Loading...
 

Paaswake A B C - derde lezing

Exodus 14, 15-15, 1: Doortocht door de Rode Zee

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 104-105)

De Heer zei tegen Mozes: ‘Waarom vraag je mij om hulp? Zeg tegen de Israëlieten dat ze verder moeten gaan. En pak jij je stok, houd hem boven de zee en verdeel zo het water in tweeën. Dan kunnen de Israëlieten over droge grond door de zee lopen. Ik zal zorgen dat de Egyptenaren jullie blijven achtervolgen. Dan zal ik laten zien hoe machtig ik ben. Ik zal de farao verslaan, met al zijn wagens en soldaten. Dan zullen de Egyptenaren begrijpen dat ik de Heer ben.’
Steeds was de engel van de Heer voor de Israëlieten uit gegaan. Maar nu ging hij achter hen staan. Ook de wolk die steeds voor hen was, ging naar achteren. De wolk was nu tussen het leger van de Egyptenaren en het leger van de Israëlieten. Aan de kant van de Israëlieten gaf de wolk de hele nacht licht. Maar aan de kant van de Egyptenaren maakte hij alles donker. Daardoor konden zij de Israëlieten niet inhalen.
Toen hield Mozes zijn stok omhoog boven de zee. De Heer liet de hele nacht een harde oostenwind waaien. Het water stroomde naar twee kanten, en er kwam droge grond tevoorschijn. Rechts en links was een muur van water. Daartussen konden de Israëlieten door de zee lopen, over droge grond.

De Egyptenaren achtervolgden de Israëlieten. Alle soldaten, paarden en wagens van de farao gingen achter hen aan, de zee in. Maar vlak voordat het ochtend werd, keek de Heer vanuit de wolk en het vuur naar de Egyptenaren. Hij zorgde ervoor dat ze in paniek raakten. De wielen van hun wagens kwamen vast te zitten, en ze konden bijna niet meer vooruitkomen. ‘We moeten vluchten!’ riepen ze. ‘De Heer helpt de Israëlieten. Hij vecht tegen ons!’
Toen zei de Heer tegen Mozes: ‘Houd je arm boven de zee. Dan stroomt het water terug. Het zal over de soldaten van Egypte en over al hun wagens heen stromen.’
Mozes deed dat. Toen het ochtend begon te worden, stroomde het water terug. De Egyptenaren vluchtten tegen de stroom in. De Heer stuurde hen zo de golven in. Het water stroomde over het leger van de farao, dat achter de Israëlieten aan gegaan was. Het stroomde over al zijn wagens en al zijn soldaten. Iedereen verdronk.

Maar de Israëlieten waren dwars door de zee gegaan. Ze liepen over droge grond, tussen muren van water. Zo redde de Heer hen op die dag van de Egyptenaren. De Israëlieten zagen hen dood op het strand liggen. Toen begrepen ze met hoeveel kracht de Heer de Egyptenaren verslagen had. Ze kregen grote eerbied voor de Heer. Ze vertrouwden op hem en op zijn dienaar Mozes.

Mozes zong samen met de Israëlieten dit lied voor de Heer.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

