Loading...
 

Veertigdagentijd

‘Veertig’ dagen

Voorbereidingstijd

‘Veertig’ is in de bijbel het getal dat doet denken aan: bezinning, inkeer, leertijd, voorbereiding.

Zo verbleef Noach veertig dagen en nachten in de ark,
Mozes was veertig dagen op de berg Sinaï,
het volk Israël trok veertig jaar door de woestijn,
Elia was veertig dagen in de woestijn,
Ninive kreeg veertig dagen tijd om zich te bekeren.
Jezus verbleef veertig dagen in de woestijn,
voor de uitzending van Paulus en Barnabas, kwamen de eerste christenen veertig dagen bijeen om te bidden en te vasten.


'Veertig staat voor de tijd die een mens nodig heeft om zijn leven weer op de sporen te krijgen. In het Oude Testament was veertig jaar de gemiddelde duur van een mensenleven. Wat betekenisvol inhoudt dat elke mens, of hij nu dertig, vijftig of tachtig jaar oud wordt, eigenlijk veertig is en altijd onderweg naar de ultieme Godsontmoeting. Want zoals een kind veertig weken in de moederschoot groeit, zo zijn we levenslang - veertig jaar - onderweg naar onze eindbestemming bij Hem.' (Agnes Lameire)


Veertig dagen of jaren als voorbereiding op de activiteiten die daarop volgden.
Zo gezien is de veertigdagentijd de voorbereidingstijd op Pasen. Vroeger noemde men die periode de ‘vasten’, omdat er in die periode veel minder gegeten werd. Op bepaalde dagen at men ook geen vlees of eieren. Maar omdat ‘vasten’ niet de enige manier om zich op Pasen voor te bereiden, spreekt men nu van de ‘veertigdagentijd’: een tijd om na te denken en te doen wat men in zijn leven belangrijk vindt vanuit zijn geloof in Christus.

De veertigdagentijd begint met Aswoensdag en eindigt met paaszaterdag. Als je de zondagen - die geen vastendagen zijn - niet meetelt, bekom je veertig dagen.
De datum van Aswoendag wordt bepaald door de datum van Pasen. De laatste week van de veertigdagentijd wordt de Goede Week genoemd.



Band met de natuur

De veertigdagentijd valt in onze streken altijd samen met het begin van een nieuwe lente, tenzij Pasen heel vroeg valt. Zoals de gehele natuur vol fris leven wordt (lammetjes, eerste bloemen, botten aan de bomen...) wil men ook opnieuw fris beginnen, doet men de grote schoonmaak, willen christenen hun geloof opfrissen.



Kerkgeschiedenis

Onze verre voorouders kenden de gewoonte om te vasten als zuiveringskuur in het voorjaar. Zo konden ze zich zuiveren van alle mogelijke afvalstoffen die het lichaam tijdens de winter had opgeslagen. Dat vasten was voor hen ook wel een noodzaak. Eeuwenlang kende men aan het einde van de winter een voedselschaarste, zodat men zuinig moest omgaan met voedsel. Deze overlevingsstrategie kreeg diepgang vanuit het christendom.
In de eerste eeuwen van het christendom waren de veertig dagen voor Pasen de tijd waarin de catechumenen (= mensen die wensten christen te worden en daarvoor onderricht kregen) zich voorbereidden op hun doopsel door te vasten. Ook gedoopte christenen vastten: als boete voor hun zonden, of om gepast naar de communie te kunnen gaan. Toen men hierin overdreef gaf de Kerk precieze voorschriften. Het woord 'vasten' werd in de 4e eeuw voor het eerst gebruikt in de betekenis van 'vasthouden' aan de spijswetten (voorschriften in verband met het vasten).

Naast 'vasten' spreekt men nu vooral van de 'veertigdagentijd'. Men vond nl. dat een lichamelijke boetedoening om tot een persoonlijke bekering te komen te individueel was, te weinig betrokken op de medemens om zich voor te bereiden op Pasen.
De veertigdagentijd werd een tijd om na te denken over wat men in zijn leven centraal wil stellen. Zo verschoof de inhoud geleidelijk naar een soberheid om te komen tot solidariteit met de armen in de wereld.

Terwijl de Kerk het zo goed als niet meer over 'vasten' heeft, spreekt men daar in de media steeds meer over, al is het dan niet om godsdienstige motieven: dieet, zorg voor het milieu, noodzaak om het einde van de maand te halen, uiting van solidariteit ...

De aanwezigheid van moslims in onze streken vraagt elk jaar aandacht voor de 'Ramadan', de jaarlijkse vastenmaand in de islam. Deze aandacht maakte het 'vasten' als vasten weer bespreekbaar, ook voor christenen.





Belang van de veertigdagentijd

De betekenis van de veertigdagentijd kan men ophangen aan een klavertjevier. Zo'n klavertje brengt geluk.

Ook het klavertjevier van de veertigdagentijd wil niets anders dan dat mensen gelukkig zijn:



Een tijd van minder ...

(Versoberen /Soberheid)
Door soberder te leven ...
... is er genoeg voor iedereen zonder het milieu verder uit te putten ...

... kan men scherper zien wat de moeite waard is in het leven en plaats geven aan vriendschap, stilte, gebed, verzoening, rechtvaardigheid ...

... heeft men weinig te verliezen, omdat men wat werkelijk waardevol is, toch niet kan wegdoen, weg werpen, kopen of verbruiken.



Een tijd van meer

om te bezinnen, te bidden
(Verstillen / Stilte)
Zoals Jezus veertig dagen in de woestijn was als voorbereiding op de uitvoering van zijn opdracht, zo worden christenen gedurende veertig dagen uitgenodigd om stil te staan bij wat ze met hun leven doen:
. Geven ze tijd en aandacht aan wat de moeite waard is?
. Maken ze in hun leven plaats voor God?
. Verliezen ze God niet uit het oog die hen steeds opnieuw oproept het beste van zichzelf te realiseren?

Die uitnodiging tot inkeer en bezinning wordt weergegeven in de paarse kleur die in de veertigtijd van het jaar de hoofdkleur is in de liturgie.




om te vergeven
(Vergeven /vernieuwen / verzoenen / Samen)
Elkaar steeds opnieuw kansen geven, zodat men samen verder kan leven.




om broederlijk te delen, solidair te zijn met de armen
(Verbinden / Solidariteit)
Christenen gaan na in hoeverre de geest van Jezus hun leven bezielt, zoniet kunnen ze zich opnieuw keren (= be-keren) naar Jezus Christus en hun leven terug op zijn spoor zetten.
In de loop van de XXe eeuw verschoof het accent van het individueel beleven (versterven) naar het sociaal beleven (Broederlijk delen) van de tijd voor Pasen. De veertigdagentijd is dus een soort oefentijd om zijn leven en handelen scherper op het evangelie af te stemmen en zijn verantwoordelijkheid op te nemen tegenover anderen, vooral tegenover de armsten.
Vooral de profeten vonden dat vasten maar zinvol is als er een veranderingsproces op gang wordt gezet dat de wereld leefbaarder maakt. Hun ideeën leven verder in de acties van 'Broederlijk Delen'.

