Loading...
 

KRINGGESPREK

Wat?

Een gesprek waarbij de deelnemers in een kring zitten, en waar men om beurt iets kan zeggen, terwijl de anderen actief luisteren. Zo'n kringgesprek knoopt aan bij de actualiteit en bij het leven van de deelnemers.





Bedoeling

.
Iedereen krijgt de kans om zich in te leven in een situatie / een probleem en zijn mening daarover te verwoorden. (Omdat in een kring geen voorrangsplaatsen zijn, is elke mening, elke uitspraak de moeite waard om beluisterd te worden.)
.
Men leert een onderwerp vanuit verschillende standpunten te zien en te komen tot een meer genuanceerde kijk erop.
.
Men leert zichzelf en de anderen beter kennen.
.
Het proces dat men tijdens zo'n gesprek doormaakt is belangrijker dan het product.
.
Voor wie het gesprek leidt, kan een kringgesprek een middel zijn om te vernemen hoe en in welke mate de deelnemers met een bepaalde situatie of probleem vertrouwd zijn.


Belangrijk
.
Een kringgesprek dient niet om nieuwe inhouden aan te brengen, noch om te discussiëren, maar wel om de ideeën en gevoelens af te tasten die er in de groep leven.
.
Hoe jonger de kinderen, hoe concreter de onderwerpen en de vragen.





Aan de slag

Grootte van de groep

Een kringgesprek verloopt het best met een tiental deelnemers. Omdat klassen meestal bestaan uit een groter aantal deelnemers kun je overwegen - afhankelijk van de leeftijd en het onderwerp - om de groep te splitsen in een binnenkring en een buitenkring. Het eigenlijke gesprek vindt dan plaats in de binnenkring, de deelnemers in de buitenkring krijgen een observatieopdracht die nadien besproken wordt.



Afspraken

De deelnemers ...
- spreken niet om gelijk te krijgen, maar om samen de waarheid te zoeken. Een kringgesprek is geen discussieronde!
- praten niet door elkaar, laten iedereen uitspreken en geven iedereen de kans om gehoord te worden.
- kunnen hun visie of mening verantwoorden, argumenteren.
- sluiten aan bij de vorige spreker.
- blijven bij het onderwerp.
- eerbiedigen het standpunt van anderen. Deze waardering wil niet zeggen dat alle meningen even waardevol (doordacht, gefundeerd) zijn.
- gebruiken geen onduidelijke of dubbelzinnige termen.
- doen geen aanvallen op de personen om zo de stellingen af te zwakken.


Belangrijk
Maak voor de groep een keuze tussen bovenstaande afspraken. Niet alles is voor elke groep van toepassing.



Voor wie het gesprek leidt

. Zorg voor een sfeer van vertrouwen.
. Moedig aan of toom in naargelang de aard van de deelnemers
. Leg je eigen visie niet op. Wie toch een persoonlijke visie en houding verwoordt, doet dat heel sober en heel beknopt.
. Waardeer goede tussenkomsten.
. Zuiver op tijd bepaalde begrippen of gedachten uit.
Bijvoorbeeld: wat bedoel je daarmee?
. Blijf bij het onderwerp.
. Betrek iedereen bij het gesprek.
. Vat geregeld samen of herneem kort belangrijke tussenkomsten.



Duur

Een kringgesprek duurt ongeveer 15 minuten. Voor jongere kinderen mag het korter (10 minuten). Men merkt zelf best aan de concentratie en de betrokkenheid van de deelnemers, wanneer een kringgesprek het best afgerond wordt.





Verloop

Om te starten
Dit kan zijn: een verhaal; een gedicht; een krantenartikel; een stripverhaal, een foto, een tekening, een intrigerende situatie die zich in de groep of daarbuiten voordoet, of ook: materiaal dat de kinderen / jongeren zelf meenemen (foto's, voorwerpen, teksten).


Vragen
B.v.
- Wat vond je het fijnste/het mooiste van dit verhaal / deze plaat / deze gebeurtenis?
- Wat vond je vreemd / gek?
- Wat zou die persoon gedacht, gevoeld hebben?
- Wat zou hij daarmee bedoelen?
- Waar doet dit verhaal je aan denken?
- Wat voel je als je deze muziek beluistert?
Deze vragen worden gesteld op het niveau van de groep waarvoor het gesprek bedoeld is.
Ze gaan niet alleen over wat men weet, maar ook over wat men denkt en wat men voelt.

