Matteüs 1, 1-17: De stamboom van Jezus
Matteüs 1, 1-17// - // -
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1521-1522)
Jezus Christus kwam uit de familie van David en Abraham. Hier volgt de lijst van zijn voorouders.
Abraham was de vader van Isaak. Isaak was de vader van Jakob. Jakob was de vader van Juda en zijn broers. Juda was de vader van Peres en Zerach. Hun moeder was Tamar.
Peres was de vader van Chesron. Chesron was de vader van Aram. Aram was de vader van Amminadab. Amminadab was de vader van Nachson. Nachson was de vader van Salmon.
Salmon was de vader van Boaz. De moeder van Boaz was Rachab. Boaz was de vader van Obed. De moeder van Obed was Ruth. Obed was de vader van Isaï. Isaï was de vader van koning David.
David was de vader van Salomo. De moeder van Salomo was Batseba, de vrouw van Uria.
Salomo was de vader van Rechabeam. Rechabeam was de vader van Abia. Abia was de vader van Asaf. Asaf was de vader van Josafat. Josafat was de vader van Joram. Joram was de vader van Uzzia. Uzzia was de vader van Jotam. Jotam was de vader van Achaz. Achaz was de vader van Hizkia. Hizkia was de vader van Manasse. Manasse was de vader van Amos. Amos was de vader van Josia.
Josia was de vader van Jechonja en zijn broers. Zij leefden in de tijd dat het volk van Israël in Babylonië woonde.
Jechonja was de vader van Sealtiël. Die leefde na de tijd dat het volk van Israël in Babylonië woonde.
Sealtiël was de vader van Zerubbabel. Zerubbabel was de vader van Abihud. Abihud was de vader van Eljakim. Eljakim was de vader van Azor. Azor was de vader van Sadok. Sadok was de vader van Achim. Achim was de vader van Eliud. Eliud was de vader van Eleazar. Eleazar was de vader van Mattan. Mattan was de vader van Jakob. Jakob was de vader van Jozef.
Jozef was de man van Maria, en Maria was de moeder van Jezus. Jezus wordt ook Christus genoemd.
Van Abraham tot David waren er veertien generaties. Van David tot Jechonja waren er ook veertien generaties. En van Jechonja tot Christus waren er nog eens veertien generaties.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Dit is de stamboom van Jezus Christus,
zoon van David, zoon van Abraham.
Abraham was de vader van Isaak,
Isaak de vader van Jakob,
Jakob de vader van Juda en zijn broers.
Juda was de vader van Peres en Zerach.
Tamar was hun moeder.
Peres was de vader van Chesron,
Chesron de vader van Aram,
Aram de vader van Amminádab,
Amminádab de vader van Nachson,
Nachson de vader van Salmon,
Salmon de vader van Boaz. Rachab was zijn moeder.
Boaz was de vader van Obed, Ruth was zijn moeder.
Obed was de vader van Isaï en Isaï van David, de koning.
David was de vader van Salomo, zijn moeder was de vrouw van Uría.
Salomo was de vader van Rechabeam,
Rechabeam de vader van Abia,
Abia de vader van Asa,
Asa de vader van Josafat,
Josafat de vader van Joram,
Joram de vader van Uzzia,
Uzzia de vader van Jotam,
Jotam de vader van Achaz,
Achaz de vader van Hizkia,
Hizkia de vader van Manasse,
Manasse de vader van Amon,
Amon de vader van Josia,
Josia de vader van Jechonja en zijn broers
in de tijd van de Babylonische ballingschap.
Na de Babylonische ballingschap
werd Jechonja de vader van Seáltiël,
Seáltiël de vader van Zerubbabel,
Zerubbabel de vader van Abiúd,
Abiúd de vader van Eljakim,
Eljakim de vader van Azor,
Azor de vader van Sadok,
Sadok de vader van Achim,
Achim de vader van Eliud,
Eliud de vader van Eleazar,
Eleazar de vader van Mattan,
Mattan de vader van Jakob.
Jakob nu was de vader van Jozef, de man van Maria,
zij werd de moeder van Jezus die Christus genoemd wordt.
In het geheel zijn er dus van Abraham tot David veertien geslachten,
van David tot de Babylonische ballingschap ook veertien geslachten
en van de Babylonische ballingschap tot de Christus ook veertien geslachten.
Stilstaan bij ...
Geslachtslijst / Stamboom
Deze woorden vertalen het Griekse: 'Biblos geneseoos', waarmee de verwijzing naar het boek Genesis, het eerste boek van de Bijbel, met zijn vele geslachtslijsten duidelijk wordt.