God zei tegen Mozes: ‘Wat roep je Me toch?
Zeg aan de Israëlieten dat ze verder trekken.
Hef je hand op, strek je staf uit over de zee om ze in twee te splijten.
Zo kunnen de Israëlieten over de droge bodem van de zee trekken.
Ik zal de Egyptenaren koppig maken, zodat ze hen achterna gaan.
Dan zal Ik Me in mijn grootheid laten zien ten koste van de farao,
zijn leger, zijn wagens en zijn wagenmenners.
Zo zullen de Egyptenaren weten dat Ik God ben.'
De engel van God die aan de kop van het leger van de Israëlieten ging,
veranderde van plaats en ging naar achter.
Ook de wolkkolom deed dat.
Zo kwam ze tussen het leger van de Egyptenaren
en dat van de Israëlieten.
De wolk bleef die nacht donker
zodat het die nacht niet tot een treffen kwam.
Toen strekte Mozes zijn hand uit over de zee
en God deed de zee de hele nacht terugwijken
door een sterke oostenwind.
Hij maakte van de zee droog land
terwijl het water links en rechts een muur vormde.
Zo konden de Israëlieten over de droge bodem door de zee trekken.
De Egyptenaren begonnen hen te achtervolgen:
alle paarden van de farao, zijn wagens en zijn wagenmenners
gingen achter de Israëlieten aan de zee in.
Tegen de morgen keek God vanuit de wolkkolom en de vuurzuil
naar het leger van de Egyptenaren en bracht het in verwarring.
Hij liet de wielen van de wagens scheeflopen
zodat ze maar met moeite vooruit konden.
De Egyptenaren riepen:
`Vlucht voor de Israëlieten, want hun God vecht tegen ons.'
Toen zei God tegen Mozes: `Strek je hand uit over de zee,
zodat het water terugstroomt
over de Egyptenaren, hun wagens en hun wagenmenners.'
Mozes strekte zijn hand uit over de zee.
Toen de morgen kwam vloeide de zee naar haar gewone plaats terug
en overspoelde wagens en wagenmenners,
Van heel het leger van de farao bleef niemand gespaard.
Zo redde God Israël op die dag uit de greep van Egypte.
Israël zag de Egyptenaren dood op de kust liggen.
Toen Israël dit machtige optreden van God tegen Egypte gezien had,
kreeg het volk respect voor God
en ze vertrouwden God en Mozes, zijn dienaar.
Toen zongen Mozes en de Israëlieten een lied ter ere van Jahwe.



Stilstaan bij ...

Mozes
Klik hier voor meer info.

Israëlieten, Hebreeën, Joden, het volk Israël, het joodse volk ...
Heel vaak worden al deze benamingen door elkaar gebruikt voor de afstammelingen van Jakob, die ook Israël genoemd wordt.

Zee
(Rietzee / Schelfzee / Rode Zee)
Deze zee kan zijn naam danken aan het riet dat groeide in de beken die in die zee uitmondden en dat in de regentijd door de stroom werd meegenomen naar zee.
Maar de zee kan ook genoemd zijn naar het zeewier dat er groeide.
De Rietzee lag in het gebied waar later het Suez-kanaal werd gegraven. Het was toen een merengebied, met moerassige plaatsen. Wanneer de wind het zeewater landinwaarts dreef, liep het gehele gebied onder water. Alleen wie vertrouwd was met de ondergrond wist welke plaatsen doorwaadbaar waren.
In de Bijbel is de zee ook het symbool voor de machten van de chaos. Het is het domein van de dood, de demonische krachten en van de oermonsters die de schepping bedreigen.

Egypte
Land dat gelegen is rond de benedenloop van de Nijl. De koningen van Egypte werden in de oudheid 'Farao' genoemd. Toen Mozes leefde zagen de farao's de Hebreeën als gevaar voor hun land.





Bij de tekst

Historische waarde

Onder leiding van Mozes vluchtte een groep Hebreeën uit Egypte. Ze trokken naar het oosten, doorheen een drassig gebied, een uitloper van de Rode Zee.
Maar ... er is geen enkel Egyptisch document dat deze Uittocht uit Egypte bevestigt. Het hele gebeuren was voor de Egyptenaren wellicht een onbelangrijk incident dat betrekking had op een bevolkingsgroep die in hun ogen marginaal was. Bovendien denkt men dat de Israëlieten niet allemaal tegelijk in één grote groep uit Egypte trokken. Men veronderstelt dat er minstens twee belangrijke uittochten waren, omdat de Bijbel het over twee verschillende routes heeft.
(De ene overlevering heeft het over een vluchtroute langs de Middellandse Zee over een smalle landtong, zodat de reis ’s nachts ‘tussen de wateren’ doorging. Tegen deze weg pleit dat de kustweg door Egyptische vestingen omzoomd was. De andere overlevering heeft het over de weg die liep langs Suez en in zuid-oostelijke richting naar de Sinaï)

Vreemd is ook dat de Uittocht voorgesteld wordt als een gebeurtenis die het hele joodse volk heeft meegemaakt, terwijl er voor de tijd van David helemaal geen sprake was van één volk. Alleen de groepen van Mozes en Jozua bleken herinneringen te hebben aan de Uittocht uit Egypte.

