Marcus 14, 12-16.22-26: Het laatste avondmaal
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1606-1607)
Het was de eerste dag van het Joodse Paasfeest. Op die dag slachten Joden een lam voor de paasmaaltijd. De leerlingen zeiden tegen Jezus: ‘Waar zullen we de paasmaaltijd voor vanavond gaan klaarmaken?’
Jezus stuurde twee leerlingen op weg. Hij zei: ‘Ga naar de stad. Daar zul je een man tegenkomen die een kruik met water draagt. Ga achter hem aan totdat hij ergens naar binnen gaat. Zeg dan tegen de eigenaar van dat huis: ‘Onze meester vraagt waar hij met zijn leerlingen de paasmaaltijd kan vieren.’ Dan zal die man jullie naar boven brengen. Daar is een grote kamer, waar alles al klaarstaat. Daar moeten jullie de maaltijd klaarmaken.’
De twee leerlingen gingen op weg naar de stad. Alles ging precies zoals Jezus gezegd had. De leerlingen maakten de paasmaaltijd klaar.
Tijdens het eten nam Jezus een brood. Hij dankte God. Hij brak het brood in stukken en deelde het uit. Hij zei: ‘Kijk, dit is mijn lichaam.’
Daarna nam hij een beker wijn. Hij dankte God en liet de beker rondgaan. Iedereen dronk eruit. En Jezus zei: ‘Dit is mijn bloed. Als ik gedood word, zal mijn bloed vloeien. Maar daardoor zullen veel mensen gered worden. Dat heeft God beloofd.’
Jezus zei ook: ‘Luister goed naar mijn woorden: Vanaf nu zal ik geen wijn meer drinken. Ik zal pas weer wijn drinken in Gods nieuwe wereld.’
Toen zongen Jezus en zijn leerlingen een lied om God te danken. Daarna gingen ze op weg naar de Olijfberg.
Dichter bij de tijd
(Naar C. LETERME, Map Bijbel in 1000 seconden, fiche die hoort bij Marcus 14, 12-16.22-26)
Op de eerste dag van het joodse paasfeest,
de dag waarop men het paaslam slachtte,
vroegen de leerlingen aan Jezus:
‘Waar wil Je dat we het paasmaal voorbereiden?’
Jezus zei aan twee van zijn leerlingen: ‘Ga naar de stad.
Daar zullen jullie een man tegenkomen die een kruik water draagt.
Volg hem en zeg aan de eigenaar van het huis waar hij binnengaat:
"De Meester wil weten
waar Hij met zijn leerlingen het paasmaal kan houden."
Hij zal u dan een grote bovenzaal laten zien
met rustbedden en tafels en al wat voor een feestmaal nodig is.
Maak daar dan het paasmaal voor ons klaar.’
De leerlingen vertrokken en gingen naar de stad.
Daar vonden ze alles zoals Jezus hun gezegd had
en maakten er het paasmaal klaar.
Onder de maaltijd nam Jezus het brood in zijn handen.
Hij sprak er de zegen over uit, brak het
en gaf het aan zijn leerlingen met de woorden:
‘Neem, dit is mijn Lichaam.’
Daarna nam Hij de beker en zei een dankgebed.
Dan gaf Hij hun de beker. Ze dronken er allemaal uit.
Jezus zei: ‘Dit is mijn Bloed van het Verbond,
dat vergoten wordt voor velen.
Echt waar, Ik zeg jullie: Ik zal geen wijn meer drinken
tot op de dag waarop Ik het zal drinken in het rijk van God.’
Aan het einde van de maaltijd zongen ze samen een lied
om God te loven en te danken.
Daarna gingen ze naar de Olijfberg.
Stilstaan bij...
Nardusolie
Deze sterk geurende olie / zalf werd geperst uit de wortels en stelen van de nardusplant (een plant die groeit in het Himalaya-gebergte). Die olie werd in Israël ingevoerd in kostbare vaasjes van albast die verzegeld waren om de geur te bewaren. Daar werd de nardusolie verwerkt in dure parfums die gebruikt werd bij het balsemen van overledenen en bij het zalven van een koning.
Cenakel
Naam voor de plaats waar Jezus het laatste avondmaal vierde. In dit woord hoor je 'cène', het Franse woord voor avondmaal.
Het feest van de ongedesemde broden
Gedurende de paasweek mocht men geen gedesemd brood eten. Daags voor Pasen werd alle gedesemd brood uit de huizen verwijderd (vgl. grote schoonmaak).
Op die voorbereidingsdag werd tegen de avond het paaslam geslacht.
Desem
Werkt in deeg zoals gist. Het is een deel van het oude deeg dat men heeft laten gisten.
Dopen in de schaal
Het avondmaal was bereid met groenten, peulvruchten en olijven. Het werd door allen uit één kom gegeten.
Dit is mijn bloed van het verbond
De uiteindelijke verbondenheid met God komt pas tot stand, als je ertoe bereid bent je leven te geven.
Judas
Judas had wellicht contacten met verzetsstrijders. Hij was misschien teleurgesteld in Jezus omdat Hij niet opriep tot een strijd tegen de Romeinen, zoals de meeste joden dat van de Messias verwachtten.
Spreken met beelden
Nardusolie | verwijst naar de balseming van het lichaam bij de dood en naar de zalving van de Messias (= Gezalfde). |
Bloed | = leven. Het bloed wordt gezien als de zetel van leven. |
Brood | = symbool van wat het bestaan in stand houdt. |
Wijn | = symbool van wat het leven begeestert, inspireert. |
Bij de tekst
Relatie met het Oude Testament: verbond op de Sinaï
Het gebeuren aan tafel is een hernieuwing van het verbond op de Sinaï. In Exodus 24, 6-8, is te lezen hoe Mozes het bloed van stieren over het altaar uitgoot en het over het volk sprenkelde. Door dit gebaar werd het verbond een feit.
Een joods paasfeest: Pesach
De laatste keer dat Jezus met zijn apostelen at, vierde hij het joodse paasfeest, Pesach genoemd. Pesach herdenkt de bevrijding uit Egypte. Het feest begint met de sedermaaltijd. Dit is een maaltijd met verhalen, gebeden, zegeningen, gezangen en gerechten vol symbolische betekenis. Volgens een vast patroon (seder betekent: orde) wordt aan tafel het verhaal van de Uittocht uit Egypte verteld. Dit verhaal wordt ingeleid door de jongste aan tafel die vraagt: “Waarom is deze avond anders dan andere?”