'Is dit niet een vasten zoals ik het verkies:
boosaardige boeien slaken,
de strengen van het juk losmaken,
de geknechte de vrijheid hergeven
en alle jukken door te breken.'

Jesaja 58, 6-8


'Wie dubbele kleding heeft,
laat hij delen met wie niets heeft
en wie voedsel heeft, laat hij hetzelfde doen.'

Johannes de Doper





Vragen van kinderen

Waarom zou ik minder snoepen in de vasten? De wereld wordt daar toch niet beter van. - Martijn, 14 jaar
(C. LETERME in Samuel 2001, nr 6)

Tijdens de veertigdagentijd vasten christenen. Dat wil zeggen dat ze dan soberder willen leven en hun welvaart willen delen met anderen. Ze willen dan tijd maken om na te denken over wat echt belangrijk is. Om te bidden en God een plaats te geven in hun leven.
Minder snoepen... daar wordt de wereld niet beter van. Maar iemand die minder snoept, voelt dat aan zijn lichaam: het verlangen naar zoetigheid blijft. Dat verlangen wordt dan een soort alarmbel: ben je niet vergeten dat er heel veel mensen in armoede leven? Dat je solidair wilt zijn met de anderen? Dat God er ook is?
Je kunt dan ook verwachten dat zo iemand - als hij er de gelegenheid toe krijgt - alles doet opdat zijn medemens het goed zou hebben.
De wereld wordt er wellicht niet beter van, maar de persoon die minder snoept wellicht wel. En dus wordt die wereld toch een stukje beter.




Waarom noemt men de tijd voor Pasen de veertigdagentijd? - Marion, 13 jaar
(C. LETERME in Samuel 2003, nr 6)

Het getal veertig heeft in de Bijbel een bijzondere betekenis. Het joodse volk zwierf veertig jaar door de woestijn vooraleer het aankwam in het Beloofde Land. Jezus begon te prediken nadat Hij veertig dagen had doorgebracht in de woestijn. In de Bijbel is veertig een getal dat wil zeggen: een tijd van nadenken, van bezinnen, van voorbereiden op wat komt. Tijdens de veertigdagentijd bereiden christenen zich voor op hun belangrijkste feest: Pasen. Op die dag vieren ze de verrijzenis van Jezus. Ze vieren dat Hij na zijn dood verder leeft.
Hoe ze zich hierop voorbereiden? Ze proberen veertig dagen lang soberder te leven. Ze proberen tijd te maken om na te denken en zich te bezinnen over de manier waarop ze christen zijn. En ze willen meer dan anders solidair zijn met armen in de wereld door Broederlijk te Delen. Een hele boterham dus... maar daar hebben ze wel veertig dagen de tijd voor!
Als je veertig dagen telt vanaf Aswoensdag ... dan zul je Pasen een week te vroeg vieren. Dat komt doordat de zondagen niet worden meegerekend in de veertigdagentijd. Zondag is voor christenen een mini-paasfeest, en als het feest is, mag je je even ontspannen. Dan kun je er de maandag weer stevig tegenaan om je eigen manier van geloven een grote schoonmaakbeurt te geven.





Een eigen woordenschat

Veertigdagentijd

Periode van veertig dagen voor Pasen.
Die veertig dagen herinneren aan de veertig dagen die Jezus doorbracht in de woestijn waar Hij nadacht over wat belangrijk is in het leven.
Veertig’ herinnert aan de veertig jaar dat het joodse volk door de woestijn trok en zich in deze periode voorbereidde op het leven in hun eigen land Israël.
Christenen willen veertig dagen voor Pasen nadenken over wat belangrijk is in hun leven. Ze worden daarbij geïnspireerd door wat Jezus belangrijk vindt. Ze leven dan sober, en maken tijd voor bezinning. Ze worden aangezet om in dan nog meer dan anders te leven als echte christenen: als mensen die om andere mensen geven, vooral om hen die dat het meest nodig hebben.



Vasten

(C. LETERME in Samuel Plus, uitgeverij Averbode, 2003 nr 6)

"Vroeger en ook nu nog wordt er over 'vasten' gesproken. Christenen leefden dan veertig dagen heel sober. Op woensdag en vrijdag mochten ze zelfs geen vlees eten.
Waarom werd bezinning in verband gebracht met vasten? Wie vast, eet heel wat minder. Een buik die honger heeft, doet nadenken. Bijvoorbeeld over mensen die vaak niet genoeg te eten hebben, hier en elders. En over het grote feest Pasen: welke betekenis heeft het christelijk geloof in mijn leven?
Nu zijn er nog twee dagen waarvan de Kerk zegt dat je dan moet vasten: Aswoensdag en Goede Vrijdag. Op de andere dagen van de veertigdagentijd laat de Kerk iedereen vrij om zich zijn eigen manier te bezinnen over zijn christen-zijn en zich voor te bereiden op Pasen.

Moslims kennen ook een vastentijd: de ramadan. Tijdens die maand eten en drinken ze niet zolang het buiten licht is. Ze vasten omdat Allah dat gevraagd heeft. Daarom gaan ze in die periode meer dan anders naar de moskee. Met het Suikerfeest vieren ze het einde van de Ramadan.

Vasten kan ook een middel zijn om aandacht te vragen, zoals bij hongerstakers. Deze mensen houden op met eten, en laten dit weten aan de pers. Ze doen dit omdat ze iets heel erg vinden en omdat ze willen dat men echt naar hen luistert. De meest bekende hongerstaker was Gandhi. In Vlaanderen was dat Luc Versteylen."


Is 'vasten' en 'veertigdagentijd' hetzelfde?
Vasten betekent: weinig of niets eten of drinken. Heel vaak vast men met een bepaald doel: b.v. vermageren, verslanken; bekrachtigen van eisen (hongerstaking); noodgedwongen, om rond te komen met een budget; komen tot een innerlijke bevrijding.

'Vasten' doet men in alle godsdiensten (bijvoorbeeld moslims tijdens de Ramadan). Men legt zich dan vrijwillig lichamelijke beperkingen op om een 'juiste' lichamelijke en geestelijke conditie te bereiken. Men wil met zichzelf in het reine komen, boete doen voor zijn zonden, of men wil dichter bij God komen n.a. v. een feest of een cultische handeling.
Christenen kennen tijdens de veertigdagentijd slechts twee dagen waarop ze verplicht vasten: Aswoensdag en Goede Vrijdag. Het vasten bestaat er in op die dagen sober te eten.

Omdat men vindt dat een lichamelijke boetedoening om tot persoonlijke bekering te komen erg individueel is, weinig betrokken op de medemens en zeker niet de enige manier om zich voor te bereiden op Pasen, spreekt men van 'veertigdagentijd'. Veertig dagen waarbij christenen willen nadenken en handelen naar wat ze in hun leven als gelovige belangrijk vinden. Een soort oefentijd om hun leven en handelen scherper op het evangelie af te stemmen en hun verantwoordelijkheid op te nemen t.o.v. anderen, vooral de armsten.
Om het moeilijk te maken: nog altijd gebruiken mensen het woord 'vasten' om er de veertigdagentijd mee aan te geven.