Jezus Christus
Het is zeldzaam dat de naam 'Jezus Christus' in het evangelie voorkomt.
Christus heeft daarin niet de betekenis van een familienaam. Het is de Grieks/Latijnse vertaling van 'Messias', een titel die de eerste christenen aan Jezus gaven.
David
Deze meeste geliefde koning van het joodse volk leefde rond 1000 jaar voor Christus. David was dé grote koning van de joden. Zijn tijd wordt herinnerd als een gouden tijd: voor het eerst zwierf het volk niet meer en vond het een vaste stek.
Het goede dat men in het optreden van Jezus ervaren heeft, wordt graag vergeleken met die periode uit de geschiedenis van Israël.
Abraham
Met Abraham, de stamvader van het joodse volk, begint volgens de Bijbel een unieke relatie tussen God en een volk.
Tamar, Rachab, Ruth, de vrouw van Uria (Batseba)
Deze vier vrouwen traden op tijdens verschillende periodes van de geschiedenis van Israël. Ze waren alle vier vreemdelingen die behoorden tot volkeren die vijanden waren van de joden. Hiermee wilde Matteüs zeggen dat de trouw aan God belangrijker is dan geboorte of afkomst. Tegelijk verwoordde hij de universele betekenis van Jezus, die hij verder illustreert met het bezoek van de wijzen uit het Oosten.
Jozef
In de loop van zijn evangelie schrijft Matteüs bijna niet over Jozef. De reden hiervoor zou kunnen zijn dat hij zo Jezus duidelijker als zoon van God kon typeren.
Messias / Christus
Dit Hebreeuwse woord betekent ‘gezalfde’ (= ‘Messias’, ‘Christus’).
Vroeger werden de koningen van Israël gezalfd. Hiermee toonde men dat ze een bijzondere zending van God ontvangen hadden. Ook andere personen met een bijzondere religieuze zending werden soms gezalfd. (Bijvoorbeeld: profeten)
De Bijbel zegt dat de Messias het rijk van God op aarde zal vestigen. Daarvoor zal hij de mensen bevrijden van de vreemde overheersing. Hij zal een koning zijn in de lijn van koning David. Daarom verwachtte men ten tijde van Jezus dat de Messias hen zou bevrijden van de Romeinen.
Bij de tekst
Stamboom / geslachtslijst
Een geslachtslijst in de Bijbel streeft er niet naar wetenschappelijk juist te zijn, maar wil wat volgt in de tekst situeren in de grote lijnen van de geschiedenis.
Zo maakte Matteüs duidelijk dat Jezus helemaal bij Israël hoorde (‘zoon van Abraham’), welke rol Hij zal spelen (‘zoon van David’) en dat zijn betekenis universeel was (vier vreemde vrouwen, die niet tot het volk van Abraham behoren)
Messias
Dat Jezus Christus de beloofde Messias is, toonde Matteüs aan met een stamboom. Die rondde hij af op 6 x 7 generaties, zodat met Jezus het zevende tijdperk begint. Daarmee wilde hij zeggen dat vanaf dat moment de belofte van een Messias uit het Oude Testament vervuld werd en dat de geschiedenis zijn eindpunt vond in de komst van de Messias.
Koning
Met deze lijst toonde Matteüs ook aan dat Jezus behoorde tot het geslacht van David, de grote koning van de joden. Hij is trouwens de enige die in deze lijst van Matteüs de titel ‘koning’ kreeg. Door die titel bij de anderen weg te laten, wilde hij wellicht zeggen dat Jezus de enige echte erfgenaam van koning David is, in wie de belofte van God helemaal tot vervulling komt.
Vier 'stammoeders'
TAMAR
Deze Kanaänitische, Aramese vrouw wachtte, vermomd als publieke vrouw, aan de kant van de weg tot haar schoonvader Juda zou komen. Ze was met twee van zijn zonen getrouwd, maar die stierven voor er kinderen kwamen. Juda zag ‘de publieke vrouw’ zitten en beloofde haar een geitenbokje indien hij bij haar terechtkon. Als pand vroeg ze zijn zegel, snoer en staf. Juda had omgang met haar en ze werd zwanger. Toen Juda het geitenbokje wilde inruilen tegen zijn bezittingen, bleek de publieke vrouw verdwenen. Drie maanden later werd bekend dat Tamar zwanger was. Juda wilde haar meteen wegsturen. Maar Tamar liet zegel, snoer en staf van Juda naar hem brengen met de boodschap: ik ben zwanger van de man van wie deze dingen zijn. Tamar bracht een tweeling ter wereld en noemde de kinderen Peres en Zerach.
