtoond.





Hoekje van de grootouders

DOEN

Kerstboomversiering

Nodig de kleinkinderen op een woensdagnamiddag uit om de kerstboom bij u thuis te versieren.




Vooraf
. Plaats de kerstboom op de juiste plaats en steek er al de lampjes in.


. Maak een mini kerstmarkt bij je thuis met alle materiaal dat kan gebruikt worden om de kerstboom te versieren. Bij voorkeur materiaal dat niet breekbaar is, of geen ramp is als het op de grond valt.


. Indien je voorziet om iets te bakken terwijl de kinderen er zijn ... maak dan het deeg vooraf klaar en laat het rusten op kamertemperatuur.
(wafels; pannenkoeken; cupcakes ...)


. Voorzie materiaal om een slinger te maken: lint waarmee cadeautjes ingepakt worden; kleurrijk of glitterpapier waaruit de kinderen sterren, ballen of driehoekjes kunnen knippen. Plaklint waarmee je die figuren op het lint plakt.


. Zoek in de bib naar een paar mooie kerstverhalen, of print een paar geschikte verhalen uit die je op deze site vindt. (Groot voordeel van verhalen uit de bib: de mooie illustraties die er vaak bij zijn)




Verloop
Om het jeugdig enthousiasme wat in banen te leiden, geef je best elk kind evenveel materiaal.


Het plaatsen van de piek of de ster boven de kerstboom zien kinderen als een voorrecht! Geef hierbij voorrang aan de kinderen die niet erg 'haantje de voorste' zijn. Het plaatsen van de piek gebeurt nog voor het aanbrengen van slingers en lichtjes. Zo zijn er nog voldoende andere mogelijkheden om in iets uit te blinken.


Onder de kerstboom komt het stalletje met de figuren. Plaats zelf het stalletje. Nadien plaatsen de kinderen er één voor één de kerstfiguren in. Laat ze zelf uitleg geven bij wie die figuren zijn en probeer het kerstverhaal volgens Lucas op die manier te hernemen. Indien dat nooit eerder gebeurde, vertel je zelf het kerstverhaal bij de verschillende beeldjes die ze in de stal plaatsen.


Tijd voor een vieruurtje ...


Daarna worden nog ontbrekende elementen gemaakt: slingers, figuren / voorwerpen bij de stal of wordt er gebakken.


Wanneer alles zijn plaats gevonden heeft, maak je tijd om alles zoveel mogelijk met de kinderen en volgens hun mogelijkheden op te ruimen.


Vertel dan het verhaal dat je uitgezocht hebt, en lees het nog een paar keer opnieuw voor. Het herhalen van iets is de manier waarop kinderen dit in zich opnemen.




TIPS
. Misschien is er ruimte genoeg om ook een kudde schaapjes te herbergen ... Laat de kinderen die dan maken met watten.


. Wie het ook over de wijzen heeft, kan de kinderen kleine spullen als cadeautje inpakken om aan het kindje te geven. 't Is natuurlijk geen goud, wierook of mirre ... maar het aspect 'geven' is voor een kind hierbij van groot belang.


. Kom zo min mogelijk tussen in de schikking van de versiering in de boom of de plaats van de figuren in de stal, zodat het echt 'hun' boom en stal is.


. Geef ze nadien zeker de kans om aan hun ouders het grote verhaal zelf te vertellen.

DSC07501





Grote kinderen

VERTELLEN

Een aparte kerststal

(C. LETERME in Simon, uitgeverij Averbode, november-december 2012, p. 13-14)

