Psalm 144: Gelukkig het volk dat God kent
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1041-1042)
Een lied van David.
Ik dank de Heer,
want hij beschermt mij.
Hij leert me hoe ik moet vechten,
en hij geeft me kracht voor de strijd.
Hij beschermt me en hij helpt me.
Bij hem ben ik veilig,
bij hem kan ik me verbergen.
Hij redt me van mijn vijanden,
hij laat me overwinnen.
Mensen leven maar kort,
ze bestaan maar heel even.
Waarom wilt u hen kennen, Heer?
Waarom let u op hen?
Heer, doe de hemel open, en kom!
Raak de bergen aan, zodat er rook uit komt.
Stuur uw bliksem om mijn vijanden te verjagen,
maak ze bang met uw pijlen van vuur.
Kom uit de hemel om mij te redden.
Red me, en bevrijd me van de dood.
Bevrijd me van mijn vijanden.
Zij vertellen alleen maar leugens,
ze liegen en bedriegen de hele tijd.
Ik wil een nieuw lied voor u zingen, God,
ik wil voor u spelen op mijn harp.
Want u laat koningen overwinnen.
U hebt me altijd bevrijd van mijn vijanden,
omdat ik uw dienaar ben.
Bevrijd me dan ook nu van mijn vijanden.
Zij vertellen alleen maar leugens,
ze liegen en bedriegen de hele tijd.
Het gaat goed met het volk van God.
De mannen zijn jong en vol kracht,
de vrouwen zijn mooi en sterk.
Alle schuren zijn goed gevuld,
ze zijn vol met voedsel, meer dan genoeg.
Op de velden lopen schapen en geiten,
het zijn er ontelbaar veel.
De koeien zijn mooi en vet.
Het volk van God wordt niet aangevallen,
en niemand hoeft te vluchten.
Niemand huilt, niemand heeft verdriet.
Gelukkig zijn mensen die een goed leven hebben.
Gelukkig zijn mensen die de Heer vereren.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Van David.
Geprezen is God, Hij is mijn rots:
Hij leerde mijn handen vechten.
en mijn vingers omgaan met het zwaard.
Hij is goed voor me:
Hij is mijn vesting, de burcht waar ik veilig in ben.
Hij is mijn schild: bij Hem mag ik schuilen.
Hij onderwerpt volken aan me.
God, wat is de mens dat Jij voor hem zorgt,
dat Je belang in hem stelt?
Een mens gelijkt op een ademzucht,
zijn dagen gaan voorbij als een schaduw.
God, verdonker de hemel, daal neer,
raak de bergen zodat ze roken.
Breek hun aanval met flitsende bliksems,
schiet uw schichten, sla hen met paniek!
Reik me je hand vanuit de hoogte:
verlos me, laat me ontkomen
aan het wassend geweld van deze stroom,
aan de greep van vreemdelingen.
Want hun mond is vol fake news,
hun rechterhand is vol bedrog.
God, ik wil voor Jou een nieuw lied zingen,
een psalm op de citer.
Je geeft koningen de overwinning.
Je bevrijdde David, je dienaar.
Verlos me van het dreigende zwaard,
van de greep van vreemdelingen.
Want hun mond is vol fake news,
hun rechterhand is vol bedrog.
Laat onze zonen als jonge bomen zijn
hoog opgegroeid in hun jeugd.
Laat onze dochters als hoekzuilen zijn,
als beeldhouwwerk in een paleis.
Mogen onze schuren gevuld zijn met voorraden:
veldvrucht na veldvrucht.
Mogen onze schapen zich met duizenden
vermeerderen op onze velden,
en onze runderen zwaar zijn van dracht.
Dat er geen bressen zijn en geen scheuren,
geen noodgeschrei in onze straten.
Gelukkig het volk dat zo leeft,
gelukkig het volk dat God kent.
Stilstaan bij …
Rechterhand
Het was de gewoonte om bij een eed de rechterhand omhoog te steken. In deze context is deze hand een teken van een vals getuigenis.
Bij de tekst
Opbouw
Deze psalm zou kunnen bestaan uit twee psalmen:
Psalmen | Verzen | Inhoud |
1 | 1-11 | Koning David dankt God voor de overwinning. God redt zijn volk telkens weer uit de nood. |
2 | 12-15 | Gebed om vrede en welvaart voor de toekomstige generatie. |