Boeten

In het Middelnederlands is 'boeten' = 'herstellen'.
Vissers 'boetten' hun gescheurde visnetten. Gebroken potten werden 'geboet' of aaneengelijmd en in de pijpfabrieken gebruikte men 'boetaarde' om de pijppotten te herstellen. 'Boeten' werd ook gebruikt om het vuur dat smeulde onder het as, weer op te stoken.
In het Oudsaksisch betekende 'boeten' ook helen, genezen.

Door die positieve inhoud past 'boeten' meer dan 'vasten' bij de veertigdagentijd. Dat is een periode waarin we weer kunnen aanknopen met God, mens en wereld. Een tijd om wat gescheurd is te herstellen, om gebroken potten te lijmen, om het ingeslapen en smeulende vuur weer aan te wakkeren.



Broederlijk Delen

Actie voor de armste mensen en voor hen die zelf niet voor hun rechten kunnen opkomen. 'Broederlijk Delen' roept elk jaar op om onze rijkdom te delen met mensen die armoede kennen ('derde wereld').
Tegelijk tracht Broederlijk Delen mensen bewust te maken van de problemen in de wereld vanuit informatie die ze naar aanleiding van verschillende acties geeft.



Eieren

Vroeger mochten de gelovigen tijdens de veertigdagentijd geen vlees en ook geen eieren eten. Daarom waren er met Pasen extra veel eieren. Vandaar het gebruik om eieren te eten met Pasen.
Omdat eieren symbool zijn van nieuw leven, werden ze het symbool van de verrijzenis.





Bijbel in de veertigdagentijd

Op zondagen

A-jaar

Overzicht van de eerste lezingen in het A-jaar

ZondagLezingenInhoud
1
1e lezingSchepping van Adam en Eva.
2
1e lezingGod roept Abraham. Hij wordt de stamvader van het joodse volk.
3
1e lezingMozes trekt samen met het joodse volk uit Egypte.
4
1e lezingGod kiest David als koning. Met hem beleeft het volk een tijd van redelijke welvaart.
5
1e lezingHet joodse volk kan terug uit de ballingschap.



Rode draad
De eerste lezingen van de zondagen in de veertigdagentijd staan stil bij de grote momenten uit de geschiedenis van het joodse volk.
Lees meer over die geschiedenis en stel vast dat drie lezingen rechtstreeks in verband staan met de drie grote pijlers ervan: de uittocht uit Egypte, de tijd onder David, de ballingschap.
Twee lezingen hebben het over een begin: het begin van de mensheid en het begin van het joodse volk.




Overzicht van de evangelies in het A-jaar

ZondagEvangeliesInhoud
1
EvangelieJezus in de woestijn
2
Evangeliegedaanteverandering van Jezus
3
EvangelieJezus en een vrouw uit Samaria
4
Evangeliegenezing van iemand die blind geboren was
5
EvangelieJezus wekt Lazarus op uit de dood



Rode draad
De evangelies van de eerste en tweede zondag van de veertigdagentijd gaan voor elk liturgisch jaar over hetzelfde onderwerp.
Het evangelie van de drie volgende zondagen komt in het A-jaar uit het evangelie volgens Johannes. Elk van die teksten belicht een manier waarop Jezus Messias is:
- Hij is als levend water (3e zondag)
- Hij is als licht (4e zondag)
- Hij is leven (5e zondag)



B-jaar

Overzicht van de eerste lezingen in het B-jaar

ZondagLezingenInhoud
1
1e lezingHet verbond van God met de mens wordt duidelijk in de regenboog, die als het ware hemel en aarde met elkaar verbindt.
2
1e lezing Ook de mens blijkt trouw: Abraham gaat in op de onmenselijk moeilijke vraag van God.
3
1e lezingIn de woorden van God die Mozes aan de mensen geeft wordt duidelijk hoe mensen de trouw van God kunnen beantwoorden in hun dagelijks leven.
4
1e lezingGod blijft trouw aan zijn volk, en zorgt voor een einde aan de ballingschap in Babylonië, net zoals Hij zijn volk wegleidde uit de slavernij van Egypte.
5
1e lezingEen nieuw verbond: het verbond met God is iets wat vanuit het hart beleefd wordt.



Rode draad
De eerste lezingen van de zondagen in de veertigdagentijd van het jaar B staan stil bij het verbond tussen God en de mensen.
Een verbond dat de trouw van God met de mens inhoudt (1e, 2e, 4e zondag)
Een verbond dat de trouw van de mens met God inhoudt (2e, 3e zondag)
Een verbond ook dat vooral vanuit het hart beleefd moet worden (5e zondag)




Overzicht van de evangelies in het B-jaar

ZondagEvangeliesInhoud
1
EvangelieJezus in de woestijn
2
EvangelieGedaanteverandering van Jezus
3
EvangelieWeg met de handelaars in de tempel.
4
EvangelieJezus en Nicodemus.
5
EvangelieAls de graankorrel niet sterft …



Rode draad
De evangelies van de eerste en tweede zondag van de veertigdagentijd gaan voor elk liturgisch jaar over hetzelfde onderwerp.
Het evangelie van de drie volgende zondagen komt in het B-jaar uit het evangelie volgens Johannes. Elk van die teksten belicht een manier waarop Jezus beluisterd wordt:
- Jezus doet wat Hij zegt (3e zondag)
- De joodse Farizeeër Nicodemus heeft aandacht voor wat Jezus te zeggen heeft (4e zondag)
- Grieken / Griekse joden hebben aandacht voor de woorden van Jezus (5e zondag)



C-jaar

Overzicht van de lezingen in het C-jaar

ZondagLezingenInhoud
1
1e lezingIn deze geloofsbelijdenis van Israël maakt men heel beknopt kennis met de geschiedenis van het volk Israël en de manier waarop God telkens voor dat volk opkomt.
2
1e lezingGod en Abraham sluiten een verbond met elkaar. God belooft hem land en nakomelingen.
3
1e lezing Mozes wordt geroepen. God houdt zich aan zijn verbond met Abraham wanneer hij de ellende ziet van zijn volk in Egypte.
4
1e lezingNa veertig jaren in de woestijn kwamen de Israëlieten aan in het Beloofde Land. God heeft zich aan zijn deel van het verbond gehouden! Voor het eerst kunnen ze er Pasen (= het joodse paasfeest) vieren.
5
1e lezingTijdens de ballingschap in Babylonië herinnert het volk Israël de Uittocht uit Egypte. Wat God toen deed zal Hij herhalen.



