Johannes 1, 1-18: In het begin
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1673)
In het begin was Gods Zoon er al. Hij was bij God, en hij was zelf God. In het begin was hij al bij God. Alles is door hem ontstaan. Zonder hem zou er niets zijn.
Al het leven komt van hem. Het leven dat hij brengt, is het licht voor de mensen. Hij is het licht dat schijnt in het donker. En het licht heeft het gewonnen van het donker.
Er kwam een man die door God gestuurd was. Hij heette Johannes. Hij kwam om te vertellen over het ware licht. Want alle mensen moesten in dat licht gaan geloven. Johannes was niet zelf het licht, maar hij kwam om over het licht te vertellen.
Gods Zoon is het ware licht, dat schijnt voor alle mensen. Hij kwam naar de wereld, die hij zelf gemaakt had. Maar toen hij in de wereld was, begrepen de mensen niet wie hij was. Hij kwam bij zijn eigen mensen, maar die wilden niet in hem geloven.
Toch waren er ook mensen die wel in hem geloofden. Zij mochten kinderen van God worden. Dat betekent dat ze op een nieuwe manier geboren zijn. Niet op de gewone manier, uit een vader en een moeder. Maar op een hemelse manier, uit God.
Gods Zoon is een mens geworden. Hij heeft bij ons gewoond. In hem hebben wij Gods hemelse macht gezien. Hij is Gods enige Zoon, die bij de Vader vandaan gekomen is. In hem waren Gods liefde en trouw volledig aanwezig.
Johannes vertelde over hem, en zei: ‘Na mij komt iemand die belangrijker is dan ik. Want hij was er al veel eerder dan ik.’
God is goed voor ons, telkens weer. Dat merken we aan de grote liefde die zijn Zoon ons laat zien. Via Mozes hadden we Gods wet al gekregen. En nu hebben we door Jezus Christus Gods liefde en trouw leren kennen.
Nog nooit heeft iemand God gezien. Maar de enige Zoon, die zelf God is, kent de Vader van dichtbij. Gods Zoon is bij ons gekomen. En door hem kennen wij God.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
In het begin was het Woord
en het Woord was bij God
en het Woord was God.
Dit was in het begin bij God.
Alles is door Hem ontstaan
en zonder Hem is niets geworden
van wat geworden is.
In het woord was leven
en dat leven was het licht voor de mensen.
En het licht schijnt in de duisternis
maar de duisternis krijgt het niet in zijn macht.
Johannes de doper werd door God gezonden
Deze kwam tot getuigenis, om te getuigen van het Licht
zodat allen door hem tot geloof zouden komen.
Niet hij was het Licht
maar hij moest getuigen van het Licht.
Hij zei:
‘Het ware Licht dat iedere mens wil verlichten
is in de wereld gekomen.
Hij was in de wereld;
de wereld is door het licht ontstaan
en toch erkende de wereld Hem niet.
Hij kwam in het zijne,
maar de zijnen aanvaardden Hem niet.
Maar allen die in Hem geloven
gaf Hij de kans kinderen van God te worden.
Zij zijn niet uit bloed
noch uit begeerte van het vlees of de wil van een man,
maar uit God geboren.
Het Woord is vlees geworden
en heeft bij ons gewoond.
Wij hebben zijn grootheid gezien,
de grootheid van de unieke Zoon,
vol goedheid en waarheid.
Wij hebben Johannes’ getuigenis over Hem toen hij uitriep:
‘Deze was het van wie ik zei:
Hij die na mij komt is meer dan ik,
want Hij was er voor mij.’
Van zijn volheid hebben wij allen ontvangen;
genade op genade.
De Wet werd door Mozes gegeven,
Maar Jezus Christus zal goedheid en waarheid brengen.
Niemand heeft ooit God gezien;
de unieke Zoon van God, die dicht bij de Vader is,
Hij heeft Hem doen kennen.
Stilstaan bij...
Woord
'Woord' is de vertaling van het Hebreeuwse woord 'dabar', het woord dat doet wat het zegt. Zo schiep God de wereld door zijn 'woord'.
‘Hèt Woord’ is ook de manier waarop God midden van zijn volk verblijft
(het gesproken woord tot Noach, Abraham, Mozes, profeten...). Dit woord heeft een bevrijdende uitwerking als het beluisterd wordt.
‘Het Woord’ is de naam die Johannes in het eerste hoofdstuk van zijn evangelie aan Jezus gaf. Hij drukte hiermee de unieke relatie van Jezus met God uit.
Licht /duisternis
Licht kenmerkt de sfeer van God.
Licht is inzicht, helderheid, zin.
Johannes zinspeelt met ‘licht’ op Jezus.
Tegenover ‘licht’ staat ‘duisternis’.
Duisternis is leugen, verwarring, zinloosheid.
