Bedoeling
Het rollen van een kubus is een speelse werkvorm die de kinderen uitdaagt om op zes verschillende manieren met een onderwerp om te gaan.
Praktisch
Materiaal
Kubussen kunnen in allerlei groottes (20, 25, 30, 40, 50 cm3) en in allerlei materialen (isomo, karton, schuimrubber, mousse - gratis te verkrijgen in winkels die matrassen verkopen) gemaakt worden.
Elk van de zijvlakken kan bekleed worden met b.v. badstof, katoen, een stof waarop gemakkelijk papier (tekeningen, prenten enz.) kan geprikt worden. Je kunt alles in dezelfde kleur behouden, maar je kunt je ook inspireren aan de kleuren van de regenboog.
Je kunt de kubus langs alle zijden stevig dichtmaken, maar je kunt er ook een doos van maken (afhankelijk van het materiaal), zodat je er materiaal kunt in verzamelen.
Breng op de verschillende zijden een plastic map aan waarin de opdrachten kunnen geschoven worden. Of gebruik velcro / klittenband op de kubus en op de prenten zodat veelvuldig gebruik mogelijk is.
TIP
Maak de kubus niet te zwaar of te log, zodat de kinderen ze gemakkelijk kunnen hanteren.
Toepassingen
Werken met één kubus
Een kubus met vragen
Gebruik deze kubus in een kringgesprek, waarbij verschillende kinderen kunnen gooien.
Wie gooit hoeft niet noodzakelijk de vragen te beantwoorden.
Bijvoorbeeld
Stilstaan bij verschillen zijn tussen henzelf en andere kinderen
- Noem iets waar je linkerbuur goed in is en jij niet
- Wie in de klas kan het beste tekenen?
- Welke haarkleur komt het meeste voor in de klas?
- Wie schrijft er links?
- Wie heeft het meeste broertjes en zusjes?
- Wie is het grootst?
Een kubus met opdrachten
Op de zes zijden van een kubus staan zes pictogrammen.
Bijvoorbeeld:
Op elk van de zijden staat een emoticon.
Het kind dat gegooid heeft komt, beeldt het bijhorende gevoel uit.
1. blij
2. verdrietig
3. boos
4. nadenkend
5. bang
6. opgelucht
De anderen raden.
- Hoe zou jij het uitbeelden?
- Heb jij je zo al eens gevoeld? Wanneer?
Beperkingen
. de vragen / opdrachten moeten evenwaardig zijn aan elkaar, omdat je geen volgorde in je vragen kunt steken.
. Voorzie extra opdrachten / vragen of mini-activiteiten voor het geval de kubus meerdere keren op hetzelfde vlak valt.
Werken met twee kubussen
Bijvoorbeeld
Na het vertellen van een Bijbelverhaal
Op de ene kubus komen zes illustraties of zes zinnen die het verhaal oproepen.
Bijvoorbeeld: een kerstkubus
- Maria wordt door een engel aangesproken.
- Maria en Jozef gaan naar Betlehem.
- Jezus wordt geboren in een stal in Betlehem.
- De herder bezoeken de pasgeboren Jezus
- De koningen (wijzen) merken een bijzondere ster op en volgen die.
- De koningen (wijzen) komen aan bij Maria en Jezus.
Op de andere kubus komt een opdracht:
De kinderen vertellen over de illustratie: wie en wat zien ze? Wat gebeurt er? | |
Ze beelden de passage uit met sobere hulpstukken. (bv. lakens en doeken)(tableau vivant) | |
Ze formuleren hun bedenkingen bij de illustratie die te zien is of verwoorden hun eigen mening bij uitspraken met eens/oneens. | |
Ze maken een tekening van het juist gelezen fragment. | |
Ze maken een onderdeel van een collage of krijgen de opdracht iets te knutselen ivm met het verhaal. | |
Ze verwoorden hoe ze zich zouden voelen indien bij de situatie die op de illustratie wordt afgebeeld. |
Informeer vooraf de kinderen over de betekenis van elk pictogram.
Vertel of lees het verhaal voor. Eén kind laat de kubus met de illustratie of de tekst van het verhaal. Een ander kind rolt met de kubus waar de pictogrammen op staan.
Bij het pictogram dan bovenaan komt te liggen wordt de bijbehorende opdracht gegeven.
De besproken prent wordt dan van de kubus gehaald. Wanneer een leerling gooit en er is geen illustratie meer te zien, dan moet iemand anders gooien.
Als alle illustraties aan bod gekomen zijn, worden ze in de juiste volgorde gelegd.
Belangrijk
Niet alle pictogrammen zijn toepasbaar op elk verhaal. Daarom: niet-toepasbare pictogrammen vervangen door andere.
Wanneer?
Bij het begin van een activiteit
Op een kubus staan pictogrammen die verwijzen naar: gebed, lied, gedicht, dans, kort verhaal voorlezen, stiltemoment rond een kaars / een foto.
Het gooien van de kubus bepaalt welke activiteit aan bod zal komen.
Verwerken van een Bijbelverhaal
Breng op de zes zijden van een kubus zes verschillende pictogrammen aan die de volgende vragen oproepen:
1. Wie komt er in het verhaal voor?
2. Wat gebeurt er in het verhaal? (in grote lijnen)
3. Waar speelt het verhaal zich af?
4. Wanneer vindt het verhaal plaats?
5. Wat treft jou in het verhaal?
6. Wat leert het verhaal?