Ze worden voldoende open geformuleerd, zodat een veelheid aan visies aan bod kan komen.
B.v.
'Wat denk je over Swimmy?' is een open vraag, omdat alle mogelijkheden open liggen om die vraag te beantwoorden.
'Vind je Swimmy ook een lief visje?' is een gesloten vraag, omdat de wegen om op die vraag in te gaan 'afgesloten' zijn. Men kan alleen nog 'ja' of 'nee' zeggen.


Inventarisatie
Verzamel de elementen uit het gesprek via:
- trefwoorden
- een schema
- een tekening
- een kernachtige uitspraak of een titel voor het verhaal
- een symbool

Het is interessant om vooraf voor jezelf een schema te maken waarin je de te verwachten antwoorden inventariseert. Dit schema mag het kringgesprek echter niet beïnvloeden. Het kan wel helpen om de kwaliteit van je vragen te verhogen. Nadien kun je het schema gebruiken om te inventariseren, maar alleen in de mate dat het ingevuld werd door wat de deelnemers zelf aanbrachten.


Om af te sluiten
- een lied over het gespreksthema beluisteren, zelf zingen
- een toepasselijk gedicht laten lezen/voorlezen
- een gebed
Deze manier om af te sluiten is alleen bedoeld bij een kringgesprek dat ook het einde van de activiteit is.


TIPS
. Een speelse manier om na te gaan of ieder aan het woord gekomen is, is een bol wol te gooien naar wie men aan het woord wil. Op het einde van het gesprek is er dan een heel spinnenweb te zien.

. Elke deelnemer krijgt een aantal kaartjes. Hoe groter de groep, hoe minder kaartjes men krijgt. Telkens iemand het woord neemt, moet hij kaartje afgeven. Wie niet spaarzaam is met zijn tussenkomsten is vlug uitgepraat. Zo ervaren leerlingen iets over hun eigen spreekgedrag en dat van de anderen.





Voorbeeld

Doopsel

(Bron: Beloofd blijft beloofd A, p.58)

Vooraf
De kinderen hebben foto's meegenomen die gemaakt zijn ter gelegenheid van een doopsel.


Kringgesprek
Vragen
Wie kan er over deze foto iets vertellen?
Wie staat er op?
Wat gebeurt er?
Wie heeft wel eens een doopsel meegemaakt?


Inventarisatie
(Deze inventarisatie kan men rijker maken door het binnenbrengen van foto's over het doopsel in andere christelijke gemeenschappen)
De gegevens die de kinderen aanbrengen worden gegroepeerd rond:
water; bedienaar; gemeenschap
Zoek ook op wat gemeenschappelijk is:
'Ik doop je in de naam van de Vader, de zoon en de H. Geest.'


Afsluiting
Bij één van de foto's die je zelf mee had zeg je:
Natasja is nu geen baby meer, maar net zo oud als jullie zijn. Schrijf haar eens een briefje waarop je schrijft dat je haar doopfoto hebt gezien en dat je er samen met je klas over hebt gepraat. Vertel haar wat je ontdekt hebt.





Evaluatie voor de begeleider

Gesprek
- Wordt iedereen bij het gesprek betrokken?
- Kreeg iedereen de kans om zijn mening te zeggen?
- Worden visies of meningen ook verantwoord? (argumenten)
- Blijft men bij het onderwerp?


Onderwerp
- Sloot het voldoende aan bij de leefwereld en de mogelijkheden van de kinderen/ jongeren?
- Werd het voldoende open ingeleid?


Kinderen / jongeren
- Sloten ze aan bij de vorige spreker?
- Bleven ze bij het onderwerp?
- Eerbiedigen ze het standpunt van anderen?


Begeleider
- Worden goede tussenkomsten gewaardeerd?.
- Worden op tijd bepaalde begrippen of gedachten uitgezuiverd? B.v. Wat bedoel je daarmee?
- Wordt het gesprek geregeld samengevat?
- Worden belangrijke tussenkomsten bondig hernomen?