Johannes
(Hebreeuws = ‘God is genadig’)
Zoon van de priester Zacharias en zijn vrouw Elisabet.
Johannes droeg een kameelharen kleed zoals de profeet Elia. Een ‘beeldende’ manier om hem als profeet te typeren.
Geloven in zijn naam
= geloven in Jezus als het woord van God, als diegene die God openbaart en zichtbaar maakt.
Tent
Dit herinnert aan de tabernakel, de tent waarin het joodse volk de woorden van God bewaarde tijdens zijn lange tocht door de woestijn.
Wet
De wet, ‘de woorden van God’, wordt gezien als een wegwijzer, leefregel, niet als beklemmende verboden.
Mozes
Vertegenwoordigt de wet. Zijn naam betekent: ‘uit het water gered. Hij leidde het joodse volk uit Egypte door de Rietzee naar het beloofde land.
Bij de tekst
'In het begin'
Het evangelie van Johannes begint als een nieuw scheppingsverhaal.
Zoals het Oude Testament begint met: 'In het begin schiep God hemel en aarde', zo begint het evangelie van Johannes met: 'In het begin was het woord'
Hij schrijft dus niet over de geboorte van Jezus zoals Matteüs of Lucas dat doen. Wat Johannes in Jezus zag, vatte hij samen in de woorden: 'leven' en 'licht'.
In Jezus schijnt het licht van Gods aanwezigheid. In Jezus zien mensen wie God voor de mensen wil zijn. Als je Hem ziet, weet je hoe je moet leven om ook voor anderen licht te zijn.
Alle mensen die zo 'licht' zijn, noemt God 'zijn kinderen'. Ze worden één voor één uit hem geboren.
Een oud lied?
Deze eerste zinnen uit het evangelie volgens Johannes zijn vermoedelijk een bewerking van een bestaand lied / hymne dat er als volgt had kunnen uitzien:
In het begin was het Woord
en het Woord was bij God
en God was het Woord
Alles is door Hem geworden
en zonder Hem is niets geworden van wat geworden is.
In Hem was leven
en dat leven was het licht van de mensen.
Het ware licht
dat iedere mens verlicht.
Hij was in de wereld
en toch erkende de wereld Hem niet.
Hij kwam in het zijne
maar de zijnen aanvaardden Hem niet.
Het woord is vlees geworden
en heeft onder ons gewoond
vol genade en waarheid
Van zijn volheid hebben wij allen ontvangen
genade op genade.
Merk op dat Johannes niet schrijft over het hoe, het wat en het waar van Jezus' geboorte.
Suggesties
Kleine kinderen
ZINGEN
Lied: Oh, wat een licht
(N. Vervoort in Naomi, uitgeverij Averbode, 2008-2009 nr 2, p. 2-4)
(Op de melodie van 'O when the saints')
Oh, wat een licht!
Oh, wat een licht!
Oh, wat een licht, halleluja!
Oh, wat een licht als Jezus komt!
Oh, wat een licht, halleluja!
VERTELLEN
Lichtjes
(C. LETERME, Parels van verhalen, uitgeverij Averbode 2019, p. 191)
Op een koude dag in december,
ging Oliver met zijn moeder naar de stad. Hij had een sjaal nodig.
‘Waarom branden er hier zoveel lichtjes?’ vroeg hij.
‘Omdat de mensen dat leuk vinden,’ wist mama.
Oliver ging naar school.
Samen met de andere kinderen versierde hij een kerstboom.
‘Waarom branden er zoveel lichtjes?’ vroeg hij.
‘Omdat dat gezellig is,’ wist zijn juf.
Oliver ging naar zijn opa en oma.
Oma zette de tafel klaar. Er stonden veel theelichtjes.
‘Waarom zet je zoveel lichtjes op tafel?’ vroeg hij.
‘Omdat we iets te vieren hebben,’ wist zijn opa.
‘Wat is er dan te vieren?’ vroeg Oliver.
Opa deed een doos open.
Hij haalde er beeldjes uit en zette die onder de boom.
‘Dat zijn Jozef en Maria,’ vertelde opa.
‘Lang geleden verwachtte Maria een kindje.
Dat kindje is geboren in een stal.
Herders en koningen zijn het toen komen bezoeken.
Dat kindje heette Jezus.
Hij was in zijn leven
als een licht voor de mensen.
Daarom branden de mensen zoveel lichtjes
op de dag dat ze zijn geboorte vieren.’
DOEN
Lichtglaasjes
Materiaal
een klein glazen potje, gekleurd papier, een prikmatje en een priknaald, schaar, plaklint, theelichtje.
Verloop
Knip uit het papier een strook die rond het potje past.
Teken daarop sterren die verschillend van grootte zijn. De eenvoudigste sterren zijn die die gelijken op een *.
Prik op de tekening. (Niet te dicht bijeen!)