Het hele verhaal van de Uittocht blijkt in de eerste plaats bedoeld voor de joden die leefden in ballingschap in Babylonië (zesde eeuw voor Christus). De verhalen van de Uittocht uit Egypte legden ze op hun leven: hun ballingschap in Babylonië vergeleken ze met de slavernij in Egypte van hun voorvaderen. Dat aan die slavernij een einde kwam, was voor hen de bron waaruit ze kracht putten om uit te zien naar het einde van hun ballingschap.



Mirakel of natuurfenomeen?

Waar de Hebreeën de zee hebben overgestoken of over welke zee het precies gaat, is helemaal niet bekend. Sommige archeologen leggen een verband tussen de doortocht door een droge zee en de uitbarsting van een vulkaan in de Middellandse zee, waarbij het water eerst zeer sterk terugtrok, en nadien in één grote golf (tsunami) terug kwam.

Anderen zeggen dat de Hebreeën aan de rand van een zee konden vluchten omdat door eb en een felle wind het water weggetrokken was. Zo konden ze op sommige plaatsen de overkant bereiken. Wanneer de Egyptenaren hetzelfde wilden doen, ging de wind liggen. Het water vloeide terug. Met hun strijdwagens raakten ze vast in de modder en kwamen ze om.



God zorgt!

Wie deze tekst schreef was helemaal niet bekommerd om de precieze historische toedracht van de Uittocht uit Egypte. Wat belangrijk was, was dat God het joodse volk gered had en met hen was. Het hele gebeuren illustreerde de zorg van God voor zijn uitverkoren volk. Hij is machtiger dan de goden van de Egyptenaren. Hij is trouw aan zijn verbond. Om elkaar en anderen daarvan te overtuigen werd die doortocht steeds indrukwekkender voorgesteld, tot de Hebreeën doorheen muren van water trokken.
Die uittocht werd het belangrijkste moment uit de geschiedenis voor de joden, dat ze tot op vandaag vieren met Pesach.



Drie bronnen

In deze tekst (Exodus 13, 17-14, 31) herkennen exegeten gemakkelijk drie bronnen:
de Jahwist, de Elohist en het priestergeschrift.


De Jahwist is de oudste bron.
Die tekst werd geschreven in de 9e eeuw voor Christus in het Zuidrijk Juda. De manier van vertellen is volks, levendig en pittoresk. God (Jahwe) wordt als mens voorgesteld (= antropomorf)

Die schrijver staat in zijn tekst nog dicht bij het natuurgebeuren: de zee vloeit weg door een sterke oostenwind. In de werking van de natuur ziet hij God bezig.
Wat ook opvalt is dat in zijn tekst de Israëlieten niet door de zee trekken.
De rol van Mozes: vertrouwen wekken in Jahwe.



Dan is er de Elohist
Die tekst werd geschreven in de 8e eeuw voor Christus in het Noordrijk Israël

De schrijver versterkt het verhaal dat aan de basis lag van de tekst van de Jahwist.
Zo heeft de Jahwist het over zeshonderd wagens van de Farao, terwijl de Elohist het heeft over al de wagens van de farao.



Het Priestergeschrift is de jongste bron.
Die tekst werd geschreven rond 500 voor Christus in Jeruzalem, na de ballingschap.

