Loading...
 

Matteüs 13, 18-23

Matteüs 13, 18-23: Jezus legt een parabel uit

Matteüs 13, 18-23 // Marcus 4, 13-20 // Lucas 8, 11-15



De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1543)

Jezus zei tegen zijn leerlingen: ‘Luister goed naar de betekenis van het voorbeeld van de boer die zaait.
Sommige mensen lijken op het zaad dat op de weg valt. Die mensen hebben het nieuws over Gods nieuwe wereld wel gehoord, maar ze begrijpen het niet. Dan komt de duivel en hij steelt het bij hen weg. Die mensen zijn het nieuws snel vergeten.
Andere mensen lijken op het zaad dat valt op harde grond vol stenen. Die mensen zijn blij als ze het nieuws horen. Maar dat duurt niet lang. Ze houden het niet vol om te geloven. Als ze in moeilijkheden komen door hun geloof, dan geven ze het meteen weer op.
Weer anderen lijken op het zaad dat tussen het onkruid valt. Die mensen hebben het nieuws gehoord, maar ze doen er niets mee. Want ze maken zich zorgen over de dagelijkse dingen. Ze willen rijk worden. Dat vinden ze belangrijker.
Maar er zijn ook mensen die lijken op het zaad dat in goede grond valt. Dat zijn de mensen die het nieuws over God horen en het begrijpen. Zij leven zoals God het wil. Zij lijken op het goede zaad, dat koren oplevert met wel honderd of zestig of dertig graankorrels.’



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Jezus zei tegen zijn leerlingen:
‘Luister naar de gelijkenis van de zaaier:
Bij iedereen die het woord van het Koninkrijk hoort maar niet begrijpt,
komt het kwade en rooft weg wat gezaaid ligt in zijn hart.
Dat is wat op de weg gezaaid is.

Het zaad dat op rotsachtige plekken werd gezaaid,
zijn de mensen die het woord horen en er meteen blij om zijn:
maar het schiet geen wortel, want ze leven in het moment,
en als ze omwille van het woord verdrukt of vervolgd worden,
vallen ze af.

Het zaad dat gezaaid werd tussen distels,
zijn de mensen die het woord horen.
Maar dit woord wordt verstikt
door de zorgen van de wereld en de verleiding van de rijkdom.
Zo kan het geen vruchten dragen.

Maar het woord dat in goede aarde werd gezaaid,
Dan zijn de mensen die het woord horen en begrijpen
en daarom vrucht dragen:
bij de één is de opbrengst honderdvoudig,
bij een ander zestigvoudig en bij nog een ander dertigvoudig.”



Stilstaan bij ...

Zaaier
Ten tijde van Jezus kende men de gewoonte om eerst te zaaien en dan te ploegen, zodat het zaad bedekt werd en het tegen insecten en weersomstandigheden bestand was. Men zaaide dus op een stoppelveld waarin zowel platgelopen paden als distels waren en plekken met slechts een dun laagje aarde, waaronder direct de rotsbodem zit.

Koninkrijk
Dit ‘Rijk’ wordt gerealiseerd, wanneer mensen naar het woord van God leven, handelen en spreken. Het heeft niets te maken met het materiële noch met succes, of werelds machtsvertoon. Op dit punt botste Jezus op onbegrip en verzet bij zijn leerlingen en bij de mensen. Want die waren ervan overtuigd dat bij de komst van het Rijk van God de Romeinse bezetter verdreven zou worden.

Horen
Duidt niet op een passief horen, maar op een actief en creatief luisteren dat gericht is op engagement en inzet.

Vrucht
Hiermee maakt Jezus duidelijk dat men kan zien aan de ‘vruchten’, aan wat ze doen voor hun medemensen, of zij echt luisteren naar het woord van God.

Honderd-, deels zestig-, deels dertigvoudig
De opbrengst van een Palestijnse akker was 2000 jaar geleden laag: 7 à 8 korrels per gezaaide zaadkorrel. Een oogst in verhouding van 30/1 was onbestaand, dus zeker een oogst van 60/1 of 100/1.
Op dit ogenblik is er een verhouding van 20 en meer tot één gezaaide korrel.
In deze parabel is het voor Jezus een manier de grootheid van de goddelijke zegen weer te geven.