Breng de strook aan op het potje en kleef vast.
Plaats daarna een theelichtje in het potje.
BIDDEN
Feest
(Naar Stef DESODT, Even stil, bidden met kinderen, uitgeverij Averbode 1999)
Het is feest.
Groot feest.
De kerstboom staat er.
Er hangen lichtjes in de boom.
Het is mooi.
Kerstmis en licht,
dat gaat goed samen.
Vooral omdat Jij, Jezus,
het grote Licht bent.
Jij wijst ons de weg.
Jij vertelt ons
hoe we licht moeten zijn
voor de anderen.
Grote kinderen
VERDIEPEN
'Woorden'
Eerste deel uit: A. DE LESTRADE, Het land van de grote woordfabriek, De eenhoorn, maart 2010, ISBN 978-90-5838-569-7
'Er is een land waar de mensen bijna niet spreken.
Het is het land van de grote woordfabriek.
In dat vreemde land moet je de woorden kopen
en heel voorzichtig inslikken om ze dan te kunnen uitspreken.
De grote woordfabriek werkt dag en nacht.
Uit de machines stromen duizenden en duizenden woorden
van één enkele machtige taal.
Sommige woorden zijn onbetaalbaar.
Die dure woorden worden maar zelden gesproken,
en alleen door schatrijke mensen.
In het land van de grote woordfabriek kost spreken handenvol geld.
Mensen zonder centen
zoeken soms in vuilnisbakken naar weggegooide woorden.
Maar tussen al die wegwerpletters zit vooral veel rommel:
roddel en kletskoek en oudewijvenpraatjes.
In de lente zijn er wel eens woordkoopjes.
Dan liggen hopen letters en woorden
in graai- en grabbelbakken voor een prik te koop.
Helaas zijn die goedkope woordjes vaak ook dwaas.
Wat moet je beginnen met buiksprekerspop,
dromedariszadel of appelsapmakerij.
Op sommige dagen dwarrelen er zomaar woorden door de lucht.
Dan pakken alle kinderen vliegensvlug hun vlindernet
om de loswaaiende woorden te vangen en te proeven.
Als de avond valt en ze aan tafel gaan,
spreken ze plots en tot verwondering van hun ouders,
de lekkere woorden langzaam weer uit.'
Gebruik het eerste deel van dit prachtig boekje, dat ook heel mooi geïllustreerd werd, om een filosofisch gesprek te voeren over 'woorden'.
- Wat zijn woorden?
- Ken je woorden die je langzaam uitspreekt?
- Ken je 'onbetaalbare woorden'?
- Ken je woorden die je zomaar kunt weggooien?
- Of dwaze woorden?
- Wat denk je bij 'woord van God'?
- Wat denk als de evangelist Johannes zegt dat Jezus dat 'woord van God' is?
De vele gezichten van licht
(Naar: C. LETERME en K. VANCLEYNEBREUGEL in Zonneland / Zonneland plus 2004, nr.15)
Laat de kinderen de ruimte binnengaan. Sta in de buurt van de lichtschakelaar en zorg ervoor dat niemand het licht aansteekt. Wanneer de kinderen op hun plaats zijn, ga je verder met de verwelkoming van de kinderen alsof er niets aan de hand is. Doe dan het licht aan.
Schrijf op een flap of op een bord het woord LICHT en laat de kinderen er alle woorden rond noteren die ‘licht’ bij hen oproept. Onderstreep nadien, in gesprek met de kinderen, alle woorden die te maken hebben met ‘lichtbronnen’ (bv. zon, lamp, kaars). Onderstreep in een andere kleur de woorden die eerder met sfeer of betekenis te maken hebben (B.v. gezellig, kunnen zien, opgelucht...)
Laat de kinderen de volgende getuigenissen voorlezen.
Bij ‘licht’ moet ik denken aan Kerstmis. Bij ons is dat de donkerste en koudste periode van het jaar. Als er dan kaarsen branden op de adventskrans of op de tafel, dan weet ik dat het niet altijd donker en koud blijft. Dat het ooit weer langer licht blijft, en dat de lente niet veraf meer is.
Ankie, 29 jaar
Als de zon schijnt, ben ik altijd goedgemutst. De natuur heeft licht nodig om te groeien. Soms heb ik het gevoel dat mensen dat ook nodig hebben!
Eef, 50 jaar
Licht is voor mij hoop. Elke ochtend als ik wakker word, ben ik blij dat er weer een nieuwe dag aangebroken is. Ik bedank God elke ochtend voor het licht en de dag.
Kathleen, 10 jaar
Licht is vreugde. Dat kun je echt voelen als je het licht volgt in je leven. Je hebt altijd de keuze tussen licht of duisternis. Je beslist zelf.