Rode draad
De eerste lezingen van de zondagen in de veertigdagentijd van het jaar C staan stil bij het verbond tussen God en het volk Israël.
Een verbond dat de geschiedenis van Israël bepaalt (1e zondag)
Een verbond dat Hij sluit met Abraham (2e zondag)
Een verbond dat de beweegreden is voor de ‘roeping’ van Mozes (3e zondag)
Een verbond dat met een feest gevierd wordt (4e zondag)
Een verbond dat Hij niet vergeten is als Hij spreekt met Jesaja (5e zondag)




Overzicht van de evangelies in het C-jaar

ZondagLezingenInhoud
1
EvangelieJezus in de woestijn
2
Evangeliegedaanteverandering van Jezus
3
Evangeliede onvruchtbare vijgenboom
4
EvangelieParabels van wat verloren is (schaap, muntstuk, zoon)
5
EvangelieDe overspelige vrouw



Rode draad
De evangelies van de eerste en tweede zondag van de veertigdagentijd gaan voor elk liturgisch jaar over hetzelfde onderwerp.
Het evangelie van de drie volgende zondagen staat stil bij hoe Jezus denkt, spreekt en handelt wanneer hij geconfronteerd wordt met de kleine kanten van de mens.
- Hij staat er open voor om nieuwe kansen te geven (3e zondag)
- Via parabels roept Hij op om nieuwe kansen te geven aan wie ‘verloren’ liep (4e zondag)
- Als Hij met de ‘verlorenheid’ van mensen geconfronteerd wordt, dan is Hij de laatste om te veroordelen (5e zondag)



Tijdens de week

Aswoensdag en de rest van de week
1e week van de veertigdagentijd
2e week van de veertigdagentijd
3e week van de veertigdagentijd
4e week van de veertigdagentijd
5e week van de veertigdagentijd
Goede Week





Suggesties

AFTELLEN NAAR PASEN

INFORMEREN

Anders naar veertig kijken

Als wij zeggen 4, dan bedoelen we daarmee: 2+2 of 3+1 of 5-1 enz.
Maar in de Bijbel krijgen nogal wat getallen een extra betekenis.
Zo verwijst het getal drie naar God.
Vier wil de volledigheid van iets weergeven: de vier windstreken, de vier evangelies.
En het getal veertig? Dat is in de Bijbel de tijd waarop men zich voorbereidt op iets nieuws. Voor het joodse volk was dat: leven in het Beloofde Land. Voor Jezus was dat: leven als een profeet die aan de mensen zegt: 'Het rijk van God is er!'
Dat getallen een extra betekenis krijgen gebeurt niet alleen in de Bijbel. Zo roept het getal dertien bij ons ongeluk op en het getal 1001: heel veel!





DOEN

Een kalender met veertig dagen

(C. LETERME, Zonnestraal 2002, nr 23/24, p. 18)

Knip uit wit tekenpapier veertig rechthoeken van 2 op 8 cm.
Knip zes rechthoeken van dezelfde grootte uit een gekleurd tekenpapier (Bijvoorbeeld geel).
Neem een lint van 3 cm breed en 1 m lang.

De witte rechthoeken geef je een boordje met een paarse stift en geef je een getal van 1 tot 40. Dit worden de 40 dagen waarop extra aandacht besteed wordt aan wat het betekent christen te zijn.
De gekleurde rechthoeken worden de zondagen. Op die dagen wordt niet gevast.

Tijdens de veertigdagentijd willen christenen sober leven, zich bezinnen en broederlijk delen.
Op vier witte rechthoeken met een paars randje schrijf je: Aswoensdag (de eerste dag van de veertigdagentijd), Witte Donderdag, Goede Vrijdag, Stille Zaterdag (de laatste drie dagen van de veertigdagentijd.)
Op vijf gekleurde kaartjes schrijf je: 1e zondag van de veertigdagentijd, 2e zondag ..., 3e, 4e en 5e zondag .... Op het zesde gekleurde kaartje schrijf je: Palmzondag.

Schrijf op de ommezijde van elk wit kaartje met een paarse rand, hoe je je het best kunt voorbereiden op Pasen.
Kleef daarna met plaklint alle kaartjes in de juiste volgorde van onderen naar boven op het lint.
Kijk elke dag wat je voorzien hebt om die dag te doen. De volgende dag neem je dat kaartje weg. Zo kun je zien dat Pasen langzaam dichterbij komt.



'Paasboom'

Plaats een grote kale tak (bv. krulwilg, forsythia, kastanjetak, tak van een hazelaar) in een stevige vaas met water. Elke keer dat je met de kinderen bijeen komt hangen ze iets in die 'boom' dat herinnert aan de veertigdagentijd of aan Pasen (gele linten, eieren). Tegen dat het Pasen is, hangt de hele boom vol. Intussen is de tak die er aanvankelijk doods uitzag, langzaam tot bloei gekomen en staat die vol met frisse groene blaadjes. De forsythia krijgt eerst nog gele bloemen. Zo groeit die tak die aanvankelijk dood leek uit tot een symbool van nieuw leven.


TIP
Voorwerpen die je in de boom met een geel lintje (geel = paaskleur!) kunt ophangen: as in een plastic zakje, palmtakje, stukje brood, kruisje, logo van Broederlijk Delen, uitgeblazen ei, foto ivm met het project met Broederlijk Delen, getal 40, zand (herinnert aan de bekoring van Jezus in de woestijn), gebeden, bezinningsteksten over de veertigdagentijd ...
Of je knipt 'eieren' uit een tekenpapier. De ene kant versieren de kinderen, op de andere kant schrijven ze voor elke dag van de werkweek een nieuwe opdracht.



Voetstappenkalender

Teken veertig voetstappen en zeven bloemen op een grote strook papier. De voetstappen staan voor de weekdagen, de bloemen staan voor de zondagen. Begin links onderaan met Aswoensdag en ga zacht kronkelend naar rechtsboven, waar de zevende bloem Pasen voorstelt.
Laat de kinderen elke week de voetstappen kleuren die intussen gezet zijn.
Bespreek met hen op hoe ze proberen zich op Pasen voor te bereiden (sober leven, solidair zijn, bidden, vergeven)
Geef info bij bijzondere dagen. Bijvoorbeeld: Aswoensdag, Palmzondag, Witte Donderdag ...


TIP
Illustreer de strook papier met foto's, krantenknipsels, krantenkoppen ... die inhoudelijk aansluiten bij het thema dat Broederlijk Delen aanreikt. Gebruik voor de Goede Week illustraties die aansluiten bij de teksten uit het evangelie die dan voorgelezen worden.



Afknipvastenkalender

De kinderen knippen veertig vierkantjes en zeven rondjes. Ze kleven ze allemaal onder elkaar: onderaan vier vierkantjes, dan één rondje en dan telkens zes vierkantjes, gevolgd door een rondje.
De veertig vierkantjes stellen de veertig vastendagen voor, de zes rondjes de zes zondagen en Pasen. Deze vierkantjes en rondjes brengen de kinderen aan op een breed lint of op een strook papier.
Het rondje dat Pasen voorstelt staat bovenaan, het eerste vierkantje dat Aswoensdag voorstelt, staat onderaan.
De kinderen versieren elk vakje met een getal, een versje, een goed voornemen, een idee voor 'Broederlijk Delen', een rebus...

En daarna: aftellen, afknippen en ... DOEN!



Een ganzenbordkalender

(naar: C. LETERME in Samuel Plus, uitgeverij Averbode, 2003 nr.6)

Materiaal
Je kunt hier twee zo'n ganzenbordkalenders vinden. Eén die ingekleurd is en een zonder kleuren, die daardoor ook anders te gebruiken is.