De handelende figuur in deze tekst is: de Heer. Hij is het die zegt, beveelt.
Het woord van God realiseert wat het zegt, net zoals in het eerste scheppingsverhaal. Hierdoor lijkt het verhaal van de Uittocht een nieuw scheppingsverhaal. Alles wat geschapen werd, ging in het verhaal van de plagen kapot, zodat Mozes naar voren komt als een nieuwe Noach.
De schrijver staat verder af van de historische feiten en schrijft vanuit een gelovige interpretatie.

Merk op hoe plechtig een en ander beschreven wordt:
Mozes strekt zijn hand uit over de zee; Het water van de zee wordt gespitst.
Het natuurgebeuren, zoals de Jahwist het beschreef, maakt plaats voor een spectaculair wonder dat respect voor God afdwingt.




De drie verschillende bronnen hebben uiteindelijk dezelfde inhoud: achtervolgd door de Egyptenaren, komen de Israëlieten bij de zee in een hachelijke situatie. Hieruit worden ze gered doordat de Egyptenaren in zee verdrinken.
Dit gebeuren wordt voorgesteld als een ingrijpen van God.
Uit de drie versies blijkt dat de vertellers de rol van God gaandeweg steeds meer vergroot hebben.
Toch bleven de drie versies in de tekst bewaard omdat men blijkbaar een grote waardering heeft voor de verschillende ervaringen van God. De verscheidenheid wordt als een rijkdom ervaren.



Spreken met beelden

De Uittocht uit Egypte is hét beeld van de zorg van Jahwe om zijn volk.
Wanneer Israël een crisis meemaakt (bijvoorbeeld: ballingschap in Babylonië), denkt het terug aan deze gebeurtenis en trekt het er zich aan op. Dat men God ervaren heeft als een bevrijdende God is een steun en hulp voor wie zich bevindt in een onderdrukkende situatie.

Eeuwenlang al leest men in die uittocht het verhaal van ieder mens: men moet loskomen van wat hindert, om doorheen een ‘woestijn’, aan te komen in het ‘Beloofde Land’. Als men geen uitweg meer ziet en overvallen wordt door beproevingen, maakt dit verhaal duidelijk hoe God voor mensen in nood 'doortocht' geeft en een nieuwe toekomst maakt. Zo werd dit verhaal over de Uittocht de basis voor geloof en vertrouwen in donkere tijden.



Het volk van God

Naargelang de tekst in de Bijbel krijgt dit volk een andere naam:

Hebreeën
Naam voor mensen die rondzwierven tussen de Nijl en de Eufraat en zich verhuurden voor allerlei werk. In de verhalen rond het leven in Egypte en de uittocht uit Egypte worden Israëlieten vaak Hebreeën genoemd.

Israël (= strijder met God); Israëlieten, het volk Israël
Dit is de naam / titel die aan Jakob (derde aartsvader en vader van de twaalf stammen in Israël) gegeven werd na het gevecht met God bij de beek Jabbok (Genesis 32, 28). 'Israëlieten' is de naam voor al zijn nakomelingen. Soms gebruikt men daarvoor ook: 'het volk Israël' of 'Israël'. Na de scheuring van het Rijk Israël werd Israël de naam voor de tien stammen die samen het Noordrijk vormden.
De bewoners van het huidige Israël worden Israëli's genoemd.

Joden, het joodse volk
In dit woord herkent men het woord 'Judea'. Dit betrof aanvankelijk de bewoners van het Zuidrijk 'Judea'. Later is men dit woord voor het hele volk Israël gaan gebruiken.



Relatie met het Nieuwe Testament

In de doortocht door de zee, zag Paulus een beeld van de redding door het doopsel. Om de gelovigen die gedoopt waren te waarschuwen dat zij nu zeker waren van het heil, vertelde hij dat heel wat Hebreeën in de woestijn niet gespaard bleven voor afval, hoewel zij allemaal door het water heen gered waren (1 Korintiërs 10, 1-2)





Bijbel en kunst

ANONIEM

De strijdwagens van de farao (14e eeuw voor Christus)

Kist Uit Het Graf Van Toetanchamon

Kist uit de graftombe van Toetanchamon


Op deze houten kist, die gevonden werd in de graftombe van farao Toetanchamon te Thebe (het huidige Luxor), zijn de strijdwagens van de farao te zien.