Patrick, 39 jaar
Licht is iets vreemd. Het zit vol afwisseling. Het kan sprankelend zijn als klaterend water. Maar het kan ook loodzwaar wegen zoals een dagenlange hittegolf. Of in de avond als het licht bloedrood te rusten gaat en alles stil wordt. Dan kan licht een voorbode zijn van heerlijke rust en een nieuwe morgen.
Francois, 85 jaar
Welke getuigenis treft je het meest?
Waarom is dat?
Sta stil bij ‘Jezus als licht in de wereld' (Johannes 8, 12)
‘Ik ben het licht van de wereld. Wie Mij volgt, dwaalt niet rond in de duisternis, maar zal het licht van het leven bezitten.’ Jezus Christus (Johannes 8, 12)
Grijp hiervoor terug naar de ervaring donker/licht (zie hoger).
Voor christenen is Jezus diegene die licht, klaarheid, perspectief brengt in hun leven.
Welke omschrijvingen van licht passen volgens jou het beste om over Jezus te spreken?
Waarom denk je dat?
Soorten licht in de Bijbel
(C. LETERME in Zonneland Plus 2004, nr.15)
Toon uit een of meer kinderbijbels allerlei situaties, waarin licht een rol speelt. B.v.
- Mozes en het brandend braambos (aanwezigheid van God)
- (Eventueel) de lichtgevende wolk bij de uittocht uit Egypte (aanwezigheid van God)
- De ster bij de geboorte van Jezus (Jezus, een licht voor de mensen)
- (Eventueel) lichtgevende Jezus na de verrijzenis (Verrezen Jezus) (Jezus leeft verder bij God)
Zoek ook afbeeldingen van gewoon licht. B.v.
- Zon (scheppingsverhaal)
- Olielamp
- Kampvuur (b.v. herders in de velden)
Maak met de kinderen opnieuw een onderscheid tussen de tekeningen die een ‘lichtbron’ weergeven en de tekeningen die iets meer willen zeggen (eerste reeks illustraties)
SPREKEN MET BEELDEN
Licht of licht
(Naar: C. LETERME in Samuel plus, uitgeverij Averbode, 2011 nr 3)
Als kinderen klein zijn en ze spreken over licht, dan bedoelen ze met 'licht' het zonlicht, of het licht van een lamp of van vuur. Wanneer ze ongeveer 10 jaar oud zijn, krijgen ze stilaan oog voor de tweede betekenis van licht. Laat ze de volgende zinnen lezen:
Ik zal mijn licht opsteken bij mijn papa.
Doe het licht nu maar uit.
Die lamp straalt een gezellig warm licht.
Zondag kwam aan het licht dat hij mijn spel had gepikt.
Dat grote venster geeft veel licht in mijn kamer.
Het begint al licht te worden.
Mijn broertje zag het licht op 3 december.
Hij gunt hem het licht niet in zijn ogen.
Bij de zinnen waarbij met 'licht' gewoon licht bedoeld wordt, tekenen ze aan lamp.
Bij de andere zinnen zoeken ze woorden uit de volgende reeks die er het best bij passen:
Geboren worden; Uitleg vragen; Ruzie maken; Niets verdragen; Vernemen; Sterven.
(In dit lijstje zijn meer woorden dan strikt nodig zijn)
Zo staan de kinderen erbij stil dat het woord 'licht' op twee manieren kan gebruikt worden: letterlijk en figuurlijk.
- Wat bedoelt men als men zegt dat iemand een 'lichtje' is?
Correctiesleutel
Ik zal mijn licht opsteken bij mijn papa. | Uitleg vragen |
Doe het licht nu maar uit. | Lamp |
Die lamp straalt een gezellig warm licht. | Lamp |
Zondag kwam aan het licht dat hij mijn spel had gepikt. | Vernemen |
Dat grote venster geeft veel licht in mijn kamer. | Lamp |
Het begint al licht te worden. | Lamp |
Mijn broertje zag het licht op 3 december. | Geboren worden |
Hij gunt hem het licht niet in zijn ogen. | Verdragen |
Licht als het donker is
(Severine Verhulst in Zonneland 12-2006, p. 18)
Licht zien na het donker. Geluk na verdriet.
- Wanneer maakte jij dat al eens mee?
Jezus is het licht in de wereld.
- Wat zou dat kunnen betekenen?
Zoek het kerstverhaal op in de bijbel.
- Welke zinnen zijn 'donker'?
- Welke zinnen zijn 'licht'?
Jezus, het licht in de wereld
(Naar: C. LETERME in Samuel plus, uitgeverij Averbode, 2011 nr 3)
Materiaal
Flap of bord, stiften
Verloop
Lees de volgende zinnen uit het evangelie van Johannes dat met Kerstmis wordt voorgelezen:
Johannes (= Johannes de Doper) is door God gezonden.
Hij komt om te spreken over het licht.