Het Laatste Avondmaal
In de woorden bij het delen van het brood en wijn, klinkt reeds door dat het niet alleen om de herdenking van de uittocht uit Egypte gaat. Ook wordt er niet alleen over het lam gesproken, maar over het lichaam en bloed van Jezus.
Jezus herneemt dus het Sinaïverbond en bezegelt het met zijn bloed, met zijn leven. (‘Het nieuwe altijddurende verbond’)
Een christelijk paasfeest: Pasen
Als christenen Pasen vieren, doen ze dit om Christus te herdenken (= niet louter 'stilstaan bij', maar overgaan tot handelen)
. zoals Jezus brood brak en deelde met zijn medemens ...
... zo ook willen zijn volgelingen delen met anderen
. Zoals Jezus wijn dronk als herinnering van het verbond met God...
... zo ook willen zijn volgelingen hun verbondenheid met God
beleven
Bijbel en kunst
L. DA VINCI
Het laatste avondmaal
Leonardo da Vinci (1452 - 1519) maakte tussen 1495 en 1498 dit werk in de refter van het klooster van de Dominicanen in Milaan. Het stelt het moment van het laatste avondmaal voor, waarbij Jezus zegt dat één van zijn leerlingen Hem zal verraden (Johannes 13, 21-26).
De techniek die hij gebruikte bij het schilderen van dit werk was erg experimenteel en deed het schilderij geen goed, want het raakte kort na de voltooiing al in verval.
Van dit Laatste Avondmaal is een heel goede kopie op linnen te vinden in de abdij van Tongerlo. Andrea di Bartoli Solario, een leerling van Da Vinci, schilderde het onder toezicht van zijn meester. Er wordt verteld dat Da Vinci zelf het hoofd van Jezus en van Johannes zou hebben geschilderd.
De verschillende apostelen, zijn in vier groepen van drie verdeeld rond Jezus.
Doorgaans wordt gezegd dat dit de personen waren die aan de tafel zaten:
De meest linkse groep apostelen
Bartolomeüs | Hij springt recht en probeert te vernemen wat Jezus zojuist gezegd heeft. |
Jacobus de mindere | Hij wil ook weten wat Jezus gezegd heeft, en poogt daarvoor contact te leggen met Petrus. |
Andreas | Toont met zijn handen hoe verbaasd en verontwaardigd hij is. |
De groep apostelen aan de rechterhand van Jezus
Petrus | een oudere man met witte haren en een witte baard, draagt een geel bovenkleed. Hij houdt een mes vast, een mogelijke verwijzing naar het zwaard waarmee hij een oor van Malchus af sloeg om Jezus te beschermen in de Olijfhof. Achter de rug van Judas door, richt hij zich naar Johannes, zodat die aan Jezus kan vragen wie de verrader is. |
Judas | de meest donker geschilderde figuur. Zijn gezicht is bijna niet te zien. Hij houdt een zakje met muntstukken vast. Een gebruikelijke manier om Judas af te beelden, want hij verzorgde de financies van de groep. Dit zakje kan ook verwijzen naar de zilverstukken die hij van de hogepriester kreeg om Jezus te verraden. Met zijn rechterarm stoot hij een zoutvaatje om. (Misschien een bijgelovig voorteken) |
Johannes | lijkt duidelijk de jongste van de apostelen. Hij wordt zonder baard afgebeeld. Hij zit naast Jezus, want hij was de leerling die Jezus het liefst had. |
Jezus
De groep apostelen aan de linkerhand van Jezus
(De ongelovige) Thomas | vooral gekend als de 'ongelovige Tomas'. Toen de andere leerlingen vertelden dat Jezus verrezen was zei hij: ‘Ik wil zijn handen zien, met de gaten van de spijkers erin; ik wil ze met mijn vingers voelen. Anders geloof ik niet.’ Wellicht schilderde Leonardo da Vinci daarom een vinger van hem heel opvallend. |
Jacobus de meerdere | vol afschuw kijkt hij naar de handen van Jezus en van Judas die et brood naderen. |
Filippus | wil Jezus duidelijk maken dat hij zeker niet de verrader is. |
De meest rechtse groep apostelen
Deze drie apostelen kunnen niet geloven wat er zojuist gezegd is.
Matteüs | Hij was een tollenaar en is het meest rijkelijk gekleed van de groep apostelen. |
Judas Taddeüs | is druk aan het spreken met Simon. |
Simon | maakt met zijn handen duidelijk dat hij niet gemakkelijk te overtuigen is. |
D. LACHAPELLE
Het Laatste Avondmaal
David LaChapelle (°1963) is een Amerikaans fotograaf en regisseur. Hij fotografeert vooral mode en advertenties. Zijn stijl is surrealistisch en vaak humoristisch.
Suggestie
Lees eerst de tekst over het laatste avondmaal.
Bekijk rustig het werk van David LaChapelle en vergelijk het met het kunstwerk van Da Vinci.
Wat is hetzelfde?
- de kleding van Jezus
- de houding van Jezus
- sprekende handen van de apostelen.
- ...
Wat is anders?
- de verschillende huidskleur bij de apostelen.
- de aanwezigheid van Maria Magdalena
- de kom die wellicht gebruikt werd bij de voetwassing
- het oplichtend kruis boven het hoofd van Jezus
- de flesjes bier op tafel
- de actuele kleding van de apostelen
- de centrale plaats van brood; wijn; druiven
- de veel jongere leeftijd van de apostelen dan men gewoon is
- ...
Wat zou David LaChapelle met zijn eigen invulling bedoeld hebben?
Suggesties
Kleine kinderen
EVEN TESTEN
Het verhaal reconstrueren
Materiaal
Speelgoed van de kinderen (B.v.: playmobil; lego ... )
Verloop
De kinderen beelden het laatste avondmaal uit met behulp van speelgoedblokken.
Een paar voorbeelden.
INLEVEN
Naspelen
De kinderen spelen het verhaal van het Laatste Avondmaal na.