Verloop bij de kalender met kleuren
Maak vooraf veertig 'kaartjes'. Er zijn er tien voor elke kleur. (rood, blauw, oranje, paars)
Koppel aan elke kleur een bepaalde activiteit (Iets delen, gebed, een verzoenende houding naar anderen, soberder leven). Laat de kinderen naar geschikte activiteiten zoeken. Die noteren ze op een kaartje.
Groepeer de kaartjes volgens 'kleur'. Elke dag van de veertigdagentijd wordt een kaartje getrokken van de kleur op de kalender. Dit wordt meteen het aandachtspunt of bezinningsmoment voor die dag.


TIP
Kijk verder onder hoekenwerk ('ganzenbordkalender') om te zien hoe je de kinderen / jongeren beter kunt betrekken bij het concreet uitwerken van deze kalender.



Vastenkalender

Materiaal
. Een vel stevig papier A3
. Een kartonnen vierkant van 4 op 4 cm
. Potlood, dikke viltstiften (rood en zwart), lijm
. Papiertjes die geplooid binnen een vierkantje van de vastenkalender passen.


Vooraf
Teken met potlood een zigzagvormig parcours uit met 46 vierkantjes. Gebruik daarbij het vierkant als sjabloon. De eerste vier vierkantjes overtrek je met zwart, het vijfde met rood. Overtrek de vierkantjes dan verder volgens dit patroon: zes zwart en één rood.
Je bekomt een aantrekkelijker resultaat als de vierkantjes wat speels worden geschikt op het blad.


Verloop
Nodig de kinderen uit om na te denken hoe ze zich het best kunnen voorbereiden op Pasen, het feest van de verrijzenis van Christus. Ze kunnen dit doen door nu reeds in hun omgeving ervoor te zorgen dat mensen gelukkiger kunnen worden. Elk van die aandachtspunten schrijven ze op een briefje. Ze plooie die briefjes dicht en kleven ze op de 'zwarte vierkantjes' van de vastenkalender. Elke dag wordt bij het begin van de dag (kan verwerkt worden in een bezinningsmoment) luidop voorgelezen welk aandachtspuntje de kinderen vandaag hebben. Hebben ze dat tegen de avond kunnen realiseren, dan wordt het papiertje terug dicht geplooid en wordt er een voetstap op getekend.

Op zondagen (rode vierkantjes) komt er geen opdracht. Elke zondag wordt ervaren als een feestdag, een paasfeest in het klein. Daarom werd er vroeger ook nooit op zondag gevast, en moeten de kinderen ook niet heel hard hun best doen om hun goede daad te volbrengen. Maar dat wil daarom niet zeggen, dat ze nu die ene dag iedereen het leven moeten gaan zuur maken.


TIPS
Indien je deze activiteit doet in een school, kijk dan voordien hoeveel dagen de kinderen in de veertigdagentijd reëel in de klas zijn. Dit bepaalt het aantal aandachtspuntjes dat ze moeten zoeken.

Indien je deze activiteit doet in een parochie (nevenwoorddienst / catechese)
zorg er dan voor dat elk kind een eigen vastenkalender kan maken. Maak zelf eerst zo'n kalender en kopieer die dan voor de kinderen. In de parochie worden dan de aandachtspunten bijeengezocht en gekleefd op de kalender.
Vergeet daar niet op terug te komen wanneer je de kinderen een volgende keer ziet.



Een paaskandelaar

Naar analogie van de adventskrans steekt men in de veertigdagentijd elke zondag een kaars meer aan op een zevenarmige kandelaar.
Begin met Aswoensdag. Steek daarna elke zondag een kaars meer aan, zodat op Palmzondag alle kaarsen branden.
Met Goede Vrijdag worden alle kaarsen uitgeblazen.
Steek met de paaswake of met Pasen alle kaarsen terug aan aan de paaskaars.





VERDIEPEN

Op weg naar Pasen

(C. LETERME in Simon plus, uitgeverij Averbode, 2007 nr 6)

Materiaal
. groot blad papier
. pijltjes (rood en groen)


Verloop
Teken op het grote papier een weg, van links naar rechts. Het geheel wordt rijker als je er ook kruispunten op tekent, doodlopende wegen, omleidingen enz. Die weg wordt een ‘weg’ in de tijd. Ze begint met Aswoensdag en eindigt met Pasen.

Wie volgeling van Jezus is, wil steeds meer en beter doen wat Jezus zegt.
- Wat kan dit allemaal zijn?
Schrijf de antwoorden met trefwoorden op de groene pijlen.
(bv. vrede, liefde, rechtvaardigheid, eerlijkheid, delen, vrede, vergeven, goedheid, vriendelijkheid ...)

- Zijn er ook houdingen die Jezus niet goedkeurt?
Schrijf de antwoorden op deze vraag op de rode pijlen. (bv. ruzie, jaloersheid, liegen, kwaad zijn, bedriegen, kwaadspreken)

Kleef daarna de rode en groene pijlen op het blad met de weg in samenspraak met de kinderen.
Rode pijlen kunnen bijvoorbeeld wijzen naar een doodlopende weg. Groene pijlen zullen steeds in de richting van Pasen staan. Eventueel via een omweg, want het is niet zo dat iedereen identiek dezelfde weg naar Pasen moet gaan. Ieder mag dat doen op zijn manier.
Nadien kan het blad verder ingetekend worden, of met toepasselijke foto’s geïllustreerd.
Kinderen kunnen er ook personen bij tekenen die hen bij bepaalde ‘pijltjes’ goed op weg kunnen helpen.



Spreuken

(idee ZS, 23-2004, p. 20)

Zoek met de kinderen naar een spreuk die hen in de veertigdagentijd kan wakker houden voor wat echt belangrijk is in het leven. Maak hiervoor gebruik maken van bestaande vastenkalenders.
Indien je niet veel tijd hebt, kiezen de kinderen tussen:
'Meer liefde gevraagd'
'Vrede a.u.b.'
'Meer tijd voor God,'
'Verbeter de wereld, begin bij jezelf ...'
of gelijkaardige slogans. De kinderen schrijven die spreuk op een kaartje (bv. cirkelvormig). Aan de achterkant van het kaartje kleven ze een veiligheidsspeld, zodat ze het kunnen opspelden.



De 40-woordenmuur

(Geïnspireerd door: TOV 4, Handleiding, uitgeverij Pelckmans, p. 368)

Vooraf
Hand
Knip net zoveel handen uit als er kinderen zijn.

Maak veertig papieren bouwstenen: Knip A4-papier door in de lengte, en rond de hoeken wat af.
Schrijf daarop de volgende woorden:
enthousiast, rustig, ontevreden, vriendelijk, roddelen
geduldig, vrolijk, bluffen, doorzetten, oneerlijk
zorgzaam, optimist, egoïst, onverdraagzaam, dikke nek
ordelijk, hard, trouw, sportief, lief,
lui, boos, opschepper, hebberig, respectvol,
bang, ontrouw, pessimist, aandachtig, streng
tevreden, blij, bezorgd, respectloos, verdraagzaam
eerlijk, somber, ongeduldig, moedeloos, slordig.
Maak met die 'stenen' een muur.
lijm / plaklint


Verloop
Geef elk kind een 'hand'. Daarop schrijven ze hun naam.
De kinderen bekijken goed de woorden op de muur.
Daarna kleven ze hun 'hand' op de 'steen' waarop een woord staat waaraan ze tijdens de veertigdagentijd willen aan werken.