Hij zegt: ‘Het echte Licht dat licht wil brengen
in het leven van ieder mens is in de wereld gekomen.'
(Naar Johannes 1, 6-9)
- Wie bedoelt Johannes met het echte licht?
- Wat weten we over Jezus? Op welke manier is Hij een Licht geweest.
Schrijf op de linker kant van de flap het woord Jezus. De kinderen schrijven hun antwoord in korte zinnen rond het woord Jezus, zodat die zinnen er van ver uitzien als stralen.
Schrijf op de rechter kant van de flap het woord 'Ik'.
De kinderen schrijven op dezelfde manier hoe zij een licht kunnen zijn voor anderen. Ze laten zich hierbij inspireren door wat ze eerder neerschreven over Jezus.
TIP
Laat de kinderen 'googelen' naar afbeeldingen van Kerstmis. Zo kunnen ze zien dat sommige kunstenaars de kleine Jezus zo schilderen dat Hij zichtbaar het 'licht' van de wereld is.
BELEVEN
Lichtdans
’’Deze activiteit is geïnspireerd door de dans van de derwisjen. Typisch voor deze dans is de houding van de rechterhand die naar boven gericht is en ontvangt, en de linkerhand die naar onder gericht is en doorgeeft. De open rechterhand, boven het hoofd, ontvangt het goddelijke licht dat men op zijn manier verwerkt en met de linkerhand doorgeeft.’’
De kinderen staan met hun gezicht naar het midden van de kring, waar een brandende kaars staat.
Zeg: We staan in een kring rond een brandende kaars. De kring die wij maken doet denken aan de zon, het grootste licht dat we kennen. En dat grote licht doet denken aan Jezus, die christenen het licht in de wereld noemen.
Zo dadelijk leer ik jullie een dans aan, waarbij we eerst naar het midden stappen en dan terug naar buiten. Met die beweging willen we de stralen van de zon uitbeelden.
. Begin met de linkervoet. Zet één stap voorwaarts naar het midden van de kring.
Zet daarna de rechtervoet naast de linkervoet en zet die onmiddellijk in een vloeiende beweging naar rechts. De linkervoet wordt ernaast bijgetrokken.
. Breng nu de rechtervoet naar achter en trek de linkervoet ernaast bij.
. Beweeg daarna met je lichaam naar voor en naar achter.
Herhaal deze hele beweging zo vloeiend mogelijk. (= stap links voor + bijsluiten, stap naar rechts + bijsluiten, stap links naar achter + bijsluiten, stap naar rechts + bijsluiten, naar voren buigen en dan naar achter)
Doe deze bewegingen stap voor stap voor. Eerst de eerste beweging, dan de volgende. Eerst traag en zonder muziek, daarna op ritme en later op muziek.
Ga tussen de kinderen staan zodat je samen met hen in de zelfde richting danst. Verplaats je regelmatig in de kring zodat je voor iedereen goed zichtbaar bent.
Wanneer de kinderen de pas een beetje in de voeten hebben, vraag je aandacht voor de stand van hun handen:
Houd de rechterhand open met de palm naar boven. Die ontvangt en draagt de linkerhand van het kind dat voorafgaat.
Leg de linkerhand in de rechterhand van het kind dat volgt. De ontvangende hand ontvangt het licht van de zon en geeft dat door via de gevende hand.
Zoals wij liefde en warmte ontvangen, zo willen wij liefde en warmte doorgeven.
Tracht het einde van de dans te laten samenvallen met het einde van de muziek.
De kinderen houden elkaars handen na de dans nog een tijd vast en bewaren de stilte een tiental seconden of langer om zo de beleving beter in zich te kunnen opnemen.
Na de dans gaan de kinderen in een kring op de grond zitten. Bespreek:
- Wie vertelt me over de dans van daarnet?
- Hoe voelde dit aan?
- Waarom stapten we in een kring?
- Waarom stapten we naar het midden toe en gingen dan terug naar buiten?
- Waarom vergelijken christenen Jezus met licht?
- Waarom hielden we onze handen op een bepaalde manier vast?
VERTELLEN
Het theelichtje
(C. LETERME, Parels van verhalen, Averbode 2019, p. 178)
In een grote plastic zak zaten wel honderd theelichtjes.
‘Als het Kerstmis is, mogen wij een lichtje zijn!’ riepen ze.
Ze verdrongen zich bij de punt van de zak waarop stond:
‘HIER OPENEN’.
Eén theelichtje deed niet mee.
Als je een lichtje bent, word je aangestoken en dan verdwijn je!
Dat wil ik niet! dacht het.
En het kroop helemaal onderin de zak.
Het werd Kerstmis. De zak werd opengeknipt.
‘Joehoe!’ riepen de theelichtjes die eruit werden gehaald.
‘Wij gaan het doe-oen!’