Bij de tekst

Betekenis

De betekenis die Jezus wellicht in zijn parabel legde

Jezus drukt in deze parabel zijn vertrouwen uit in het effect van het zaad: zoals het zaad, zo is het woord van God buitengewoon krachtig bij hen die het met open hart aanhoren. Wanneer het zijn werk kan doen, brengt het honderdvoudig vrucht voort.
Niettegenstaande het rijk van God op tegenstand stoot en mislukkingen kent, zal het gerealiseerd worden zoals Hij het beloofde en zal het, eens voltooid, alle menselijke verwachtingen overtreffen.
Zo merk je dat deze parabel bestaat uit twee delen: de eerste drie taferelen (over zaad dat geen vrucht draagt), vormen één geheel dat in tegenstelling staat tot laatste tafereel over het zaad dat overvloedig vrucht draagt. Meteen roept Jezus zijn toehoorders op 'goede, vruchtbare aarde' te zijn (= bekering)



De uitleg die aan Jezus toeschreven werd

Elk van de plaatsen waarop het zaad valt, is een beeld voor de manier waarop de mensen de boodschap van het rijk Gods beluisteren. Hierdoor verschuift de nadruk in de parabel van het zaad, naar de telkens andere akkergrond waarop het zaad valt. In die zin kun je deze gelijkenis beter de gelijkenis van de verschillende akkergrond noemen. De vier soorten grond verwijzen naar vier groepen mensen, die van elkaar verschillen door de manier waarop zij het woord van God beluisteren:
. zij die het woord horen zonder er verder op in te gaan
. zij die het beluisteren zonder zich te geven
. zij die het beluisteren zonder hun levenswandel te veranderen
. zij die het aanvaarden, volgens het nieuwe inzicht gaan leven, en vrucht voortbrengen.
Deze parabel spoort christenen aan om niet alleen het woord van het koninkrijk te beluisteren, maar vooral om ervoor te zorgen dat het overvloedig vrucht draagt. Er zit ook een aanmoediging voor catecheten: zij mogen zich niet laten ontmoedigen door mislukkingen en tegenkantingen.



Ken je taal

Iets valt niet in goede aarde.
Een woord, een idee… kan al of niet in goede aarde vallen. Dat betekent dat het door iemand al dan niet in de smaak valt, wordt aangenomen.





Suggesties

Kleine kinderen

VERTELLEN

Sam kan niet spelen

(C. LETERME e.a., Zes kruiken wijn, Standaard ed.)

Rrrring....De school is uit. Aan de poort van de school wachten papa's en mama's op hun kinderen.
De papa van Lien en Sam is er niet bij. Daarom blijven Lien en Sam op school spelen tot hun papa hen komt ophalen.
Vandaag is het heel prettig. Het is warm buiten en Elke en Thomas zijn er ook.
Lien speelt met Elke: ze spelen vadertje en moedertje en de pop van Elke is hun kindje.
De kleinste kinderen spelen in het zand. Samen met de grotere maken ze bergen met wegen eroverheen.
Daarna rijden ze met hun autootjes om het hardst over die wegen.
Sam zit op de rand van de zandbak.
'Hé, Sam,' zegt juffrouw Janneke, die bij de kinderen blijft,
'Waarom speel je niet mee? Dat is toch veel prettiger dan hier op de rand te zitten.
'Ik wil wel,' zegt Sam, 'maar ik heb geen autootje.'
'Wat erg', zegt de juffrouw.

Je kunt nu aan de kinderen vragen wat zij in zo'n situatie zouden doen.
Bespreek daarna wie er dan hoort en wie er luistert.
Na de bespreking vertel je dan even verder hoe het in het verhaal zelf afliep.

'Weet je wat, Sam,' zegt Sven, 'neem jij mijn autootje maar. Ik heb er nog een in mijn jaszak.'
Nu kan Sam met de anderen meespelen.
De auto die hij van Sven heeft gekregen, kan heel hard rijden en wint altijd.
'Sam, Lien, komen! Je papa is hier', roept juffrouw Janneke.
Sam denkt: 'Jammer dat papa nu moet komen; het is juist zo fijn in het zand.'





Grote kinderen

VERDIEPEN

Ook mensen kunnen 'vruchten' dragen

(naar: C. LETERME in Simon Plus, uitgeverij Averbode, 2005 nr 7)

- Welke reactie levert de meeste 'vruchten' op?

Janic heeft zijn potloden vergeten
O Koen kijkt de andere kant uit.
O Maike doet niets, ze is bang dat Louis haar potlood laat vallen.
O Berend zoekt naar een potlood in zijn pennenzak.
O Marjolein ziet hoe hard het regent.

