Psalm 40: Een nieuw lied
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 886-888)
Een lied van David. Voor de zangleider.
Ik wachtte op hulp van de Heer,
en hij heeft naar mij geluisterd.
Hij heeft mijn gebed gehoord.
Ik dacht dat ik zou sterven,
maar hij haalde mij uit de ellende.
Hij redde mij van de dood,
hij bracht mij naar een veilige plek.
Ik kan weer leven zonder angst.
Daarom zing ik een nieuw lied,
een danklied voor hem, onze God.
Alle mensen moeten horen dat hij mij heeft gered.
Dan krijgen ze eerbied voor de Heer,
dan zullen ze op hem vertrouwen.
Gelukkig zijn mensen die op de Heer vertrouwen.
Ze gaan niet om met trotse mensen
die geloven in andere goden.
Heer, mijn God, u zorgt voor uw volk,
u hebt veel wonderen voor hen gedaan.
Niemand is zo machtig als u.
Ik wil erover spreken,
ik wil het allemaal vertellen.
Het is meer dan ik kan zeggen.
U vraagt mij niet om offers,
maar u wilt dat ik naar u luister.
Daarom zeg ik: Hier ben ik,
de woorden in uw boek gaan over mij.
Ik wil doen wat u van mij wilt,
uw wet staat in mijn hart geschreven.
Ik wil over uw goedheid vertellen
aan alle mensen van uw volk.
Ik kan niet anders,
ik moet erover spreken.
Dat weet u, Heer.
Ik zal niet zwijgen over uw goedheid,
ik zal spreken over uw trouw en uw hulp,
ik zal vertellen over uw trouw en uw liefde.
Heer, u zult bij mij zijn met uw liefde,
uw liefde en uw trouw zullen mij altijd beschermen.
Overal om mij heen is ellende,
te veel om op te noemen.
Mijn zonden maken me bang,
ze laten me niet met rust.
Ik heb zo veel verkeerd gedaan
dat ik geen moed meer heb.
Heer, kom mij redden!
Kom snel en help mij, Heer.
Houd al mijn vijanden tegen,
want ze willen mij kwaad doen.
Straf ze, jaag ze weg,
want ze willen mij doden!
Zorg dat ze zwijgen,
want ze lachen om mijn ellende.
Maar geef vreugde aan mensen die bij u willen zijn.
Laat ze op u vertrouwen en steeds weer zeggen:
‘De Heer is machtig!’
Ik ben ongelukkig en alleen.
Heer, vergeet mij niet!
U zult mij helpen,
bij u ben ik veilig.
Mijn God, wacht niet langer!
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Voor de koorleider. Van David. Een psalm.
Vol verlangen keek ik uit naar God.
Toen boog Hij zich naar me toe
en hoorde mijn geroep om hulp.
Hij trok me uit het graf,
uit het slijk van zuigend moeras,
zette mijn voeten op een rots
en gaf ze vaste grond.
Hij legde een nieuw lied in mijn mond:
een lofzang voor onze God.
Dat iedereen dit mag zien
en vol respect vertrouwen op God.
Want de mens die vertrouwt op God is gelukkig.
Hij gaat niet staan bij hoogmoedige mensen,
en ook niet bij wie zich verliest in leugens.
Je deed ontelbare wonderen voor ons, God.
Je grootheid kan ik met niets vergelijken.
Moest ik erover willen spreken ...
ik vond ik er de woorden niet voor.
Jij die offers en geschenken afwijst
en geen brand - en zoenoffers wil hebben,
Jij opende mijn dove oren!
Daarom zeg ik: 'Hier ben ik.
In het boek staat over me:
God, ik wil doen wat Je wilt.
Je wet is gegrift in mijn hart.
Dat maakt me blij.'
Ik spreek over je goedheid
wanneer het volk bijeen is.
Zie, ik hou mijn lippen niet dicht:
Jij, God, Je weet dit van me.
Je goedheid heb ik nooit verborgen in mijn hart.
Ik spreek over je trouw, je hulp
en waar iedereen bijeen komt
zwijg ik niet over je liefde, je waarheid.
God, ontzeg me je zorg niet:
bescherm me altijd met je goedheid, je waarheid.
Want rampen omsluiten me, ze zijn stilaan ontelbaar.
Mijn zonden achtervolgen me.
Ze zijn talrijker dan de haren op mijn hoofd.
Ik kan het niet meer aanzien,
mijn hart begeeft het.
God, wil me redden, alsjeblief.
God, kom me snel te hulp.
Laat wie het gemunt heeft op mijn leven,
beschaamd zijn, bewust van schande.
Laat wie op mijn ongeluk hoopte,
smadelijk afdruipen.
Laat wie schaterde: 'Raak! Die is raak!'
zich vernederd verschuilen.
Laat iedereen die naar Jou verlangt
geluk en vreugde vinden in Je.
Laat ieder die je geluk verwacht
elke dag de woorden ‘God is machtig' herhalen.
Ik ben zo ellendig, zo arm.
God, wil aan me denken.
Jij bent mijn hulp, mijn redder.
Mijn God, wacht niet langer.
Stilstaan bij …
Boekrol / boek
Allusie op het ‘Boek van het leven’ waarin de namen en de daden staan van de rechtvaardigen.
Bij de tekst
Betekenis
Doen wat God graag heeft is belangrijker dan offers brengen.
Opbouw
Verzen | Inhoud |
2-6 | Verkondiging van de trouw en de hulp van God |
7-13 | Persoonlijke overweging |
14-18 | Gebed - vergelijkbaar met Psalm 70 |
Relatie met het Nieuwe Testament
In de brief aan de Hebreeën (Hebreeën 10, 5-7) worden verzen uit deze psalm gebruikt om duidelijk te maken hoe Jezus zijn roeping heeft verstaan. Hij zegt: 'Hier ben Ik' en Hij geeft zichzelf. En zoals de psalm verder gaat: Hij heeft zijn mond niet gehouden ('lippen dicht houden'), maar de gerechtigheid van God verkondigd.