Franciscus is op stap in de heuvels rond het dorpje Greccio.
Hij is op zoek naar een echte kribbe. Die wil hij in de kerk zetten.
Daar ziet hij de vriendelijke boer weer,
die hem een paar weken eerder eieren heeft gegeven.
- Antonio, roept Franciscus,
kan ik de voederbak van jouw dieren voor een paar dagen lenen?
- Wat een gekke vraag Francesco!
Ben je soms van plan om boer te worden?
- Niet echt, Antonio, ik wil die voederbak met Kerstmis in de kerk zetten.
Dan begrijpen de mensen veel beter
wat de geboorte van Jezus in een stal betekent.
- Francesco, waarom is dat nu nodig?
We weten toch dat er engelen waren en herders,
en dat er wijzen op bezoek gingen.
- Klopt, Antonio,
maar de mensen moeten begrijpen hoe arm Jezus wel was.
Als ze die voederbak zien, zullen ze dat beter begrijpen.
Want Jezus was arm, net zoals zij.
En Hij was niet met goud behangen
zoals onze bisschoppen en onze paus.
- Oké, Francesco. Is dat een goede voederbak voor de kerk?
Franciscus bekijkt de voederbak.
- Heel goed Antonio.
- Neem hem maar mee.
- Kun je me ook nog wat stro en hooi geven, Antonio?
- Maar natuurlijk!
Franciscus is daar heel blij mee.
Hij wil al verder gaan, maar draait zich om.
- Antonio, nog iets.
Misschien moeten er ook een schaap en een ezel bij staan.
Wat denk je?
- Maar Francesco, dieren in een kerk?
- Ja, ik dacht even:
dan zien de mensen nog beter dat Jezus er is voor de arme mensen.
Dan zien ze nog beter dat Hij geleefd heeft zoals wij.
Weet je, ik zal aan de paus vragen of dat wel mag.
En ... het mocht.




Suggestie
(Naar: Sophie VEULEMANS in Simon plus, 2012, nr 2)

Laat de kinderen het verhaal naspelen.
Verdeel de kinderen in twee groepen:
- één groep is reporter
- de andere groep speelt Franciscus.

De reporters interviewen Franciscus.
. Waarom wil jij zo graag een kerststal met een echte voederbak en dieren in de kerk?
. Wat heb je de mensen hiermee willen duidelijk maken?
. Waarom vraag je aan de paus of er een voederbak en dieren in de kerk mogen komen?
. ... (vragen die de kinderen toevoegen)
De reporters brengen nadien verslag hierover uit.



De Kerststal

(Geïnspireerd door een verhaal van M.E. Breur)

Het is eind november. Yana en Louis wonen in een kleine stad. Ze zitten samen in het zesde leerjaar. Als de school gedaan is, wacht Louis in de gang op Yana. Op weg naar huis steken ze een plein over met oude huizen en een kerk. Ze zien dat de deur van de kerk openstaat. Twee mannen laden grote dozen uit een bestelwagen en dragen die de kerk in.
- Zou je in de kerk mogen? vraagt Louis, ik zou wel eens binnen willen kijken!
- Ik weet het niet, antwoordt Yana, willen we het aan die mannen vragen?
Samen lopen ze de trap op. Bij de open deur blijven ze staan.
- Wat een mooi gebouw, fluistert Yana.
Dan zien ze de twee mannen. Ze werken vooraan in de kerk in een hoek. Eén van de twee kijkt op en loopt naar hen toe.
- Hallo, komen jullie kijken?
- Mag dat? vraagt Yana.
- Natuurlijk, we maken iets moois. Komen jullie maar mee!
Dat laten Yana en Louis zich geen twee keer zeggen. In de hoek bij de zijmuur staan twee lange tafels. Er liggen bruine en groene doeken op. Aan de muur achter de tafels hangen er wandkleden. Die vormen een decor, met bergen tegen een blauwe lucht, een stad in de verte, een paar dorpen, bossen, akkers en weilanden. Er staan ook mensen op en een herder met een grote kudde schapen.
- Wat maken jullie? vraagt Louis.
- Een kerststal, antwoordt één van de mannen, nog vier zondagen en dan is het Kerstmis. Dan vieren we de geboorte van Jezus. Dat bereiden we nu al voor. Die tijd noemen we: advent. Op deze tafels beelden we het kerstverhaal uit. Elke week komt er een stukje bij.
De mannen werken verder. In het midden plaatsen ze een grote stal. Uit de dozen halen ze huizen, zoals die er in het oosten uitzien en bomen, mensen en dieren.
- Dat zal mooi zijn als het helemaal klaar is, denkt Louis.
- Kom Louis, we moeten naar huis. Mama wacht op ons, zegt Yana.
Eén van de mannen loopt even met hen mee naar de deur.
- Als jullie willen zien hoe het gaat worden, kom dan volgende week vrijdag gerust weer even kijken, zegt hij, we bouwen iedere week een stuk van het kerstverhaal bij.
- Dat doen we, roepen ze enthousiast, tot volgende week!