Tekenen
Laat de kinderen daarna op hun manier het schilderij van Da Vinci natekenen. (Eventueel maken ze daar een groepscollage van)
Of ze tekenen zichzelf aan de tafel van Jezus met zijn apostelen.
Ze kiezen daarvoor de plaats waar ze het liefst zouden zitten.
Nadien zeggen ze aan elkaar waarom ze precies die plek kiezen.
Grote kinderen
ONDERZOEKEN
Feesten
(C. LETERME in Simon Plus, uitgeverij Averbode, 2008 nr 5)
Wanneer vieren mensen feest?
. Gebeurtenis in de familie (geboorte, verjaardag...)
. Kerkelijk feest (Kerstmis, Pasen...)
. Burgerlijk feest (oudjaar, Nieuwjaar...)
. Feesten nav een sacrament (doopsel, 1e communie, vormsel, huwelijk, priesterschap)
. ...
Bij feesten behoren typische gerechten.
Kennen de kinderen zo’n gerechten?
B.v.:
. Kerstmis: kalkoen, stronk
. Verjaardag: taart met kaarsjes op
. Pasen: lam, eieren
Bij sommige feesten hoort ook een verhaal''
Kerstmis - de geboorte van Jezus
Pasen - de verrijzenis van Jezus
Hemelvaart - Jezus leeft verder bij God
Pesach - de bevrijding uit Egypte
Toen Jezus voor het laatst met zijn vrienden aan tafel zat, vierden ze het joodse paasfeest. De joden vieren dan dat ze lang geleden uit Egypte konden vluchten waar ze slaven waren. Met hun paasfeest eten ze allerlei gerechten die aan Egypte en aan hun tocht uit Egypte doen denken.
Brood
(naar: C. LETERME in Samuel Plus, uitgeverij Averbode, 2010 nr 5)
Materiaal
Brood
Eventueel ‘matse’ – te vinden in sommige grootwarenhuizen
Eventueel een niet geconsacreerde hostie – te bevragen bij de pastoor van de parochie.
Of: foto’s / schetsen van een brood; een matse; hosties
Verloop
Pak het brood uit, en laat de kinderen bondig alles vertellen wat er over brood te vertellen is:
- Hoe komt men tot brood?
(De boer: zaait en maait; de molenaar: maalt; de bakker: bakt)
- Wat doen mensen met brood?
(Opeten tijdens ontbijt, picknick; in gerechten verwerken ...)
- Waarom proberen de meeste mensen samen te eten?
- Eet je ook samen met iemand die jouw vriend niet is?
- Welke soorten brood ken je?
(gewoon brood / luxe brood)
- Wanneer worden ze gegeten?
Sta ook stil bij de grootte van het brood en de hoeveelheid lucht in het brood (te danken aan de gist)
Toon daarna een matse of de foto van een matse (ongedesemd brood dat de joden eten tijdens het joodse paasfeest) Vertel dat een matse gemaakt is van bloem en water, zonder gist of desem. Daarom wordt het ook ongedesemd brood genoemd.
Waarom de joden met hun paasfeest zo’n brood eten, is terug te vinden in de bijbel. Daar staat dat hun voorouders geen tijd hadden om het brood te laten rijzen toen ze de toestemming kregen van de farao om het land te verlaten.
Wanneer Mozes en Aäron in Egypte zijn, zegt God aan hen: ‘Vanaf nu is deze maand de eerste maand van het jaar. Op de tiende van deze maand moet iedere familie een lam uitkiezen. Een lam zonder gebreken, mannelijk en een jaar oud. Op de veertiende dag van de maand moet u die lammeren slachten. U neemt dan het bloed ervan en strijkt het op de deurposten en de bovenbalk van de deur van alle huizen waar men het lam eet. Die nacht moet u het vlees roosteren en opeten samen met ongezuurd brood en bittere kruiden. U moet het eten met uw gordel om, met sandalen aan uw voeten, en uw staf in de hand. U moet het snel eten. Dit is een maaltijd ter ere van de Heer. Die nacht zal Ik door Egypte gaan en er alle eerstgeborenen, zowel mensen als dieren, doden. Het bloed op jullie huizen zal een teken zijn dat u daar woont. Aan die huizen zal Ik voorbijgaan. Deze dag moet u blijven gedenken. U moet die vieren als een feest ter ere van God.'
Mozes vertelt aan heel het volk wat God hem gezegd heeft. En het volk doet wat God vraagt.
In het midden van de nacht sterven alle eerstgeborenen van Egypte, vanaf de eerstgeborene van de farao, zijn troonopvolger, tot aan de eerstgeborene van de gevangene en ook alle eerstgeborenen van de dieren. Die nacht schrikken de farao, al zijn hovelingen en alle Egyptenaren wakker. Een luid geschreeuw klinkt over Egypte, want overal zijn er doden.
Diezelfde nacht nog laat de farao Mozes en Aäron bij hem komen. Hij zegt: ‘Ga weg van mijn volk, u en de Israëlieten. Ga God vereren zoals u gezegd hebt. Neem ook al uw schapen, geiten en runderen mee. Ga weg en bid ook voor mij om zegen.’
En ook de Egyptenaren vragen: ‘Ga zo snel mogelijk weg. Anders sterven we allemaal’.
De Israëlieten nemen het deeg mee, dat nog niet gezuurd was. Ze wikkelen de troggen in hun kleren en nemen ze mee op hun schouders.
De kinderen van Israël vertrekken uit Egypte. Ze zijn met ongeveer zeshonderdduizend, de kinderen niet meegerekend. Ook vele anderen trekken met hen mee, net als grote kudden schapen, geiten en runderen. Zij bakken koeken van het deeg dat ze meenamen uit Egypte. Want ze zijn uit Egypte weg-
gejaagd zonder dat ze zelfs tijd hadden om voor proviand te zorgen.
Naar het boek Exodus, hoofdstuk 12.
Toon enkele hosties of een foto ervan.
- Wat zie je?
- Waar wordt dit gegeten? (tijdens een eucharistieviering)
- Wat weet je nog van hosties?
Neem de foto van de hosties in de ene hand en in de andere van de foto van de matses.
- Waarin gelijken die twee broden op elkaar?
(Het zijn beide broden die niet gerezen zijn: er zit geen gist of desem in.
Waarom eten christenen tijdens de eucharistieviering een stukje ongedesemd brood?