Het bange lichtje zag steeds meer lichtjes uit de zak verdwijnen.
‘Als je lontje goed zit, brand je mooier’, hoorde het.
Toen dacht het: ik beweeg en duw tot mijn lontje uit mijn lijf is.
Zo kan ik nooit branden.
Opgelucht viel het in een diepe slaap.
Midden januari werd het lichtje wakker.
Kerstmis was voorbij. Nieuwjaar was voorbij.
Driekoningen was voorbij. Het gevaar was geweken.
Het lichtje lag helemaal alleen in de lege plastic zak.
Een meisje nam de zak op en hield die boven de prullenbak. ‘Mama!’ riep het meisje. ‘Er zit nog een theelichtje in de zak!’
Toen bekeek ze het beter.
‘O nee … een lichtje zonder lont. Weg ermee!’
Het lichtje belandde in de prullenbak.
Toen zag het meisje onderin de zak het lontje.
Ze viste het theelichtje op uit de bak, herstelde het,
zette het in een glaasje, pakte een lucifer en … stak het aan!
Voorzichtig droeg ze het naar de foto van haar oma.
Daar brandde het langzaam op.
En het enige wat het lichtje al die tijd dacht, was:
ik geef licht. Ik had nooit kunnen denken dat dit zo mooi was.
(Naar een verhaal van Marjet de Jong, www.geloventhuis.be) ^
Overweging bij het verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 18 december 2019, p. 2)
Aan kinderen zegt men wel eens:
‘Je moet een lichtje zijn voor de anderen.’
Of: ‘Je moet lief zijn voor hen.’
Aan volwassenen wordt dat veel minder gezegd.
Misschien omdat volwassenen al een ‘licht’ zijn?
Of omdat ze dat niet meer zo belangrijk vinden?
Christenen noemen Jezus het ‘licht in de wereld’.
Dat zeggen ze niet vrijblijvend,
want net als Jezus zouden ze ook een licht moeten zijn.
Enthousiasme en liefde
zijn twee krachtbronnen
die extra licht en warmte geven aan het leven.
Enthousiasme voor het werk dat men doet,
de projecten waar men mee bezig is,
de hobby’s waarin men zich verdiept.
Liefde, genegenheid en vriendschap
voor het gezin, het werk,
de vrienden, de familie, de omgeving.
Net zoals in het verhaal hierbij
wil men wel licht en gezelligheid
maar ziet men op tegen het ‘branden’.
Want wie licht wil zijn voor een ander
moet zich daarvoor iets ontzeggen,
zichzelf even op de tweede plaats zetten.
Maar net dat maakt
voor heel veel mensen
het verschil tussen ongelukkige en gelukkige dagen.
DOEN
Theellichthouder
Materiaal
10 lege aluminium theelichthouders, een oude cd of DVD, lijm, deegrol
Werkwijze
Neem de tien aluminium theelichthouders en plooi ze op twee plaatsen tegenover elkaar naar binnen, zodat er twee punten ontstaan.
Rol ze plat met de deegrol en laat ze lichtjes gebogen.
Leg de cd met de onbedrukte zijde naar boven en lijm daarop de vijf platte aluminium theelichthouders met de punten mooi aaneengesloten in het midden bijeen.
Kleef dan de volgende vijf platte aluminium theelichthouders geschrankt op de eerste laag.
Laat het geheel drogen.
Plaats dan in het midden een theelichtje of een kaarsje.
Jongeren
MEDITEREN
Beeldmeditatie
Bekijk goed de bovenstaande illustratie:
- Wat zie je?
(twee brandende kaarsen; zes uitgedoofde kaarsen; twee armen; een kaars die wijst)
Lees de tekst uit het evangelie.
- Herken je elementen uit het evangelie in deze illustratie?
- Van wie zouden de armen zijn?
- Wie zouden de brandende kaarsen voorstellen?
- Wie zijn de uitgedoofde kaarsen? (of werden die kaarsen nooit eerder aangestoken?)
Schrijf kort stukje bij deze illustratie. Hou hierbij rekening met wat je gevonden hebt.
Overwegingen
Mia Verbanck
Jezus, richtingwijzer, leven en licht
(Mia Verbanck, Pastorale Eenheid Heilige Damiaan – Hoboken-Berchem-Kiel-Wilrijk, december 2023)
Bij Johannes vinden we
geen kersttafereel.
Zijn evangelie begint met een tekst
over de betekenis van Jezus.
“Het leven dat Hij brengt,
is het licht voor de mensen.
Hij is het licht
dat schijnt in het donker.”
Dat licht waarnaar we vier weken uitkeken,
is op kerstdag in volheid aanwezig.
Jezus’ boodschap is universeel:
“Gods Zoon is het ware licht,
dat schijnt voor àlle mensen.”