Een week later gaan Yana en Louis na de school naar huis. Op het plein staat de bestelauto weer voor de kerk.
- Kom mee! zegt Louis.
In de kerk zijn dezelfde mannen aan het werk. Een van hen kijkt op en lacht vrolijk als hij hen ziet.
- Kom maar, roept hij.
Yana en Louis lopen naar de tafels. Ze zijn nieuwsgierig hoe het kerstverhaal er nu uitziet. Links is er een dorp gemaakt. Er zijn huizen met bomen en een plein met een waterput.
- Kijk, zegt Louis en hij wijst naar één van de huizen, dat is zeker het huis van een timmerman: ik zie een werkbank en een zaag en een hamer! En daar ligt een stapel planken!
- Oh ja, roept Yana, en die man en een vrouw met bagage zijn zeker Jozef en Maria die op reis gaan!
- Jullie hebben allebei gelijk, zegt de man naast hen. Dat dorp heet Nazaret en Jozef is de timmerman van het dorp. Hij is verloofd met Maria. En weten jullie ook waar Jozef en Maria naartoe gaan?
- Ja, ze gaan naar Betlehem! antwoordt Yana.
- Waarom gaan ze daarnaar toe? vraagt Louis.
- De Romeinse keizer Augustus had gezegd dat iedereen zich in zijn rijk moest laten inschrijven in de stad van zijn voorouders. Zo kon hij weten hoeveel mensen er precies in zijn rijk woonden. Jozef stamde van koning David af en die kwam uit Betlehem. Jozef en Maria moesten het hele eind lopen. Kijk, hier moeten ze naar toe.
De man loopt met Louis en Yana naar het midden van de tafels, waar de stal staat. Rechts daarvan werd een dorp gebouwd met in het midden een groot huis met een groep mensen ervoor. Er staan ook soldaten naast het huis.
- Dit is Betlehem, vertelt de man verder, en dat is het huis waar de mensen zich moeten laten inschrijven. De soldaten houden de wacht en zorgen dat alles ordelijk verloopt.
Yana wijst naar een huis vlakbij. Daar staan een paar ezels en een kameel.
- Dat is zeker de herberg! zegt ze, die was vol toen Jozef en Maria een plekje zochten om te slapen.
Louis loopt verder. Aan het einde tegen de muur is een heuvel gebouwd, met een huis erop en een weg erheen met bomen. Eén van de mannen zet een paar beelden in het huis. Door de grote ramen heen kun je ze goed zien: ze staan bij een tafel vol boekrollen.
- Dit is het oosten! zegt de man. Hier woonden de geleerden die de sterren bestudeerden.
- De wijzen uit het oosten, weet Yana, die er ook bij is komen staan.
- Volgende week gaan we weer verder, komen jullie dan weer kijken? vragen de mannen.
- Zeker en vast! zeggen Yana en Louis enthousiast.

Overal in het centrum hangt er kerstversiering: bogen en slingers met dennengroen en lichtjes. Midden op het plein staat een enorme kerstboom. Louis en Yana lopen er langs en gaan dan voor de derde keer de kerk binnen. Ze zien meteen de grote ster die in de donkere hoek hangt, in het oosten. Er brandt een lampje in. De wijzen staan nu buiten het huis, met een paar knechten en kamelen met bagage op hun rug. Ze kijken allemaal omhoog, naar de ster.
- Nu gaan ze op reis, weet Yana, de ster wijst hun de weg naar Betlehem.
- Hoe kan een ster nu de weg wijzen? vraagt Louis.
- Dat kan, omdat het een bijzondere ster was, legt een van de mannen hem uit. Omdat de wijzen zoveel wisten van de sterren, wisten ze ook dat als ze die speciale ster zouden zien, er een langverwachte koning geboren moest zijn. Zo wisten ze ook waarheen ze moesten reizen.
Louis knikt, dat kan hij begrijpen.
Aan de linkerkant zijn Jozef en Maria op één derde afstand van Nazaret naar Betlehem. Er lopen ook een paar Romeinse soldaten op de weg en een wat verderop nog een groepje reizigers. Dicht bij Betlehem, links van de stal, staat een kudde schapen met een paar herders.
Even later lopen Yana en Louis weer naar huis langs de versierde etalages van de winkelstraat.