Suggesties

Grote kinderen

ONDERZOEKEN

Een verhaal bij een feest

(C. LETERME in Samuel plus, uitgeverij Averbode, 2012 nr 5)

Bij belangrijke feesten hoort niet alleen een maaltijd of een dag vrijaf, maar ook een verhaal.
De kinderen maken een lijst van allerlei feestdagen die ze kennen. Ze zoeken of er een verhaal bij hoort, en of er eventueel gerechten zijn die doorgaans op dat feest gegeten worden.

FEESTVERHAALETEN
Pasenverrijzenis van Jezuslam; paaseieren
Kerstmisgeboorte van Jezuskalkoen
Driekoningenhet bezoek van de wijzendriekoningentaart
Eigen verjaardageventueel: verhaal over de geboorteverjaardagstaart
Sintemaarteneventueel: verhaal van Sint-Maartensintemaartenskoeken
Sinterklaaseventueel: verhaal van Sint-Nicolaassnoep
?????????



Bij Pasen hoort het verhaal van de verrijzenis van Jezus.
Ook de eieren horen erbij: ze drukken op hun manier 'verrijzenis uit: het leven gaat verder.
Het lam dat sommigen op die dag eten herinnert aan het joodse paasfeest dat ook Jezus vierde: rond het joodse paasfeest gingen joden naar Jeruzalem, waar ze in de tempel een lam lieten slachten, dat daarna door familie en kennissen werd opgegeten. Bij dit eten van een lam vertelden de joden het verhaal dat voor een deel tijdens de paaswake verteld wordt. Het behoort tot het grote verhaal van de uittocht uit de slavernij in Egypte, het trekken door de zee en de woestijn, om na veertig jaar aan te komen in het Beloofde Land.



Driemaal het verhaal van de Uittocht uit Egypte

De joden vonden de Uittocht uit Egypte heel belangrijk.
Daarom kun je er in de Bijbel veel over lezen.
. Exodus 14, 21-25 (Mozes)
. Exodus 15, 1-6 (Myriam)
. Psalm 114

- Wat is in deze drie teksten hetzelfde?
(het feit van de uittocht; het geloof in God)

Toch verschillen die verhalen. Hoe zou dit komen?
(. er was een andere schrijver
. de schrijvers werden door iets anders getroffen)





VERDIEPEN

Vraaggesprek

(C. LETERME in Samuel plus, uitgeverij Averbode, 2012 nr 5)

- Welke personen komen in dit verhaal voor?
(farao, Egyptenaren, Hebreeën, Israëlieten, Mozes, God)
- Wie is wat apart in dit rijtje? Waarom is dat? (God, want 'niemand heeft ooit God gezien')
- Zou je dit verhaal ook kunnen vertellen zonder over God te spreken?
- Waarom zouden de joden in hun verhaal over de uittocht over God spreken?
(ze hebben in deze 'bevrijding' het werk van God gezien)


Belangrijk
Bovenstaande vragen zijn bedoeld om kinderen aan het nadenken te zetten. Stuur ze niet met allerlei bijvragen naar het antwoord dat tussen haakjes staat. Geef kinderen de tijd om zelf te zoeken naar antwoorden. Inspireer je hiervoor aan de werkvorm 'filosoferen met kinderen'.



Spreken in beelden

(A-D DEROITTE, C. LETERME in Samuel, uitgeverij Averbode, 2012 nr 5)

Dit oude verhaal vertelt niet alleen over een gebeurtenis die lang geleden plaatsvond.
Het vertelt ook over ons leven. Heel veel elementen in de tekst zijn een beeld,
een symbool voor iets wat wij nog steeds in ons leven herkennen.
Verbind elke mogelijke betekenis met een element uit het verhaal.