TIP
Herhaal deze activiteit wanneer er een nieuwe week is in de veertigdagentijd.



Waarden beleven

De jongeren zoeken bij elke letter van de veertigdagentijd een belangrijke waarde die ze in de loop van de veertigdagentijd in het centrum van hun leven willen plaatsen.

Bijvoorbeeld:
V ergeven
E erlijkheid
E envoud
R edden
T alent
I deaal
G astvrijheid
D elen
A andacht
G unnen
E enheid
N adenken
T egemoetkomen
IJ verig
D ankbaar

Spreek af om elke week een andere waarde te realiseren.


TIP
Laat de jongeren gerust een woordenboek gebruiken bij deze opdracht.



Sober, solidair en stil ...

(naar: C. LETERME, Samuel Plus, maart 2004, nr 6)

Materiaal
. Maak 40 + 7 kopieën op wat steviger papier van een grote drukletter S. Zorg hierbij dat de S voldoende gekruld is, zodat die uitgeknipt, goed in een andere S kan haken. Noteer op elke S de datum van overeenkomstige dag in telkens een andere kleur: paars, blauw, rood, oranje.
. Zorg voor een aantal gebedenboekjes
. Voorzie materiaal van Broederlijk Delen (vb. vastenkalender; info over projecten),
. Maak een grote woordkaart met daarop het woord: 'VEERTIGDAGENTIJD'. Kleef onderaan de kaart 7 keer een extra letter S.
. Op een flap schrijf je de volgende woorden: Solidariteit (met rood); Stil (met blauw); Sober (met paars); Samen (met oranje)


Verloop
Sta stil bij de aandacht in de veertigdagentijd voor: Soberder leven,
Stilte om te bezinnen, te bidden,
Solidariteit met de armen).
Samen, met aandacht voor vergeving en verzoening.
Bespreek met de kinderen welk aandachtspunt (één van de S-woorden) uit de veertigdagentijd ze al eens onderhouden hebben.


Verdeel de letters S over de verschillende groepjes kinderen.
. Waar de datum in rood werd genoteerd, noteren de kinderen een actiepunt i.v.m. solidariteit, dat ze zelf vinden of dat ze vinden in het materiaal van Broederlijk Delen.
(rood verwijst naar warmte, vriendschap, solidariteit) Nadien knippen de leerlingen de S uit.

. Waar de datum in blauw werd genoteerd, noteren de kinderen een gebed dat ze vinden in een van de gebedenboeken of dat ze zelf schrijven.
(blauw verwijst naar lucht, openheid, zuiverheid, stilte)

. Waar de datum in paars werd genoteerd, noteren de kinderen actiepunten i.v.m. eet- en snoepgewoontes.
(paars verwijst naar bezinning, voorbereiding. Dit wordt in herinnering gebracht door sober te leven)

. Waar de datum in oranje werd genoteerd, schrijven de kinderen op hoe ze zich kunnen verzoenen met wie hen naar hun aanvoelen iets tekort deed, of hoe ze samen iets kunnen doen, of iets voor elkaar doen of voor anderen uit hun omgeving.

Brengt de woordkaart 'veertigdagentijd' aan op een prikbord of aan de muur.
Hang aan elke letter S de letters die de kinderen hebben ingevuld. Per week begin je een nieuwe strook. De eerste dagen zijn de onderste.

Als je hier klikt, vind je een voorbeeld voor de Veertigdagentijd 2011

Elk hokje met een datum, stelt een grote hoofdletter S voor, die haakt in de vorige S

Elke dag neem je een S weg, en lees je in een bezinningsmoment voor wat erop staat. Dit wordt dan het aandachtspunt voor die dag.



Sparen voor anderen

De kinderen kiezen een doos als spaarpot. Daar maken ze een gleuf in. Daarna versieren ze die doos met foto’s die oproepen waarvoor ze sparen.
Eventueel wordt er geen gleuf in de doos gemaakt, zodat de kinderen er allerlei kunnen in ‘sparen’. Spreek met de ouders af dat ze dit gespaarde materiaal ‘overkopen’. Dit gespaarde bedrag wordt nadien afgegeven tijdens een omhaling / of met een overschrijving.
De ouders doen er goed aan hun kinderen bij deze handelingen zo dicht mogelijk te betrekken.


Bijvoorbeeld
. De kinderen zijn erbij als er elektronisch wordt overgeschreven
. Ze leggen de omslag met het gespaarde geld in het mandje
tijdens de eucharistieviering.





MEDITEREN

Bezinningsteksten

Er zijn mensen die vasten om mager te worden.
Er zijn er ook die vasten omdat anderen té mager zijn.
In de rekenles is delen moeilijker
dan optellen of vermenigvuldigen
en bij vele mensen lijkt dit in het leven ook zo te zijn.
De jaarlijkse vastentijd wil christenen aansporen
om veertig dagen lang het moeilijkste te doen:
de eigen overvloed met anderen delen
en het zelf met wat minder doen.




Honger, je weet niet wat het is,
niet de honger die wij kennen na een lange, zware dag;
niet de honger die altijd en overal op je loert;
de honger die je kinderen klein en futloos houdt;
de honger die je eerste en derde kindje doet sterven;
de honger die je suikerriet doet eten om recht te blijven;
de honger die je veel te vlug oud maakt;
de honger langsheen de prikkeldraad,
langsheen het geweld van de overvloed.




Veertigdagentijd betekent
dat je veertig dagen tijd krijgt
om je af en toe eens terug trekken
op je eigen plaats,
jouw woestijn,
jouw bos,
jouw kamer.

Het is stilstaan
en voelen
hoe belangrijk andere mensen zijn
Het is soms 'neen' kunnen zeggen
en kiezen voor weinig.
Zo kan men meer tijd maken
voor de anderen en voor God.




VEERTIG DAGEN

Veertig dagen
om te denken aan Jezus
aan wat hij zei
aan wat Hij deed.

Veertig dagen
om na te denken over jezelf
over wat je zegt
en wat je doet.

Veertig dagen
om uit te kijken naar
het feest van het leven
en een nieuw begin.




Je moet dit eens proberen:
Op een dag in de week
Sla je een maaltijd over.
Je eet dus niets,
Je moet dus ook geen eten klaarmaken
En de tijd die daardoor vrijkomt
Besteed je aan iets
Waarvan je al jaren zegt dat het belangrijk is
Maar waarvoor je gewoon geen tijd had
Of maakte:
De lang beloofde brief,
Het steeds maar uitgestelde bezoekje,
Een half uurtje stilte of gebed,
Gegarandeerd,
De dag wordt anders.
De kringloop van eten en hebben,
En de vrees van nooit genoeg
Wordt plots doorbroken,
Er is ineens een zee van tijd
Voor wat echt belangrijk is.
Je voelt je herleven.