Mama staat voor een hoge berg afwas
O Celine neemt een handdoek en begint af te drogen.
O Matthis wil absoluut iets zien op T.V.
O Leon is op weg naar de keuken. Dan denkt hij aan zijn computerspel en gaat terug.
O Margot schikt de borden netjes bijeen.

Boris is gevallen
O Natasj struikelt bijna over Boris, maar speelt verder.
O Marie heeft niets gezien.
O Briek gaat op zoek naar de meester, maar vergeet het en gaat met zijn vrienden spelen
O Louis probeert Boris rechtop te helpen.

Alice is nieuw op school
O Miel en Luca lopen naar haar toe, dan zien ze Frederik met een voetbal. Ze veranderen van richting.
O Amelie roept Saskia. Samen vragen ze Alice om mee te spelen.
O Monika heeft het heel druk met haar videogame.
O Kristof heeft een vroege meikever ontdekt. Hij laat die aan de meester zien.

Mama zegt: 'Ik ben zo moe. Ik geraak niet door mijn werk.'
O Cindy speelt verder
O Thijs gaat mama helpen
O Koen kijkt op en gaat naar buiten
O Yana begint een nieuw spelletje te spelen





VERTELLEN

Over drie boeren

(C. LETERME, 99 verhalen met een knipoog, uitgeverij Averbode 2014, p. 74)

Op een dag kregen drie boeren
een handvol zaden van een vreemdeling.
- Als jullie goed voor die zaden zorgen,
zullen jullie een geweldige oogst hebben, zei hij.
De drie boeren beloofden goed voor de zaden te zorgen.

Toen de eerste boer thuiskwam,
schudde hij het zaad uit zijn broekzak op de grond.
Het zaad werd vertrappeld
door al wie bij hem thuis op bezoek kwam
en werd opgegeten door de vogels.

De tweede boer geloofde de vreemdeling niet.
In zijn ogen waren het zaden van niets.
Hij stopte ze in de grond en gaf ze water.
Maar na een paar dagen vergat hij ze:
ze stikten tussen het onkruid dat overal uitschoot.

Toen de derde boer thuiskwam,
zocht hij een mooi plekje voor de zaden.
Zo konden ze in alle rust groeien.
Door deze goede zorgen kwamen ze mooi op.
En de boer oogstte als geen ander.




Overweging bij het verhaal
C. LETERME, 16 juli 2017

Het verhaal hierbij heeft het over drie boeren. Mensen die vertrouwd zijn met zaaien en oogsten. Toch oogst alleen de laatste boer wat hij gezaaid heeft.
Het begon met een vreemdeling die hen zaadjes gaf. De eerste boer apprecieerde het geschenk duidelijk niet, zelfs al had hij beloofd er goed voor te zorgen. De tweede boer was wel met de zaadjes bezig, maar niet van harte: een paar dagen later was hij ze al vergeten. De derde boer koesterde de zaadjes, zorgde er goed voor en kon na een tijd een weelderige opbrengst oogsten.

Dit verhaal lijkt erg op de parabel die Jezus vertelde over een zaaier. Toch is er een verschil: in de parabel hangt de opbrengst volledig af van de kwaliteit van de grond. In het verhaal hierbij zijn het de boeren die een grote inbreng hebben op het resultaat van wat ze zaaien: wie goed met de zaak bezig is, krijgt goede resultaten; wie maar wat aanmoddert krijgt loon naar werk.

Als Jezus zijn parabel uitlegt – wat maar zelden gebeurt – zegt Hij dat de zaadjes het woord van God zijn en de verschillende soorten grond de verschillende soorten van toehoorders. Wie deze betekenis doortrekt op het verhaal hierbij ziet ineens het belang van wie met dat woord omgaat. Is die achteloos, is die niet erg begaan … dan is het resultaat van wat hij zegt navenant.

Daar gaat Jezus duidelijk niet op in. Hij gaat er van uit dat een zaaier echt wel goed zijn werk doet. Zo komt het dat zijn parabel voor heel wat mensen die met het woord van God bezig zijn een troost kan zijn, wanneer ze zien dat hun inspanningen niet zoveel opleveren. Want waar het woord gehoord wordt, daar brengt het overvloedig vrucht voort.