Vertel over het Laatste Avondmaal van Jezus
Weet iemand hoe dit feest heette dat Jezus voor het laatst met zijn vrienden vierde (paasfeest)
Jezus vierde nl, samen met zijn joodse vrienden, dat lang geleden het joodse volk uit Egypte wegtrok naar het Beloofde Land. Op die avond heeft Jezus ongedesemd brood gegeten, net zoals alle joden als ze hun paasfeest vieren.
Sta met de kinderen stil bij wat Jezus doet en zegt:
. neemt het brood
- spreekt het dankgebed uit
- zegt dat het brood zijn lichaam is
. neemt de beker
- spreekt het dankgebed uit
- zegt dat de beker zijn bloed is
. Daarna zegt Jezus: Doe dit om aan Mij te denken.
Als de vrienden van Jezus – na zijn dood – terug bij elkaar komen, doen ze opnieuw wat Jezus die laatste avond gedaan heeft: ze nemen brood, breken het onder elkaar en eten het op om Jezus in herinnering te houden.
Besluit:
het ongedesemd brood herinnert
voor de joden: aan de Uittocht uit Egypte
voor de christenen: aan de woorden van Jezus, de avond voor zijn dood – bij het breken van het brood.
KENNISMAKEN MET DE BIJBELTEKST
Prentbespreking
Toon een grote prent van het laatste avondmaal van Jezus.
De kinderen bekijken de prent in stilte.
- Wat zie je?
- Wie zie je?
- Wat doen ze?
- Wanneer gebeurde dit?
- Wat zei Jezus?
- Hoe voelden de leerlingen zich?
- Als jij erbij zou mogen zijn, op welke plaats aan tafel zou jij willen zitten? Waarom?
EVEN TESTEN
Invuloefening: Het Laatste Avondmaal
In de volgende tekst ontbreken de woorden:
kruik; brood; paasfeest; paasmaal; bloed; verdrietig, twaalf.
Vul ze in op de goede plaats.
Nog één dag en dan is het paasfeest.
De joden vieren dan de uittocht uit Egypte.
God had zijn volk uit Egypte gered.
Ook Jezus wil dit ...........................
vieren met zijn leerlingen.
Hij zegt:
'Ga naar de stad. Daar zie je een man met een
....................... water.
Volg hem.
Hij zal jullie de zaal tonen
waar we het paasmaal kunnen vieren.'
De leerlingen vinden de zaal zoals Jezus gezegd heeft.
Ze maken het ........................ klaar.
Het is avond. Jezus zit met zijn ..........................
leerlingen aan tafel.
Hij zegt: 'Iemand van jullie zal Mij verraden.
De leerlingen worden ..................................
Zij vragen: 'Ik ben het toch niet?
Jezus antwoordt: 'Het is één van jullie.
Hij zal met Mij het brood eten.
Jezus neemt het brood. Hij dankt God en geeft het aan zijn leerlingen.
Hij zegt: Eet van dit ..........................,
Het is mijn Lichaam, voor jullie.
Na de maaltijd neemt Jezus de beker met wijn. Hij dankt God
en geeft de beker aan zijn leerlingen.
Hij zegt: Drink van deze beker.
Het is mijn ....................., vergoten voor jullie.
Zet in de juiste volgorde
Onder de maaltijd neemt Jezus het brood in zijn handen.
Hij zegent het, breekt het en geeft het aan zijn leerlingen.
Hij zegt: ‘Neem, dit is mijn Lichaam.’
Ze zingen samen een lied
om God te loven en te danken.
Daarna gaan ze naar de Olijfberg.
De leerlingen vragen aan Jezus:
‘Waar wilt U dat wij het paasmaal voorbereiden?’
En Jezus zegt: 'Een man zal een grote bovenzaal laten zien’
Dan neemt Jezus de beker en dankt God.
Hij geeft hun de beker. Ze drinken er allemaal uit.
Hij zegt: ‘Dit is mijn Bloed van het Verbond.’
De leerlingen vertrekken en gaan naar de stad.
Daar vinden ze alles zoals Jezus hun gezegd heeft.
Ze maken er het paasmaal klaar.
Correctiesleutel
De leerlingen vragen aan Jezus:
‘Waar wilt U dat wij het paasmaal voorbereiden?’
En Jezus zegt: 'Een man zal een grote bovenzaal laten zien’
De leerlingen vertrekken en gaan naar de stad.
Daar vinden ze alles zoals Jezus hun gezegd heeft.
Ze maken er het paasmaal klaar.
Onder de maaltijd neemt Jezus het brood in zijn handen.
Hij zegent het, breekt het en geeft het aan zijn leerlingen.
Hij zegt: ‘Neem, dit is mijn Lichaam.’
Dan neemt Jezus de beker en dankt God.
Hij geeft hun de beker. Ze drinken er allemaal uit.
Hij zegt: ‘Dit is mijn Bloed van het Verbond.’
Ze zingen samen een lied
om God te loven en te danken.
Daarna gaan ze naar de Olijfberg.
Woordronde
De kinderen denken na over één woord dat hen is bijgebleven van het verhaal, of over één woord dat bij hen opkomt bij het beluisteren van dit verhaal.
Ga na de bedenktijd even langs bij alle kinderen en laat hen hun woord zeggen. Ga daar niet dieper op in. Wie een woord had dat iemand anders ook had, mag het woord nog eens opnieuw zeggen.
Op die manier roep je het verhaal nog eens kort op en merk je wat van het verhaal de kinderen is bijgebleven.
BELEVEN
Een bijzondere maaltijd
(naar: C. LETERME in Simon Plus, uitgeverij Averbode, 2008 nr 5)
Maak enkele van deze gerechten, zodat je met de groep kinderen ahw het laatste avondmaal van Jezus culinair kunt reconstrueren.
Charoset
vruchtenmoes: een mengsel van wijn, vruchten (bv. appels, noten, amandelen, vijgen, dadels, granaatappels) en specerijen (bv. gember, kaneel).
Recept
± 350 gr zoete appelen, 40 gr fijngehakte noten of amandelen, 40 gr bruine suiker, 1 theelepel kaneel, 2 eetlepels wijn of druivensap. Verdeel de appelen in vier parten. Rasp elk partje (als je de schil niet weg schilt, lukt dit vlot). Voeg alle overige ingrediënten hier aan toe. Roer alles goed door elkaar.