En als na enkele uren
Je maag begint te rommelen
Dan mag je je verbonden voelen
Met hen die deze dag ook niet gegeten hebben,
Maar daar niet voor konden kiezen.

Je moet het echt eens proberen.

Carlos Desoete, Naam die zin is van ons leven,
Uitgave van Chirojeugd-Vlaanderen vzw, PJZ, 1996, p 15




DE PARADOX
G. D. P. Carling (1937-2008)

De paradox van onze tijd is
dat we meer middelen hebben maar minder tijd,
grotere huizen en kleiner families,
bredere autostrades maar een smaller gezichtsveld,
meer kennis maar minder oordeelsvermogen,
meer experts, en toch meer problemen,
meer medicijnen maar minder welzijn.

We drinken te veel, roken te veel,
geven te roekeloos ons geld uit,
lachen te weinig, rijden te snel,
worden te vaak kwaad,
gaan te laat naar bed, staan te moe op,
lezen te weinig, kijken te veel TV
en bidden te zelden.

We hebben geleerd om een loopbaan uit te bouwen,
maar niet om een leven uit te bouwen.
We hebben jaren aan ons leven toegevoegd,
maar geen leven aan onze jaren.
We schrijven meer, maar leren minder.
We plannen meer, maar bereiken minder.
We hebben geleerd te rushen, maar niet te wachten.
We bouwen meer computers om meer informatie te bewaren,
om meer kopieën te produceren dan ooit te voeren,
maar we communiceren minder en minder.

Dit is het tijdperk van fastfood en trage vertering,
grote ego's met kleine karakters,
hoge winstcijfers en oppervlakkige relaties,
leukere huizen maar gebroken gezinnen.
Dit is het tijdperk van snelle trips,
wegwerpluiers, wegwerpmentaliteit,
onenightstands, overgewicht,
en pillen die alles doen, van juichen
tot kalmeren, tot doden.

Het is een tijd waarin er veel in de etalage ligt
en niets in de voorraad.




Om over na te denken
Wat heeft de mensheid eraan
dat men in de veertigdagentijd minder eet?
Daarmee heeft men in de derde wereld geen boterham meer.

Als het alleen daarbij blijft is die opmerking juist.
Maar minder eten is in zekere zin sterven aan ik- en genotzucht.
Zo komt in hart en hoofd ruimte vrij voor de medemens.
En komt men tot bekering.
Bekering begint bij zichzelf, en komt uit bij de anderen.
Als Jezus zegt: 'bekeert u'.
bedoelt hij een omkeer naar God en zijn Rijk,
een keren naar de droom van God voor de mens:
Hij schiep de mens naar zijn beeld en gelijkenis:
een mens die tot liefde in staat is,
en zorgzaam en bouwend omgaat met zijn medemens.



ZINGEN

Zo spreekt de Heer

Tekst: H. Oosterhuis

Zo spreekt de Heer die ons geschapen heeft:
"Wat durft dat volk Mij nog te vragen.
Dat volk dat vast, maar toch in tweedracht leeft,
Wat durft dat volk Mij nog te vragen.
Die in zak en as gezeten,
twistend mijn gebod vergeten?
Denkt gij dat ik om dat vasten geef,
mijn volk, wat durft gij Mij te vragen!"

Zo spreekt de God die alles weet en ziet:
"Ik durf uw vasten niet vertrouwen.
Als gij de zwervers niet uw woning biedt,
durf ik uw vasten niet vertrouwen.
Schenk uw brood aan de geboeiden,
schenk uw troost aan de vermoeiden.
Anders hoor Ik naar uw smeken niet
en durf uw vasten niet vertrouwen".

En Jezus sprak : 'Bemin uw vijand ook.'
Heer God, wij staan voor U verlegen.
'Vergeeft het kwaad, zo doet mijn Vader ook.'
Heer God, wij staan voor U verlegen.
'Want gij zijt ook zelf geschonden
door een menigte van zonden,
en mijn Vader, Hij vergeeft u ook.'
Heer God, wij staan voor U verlegen.

En Jezus zegt: mensen, verdraagt elkaar,
en Jezus' woord zal ons bevrijden.
Vergeet uzelf en dient elkander maar -
en Jezus' woord zal ons bevrijden.
Aan elkander prijsgegeven
vindt gij honderdvoudig leven.
Jezus zegt: mensen, bemint elkaar.
En Jezus' woord zal ons bevrijden.




BIDDEN

Gebeden

Lieve God,
veertig dagen lang
wil ik helemaal anders gaan leven.
Mijn oude ik een beetje dood
mijn nieuwe ik meer en meer levend.
Mijn nieuwe ik ben Jij in mij:
ik wil luisteren naar Je woord,
begrijpen wat Je van mij vraagt.
Ik wil houden
van mensen dichtbij en veraf
zoals Jij dat doet.
Zo wordt het echt weer Pasen.




De veertigdagentijd is een goede tijd
om iets te doen aan vastgeroeste gewoontes.
Mijn zus doet ook mee.
We hebben opeens veel meer tijd
voor spelletjes en andere leuke dingen.
Lieve God, wij willen ons houden aan onze voornemens.
Laat deze tijd voor ons een tijd zijn
waarin we dichter bij elkaar en bij jou komen,
en ook dichter bij wat we zelf
van het leven willen maken.





SOLIDARITEIT

INFORMEREN

Organisaties die zich inzetten voor de derde wereld

Broederlijk Delen

Ontstaan
Broederlijk Delen ontstond in 1960, het jaar dat 'Belgisch Congo' onafhankelijk werd. De Vlaamse kerkgemeenschap wilde nl. de bevolking van deze vroegere kolonie niet in de steek laten en vooral de arme bevolking ervan financieel steunen. Intussen verruimde Broederlijk Delen haar werkveld tot de mensen in de Derde Wereld.


Werkterreinen
Geloof
Christenen beleven tijdens de veertigdagentijd bewuster dan anders hun solidariteit met andere mensen, vooral met hen die het minder goed hebben.


Projectensteun
Broederlijk Delen financiert projecten die in de Derde Wereld leven. Deze projecten zijn niet grootschalig,
maar helpen de mensen op weg om beter voor zichzelf te kunnen zorgen.
B.v. : een waterput, een volksradio ...


Onderwijs
Broederlijk Delen wil leren dat mensen in de Derde Wereld niet beter of slechter zijn dan de mensen hier,
dat ze best wel hun eigen problemen kunnen oplossen als ze de nodige middelen daartoe krijgen.


Politiek
Broederlijk Delen wil macht uitoefenen op de politieke wereld zodat die niet alleen aandacht heeft voor de rijkere landen.


Fondsenverwerving
Broederlijk Delen roept mensen op om financieel bij te dragen om de uitgekozen projecten te kunnen ondersteunen.


Praktisch
Tweemaal in de veertigdagentijd houdt Broederlijk Delen in de kerk een inzamelactie voor de mensen in de Derde Wereld.
Daarnaast zijn er ook acties op straat, in scholen, met jeugdbewegingen...