MEDITEREN / BIDDEN

Geloofsbelijdenis

Ik geloof in God, onze Vader
die mens en wereld geschapen heeft als goede aarde.
Ik geloof dat zijn woorden van liefde
kunnen wortel schieten in ieder van ons.

Ik geloof in Jezus zijn Zoon,
die ons opriep goede aarde te zijn.
Ik geloof dat wij kunnen groeien
door zijn voorbeeld te volgen.

Ik geloof in de heilige Geest
die ons de kracht geeft om goede aarde te zijn.
Ik geloof dat wij met elkaars hulp
deze wereld beter kunnen maken.





Jongeren

SPREKEN MET BEELDEN

Wat foto's kunnen zeggen

Materiaal
. Post-its en schrijfgerei
. Kopie van de volgende twee foto's:
Distels

foto 1


Graan

foto 2



Verloop
Nodig de jongeren uit om beide foto's goed te bekijken:
- Wat zie je?
- Hoe komt dat?
- Zou het graan (tweede foto) kunnen groeien op de plaats waar de eerste foto genomen werd?
- Waarom denk je dat?

Jezus vertelt over een zaaier die bij het zaaien zaad laat vallen op vele soorten grond.
Het graan dat heel veel vrucht voortbrengt is gevallen op heel vruchtbare aarde.
Maar nu blijkt dat Jezus het niet heeft over zaaien en de opbrengst van het graan, maar over het woord van God, dat alleen vrucht kan dragen als het in 'vruchtbare grond' valt.

- Noteer op de post-its wat men moet doen om 'vruchtbare grond' te bekomen. Kleef deze post-its nadien rond foto 2.
- Noteer op andere post-its wat in jouw leven is als 'distel', wat verhinderd dat het woord van God resultaat kan hebben. Kleef deze post-its nadien rond foto 1.

Kleef deze post-its nadien rond foto 2. - Maak nadien met de woorden op de post-its rond de beide foto's een korte tekst / gedicht dat door beide foto's geïllustreerd wordt.





VERTELLEN

Vier soorten oren

Naar: Spreuken der Vaderen - Misjna

Er zijn vier soorten leerlingen van een rabbi:
de spons,
de trechter,
de wijnzeef
en de meelzeef.
Wie alles opzuigt, lijkt op een spons.
Wie het aan de ene kant opneemt,
maar aan de andere kant weer weg laat lopen,
is als een trechter.
Wie de wijn, het goede, laat lopen
en de droesem overhoudt, lijkt op een wijnzeef.
Wie het meel, het beste, bewaart,
lijkt op de meelzeef.





Overwegingen

Vaderen

Vier soorten oren

Naar: Spreuken der Vaderen - Misjna

Er zijn vier soorten leerlingen van een rabbi:
de spons,
de trechter,
de wijnzeef
en de meelzeef.
Wie alles opzuigt, lijkt op een spons.
Wie het aan de ene kant opneemt,
maar aan de andere kant weer weg laat lopen,
is als een trechter.
Wie de wijn, het goede, laat lopen
en de droesem overhoudt, lijkt op een wijnzeef.
Wie het meel, het beste, bewaart,
lijkt op de meelzeef.





Marie-Rose

Het zaad van het woord van God

(Marie-Rose in Kerk en leven, 16 april 2008, p. 18)

Wij zijn de grond waarin het woord van God gezaaid wordt.
Als we naar dit woord luisteren, dragen we veel 'vruchten':

We werken aan de vrede,
we vergeven elkaar
we leggen ruzies bij,
we verwelkomen armen en vreemdelingen,
we maken anderen gelukkig,
we delen met wie tekort heeft.

Ik vergelijk catechese geven met een landbouwer die zaad uitzaait op zijn akkers. Er zijn zaadjes die vlug groeien. Sommige zaadjes vragen meer tijd en moeite om open te bloeien. Het is de kunst om al deze zaadjes te begeleiden en te helpen.





Agnes Lameire

Het rijk van God (2014)

Wie in godsnaam gooit er nu kostbaar zaad op de weg, op de rots en tussen de distels?
Om deze parabel te verstaan is het goed om weten dat in het oude Palestina het land anders werd bebouwd dan nu bij ons: eerst werd er gezaaid en pas daarna geploegd.

De zaaier stapte dus op een ongeploegde akker waar de mensen sinds de laatste oogst - om een hoekje af te steken- dwars overheen waren gelopen. Dat is ‘de weg’ waarvan sprake. En zoals ook hier op onze akkers werd de boer tijdens het zaaien door vogels omringd die naarstig hun deel kwamen oppikken.