De bruine kleur van de charoset herinnert aan de klei waarmee de Israëlieten als slaven stenen moesten bakken in Egypte.
Maror
Bittere kruiden. B.v. mierikswortel, radijs, bittere sla.
Herinnert aan de bitterheid van de slavernij in Egypte.
Karpas
Elke soort groene groente, meestal peterselie. Kan ook selderij zijn, of kleine artisjokken of...
Het wordt in zout water gedoopt.
Teken van de lente, de vruchtbaarheid en van hoop voor de toekomst.
Herinnert aan de tranen door de Hebreeuwse slaven gestort.
Beetsa
gekookt of gebakken ei.
Symbool van leven, hoop.
Zróa
Een gebraden/geroosterd lamsbotje met een beetje vlees aan.
Herinnert aan het lam dat in Egypte werd geslacht.
Bij het joodse paasfeest horen ook matses, ongedesemde broden, broden die niet gerezen zijn en er uitzien als pannenkoeken.
Ingrediënten:
2 kopjes bloem, 1 kopje water
Kneed de bloem met het water tot het niet meer plakt en je er balletjes mee kunt maken. Rol die zo dun mogelijk uit met een deegrol, tot ze op pannenkoeken beginnen te lijken.
Prik met een vork enkele gaatjes in het deeg.
Bak de ‘pannenkoekjes’ in een voorverwarmde oven van 245 graden gedurende 6 tot 8 minuten. Ze zijn klaar als ze licht beginnen te kleuren.
Schep ze op en laat ze afkoelen.
(Matses zijn ook in sommige grootwarenhuizen te koop.
Herinnert aan het haastig vertrek van de Israëlieten uit Egypte waardoor ze geen tijd hadden om het brood te laten rijzen.
Schik het lokaal zo dat je een lange tafel hebt, waarop de gerechten (zie hoger) staan die je uitgekozen hebt. Voorzie rood druivensap als drank. Wijs de kinderen erop dat deze gerechten bijzonder zijn. Het zijn gerechten die de joden eten de avond van hun paasfeest. Ook voor hen zijn die gerechten bijzonder. Daarom is het de gewoonte dat de jongste die mee aan tafel zit vraagt: ‘Waarom is deze avond anders dan andere. Hierop antwoordt de oudste met het verhaal over de uittocht uit Egypte. (Dit verhaal is gemakkelijk in een kinderbijbel te vinden)
Vertel dat toen Jezus voor het laatst men zijn vrienden aan tafel was, dat dit was met het joodse paasfeest. Maar dan gebeurde iets wat zijn vrienden tot op vandaag blijven vertellen. Jezus nam brood, sprak er een dankgebed over uit, brak het én zei: ‘Dit is mijn lichaam.’ Daarna nam Hij de beker, sprak er een dankgebed over uit, gaf die door aan zijn vrienden én zei: ‘Dit is mijn bloed ....
Alles wat Jezus deed behoort tot de normale gang van zaken bij een joodse paasmaaltijd. Maar door te zeggen dat dit brood zijn lichaam was, en de wijn zijn bloed, koppelde Hij hieraan de betekenis van zijn leven. Als zijn vrienden en zijn volgelingen dit later zullen nadoen, zullen ze niet meer denken aan de uittocht van de joden uit Egypte, maar aan deze laatste maaltijd van Jezus.
Hou samen met de kinderen een kort feestmaal. Praat nog even door over wat ze zonet vernamen: Wat trof hen het meest in het verhaal?
HET PAASFEEST BIJ DE JODEN (PESACH)
Dit feest wordt thuis gevierd: de bewoners van het huis en hun gasten, herdenken bij het eten de slavernij in Egypte en de uittocht uit dat land.
. dit komt tot uiting in de symbolische betekenis van de spijzen
. dit wordt uitgesproken in antwoord op de vraag van de jongste deelnemer: ‘Waarom is deze avond anders dan anders?’
. gedurende de maaltijd worden vier bekers wijn op rituele wijze gedronken.
Elk van die bekers belicht een bepaald facet van het feest.
Verre voorbereiding
Gedurende de week die aan Pesach voorafgaat, worden alle broodkruimels uit het huis verwijderd
De feesttafel
Op de mooi versierde tafel staan:
. Kaarsen
. Wijnbekers
worden gevuld en gedronken als zegening en dank voor Gods daden.
. Schaaltjes zout water
Hierin worden de groenten gedoopt.
Het zoute water herinnert aan de tranen van de Hebreeuwse slaven.
. Matses (ongedesemd brood)
herinneren aan het haastig vertrek uit Egypte. De joden vertellen dat de Israëlieten geen tijd hadden om het brood te laten rijzen. Matses herinneren ook aan het brood dat ze in de woestijn aten. (restant van het vroeger feest van de eerstelingen van het veld - landbouwersfeest)
. De séder-schotel met:
bittere kruiden (O.a. mierikswortel)
herinneren aan de bitterheid van de slavernij in Egypte
vruchtenmoes (charoset)
heeft de kleur van het leem waarmee de Israëlieten in Egypte stenen maakten.
gebraden lamsbeentje
herinnert aan het lam dat in Egypte werd geslacht, de avond voor de Uittocht.
(restant van het vroegere feest van de eerstelingen van de kudde - nomadenfeest)
gekookt ei
symbool van nieuw leven, hoop, nieuw land.
Groene groenten (O.a. peterselie, selder…)
herinneren aan de vruchten van het nieuwe beloofde land, aan vrijheid.
INLEVEN
Bibliodrama: de lege stoel
In een kring staat een lege stoel. Wie aan Jezus (of aan één van de apostelen) een vraag wil stellen, doet dat. Iemand uit de groep (die niet aangeduid wordt) komt op de stoel zitten en geeft een antwoord.
Geef daarna aan de kinderen de kans om te verwoorden wat hen in de antwoorden getroffen heeft.
VERTELLEN
Eucharistie vieren
(K. JANSSEN, Ik geloof dat ik geloof, uitgeverij Averbode, 1997, p. 47-49)
Sara en mama lopen de kerk uit. De eucharistieviering is afgelopen.