Egypte begeleiding
Zee bescherming
God vrijheid
Mozes het onbekende
Beloofde Land slavernij, geweld


Deze tekst wordt in de kerk voorgelezen tijdens de paaswake, de avond voor Pasen.
- Waarom zou men precies dan deze tekst lezen?
- Waar doet die tekst jou aan denken?


Correctiesleutel
Egypte: slavernij, geweld
De zee: het onbekende
God: bescherming
Mozes: begeleiding
Het Beloofde Land: vrijheid





INLEVEN

Een verhaal vol emoties

(naar: A-D DEROITTE, C. LETERME in Samuel, uitgeverij Averbode, 2012 nr 5)

Materiaal
Kleurpotloden of stiften (blauw, geel, rood, oranje, groen)
Kopie van de volgende tekst:

God liet zijn volk vertrekken uit Egypte. Hij was hun gids op deze tocht. Overdag leidde Hij zijn volk met een wolk en 's nachts met vuur. Zo konden de Hebreeën dag en nacht verder gaan.
Toen men aan de Farao zei dat het Hebreeuwse volk gevlucht was, riepen hij en zijn hovelingen: ‘Hoe konden we hen toch laten gaan?’ Daarom liet de farao zijn strijdwagen inspannen en achtervolgde de Israëlieten met heel zijn leger. Toen die de farao en zijn leger zagen naderen, kregen ze grote angst en riepen luid tot God.
Tegen Mozes zeiden ze: 'We willen niet in de woestijn sterven. We sterven nog liever in Egypte.'
Mozes antwoordde: ‘Vrees niet. Blijf volhouden. Dan zullen jullie zien hoe God ons vandaag nog zal redden.’
God zei tot Mozes: ‘Laat het volk maar verder trekken. Hef dan uw hand op over de zee. Dan kunnen ze over de droge bodem door de zee trekken. Ik zal die Egyptenaren eens tonen wie Ik ben.’
Mozes strekte zijn hand uit over de zee. Heel de nacht liet God de zee door een sterke oostenwind terugwijken. Zo konden de Israëlieten over de droge bodem de zee doortrekken. Heel het leger van de farao ging achter hen aan de zee in. Tegen de morgen begonnen de wielen van hun wagens scheef te lopen, zodat ze slechts met moeite vooruit kwamen.
De Egyptenaren riepen: ‘Vlucht voor de Israëlieten, want God strijdt voor hen tegen ons.’
Toen sprak God tot Mozes: ‘Strek uw hand uit over de zee, dan zal het water terugstromen over het leger van de Egyptenaren.’
Mozes deed dat. Toen het licht begon te worden, vloeide de zee naar haar gewone plaats terug. Het water dat terug vloeide, overspoelde heel het leger van de farao.

Zo redde God op deze dag Israël uit de greep van Egypte. Toen Israël dit machtige optreden van God gezien had, kreeg het ontzag voor Hem. Zij stelden vertrouwen in Hem en in Mozes. Toen zongen Mozes en de Israëlieten een lied voor God. Myriam, pakte haar tamboerijn. Alle vrouwen volgden haar: ze dansten en speelden op de tamboerijn.
Mirjam zong: 'Zing voor God, want hij heeft ons bevrijd. Zing voor God, want hij heeft ons verlost van het volk van Egypte, onze onderdrukkers.'



Verloop
Vertel of lees het verhaal voor.

Opdracht
Dit verhaal is heel oud. Het werd heel veel jaren verteld van vader op zoon, vooraleer het ongeveer
3000 jaar geleden werd neergeschreven.
Het is een verhaal vol emoties.
Lees de tekst opnieuw en kleur
- in blauw: de zinnen die iets zeggen over angst
- in geel: de uitdrukkingen van vreugde
- in rood: de momenten van kwaadheid
- in oranje: de zinnen waarin je spijt kunt lezen
- in groen: de zinnen met hoop





BELEVEN

Tocht naar de vrijheid

(naar: C. LETERME in Samuel plus, uitgeverij Averbode, 2012 nr 5)

Materiaal
. een wit (of bleek) stuk stof (oud laken) van ongeveer 1m²
. schildersmateriaal of stiften



Verloop
Vertel:
Elke joodse vader vertelt dit verhaal over de uittocht aan zijn kinderen met Pesach, het joodse paasfeest. Met Pasen beluisteren christenen dit verhaal tijdens de paaswake, want: wat er jaren geleden met het joodse volk gebeurde, is ook met Jezus gebeurd.