(Genesis 38)
RACHAB
De Kanaänitische Rachab woonde in Jericho en was een publieke vrouw. Haar huis stond bij de stadsmuren. De Israëlieten dreigden de stad in te nemen. Twee Israëlitische spionnen waren bij haar in huis toen er twee boden van de koning aan haar deur stonden die vroegen om hun uitlevering. Rachab zei hun dat ze beide al vertrokken waren. Ze liet hen ’s nachts ontsnappen over de stadsmuur met een rood koord. Toen de Israëlieten Jericho veroverden, zagen ze het rode koord en spaarden haar. Later huwde de Israëliet Salmon en kreeg een zoon die ze Boaz noemde.
(Jozua 2 en 6)
RUTH
Ruth was een Moabitische vrouw. Ze was gehuwd met een zoon van Elimelek en Noömi, een Israëlitisch echtpaar dat omwille van de hongersnood uit Betlehem was weggevlucht.
Noömi beslootweer naar Juda te verhuizen toen haar zonen,en haar man op korte tijd stierven. Ruth ging met haar mee. In Betlehem woonde Boaz, familie van Noömi. Ruth werkte op zijn akker. Als verwant van Noömi had hij familieverplichtingen tegeover haar. Zij huwden en kregen een zoon die ze Obed noemde. Obed werd de vader van Isaï, die de vader van David was.
(Boek Ruth)
DE VROUW VAN URIA (BATSEBA)
Zij was de vrouw van Uria de Hethiet, lid van het Israëlitische leger. Toen Uria, een soldaat in het leger van koning David, eens op veldtocht was, had David zijn mooie vrouw zien baden. Hij liet haar bij zich komen. Batseba werd zwanger. David probeerde zijn inbreng hierbij te verdoezelen door Uria in het heetst van de strijd te plaatsen. Kort nadat Batseba hun kind ter wereld bracht, stierf het. Batseba kreeg later nog een zoon, die ze Salomon noemden.
(2 Samuël 11)
Deze vier vrouwen traden op tijdens verschillende periodes in de geschiedenis van Israël. Ze waren alle vier vreemdelingen. Ze zijn de enige vrouwen die Matteüs vermelde in de stamboom van Jezus.
Vreemd dat hij niet de stammoeders Sara en Hagar, Rebekka, Rachel en Lea vermelde.
Misschien wilde Matteüs zo de universele betekenis van Jezus weergeven.
Bijbel en kunst
ANONIEM
Icoon: De boom van Jesse
Suggesties
Grote kinderen
ONDERZOEKEN
Twee stambomen
De kinderen stellen elk hun eigen stamboom op - voor zover mogelijk.
Daarna maken ze de stamboom van Jezus, met behulp van Matteüs 1, 1-17 en voor zover de tekening het toelaat.
Om over te reflecteren:
- Waarom zou Matteüs eerder de namen van de vaders noteren dan die van de moeders?
- Waarom zou Matteüs het belangrijk vinden dat Abraham en David in deze stamboom voorkomen?
Jongeren
ZINGEN / BELUISTEREN
Messias (Bart PEETERS)
ik ben op zoek naar een messias
man of vrouw heeft geen belang
die mijn ziel wat heil kan geven
want dat zoekt mijn ziel al lang
ik ben op zoek naar een verlosser
zo eentje die er zin in heeft
hij hoeft niet voor mij te sterven
als hij mijn zonden maar vergeeft
wil er iemand mijn
wil er iemand mijn
wil er iemand mijn
wil er iemand mijn messias zijn
wil er iemand mijn messias zijn
wil er iemand mijn messias zijn
ik ben op zoek naar een messias
die nog door niemand werd misbruikt
geen roetsjbaan naar atoomconflicten
geen heiland die naar olie ruikt
één waar geen enkele president
ooit op gezworen heeft
een messias die nog fris zit
en waar geen bloed aan kleeft
wil er iemand...
ik zoek een profeet
op hoge hakken of besnord
ik zoek een god vol van genade
zo een die meelacht
als er gelachten wordt
wiens kerken niet in glamour baden
wil er iemand mijn
wil er iemand mijn
wil er iemand mijn messias zijn
wil er iemand mijn messias zijn
wil er iemand mijn
wil er iemand mijn
op korte of iets langere termijn
wil er iemand mijn messias zijn
wil er iemand mijn messias zijn
Zin om het lied te beluisteren? Klik hier
Bespreking
- Welk beeld schetst Bart Peeters van een Messias?
- Hoe wordt in de Bijbel over de Messias gesproken?
- Is er een verband tussen beide omschrijvingen? (Wat is hetzelfde? Wat is verschillend?)