- Als ik voor het eerst in een kerk zou komen, zegt Sara,
zou ik zo'n eucharistieviering toch maar iets raar vinden.
Eerst al dat gepraat, en daarna dat gedoe met brood en wijn. Behoorlijk gek allemaal!
Mam haalt haar schouders op.
- Als je niet weet waarom mensen iets doen, ziet het er altijd vreemd uit.
Van een gebedsdienst in een moskee snappen wij ook niet veel.
Sara trekt nog een denkrimpel.
- Doen christenen dat al lang, eucharistie vieren?
- Meteen na Jezus' dood en verrijzenis zijn ze ermee begonnen.
Op de eerste dag van de week, de dag waarop Jezus verrezen is,
kwamen ze samen, voordat ze begonnen te werken.
Ze verzamelden nu eens bij de ene thuis, dan weer bij iemand anders.
Ze vertelden elkaar herinneringen of verhalen over Jezus. Ze baden samen.
En als ze brood en wijn dronken, dachten ze aan Jezus toen Hij voor het laatst met hen gegeten had.
Als ze dat deden, voelden ze Jezus dicht bij hen.
- Als je dat zo vertelt, lijkt het meer een vriendengroepje dat samenkomt, zegt Sara.
Dat is wel iets anders dan onze eucharistievieringen nu.
- Toch is het hetzelfde, antwoordt mama.
Na een poosje begonnen die leerlingen in hun samenkomsten teksten voor te lezen.
Een brief van Paulus, of van Johannes of een tekst over wat Jezus gezegd of gedaan had.
En dat doen we nog steeds. Door te luisteren naar wat Jezus ons te zeggen heeft,
en samen het brood te eten en te bidden, krijgt ons geloof telkens weer nieuwe vitamines.
- Maar je kunt toch ook alleen in de bijbel lezen en alleen bidden, merkt Sara op.
Daarvoor moet je toch niet naar de kerk gaan.
Natuurlijk! zegt mama. Maar niemand houdt het vol om een heel leven lang in zijn eentje te geloven.
Mensen hebben elkaar nodig om hun idealen wakker te houden. We steunen elkaar.
Daarom is het fijn om bij een parochie te horen en samen eucharistie te vieren.
- Misschien zou het helpen als de mensen in zo'n eucharistieviering
zich wat meer ouden gedragen als elkaars vrienden, zegt Sara.
Maar ze zitten daar nu allemaal zo doodernstig. Volgens mij zien ze elkaar niet eens zitten!
Mama trekt lachend aan haar haren.
- Je overdrijft, maar eigenlijk heb je wel gelijk.
Jongeren
VERTELLEN
Meer dan duizend woorden
(C. LETERME, Parels van verhalen, uitgeverij Averbode 2019, p. 189)
In de nacht van 6 juni 1944
vertrokken honderden schepen uit Engeland.
Ze zaten vol soldaten
die Europa moesten bevrijden van de Duitse bezetting.
Eén van hen was Jack, een Amerikaans marinier.
Hij bereikte als eerste een dorp.
Overal om hem heen
was verwoesting, brand, dood, vernieling ...
Te midden van dit alles stonden een oude man en zijn vrouw.
Vol vreugde begroetten ze hun bevrijder
en nodigden hem uit in hun beschadigd huis.
Ze waren eindelijk vrij!
Ze hadden zo lang op dit moment gewacht
dat ze geen woorden vonden voor hun emoties.
Toen ging de man de kelder in om een fles champagne.
Die droeg hij als een kostbaar bezit.
Jack, die geen Frans sprak, begreep
dat ze deze fles hadden bewaard om de bevrijding te vieren.
Hij was diep ontroerd door de vreugde
bij het samen drinken op deze bevrijding.
Toen Jack terug in Amerika was,
dronk hij elk jaar een glas champagne
op het feest van de bevrijding,
en beleefde telkens opnieuw die onverwachte ontmoeting.
Overweging bij het verhaal
(C. Leterme)
Mensen spreken met woorden.
Maar wat doe je als je de woorden van een taal niet kent?
Dan begin je te spreken met gebaren.
Wie contact wil maken met iemand die een andere taal spreekt,
herkent dit.
Maar soms schieten woorden ook tekort om iets duidelijk te maken.
Vreemd genoeg zeggen gebaren dan zelfs meer dan woorden:
een knuffel als je verdrietig bent,
een opgestoken duim om iemand te waarderen,
een glimlach om gerust te stellen...
De Amerikaanse marinier uit het verhaal hierbij
en het koppel dat hij had bevrijd, kenden elkaars taal niet.
Maar in het samen drinken van de champagne,
legden ze alle vreugde en dankbaarheid om het einde van de bezetting.
Iets wat de marinier elk jaar opnieuw herdacht met een glas champagne.
Toen Jezus stierf, herinnerden zijn leerlingen enkele van zijn gebaren.
Hét gebaar dat hen vooral bijbleef,
was het breken van het brood op de avond van zijn arrestatie.
Telkens wanneer ze nadien bijeenkwamen en Hem herinnerden,
brak een van hen het brood en deelde het met de anderen.
Meer dan tweeduizend jaar later
komen christenen nog steeds bijeen rond dit gebaar.
Het brengt Jezus dichterbij, het brengt hen ook dichter bij elkaar.
Zo weten ze opnieuw hoe het eigenlijk verder moet:
als 'brood' zijn voor elkaar.
Overweging
Frans Mistiaen s.j.
Teken van liefde die zich breekt en deelt
Wij, mensen, drukken onze diepste gevoelens uit
door fijne, uiterlijke attenties voor elkaar.
Wij tonen onze vriendschap, onze liefde of onze dankbaarheid
niet zozeer door een rijk of verbluffend geschenk,
maar eerder door een goed uitgekozen teken of gebaar:
een kleine bloementuil, een goed boek, een kindertekening,
maar die dan wel met een speciale zorg worden omringd:
een fijne verpakking, een mooie strik
een zorgvuldig gekozen gebaar of een gepast woordje.
Zo worden zeer eenvoudige, dagelijkse dingen, symbolen
waarmee wij onze diepste, menselijke genegenheid tonen.
Ook God wil ons Zijn vriendschap tonen met tekens.
Hij kiest enkele zeer eenvoudige dingen: wat brood en een beetje wijn.
