Psalm 76: De tent van God
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 940)
Een lied van Asaf. Voor de zangleider. Bij dit lied wordt op een harp gespeeld.
God, iedereen in Juda kent u.
In heel Israël noemen ze uw naam.
Uw huis staat in Jeruzalem,
uw tempel is op de berg Sion.
Daar hebt u een eind gemaakt aan de strijd,
alle wapens hebt u gebroken.
God, u bent stralend als het licht van de zon,
u bent sterk als bergen die nooit verdwijnen.
Als u sterke soldaten aanvalt,
dan vallen ze dood op de grond.
Ze kunnen niets meer.
God van Jakob, zelfs als u alleen maar dreigt,
sterven soldaten en hun paarden.
Iedereen is bang voor u,
niemand kan uw woede verdragen.
Als u rechtspreekt vanuit de hemel,
beeft iedereen op aarde, en zwijgt.
God, u bent een goede rechter,
u redt mensen uit hun ellende.
Ook uw tegenstanders zullen u danken,
ook uw laatste vijand zal voor u juichen.
Heer, iedereen zal doen
wat hij aan u beloofd heeft.
Iedereen zal geschenken geven aan u,
machtige God.
God, u laat heersers de moed verliezen,
koningen zijn bang voor u.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Voor de koorleider. Met begeleiding van snaarinstrumenten. Een psalm van Asaf. Een lied.
God maakte zich in Juda bekend,
groot is zijn naam in Israël.
Want zijn tent staat in Salem,
zijn woning staat op de Sion.
Daar brak Hij bogen en pijlen,
schilden en zwaarden, en wapens.
Je kwam in schittering van licht, machtig,
op die berg, hun vermeende prooi:
Dappere krijgers werden je buit, gingen weerloos slapen.
Trotse strijders van wie de hand verlamd werd.
God van Jakob, door je dreigen
stonden wagen en paard als versteend.
Hoe ontzagwekkend bent Je.
Wie kan je aanblik trotseren als Je boos wordt?
Uit de hemel liet Jij je oordeel horen
en de aarde vreesde en werd stil.
Toen stond Je op, God, en sprak recht,
om al wie verdrukt wordt op aarde te bevrijden.
Wie opstandig was, zal Je erkennen;
de laatste rebellen, Je voegt ze Je toe.
Doe God je geloften, en blijf ze trouw
Alles rondom Hem: breng gaven aan Hem, de gevreesde.
Hij is het die de trots van vorsten snoeit,
die de koningen van de aarde respect leert.
Stilstaan bij …
Asaf
Asaf was een Leviet en het hoofd van een van de drie zangersgilden in de tijd van koning David.
Psalm 50 en psalmen 73 tot 83 worden aan hem toegeschreven.
Tent
(Latijn = tabernakel)
De tabernakel was een grote tent: 14 meter lang, 4 meter breed en 5 meter hoog. Binnenin waren twee ruimtes: een grotere ruimte die ‘het Heilige' heette. Daarin stonden: een wierookaltaar (4), de zevenarmige kandelaar (5) en een tafel met twaalf toonbroden (7), voor elke stam één.
De kleinste ruimte van de tabernakel was ‘het Heilige der Heiligen’. Daarin stond de ark van het verbond (2), waarin de twee stenen tafels met de tien geboden bewaard werden. Die ruimte mocht de hogepriester alleen binnengaan op de Grote Verzoendag (Jom Kipoer).
De tabernakel werd opgesteld in het midden van een rechthoekig plein dat 50 meter lang was en 25 meter breed. Op dat plein voor de tent stond een brandofferaltaar (14) en een groot bekken voor de reiniging (13).
Heel deze opstelling beïnvloedde later de indeling van de tempel.
Salem
Naam voor Jeruzalem, die herinnert aan de priester-koning Melchisedek.
Sion
Heuvel waarop de tempel van Jeruzalem gebouwd werd.
Pijlen en bogen breken
Beeldende taal voor het beëindigen van de strijd.
Weerloos slapen
Manier om de dood onder woorden te brengen.
Jakob
Eén van de drie ‘aartsvaders / patriarchen. In de Bijbel wordt over hem geschreven als over de zoon van Isaak en Rebekka, de kleinzoon van Abraham.
Hij wordt ook Israël genoemd.
Lees meer
Bij de tekst
Indeling
Verzen | |
1-3 | Lofprijzing voor God die Sion als zijn woning koos en Salem verdedigde. |
4-6 | Beschrijving van de overwinning van God |
7-9 | Beschrijving van 'een rechter uit die de verdrukten redt' |
10-12 | Verklaring dat alle mensen God zullen aanbidden en hun geloften houden. |