Geen uitsluiting, geen isolement,
iedereen hoort erbij.
Jezus liet zien wie God is:
“In hem waren Gods liefde en trouw
volledig aanwezig.”
In zoveel verhalen hebben we dat kunnen lezen.
En wie in zijn spoor gaat, mag dat ook beleven.
Vader en Zoon zijn één.
In Jezus herkennen wij God:
“Nog nooit heeft iemand God gezien.
Maar de enige Zoon, die zelf God is,
kent de Vader van dichtbij.
Gods Zoon is bij ons gekomen.
En door hem kennen wij God.”
Jezus is een vingerwijzing naar God.
Frans Mistiaen s.j.
De liefde wil weer nieuw geboren worden in ons hart!
Dezer dagen voelen wij ons allemaal uitgenodigd
mee op te stappen in de stoet van de kleinen en de eenvoudigen,
naar de plaats waar de Liefde weer onder ons komt wonen.
En voor wie goed toekijkt, gebeuren er dan wondere dingen:
Licht wordt ontstoken in onze koude duisternis,
een kind wordt geboren in ons oude mensenwereld
en over onze aarde, die al die oorlogen moe is,
weerklinkt uit Gods genadevolle hemel een vredeslied.
Gods Liefde komt weer wonen in ons mensenhart.
Het wondere is dat Hij niet komt als een machtige heerser,
maar als een teder Kind dat Zijn armen uitnodigend open spreidt.
Zo is onze God.
Met Kerstmis laat Hij ons nog het meest van al aanvoelen
dat Hij niet dwingt, geen schrik aanjaagt, niet domineert,
maar liefdevol uitnodigt, zoals een kind doet.
Een pasgeboren kind is nu eenmaal hulpeloos en kwetsbaar
en het heeft geen enkele uiterlijke macht
om mensen tot iets te dwingen.
Alleen heeft een kind het wonderbaar vermogen,
gewoon door er te zijn,
mensen tot een sterke liefde uit te nodigen.
In het hart van ouders, de grootouders, familie, vrienden en allen
die met genegenheid rond het wiegje komen staan,
maakt een pasgeborene wondere krachten los:
het wekt tot mateloze toewijding en opoffering, dag en nacht,
warme zorgzaamheid en gulle edelmoedigheid die niet berekent.
In al zijn hulpeloosheid en kwetsbaarheid weet een kind
bij velen een warme liefde te wekken,
velen ertoe te brengen ervoor te kiezen
om hun liefde te tonen, gratis, graag, gul en edelmoedig.
Daarom juist koos God ervoor als Kind geboren te worden.
Wij hebben er soms moeite mee om Hem zo te aanvaarden.
“De wereld erkende Hem niet.”
Want soms zouden wij liever een God hebben
die zijn macht toont
en voor een wereld zorgt zonder oorlogen, zonder haat.
Van zo'n ‘afgod’ dromen wij soms. Maar dat kan niet!
Want dan zou die God een dwingende albeheerser zijn
en zouden wij, mensen, robots zijn zonder vrije wil.
Maar “onze God die geboren wordt als een weerloos Kind”,
dat is het duidelijkste teken
dat onze God Liefde wil zijn, die ons niet dwingt of verplicht,
maar die ons, als Zijn vrije kinderen,
steeds uitnodigt tot vrij gekozen overgave en gulle edelmoedigheid.
Wie op die manier ingaat op Zijn uitnodiging
werkt mee aan de vermenselijking van onze wereld
vanuit persoonlijke overtuiging en bezieling.
Zo groeit Gods Rijk op aarde, vol genade en waarheid.
Daarom vraagt Hij op Kerstdag van ons vooral meer vrede.
Meer vrede in ons gezin, in onze familie,
op ons werk, in onze vriendenkring
Wat meer vrede, liefde en tederheid
tegenover diegenen met wie wij dagelijks samenleven.
Het moet ons toch ook wel verwonderen
dat God op deze dag niet op de eerste plaats
de machtigen der aarde aanspreekt,
de grootindustriëlen, de bankdirecteurs,
de invloedrijken van onze wereld, die in paleizen wonen.
Neen, het is het hart van ons, eenvoudige mensen,
dat wordt aangesproken.
En ons hart is nu juist geen kraaknet paleis.
Het gelijkt eerder op een arme stal.
Het is er niet overal even proper
en er zijn duistere hoekjes die wij liever verborgen houden.
Maar het merkwaardige is
dat God met Zijn liefde juist daar, en nergens anders,
in ons hart, zoals het nu is, weer wil geboren worden.
Het is inderdaad alleen vanuit de vrije keuze van een mensenhart
dat de liefde meer kans kan krijgen
en de echte verbeteringen in onze wereld kunnen groeien.