De volgende vrijdag zijn Louis en Yana wat later uit school dan anders. Ze hebben met een paar andere kinderen na schooltijd nog geoefend voor het schoolkerstfeest.
- De mannen zullen er toch nog wel zijn, zegt Louis als ze op het plein lopen. Hij vindt de kerststal heel bijzonder en is benieuwd hoe hij nu weer veranderd is. Gelukkig is de kerk nog open. Er zijn geen nieuwe dingen meer bij de kerststal gekomen. Er zijn wel een paar dingen veranderd: in het oosten hangt de ster nu halfweg de weg naar Betlehem en de wijzen zijn ook halfweg. Aan de andere kant zijn Jozef en Maria vlakbij Betlehem. Ze staan bij de herders en hun kudde.
- Volgende week vrijdag maken we de stal klaar voor de vierde zondag van de advent, zegt één van de mannen als Louis en Yana naar de deur lopen. Pas op kerstavond, voor de kerstnachtdienst, zetten we Maria en Jozef met het kindje in de stal en de engel bij de herders.

Louis en Yana zijn blij als ze de school uitlopen.
- Hoera, twee weken vakantie! roept Yana en ze trekt Louis aan zijn mouw. Kom, we gaan snel kijken naar de kerststal!
Even later staan ze vol bewondering bij de kerststal in de kerk. Die is af. De wijzen staan met hun kamelen en hun bedienden vlakbij het stadje Betlehem. De ster hangt boven de stal te schitteren.
- Louis, kijk, de engel is bij de herders, wijst Yana, hij komt ze vertellen dat Jezus geboren is in de stal. Dan gaan alle herders erheen om te kijken. En de engelen zingen: Eer aan God.
Samen gaan ze naar de stal in het midden. Jozef en Maria staan er nu in en in een voerbakje ligt een kindje: Jezus. Maria zit er op haar knieën naast en Jozef staat erbij met een lantaarn in zijn hand.
- Ik zal jullie iets leuks laten zien, glundert een van de mannen, Hij buigt zich voorover en pakt voorzichtig het kindje uit het kribje. Hij legt het op de arm van Maria.
- Oooh! Yana zucht van bewondering, zo is het nét echt.
De mannen lachen en knikken. Nog één keer lopen Louis en Yana langs het hele kerstverhaal en bekijken alles nog eens heel goed.
- Vandaag is de Redder van de mensen geboren in de stal van Betlehem, zegt één van de mannen, als ze weggaan, denk daar maar aan met Kerstmis.





DOEN

Tekendictee: Kerstmis

Lees de tien opdrachten voor. De kinderen tekenen wat ze horen.
1. In het midden van je blad teken je een grote stal.
2. In de stal ligt een kindje in een voederbak voor de dieren.
3. Naast het kindje staan de mama en de papa.
4. In de stal staan een os en een ezel.
5. Naast de stal is er een herder.
6. Rond de herder staan twee schaapjes.
7. Boven de stal is een grote ster.
8. In de verte zijn er drie koningen.
9. Het is midden in de nacht.
10. Teken nog 1 ding wat hierbij past.



Knutselen van een kerststal

Zomaar een stal

Nodig de kinderen uit om elk hun eigen kerststal te maken. Alle materialen en technieken zijn mogelijk. Het ging immers om een schuilplaats voor dieren!
Organiseer daarna in de kerk of op school een tentoonstelling.
Wie deelneemt kan een prijs winnen.
Zorg voor zoveel categorieën dat elk kind naar huis kan met een 'prijs'.
Hier alvast enkele mogelijkheden: de kleurrijkste, de grootste, de kleinste, de meest ontroerende, de meest speciale, de meest verzorgde, de origineelste, ...
in papier, in hout, in klei, in plastiek, in karton, in plasticine, in lego, in papier, in zoutdeeg, in stof, in kurk, in pleister...