De kinderen vatten het verhaal van de uittocht samen in drie grote lijnen en trekken het door naar het leven van Jezus: Jezus heeft onder ons geleefd, Hij is door de woestijn (dood) gegaan om verder te leven bij God (Beloofde Land)

IsraëlietenJezus
Weggaan uit..../ ... verlatenEgyptehet leven
Gaan doorde woestijnde dood
Aankomen inhet Beloofde landhet leven bij God


Verdeel de groep in drie groepjes. Geef elke groep een stuk stof en schildersmateriaal. Hierop schildert de eerste groep wat aan Egypte doet denken, de tweede groep geeft de woestijn weer, de derde groep het Beloofde Land.
Laat de kinderen eerst nadenken over de kleur (met welke kleur geven we Egypte weer? de woestijn? het Beloofde Land?) De kleur die de kinderen uiteindelijk kiezen is minder belangrijk dan de reden die ze aangeven voor hun keuze.
Daarna bespreken ze onder elkaar wat ze nog op het doek zullen aanbrengen: ideeën uit het Oude Testament, het leven van Jezus en de actualiteit, die bij hun onderwerp aansluiten. Enkele kinderbijbels kunnen hierbij inspireren.





ACTUALISEREN

De Uittocht gebeurt nog steeds!

De kinderen proberen het verhaal van de Uittocht zo creatief mogelijk te verwoorden voor mensen van onze tijd.

Eerst beelden ze het verhaal uit zoals het staat in Exodus 13-15. Drie groepjes beelden elk een onderdeel van het verhaal uit (tableau vivant).
- Verdrukking:
het volk zucht onder de verdrukking in Egypte
- God redt:
het volk trekt door de Rode Zee en wordt gered / God neemt het op voor zijn volk
- Dank:
het volk eert en dankt God voor zijn reddende nabijheid

Daarna gaan dezelfde groepjes aan het werk om in onze tijd situaties van onderdrukking te herkennen en te zien in het licht van Exodus 13-15.
Met behulp van krantenknipsels en foto's belicht elk groepje een situatie uit het wereldgebeuren en verduidelijkt hoe redding en bevrijding mogelijk is.





VERTELLEN

Mozes en de Rode Zee

(C. LETERME, Een parel voor elke dag, Uitgeverij Averbode 2007, p. 2012)

Een jongen kwam terug van school.
‘Wat heb je vanmorgen geleerd?’
vroeg zijn moeder.
Hij antwoordde:
‘Vanmorgen vertelde de juf over Mozes
toen hij achter de vijandelijke linies ging
om de joden te redden van de Egyptenaren.
Toen ze bij de Rode Zee kwamen,
liet Mozes de genietroepen een pontonbrug bouwen.
En toen ze allemaal aan de overkant waren,
keek hij om en zag de Egyptenaren met tanks
achter hen aankomen.
Toen nam Mozes zijn GSM
om het hoofdkwartier te zeggen
dat ze bommenwerpers moesten sturen
om de brug op te blazen.
Zo werden de joden gered.’
De moeder keek verbaasd naar haar zoon
en vroeg:
‘Heeft de juf dat werkelijk zo verteld?’
Hij zei: ‘Nee, eigenlijk niet,
maar als ik het op haar manier had verteld,
dan zou je het toch niet geloven...’



Een heel leger komt om

Een joodse jongen zei eens:
“Ik vind dat toch een naar verhaal.
De paarden en de soldaten uit Egypte
konden er toch ook niets aan doen!”

