Loading...
 

Psalm 7

2 Schild

(Morguefile free stock photo license)


…page…

Psalm 7: Mijn schild? De bescherming van God

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 836-838)

Een klaaglied van David.
David heeft dit lied voor de Heer gezongen. Het gaat over Kus, een man uit de stam Benjamin.

Heer, mijn God, bescherm mij,
help mij, red mij!
Want mijn vijanden jagen op mij.
Ze willen me grijpen,
zoals een leeuw een dier grijpt om het te doden.
Ze willen me aan stukken scheuren,
en dan kan niemand me meer redden.

Heer, mijn God, heb ik iets verkeerds gedaan?
Heb ik mensen kwaad gedaan?
Ben ik slecht geweest voor een vriend?
Heb ik iets gestolen van een tegenstander?
Dan mogen mijn vijanden op mij jagen.
Dan mogen zij me grijpen,
me vertrappen en me doden.

Heer, laat zien dat u kwaad bent!
Straf mijn vijanden, want ze vallen me aan.
Help mij, laat zien dat u rechtvaardig bent!

Heer, roep alle volken bij elkaar,
en spreek recht over hen vanuit de hemel.
U bent de rechter van de hele wereld.
Wees nu ook mijn rechter, Heer,
en geef een eerlijk oordeel over mij.
Ik heb geen schuld,
ik heb geen kwaad gedaan.

Maak een eind aan het kwaad van slechte mensen,
maar help eerlijke en goede mensen.
Want u kent de mensen,
u weet wat ze denken.
U bent toch een rechtvaardige God?

God helpt alle goede mensen,
hij zal ook mij beschermen.
God is een eerlijke rechter.
Mensen die kwaad doen, straft hij,
elke dag weer.
Als slechte mensen hun leven niet veranderen,
dan maakt God zijn zwaard scherp,
en dan richt hij zijn pijlen op hen.
Zijn wapens zijn dodelijk,
pijlen van vuur schiet hij op hen af.

Slechte mensen dragen het kwaad in hun hart.
Ze lopen rond met slechte plannen,
ze liegen en bedriegen alleen maar.
Ze graven een diepe kuil voor een ander,
maar ze vallen er zelf in.
Ze krijgen hun eigen ellende over zich heen,
hun eigen kwaad komt weer bij hen terug.

Ik wil de Heer danken,
want hij is rechtvaardig.
Ik wil zingen voor de Heer,
hij is de allerhoogste God.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Een klaagzang van David, die hij zong tot God,
om wat de Benjaminiet Kus hem aandeed.

Mijn God, bij Jou zoek ik redding,
bevrijd me van al mijn achtervolgers, red me.
Straks heeft iemand me beet,
zoals een leeuw zijn prooi grijpt,
zonder dat er redding kwam.

Mijn God, als ik iets heb misdaan,
als er onrecht kleeft aan mijn handen,
wanneer ik kwaad deed aan wie met mij in vrede leefde,
of iets nam van mijn tegenpartij wat mij niet toekwam,
dan mag de vijand me achtervolgen,
me vertrappen op de aarde,
mijn eer sleuren door het stof.


Sta op, God, in je woede.
Houd de stormloop van mijn vijanden tegen.
Grijp in: van Jou gaat het recht uit.
Laat je omringen door de raad van de volken
en ga zetelen hoog op het podium boven haar uit.
God, die recht spreekt over de volken,

Doe me recht, God, want ik ben onschuldig.
Spreek me vrij, want ik sta in mijn recht.
Vernietig het kwaad van de goddelozen,
geef de rechtvaardige sterkte.
Jij die hart en nieren doorgrondt,
Jij ben een God die rechtvaardig is.

Mijn schild, dat is de bescherming van God.
Hij bevrijdt wie oprecht is van hart.
God is een rechtvaardig rechter,
maar ook een God die kan uitvaren – altijd opnieuw.
Als een mens zich niet bekeert,
dan scherpt Hij zijn zwaard,
richt zijn dodelijk wapen op hem,
en maakt van zijn pijlen schichten van vuur.

Kijk, er was een mens boordevol boosheid,
zwanger van kwaad, zijn kind was bedrog.
Hij delft een valkuil, spit steeds dieper
en valt zelf in de put die hij heeft gegraven!
Wat hij aanstichtte viel op zijn hoofd,
zijn boosaardigheid brak zijn schedel.

Ik mag God loven om zijn rechtvaardigheid,
psalmen zingen ter ere van zijn naam:
God - de Allerhoogste.



Stilstaan bij …

Kus /Koesj
Het zou kunnen dat hiermee de Nubiër /Ethiopiër bedoeld wordt die aan David het overlijden van Absalom meldde. (2 Samuël 18, 31)
In dat geval heeft hij het woord ’Kus / Koesj’ begrepen als de eigennaam van een persoon en niet als de benaming van een volk

Leeuw
Symbool voor dodelijke dreiging.
Leeuwen roepen ook het dodenrijk op.

Toorn / woede
(Hebreeuws = neus)
Wie rekening houdt met die letterlijke vertaling kan lezen: ‘Heer, laat uw neusvleugels trillen van woede!’
Het is merkwaardig dat in de Bijbel staat dat ‘God’ niet af te beelden is en dat zijn naam niet uit te spreken is, en dat er toch in heel menselijke termen over God wordt gesproken.

Hart en nieren
In het hart worden plannen gemaakt.
De nieren staan voor het geweten van de mens.