Kerstkijkdoos

Materiaal
Schoendoos waarin een klein gaatje (grootte van een euro) uitgeknipt werd aan de voorkant, en een groot gat in het deksel (grootte van een vuist) dat nadien met crêpepapier wordt dichtgeplakt.
Tekenpapier, materiaal om te tekenen en te kleuren, schaar, lijm.


Verloop
Nadat de kinderen het verhaal van de geboorte van Jezus beluisterd hebben, sommen ze de figuren op die een rol spelen in dat verhaal. Nadien tekenen / kleuren ze deze figuren, die niet groter mogen zijn dan de hoogte van de schoendoos. Onder elk van deze figuren laten ze wat ruimte vrij om ze nadien te kunnen kleven in de doos.
Ze knippen deze figuren uit met wat extra ruimte onder de voeten / poten dat ze omplooien. Het omgeplooide deel plakken ze vast aan de doos.


TIPS
. Elk kind maakt zijn eigen kerstkijkdoos – dit vraagt wel veel tijd, maar heeft het voordeel dat elk kind nadien met een eigen doos naar huis kan.


. In een kleine groep kan men aan één kijkdoos werken:
- Eén of meer kinderen werken aan de buitenaankleding van de doos (buitenkant stal? Grot?)
- Iemand werkt aan de binnenaankleding van de doos (stal? Grot?)
- Verschillende kinderen werken aan de figuren die zowel in als buiten de doos gekleefd kunnen worden.
Maak hierover vooraf precieze afspraken.


. In een grote groep kunnen verschillende kerstkijkdozen gemaakt worden, die telkens een ander moment of een andere plaats uitbeelden. Nadien kun je de verschillende dozen verspreiden over het hele lokaal. Wandel dan met de kinderen van de ene doos naar de andere, terwijl het grote verhaal opnieuw verteld wordt.


. Men kan tijdens deze activiteit kerstliederen laten beluisteren die gebruikelijk zijn in onze streken. Kinderen die deze liederen al kennen, kunnen ze meezingen / neuriën. Anderen hebben het nadien gemakkelijker om deze liederen aan te leren.


. Men kan ook de schoendoos openlaten en op een van de zijden laten staan. Daarin kan men het hele tafereel opbouwen en hoeft men geen gaten bovenaan en in een zijkant te maken.



Kerstfiguren

Jozef, Maria, herders, wijzen ...

Laat je voor het maken van de figuren in de stal inspireren door dit materiaal.


Je kunt de figuren ook laten boetseren in klei. Ze kunnen nadien eventueel aangekleed worden met stof die door stijfsel gehaald is. Zo blijven de plooien zoals je wilt.


Wie een actuele kerststal uitwerkt kan een geschikte foto kleven op karton, uitknippen en rechtzetten met behulp van klei, legoblokjes ...



Schaapjes

Ponpomschaap

Materiaal
Witte wol, wiebelogen (of knoopjes, of draad waarmee je oogjes kunt borduren), dikke naald waar verschillende draden wol door kunnen, witte en zwarte vilt, schaar, karton, textiellijm.


Werkwijze
Knip twee cirkels met een diameter van 6,5cm uit een stuk karton. Knip een ronde opening in het midden van beide cirkels. Maak deze opening niet te klein.
Wikkel de wol zo gelijkmatig mogelijk rond de kartonnen schijven. Doe dit zo lang tot het gat in het midden goed vol is. Gebruik hiervoor een dikke naald. Knip dan de wol tussen de twee kartonnetjes. Houd daarvoor je duim stevig op de wol en verplaats je duim voorzichtig tijdens het knippen.
Neem twee draden wol en trek die tussen de twee cirkels door. Trek ze stevig aan en knoop goed vast. Trek dan voorzichtig de kartonnen cirkels uit de pompon of scheur ze open. Knip de pompon bij zodat die mooi rond wordt.
Knip dan een schapenkopje uit vilt. Plak er met textiellijm twee oogjes op (of naai er twee kleine knoopjes op of borduur twee oogjes met draad). Plak het kopje op de pompon.
Maak vier pootjes van stevig karton. Plak die daarna vast onder het schaapje.


TIPS
Zoek op het internet hoe je pompons kunt maken.
Inspireer je voor het kopje op dit schaapje:
Tekening Schaapje