Maar heilige woorden en gebaren maken van dit brood en deze wijn
de Tekens van Zijn diepste genegenheid voor ons.
Brood en wijn,
het elementair voedsel en de drank in de streek waar Jezus woonde,
blijven voor alle tijden, ja, ook voor ons modern aanvoelen,
symbolen met zeer diepe betekenissen voor de mens.
Ze zijn zeker symbool van de vruchtbare natuur.
Wij leven goddank ook op een plaats waar de natuur mild is
en ons het leven schenkt en wel met gulle overvloed.
Brood en wijn zijn symbool van de sterke, zeer vrijgevige natuur.
Maar ook teken van menselijke arbeid en cultuur.
De ruige, soms wilde natuur
wordt, dank zij veel gestadige, menselijke arbeid, omgevormd, veredeld
tot een wereld waar mensen kunnen eten en leven.
Hoeveel mensenhanden hebben niet meegewerkt
om het graan en de druiventrossen te bewerken
tot brood op onze tafel en tot wijn in onze beker?
Als wij kijken naar brood en wijn - het werk van zovele mensenhanden -
dan doen wij dat steeds met veel eerbied,
want daarin zien wij de arbeid en de creativiteit van de mens aanwezig
die de natuur weet te veredelen.
Symbool dus ook van de menselijke arbeid en cultuur.
Brood en wijn zijn ten derde ook symbool van gemeenschap.
Een mens eet niet graag alleen.
Het is niet goed dat een mens in zijn eentje drinkt.
Soms kan het niet anders omwille van ons werk of van de drukte,
maar normaal zoeken wij onze maaltijden te organiseren
samen met anderen, in vriendschap en genegenheid.
Door samen met iemand te eten of een glas wijn te drinken
wordt gemeenschap gesticht of groeit de verbondenheid.
Eigenlijk koesteren wij, christenen, in ons hart een droom,
nl. dat er ooit op onze wereld
één grote tafel zou worden gedekt waar iedereen mag aanzitten,
rijk en arm, blank en zwart, vriend en vijand.
Wij weten het maar al te goed, dat ideaal is nog niet bereikt.
Maar wij, christenen, wij willen toch reeds ergens beginnen.
Hier, waar wij kunnen, in deze kring gemeenschap stichten.
Wie van dit brood mee-eet en uit deze beker meedrinkt
zegt eigenlijk dat hij wil meebouwen
aan de grote menselijke solidariteit en broederlijkheid
temidden van onze nog zo verdeelde wereld.
Symbool dus van groeiende, menselijke gemeenschap.
Maar nu heeft de Heer Jezus
aan dat brood en die wijn nog Zijn eigen betekenis toegevoegd.
Hij heeft er het symbool van Zijn eigen persoon van gemaakt
door er iets speciaals mee te doen,
dat dan de kern van het christendom is geworden:
Hij heeft het brood “gebroken en gegeven” aan Zijn vrienden.
Hij heeft de wijn “gedeeld” en “allen laten drinken”,
en daarbij gezegd:
"Dit is Mijn Lichaam. Dit is Mijn Bloed. Dit ben Ikzelf"
Dat “liefdevol breken en delen” om “aan anderen te geven”
dat is het belangrijkste in de eucharistie.
Het is het “gebroken” Brood en de “rondgedeelde” Wijn
die de Tekens worden van de kern van Jezus' persoonlijkheid,
nl. van een liefde die zichzelf belangeloos wegschenkt.
Heel Zijn leven heeft Jezus niets anders gedaan:
Zichzelf breken in bezorgdheid en aandacht
voor de zwakke, de kleine, de zondaar.
Waarlijk Hij heeft al Zijn krachten gegeven tot en met Zijn bloed.
Gebroken Brood en rondgedeelde Wijn
doen er ons telkens aan herinneren
dat de kern van Jezus' leven was: Zichzelf geven.
Zo'n liefde,
waar wij onszelf breken en geven
opdat anderen zouden leven,
ontstaat niet spontaan uit ons hart.
Want wij denken van nature toch zo dikwijls eerst aan onszelf.
Maar wij hebben de vreugde van het breken en geven geleerd en ontdekt
omdat wij vroeger thuis hebben gezien dat moeder deelde
en omdat vader, telkens wanneer wij iets kregen, aandrong
dat wij steeds “dank u” zouden zeggen
en met anderen zouden delen.
Wij hebben het echt moeten leren
en hebben er diepe vreugde bij gevonden.
Daarom hebben wij het nu zo nodig
regelmatig opnieuw op te kijken naar Jezus in de Eucharistie,
die ons telkens oproept en uitnodigt
tot liefde die zichzelf in dankbaarheid wegschenkt en deelt.
Marc Gallant, trappist (Orval)
Een nieuw verbond
De oudste vermelding van de eucharistie bevindt zich in de eerste brief van Paulus aan de Korintiërs, geschreven rond het jaar 57: “de Heer Jezus in de nacht waarin Hij werd overgeleverd, nam het brood (1) … (1 Korintiërs 11, 23). Daaruit blijkt dat men reeds ruime tijd de eucharistie vierde als gedenkmaal van de dood van de Heer, en dat Paulus overlevert wat hijzelf ontvangen heeft. Deze instelling werd reeds verhaald in gewijde termen, zodat ze op hoofdzakelijk dezelfde wijze te vinden is bij Paulus en de drie synoptische evangeliën, die geschreven werden in de volgende generatie. Bij het einde van de eerste eeuw was de eucharistie zo gebruikelijk en was het instellingsverhaal zo vertrouwd, dat Johannes, altijd attent op geschiedkundige details, het niet nodig vindt het in zijn evangelie te herhalen. Het instellingsverhaal is reeds “cultuurerfgoed” geworden van de eerste christen gemeenschap.
Volgens de synoptici heeft Jezus het paasfeest willen vieren met zijn leerlingen (Marcus 14, 12 vv; Matteüs 26, 17 vv; Lucas 22, 7 vv). Johannes plaatst Jezus’ dood nochtans op het ogenblik dat te Jeruzalem het paaslam geslacht werd (Johannes 18, 28): Jezus heeft dus het Pascha niet kunnen vieren op de gebruikelijke datum (2). In alle geval heeft hij vernieuwd. Van de stichtingsritus van het Oude Verbond heeft hij de instelling gemaakt van het Nieuwe. Marcus’ tekst is kort en schematisch. Het is blijkbaar reeds een gevormde liturgische tekst die bondig Jezus’ woorden en optreden weergeeft.