De rots was het stuk rotsachtige ondergrond waarop zich een laagje aarde had gevormd waar het zaad zich wel snel wortelde maar even snel onder de hete zon weer verdorde.

In het voorjaar dan weer overdekten opschietende distels hele kantstukken van het veld waartussen eveneens wat zaad neerviel.
Tot slot was er het stuk vruchtbare grond waarin het zaad terechtkwam en kon gedijen. En zo was de zaaier rond.
Nu pas ploegde hij de hele akker om en kwam het meeste zaad wel degelijk in de aarde terecht.

De toehoorders van Jezus hadden dus echt geen vragen bij de vier soorten grond, die was hun meer dan vertrouwd. Automatisch voelden ze dan ook aan dat Jezus het hier niet had over de gewone wasdom van het uitgestrooide zaad. Dat het, bij het beluisteren van de parabel om iets anders ging. Maar om wat?

‘De leerlingen kwamen naar Hem toe en vroegen: Waarom spreekt Gij tot hen in gelijkenissen? En Hij antwoordde: ‘Omdat zij, ofschoon zij ogen hebben, niet zien, en ofschoon zij oren hebben, niet begrijpen.’ En aan hen legde de Meester uit wat Hij met deze gelijkenis wilde zeggen.
En daar staan wij dan: horen we bij het niet-begrijpende volk of bij de leerlingen die de uitleg mogen aanhoren? Hoe dan ook, vandaag worden we uitgenodigd na te gaan waar onze plaats is binnen deze parabel.
We krijgen de vraag toegespeeld hoe we het woord van God, al dan niet in daden omzetten tot groei van het Rijk Gods waar de Verteller zo vol van was. Want elke parabel - en er zijn er 42 in totaal - handelt over ‘het Rijk van God’. Het ‘Rijk der hemelen’ zoals Matteüs het formuleert.

Wat was de eerste boodschap die Jezus bracht? Wat is de blijde boodschap van het evangelie?
Dat God onze Vader is en dat wij zijn kinderen zijn. Maak je geen zorgen, zegt Hij, zelfs de haren van je hoofd zijn geteld. Zovele van onze zorgen zijn het eigenlijk niet waard om onze zorgen te zijn. God draagt ons, Hij kent ons, Hij neemt ons zoals we zijn en, zoals we zijn, mogen we meewerken dat Zijn Rijk op aarde werkelijkheid kan worden. ‘De hemel op aarde’ zouden we zeggen. Een wereld zoals God die heeft bedoeld toen Hij aan het scheppen ging. Toen Hij mensen aan elkaar gaf om die hemel waar te maken. Een rijk waar elke mens zijn eigen naam mag dragen, aan zijn trekken mag komen. Waar ook jij en ik, met onze onmacht, vergissingen en misstappen, met onze kwetsuren en met al onze littekens in de kring mogen komen, welkom zijn, aanvaard worden, ons ware gelaat mogen tonen. Een wereld waar God waarlijk God en elke mens waarachtig mens mag zijn.

God zaait met gulle hand zodat ook de minder vruchtbare plekken ruimschoots hun deel van het zaad ontvangen.
Hoe aanhoor ik het woord van de Heer? Soms ben ik de weg waar vogels het komen oppikken, waar zijn woord het ene oor ingaat en het andere weer uit. Soms ben ik als rots, onontvankelijk voor zijn woord, en een andere keer overwoekeren distels van zorgen mijn hart en krijgen zijn woorden geen kans.
Maar soms ook luister ik met open hart en word ik de vruchtbare grond waarin het zaad overvloedig vruchten kan dragen.

Waar ons leven zich afspeelt, daar groeit Gods Rijk. Waar broeders in hun krimpende gemeenschap hoopvol blijven bidden en vieren, mensen ontvangen, zegenen, zonden vergeven en elkaar dienend en liefdevol blijven dragen, daar groeit Gods Rijk. Waar ouders en kinderen elkaar dag na dag geduldig nabij zijn, daar groeit Gods Rijk. Waar op de werkvloer de ‘habitués’ een steunpaal zijn voor de nieuwelingen, daar groeit Gods Rijk. Waar in elke klas elk kind gewaardeerd wordt, daar groeit Gods Rijk. Overal waar fouten worden vergeven en vergeten, waar mensen elkaar liefhebben, daar groeit Gods Rijk.