Marc Gallant, trappist (Orval)
Het woord (2016)
“Het Woord is vlees geworden”
Met die vijf woorden vat Johannes in zijn evangelie het kerstgebeuren samen. “Het Woord is vlees geworden”, wat betekent dat in Jezus’ leven? Wat betekent dat in ons leven?
Jezus is niet zo maar mens zoals gij en ik. Hij is het Woord van God dat mens is. Door Woord-van-God te zijn is Jezus onteigend van zichzelf. Hij is, om zo te zeggen, uit zichzelf getrokken omdat Hij tezelfdertijd geheel gericht is zowel op God als op de mens. Hij is woord van God voor de mens. Hij is ook het luisteren van de mens naar God. Hij komt in de wereld al zeggend: “Hier ben Ik. Ik ben gekomen, God, om uw wil te doen” (Hebreeën 10, 7). Als mens is Jezus een en al luisteren naar zijn Vader. En als Woord is Jezus God die naar de mens toekomt om zich mede te delen.
Wat betekent dat voor ons? Een christen is iemand die leeft van het leven van Christus. De menswording van het Woord betekent dus voor ons dat wij maar christen zijn in de mate dat wij gericht zijn naar God en naar de mens, dat wij maar christen zijn in de mate dat wij ons luisterend opstellen naar God en naar de mens. Dat wij maar christen zijn als wij tijd nemen voor God en tijd geven aan de mensen.
Wij kunnen dat maar volgens onze beperkte mogelijkheden. Jezus is echter zo totaal gericht naar de Vader, dat Hij het Woord is dat de Vader tot de mensen spreekt. Wat Hij doet is de uitdrukking van wat Hij zegt, en wat Hij zegt strookt volledig met wat Hij doet. Bij ons mensen, is dat meestal niet het geval: hoe meer wij zeggen en hoe mooier wij het zeggen, hoe minder wij het doen; het woord is veelal het surrogaat van het doen. Bij Jezus vallen doen en zeggen samen: in zijn mensheid is Hij de zichtbare uitdrukking van de onzichtbare Vader. Hij kan zeggen: “Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien” (Johannes 14, 9).
Bij dat woord van Jezus kunnen een beetje verstomd blijven staan. Want wat zien wij vandaag? Een kind in een kribbe. Een wezentje dat afhankelijk is, dat zichzelf niet kan behelpen, in armoede gedompeld, ontdaan van eigen daadkracht. Het Woord, Gods hoogste uitdrukkingsvermogen, is in die baby niet in staat één enkel zinnig woord te uiten. De Vader is arm geworden, want alles wat Hij is, heeft Hij weggegeven en in zijn Woord gelegd. En nu is het Woord op zijn beurt van zichzelf ontdaan door te komen onder ons in een kind zonder spraak. Het diepste lijden van het Woord Gods onder ons zal niet de dood zijn op het kruis, maar zijn onvermogen om zich aan ons verstaanbaar te maken. Juist nog vóór zijn hemelvaart zullen zijn apostelen Hem vragen: ”Heer, herstelt U in deze tijd het koninkrijk voor Israël?” (Handelingen 1, 6). Van de aanvang af, bij zijn geboorte, daar tussen de os en de ezel, moet het Woord dat onvermogen leren aanvaarden van de Oneindige God tegenover zijn schepsel. Bij die aanvang is het Woord stilte geworden. Dat betekent voor ons dat wij zelf ook maar bij het Woord van God zullen kunnen komen bij die aanvang, in die stilte, die ons ontdoet van wat ons in eigen ogen een status geeft.
Om echt mens te worden heeft God alles op spel moeten zetten. God neemt het risico zich te verliezen in een mens van vlees, in een mens met zwakheid bekleed. Johannes zegt niet: ”Het Woord is mens geworden”, maar wel: “het Woord is vlees geworden”. Hij onderlijnt de wezenlijke zwakheid die het Woord aangenomen heeft. Maar die zwakke mens kan zich waarmaken en tot de hoogste mogelijkheid komen van het mens-zijn door zich in God te verliezen. Wij staan hier voor een paradox. Juist als God schijnt te mislukken in zijn opzet, als Hij zich verliest in Jezus die verworpen wordt en ter dood gebracht, laat deze deerniswekkende mislukking Jezus toe zich totaal verliezen in het vertrouwen op God, zijn Vader, en zo zal Hij zijn menswording waarmaken. Eerst dan zal het Woord zijn menswording voltooid hebben. Wat betekent dat voor ons? Dat betekent voor ons dat er, tegen alle schijn in, niets voor ons mens-zijn verloren is, zolang wij op God vertrouwen, zolang wij bouwen op zijn Woord. Het Woord wordt vlees vandaag, in het leven van ieder van ons. Wij zijn verantwoordelijk voor Gods Woord. Dragen wij het in ons hart, zodat wij Gods liefde en vrede kunnen meegeven aan onze mensen.