Loading...
 

Marcus 9, 38-40

Marcus 9, 38-40: Wie hoort bij Jezus?

Marcus 9, 38-40 // Lucas 9, 49-50



De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1596)

Toen zei Johannes tegen Jezus: ‘Meester, wij hebben iemand gezien die uw naam gebruikt om kwade geesten weg te jagen. Wij zeiden dat hij daarmee moest ophouden. Want hij hoort niet bij ons.’
Maar Jezus zei: ‘Laat hem zijn gang gaan. Hij gebruikt mijn naam om een wonder te doen. Zo iemand zal niet snel iets slechts over mij zeggen. Wie niet onze vijand is, is onze vriend.’



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Op een dag zei Johannes tegen Jezus:
'Meester, we hebben iemand gezien
die in jouw naam kwade geesten wegjaagt.
We hebben geprobeerd om het hem te beletten
want hij is geen volgeling van ons.'

Maar Jezus zei: ‘Dat moeten jullie niet doen.
Als iemand een wonder doet in mijn Naam,
zal die niet slecht over Mij spreken.
Want wie niet tegen ons is, is voor ons.



Stilstaan bij …

Johannes
(Hebreeuws = ‘God is genadig’)
Deze visser uit Galilea was een zoon van Zebedeüs. Samen met zijn broer Jakobus was hij apostel.

Duivels / kwade geesten
Grieks: diabolos. Letterlijk: hij die er zich tussen gooit en een bepaalde orde verstrooit.
De duivel verpersoonlijkt het kwade.

Volgeling
Iemand die dezelfde levenshouding heeft als diegene die hij volgt.

Wonder
Een gebeurtenis die toegeschreven wordt aan God of aan een heilige die men aangeroepen heeft.

Wie niet tegen ons is, is voor ons
Met deze reactie zegt Jezus dat er veel manieren zijn om in zijn naam te handelen.