Zijn rabbi vertelde toen het volgende:
“Toen Israël feestvierde
op de oever aan de overzijde van de Rode Zee,
wilden de engelen in de hemel ook een feestje bouwen.
Maar God verbood het hen. Hij zei:
‘Dat de Israëlieten feest vieren is te begrijpen.
Maar jullie zouden beter moeten weten!
Die Egyptenaren en hun paarden
zijn ook schepselen van mij!’”





ZINGEN / BELUISTEREN

Lied: ‘Go down Moses’

een klassieke negro-spiritual, die zich gemakkelijk in een toegankelijk Nederlands laat vertalen.
Een suggestie voor grote kinderen en jongeren?

Versie 1

When Israel was in Egypt's land: Let my people Go!
Oppress'd so hard they could not stand, Let my people Go!

Refrein:
Go down Moses, 'way down in Egypt's land:
Tell ol' Pharaoh, Let my people go.

The Lord told Moses what to do: Let my people Go!
To lead the children of Israel through, Let my people Go!
Refrein

Your foes shall not before you stand: Let my people Go!
And you'll possess fair Canaan's land, Let my people Go!
Refrein

I believe without a doubt: Let my people Go!
A Christian has a right to shout, Let my people Go!
Refrein



Versie 2

When Israel was in Egypt's Land, Let my people go,
Oppressed so hard they could not stand, Let my people go.

Refrein
Go down, Moses, Way down in Egypt's Land.
Tell ol' Pharaoh, Let my people go.

Thus saith the Lord, bold Moses said, Let my people go,
If not, I'll smite your first-born dead, Let my people go.
Refrein
Refrein Let them come out with Egypt's spoil, Let my people go.
Refrein

The Lord told Moses what to do, Let my people go,
To lead the Hebrew children through, Let my people go.
Refrein

O come along Moses, you'll not get lost, Let my people go,
Stretch out your rod and come across, Let my people go.
Refrein

As Israel stood by the waterside, Let my people go,
At God's command it did divide, Let my people go.
Refrein

When they reached the other shore, Let my people go,
They sang a song of triumph o'er, Let my people go.
Refrein

Pharaoh said he'd go across, Let my people go,
But Pharaoh and his host were lost, Let my people go.
Refrein

Jordan shall stand up like a wall, Let my people go,
And the walls of Jericho shall fall, Let my people go.
Refrein

Your foes shall not before you stand, Let my people go,
And you'll possess fair Canaan's land, Let my people go.
Refrein

O let us all from bondage flee, Let my people go,
And let us all in Christ be free, Let my people go.
Refrein

We need not always weep and mourn, Let my people go,
And wear these slavery chains forlorn, Let my people go.
Refrein



Het lied van de uittocht

(muziek: Go down Moses / tekst: Huub Oosterhuis)

Toen Israël in Egypte zat
Koning laat ons gaan
toen 't volk geen god en koning had
Koning laat ons gaan
God riep: Mozes Ik ben uw God voortaan
spreek dan, Mozes, roep:
Koning laat ons gaan.

En 't volk toog uit op Mozes' woord
God zal met ons gaan
De zee, die 't zag, vlood ijlings voort
God zal met ons gaan
Vlucht maar, bergen, als rammen hiervandaan,
spring dan, heuvels, want
God zal met ons gaan.

De goden van Egypteland
God zal met ons gaan
die mogen schreeuwen moord en brand
God zal met ons gaan
Goud en goden, nu hebt gij afgedaan.
Bergt u, doden, want
God zal met ons gaan.

Hun mond is stom; zij spreken niet
God alleen bestaat
hun handen, ha, die tasten niet
God alleen bestaat
Hij is machtig en eeuwig duurt zijn naam.
Schenk ons leven, o
God blijf met ons gaan.

Wij bieden u al wat wij zijn
omdat Gij bestaat
Weest Gij ons brood in de woestijn
omdat Gij bestaat
Mensen, broeders, biedt Hem uw leven aan;
God zal met ons
door dood en leven gaan.