De Meester gebruikt een ritueel dat bij de Joodse feestmaaltijd hoort. Als familievader die de ereplaats heeft aan tafel, neemt hij het brood en richt tot God een groot gebed van lof en dankzegging om al zijn gaven. Deze Joodse “zegening” is een plechtige akte waarbij de Israëlieten de Heer danken om hun redding en bevrijding uit de slavernij van Egypte. Na dit gebed breekt Jezus het brood en deelt het uit aan de genodigden. Merken wij op dat Marcus hier, woord voor woord, de bewoordingen herneemt die hij gebruikt heeft bij de twee broodvermenigvuldigingen (in Marcus 6, 41 en 8, 6), maar als Hij het brood geeft zegt Jezus hier: “Neemt, dit is mijn lichaam”. In Jezus’ taal, het Aramees, verwijst het woord “lichaam” niet naar het vlees van de mens, maar naar zijn ganse “persoon”. Jezus geeft ons dus niet zijn vlees te eten - materialistische en westerse interpretatie. Hij kondigt aan dat dat zijn persoon aan de dood zal worden overgeleverd, en dat men aan de gave van zijn leven kan communiceren door dit brood te eten.
De betekenis van die gave wordt nog duidelijker door het woord dat hij op dezelfde wijze spreekt over de beker. Plechtig verklaart Hij: “Dit is mijn bloed van het Verbond, dat voor velen wordt vergoten” (Marcus 14, 23-24). Alle woorden hebben hier een ongewone densiteit. Met de beker wijn in de handen begint Jezus nogmaals God te “danken”. Deze Griekse uitdrukking heeft in het Nederlands het woord “eucharistie” (dankzegging) gegeven die het geheel van het ritueel aanduidt.
Iets is hier buitengewoon: tegen de Joodse gewoonte in, hebben alle leerlingen gedronken aan dezelfde beker, deze van Jezus zelf, en dit nog vòòr Jezus er de betekenis van geeft. Het is begrijpelijk. In de antieke godsdienstigheid van het Midden Oosten, die Leviticus (17, 11) en Deuteronomium (12, 2 3) overgenomen hebben, behoort het bloed toe aan de godheid, alsook het varkensvlees en het geitje gekookt in de melk van zijn moeder (Deuteronomium 14, 8, 21), voedsel dat in de Oegaritische teksten, aan de goden voorbehouden is.
Het leven behoort God toe, en het bloed werd beschouwd als het levensprincipe. De mens had er geen recht op, en er aan raken was zich buiten Gods gemeenschap zetten door onrein te worden. Om zijn leerlingen alle walging te besparen laat Jezus hen aan de kelk drinken, voor Hij er de betekenis van geeft. Hier zet Jezus de dingen op hun kop, en verandert hij totaal de courante betekenis. Daar waar aan het bloed raken onrein maakte en uit de gemeenschap van God sloot, betekent zijn bloed drinken hier juist de gemeenschap met Jezus. Een revolutie in het hoofd van de leerlingen !
In feite betekent de uitdrukking “mijn bloed” in Semitisch taalgebruik “mijn leven” (Leviticus 17, 14). Door de gewijde wijn tot zich te nemen drinken de leerlingen geen mensenbloed. Het zijn geen menseneters. Zij nemen deel aan het levensprincipe van de verrezen persoon van Christus, die op het kruis zijn leven gegeven heeft (1 Korintiërs 11, 17-34).
De woorden die volgen verduidelijken de zin die Jezus geeft aan zijn dood. Zijn vergoten bloed zal “het bloed van het Verbond” zijn. Op de Sinaï had Mozes aan de Israëlieten eerst de Wet voorgelezen, om daarna het eerste Verbond van Israël met God te sluiten met het bloed van geofferde jonge stieren (Exodus 24, 3-8). Door zijn dood zal Jezus stichten, hetgeen Paulus (1 Korintiërs 11, 25) en Lucas (22, 20) het “Nieuwe Verbond” noemen, dat gesloten wordt tussen God en de ganse mensheid. Jezus geeft immers aan zijn dood een “reddende” en universele betekenis: zijn bloed zal worden “vergoten voor velen”. De “velen” is een Semitische uitdrukking die de totaliteit van de mensen uitdrukt. Deze formule is een discrete verwijzing naar de lijdende Dienaar van Jesaja die sterft om de menigte met God te verzoenen (Jesaja 53,12).
“Dat was Jezus’ afscheid. Zijn navolgers zullen niet verweesd achterblijven, de gemeenschap met hem zal niet door zijn dood verbroken worden; zij zal doorgezet worden tot op de dag dat allen samen de beken van de “nieuwe wijn” zullen drinken in het Rijk van de Vader. Zij zullen de leegte niet ondergaan van zijn afwezigheid: door het Avondmaal te hernieuwen, zullen zij zijn gedachtenis kunnen herbeleven en zijn aanwezigheid.” (José Antonio Pagola: Jésus. Approche historique. Cerf. 2012, p. 381)
(1) Paulus gebruikt hier een woordenspel. Woord voor woord zegt hij : “Ziehier wat ik hernomen (Grieks: parelabon) heb van de Heer, en wat ik u her-gegeven (paredôka) heb: de Heer Jezus, in de nacht waarin hij werd over-gegeven (paredidoto), nam het brood …
(2) Het is niet onmogelijk dat het paasmaal met de instelling van de eucharistie plaats vond, niet de donderdag, maar de dinsdag. Volgens Annie Jaubert, vermelden de documenten van Qumran het bestaan, in Jezus’ tijd, van twee kalenders: de ene traditioneel en gevolgd door de Essenen, de andere van heidense oorsprong en gevolgd door de Farizeeën. De eerste vierde het Paasfeest de dinsdagavond. In de tweede kon Pasen vallen gelijk welke dag van de week (een vrijdagavond in het jaar van Jezus’ dood, vgl. Johannes 19, 21). Jezus zou dan de traditionele kalender gevolgd hebben … (A. Jaubert : La date de la cène. Paris, Gabalda. 1957, p. 134).