Romeinen 4, 13.16-18: Vader van vele volkeren
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1782-1783)
God beloofde aan Abraham en zijn nakomelingen dat de nieuwe wereld voor hen zou zijn. Dat was niet omdat Abraham zich aan de wet hield, maar omdat hij geloofde. Want daarom zag God hem als een goed mens.
God wilde laten zien hoe goed hij voor ons is. Daarom beloofde hij zijn nieuwe wereld aan alle nakomelingen van Abraham. Niet alleen aan de Joden, maar ook aan de niet-Joden. Als ze maar geloven, net zoals onze voorvader Abraham. Want in de heilige boeken zegt God tegen Abraham: «Ik beloof je dat er later heel veel volken van jou zullen afstammen.»
God beloofde dus veel nakomelingen aan Abraham, en Abraham geloofde God. Hij wist dat God de macht heeft om doden levend te maken. En om iets dat niet bestaat, te laten leven. Abraham geloofde dat er later heel veel volken van hem zouden afstammen. Want God had gezegd: ‘Je zult heel veel nakomelingen krijgen.’
Abraham geloofde dat, ook al was het iets dat eigenlijk helemaal niet kon.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
De belofte aan Abraham en aan zijn nakomelingen,
dat zij de wereld zouden erven,
steunt niet op de wet, maar op de gerechtigheid van het geloof
Daarom hangt het af van het geloof en dus van de genade,
en is de belofte verzekerd voor alle nakomelingen,
niet alleen voor hen die de wet hebben gekregen,
maar voor iedereen die gelooft zoals onze vader Abraham.
Want van hem staat geschreven:
Ik heb je vader gemaakt van vele volken.
Hij is dit voor het aanschijn van God in wie hij heeft geloofd,
die de doden levend maakt en wat niet bestaat tot leven roept.
Tegen alle hoop in heeft hij gehoopt,
en geloofd dat hij vader zou worden van vele volken,
zoals hem gezegd was: Zo talrijk zullen je nakomelingen zijn.
Stilstaan bij …
Die de doden levend maakt en in het leven roept wat niet bestaat
Dit is een liturgische formule die de almacht van God verheerlijkt.
Bij de tekst
Het geloof van Abraham
God aanvaardde Abraham omdat hij geloofde. Tegen alle verwachtingen in bleef Abraham ervan overtuigd dat God zou doen wat Hij beloofde. Daarom bestaat het volk van God niet alleen uit de nakomelingen van Abraham, maar van iedereen die gelooft zoals Abraham dat deed.