Het logo
BDlogo

Het logo bestaat uit vier groene menselijke figuren. Samen vormen ze een bol, de aarde.
Daarmee wil Broederlijk Delen uitdrukken dat ze een dynamische Noord-Zuidbeweging is
van mensen die zich inzetten voor de strijd van de armste bevolkingsgroepen tegen armoede en onrecht.



Bekijk het logo van Broederlijk Delen.
- Wat heeft dat logo met solidariteit te maken?
Noteer in elke figuur van het logo van Broederlijk Delen een woord dat solidariteit oproept.

Maak je omgeving (parochie / school) gevoelig voor dit onderwerp.
Schrijf een slogan die de anderen oproept tot solidariteit.
Zoek daarvoor twee woorden die volgens jou het belangrijkste doel van Broederlijk Delen weergeven. Verwerk met jouw groep die twee woorden in een slogan

Een paar slogans van Broederlijk Delen als voorbeeld:

- Maak ons overbodig!
- Geef Molly een kans… en stop de honger!
- Omdat het zuiden plannen heeft

- Nomineer Samuel voor de Nobelprijs





Beleven
(C. LETERME in Samuel plus, uitgeverij Averbode, 2005 nr 5)

Materiaal
- een drankje voor elk van de kinderen.
- een affiche van Broederlijk Delen
- Per vier kinderen een blad met de volgende uitspraken:

Het zijn toch de rijken die hun zakken vullen met acties zoals Broederlijk Delen.


Gelukkig steunt de school / de parochie projecten van Broederlijk Delen, anders zou er helemaal niets gebeuren.

Velen zeggen: ‘Laten we de mensen dicht bij ons helpen in plaats van de armen in verre landen’. Toch vind ik dat de twee moeten kunnen.

Ik steun graag acties van Broederlijk Delen omdat ze de minsten helpen.

Een betere wereld, daar kun je alleen maar van dromen. Er verandert toch niets aan al het onrecht.

Een betere wereld begint bij jezelf. Je moet er zelf mee beginnen en niet wachten tot anderen iets doen.



Verloop
Ervaren van onrecht
Verdeel de groep in vier delen. Eén deel krijgt ¾ van de drankjes. De overige delen van de groep krijgen samen ¼ van de drankjes. Elk vierde deel van de groep krijgt een vragenlijst:
- Wat vind je van het aantal drankjes dat je kreeg?
- Vind je dit eerlijk?
- Als je weet dat het voedsel in de wereld zo verdeeld is, wat vind je dan daarvan?
- Vind je dat eerlijk?
Bespreek de antwoorden met de gehele groep.


Bedoeling van de veertigdagentijd
Hang de affiche van Broederlijk Delen op zijn kop. Hiermee kun je uitleggen dat dit precies de bedoeling is van de veertigdagentijd: de wereld op zijn kop zetten: aandacht besteden aan andere gewoonten, een andere mentaliteit.
Je kunt de affiche ook verfrommelen: de wereld wordt verfrommeld en uitgeperst. Tijdens de veertigdagentijd is het de opdracht van de christenen om haar glad te strijken, te herstellen.

Het belang van dit ‘symbolisch’ handelen is, dat men erdoor gemakkelijker een gesprek op gang kan zetten.


Kennismaking met Broederlijk Delen
Maak o.m. gebruik van de info hierboven.


Even doordenken
Geef de kinderen per vier het blad met de zes uitspraken. Laat ze de uitspraken aanstippen waarmee ze akkoord gaan. Achteraf bespreken ze met anderen wat zij belangrijk vinden.




Verhaal
‘Kleine handelingen, grote gevolgen’,
(C. Leterme, Parels van verhalen, Averbode 2019, p. 61)

Op een avond nodigde Ahab zijn vrienden uit voor het eten.
Toen hij bezig was het vlees voor hen klaar te maken,
ontdekte hij dat het zout op was.
Ahab riep zijn zoon: ‘Ga in het dorp wat zout halen.
Maar betaal er de juiste prijs voor: niet te veel en niet te weinig.’

Zijn zoon reageerde verbaasd:
‘Pa, ik begrijp dat ik er niet te veel voor moet betalen,
maar als ik een beetje meer kan afdingen, dan scheelt dat toch wat.’
‘In een grote stad is dat aan te raden,’ wist zijn vader,
‘maar in een dorpje als het onze, is dat het begin van het einde.’

De jongen vertrok zonder verder iets te vragen.
Maar de gasten, die het gesprek gevolgd hadden,
waren nieuwsgierig en vroegen aan Ahab:
‘Waarom mag uw zoon het zout
niet zo goedkoop mogelijk proberen te krijgen?’

‘Wie het zout onder de prijs verkoopt,’ zei Ahab,
‘doet dat misschien omdat hij wanhopig is
en het geld dringend nodig heeft.
Wie daarvan profiteert, toont geen respect
voor het harde werk van wie het product gemaakt heeft.’

‘Maar zo weinig betekent toch niet de ondergang van een dorp!’
‘Toen de wereld begon, was het onrecht ook gering.
Maar sindsdien voegde iedereen er wat aan toe,
steeds met het idee dat het om een kleinigheid ging
en zie eens tot wat het ons vandaag heeft geleid.’

(naar een verhaal van Paulo Coelho)



Overweging
(R.-M. PELGRIMS in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 27 maart 2024)

‘Maar betaal er de juiste prijs voor: niet te veel en niet te weinig.’ Deze zin lijkt me een belangrijke wegwijzer naar een rechtvaardige en respectvolle samenleving.

De juiste prijs betalen dat is wat de cacaoboeren vragen in Ivoorkust, maar ook in Ghana, Nigeria en Kameroen. Het is wat onze boeren en alle boeren waar ook in de wereld vragen. De juiste prijs betalen niet alleen voor landbouwproducten, maar voor alles wat mensen produceren om voor zichzelf en hun familie een menswaardig leven op te bouwen, lijkt evident maar is het niet.

Wat zou er gebeuren als iedereen - die ook maar iets te maken heeft met het bepalen van prijzen - het verhaal ‘Kleine handelingen, grote gevolgen’ als verplichte lectuur kreeg én de opdracht om die boodschap ook om te zetten in daden? Dat zou pas een gigantische impact hebben, maar ondertussen is het wel nodig dat ieder op zijn of haar manier blijft streven naar die rechtvaardige samenleving.


Gewoon toekijken heeft nog nooit geholpen, maar actie ondernemen kan wel tot verandering leiden. Je weet wel: ‘Het steentje dat je hebt verlegd in de rivier.’ Laten we dat even proberen als voorbereiding naar Pasen.



Oxfam Wereldwinkels

(Zonneland 9, 2011, p. 16)

Oxfam-wereldwinkels is de voornaamste organisatie voor eerlijke handel in België. Bij eerlijke handel krijgt elke kleine producent (meestal een landbouwer in het Zuiden) een eerlijke prijs voor zijn producten. Er wordt dus rekening gehouden met het werk dat hij eraan gehad heeft en de prijs die hij voor zijn grondstoffen betaald heeft. Eerlijke handel betekent ook dat de boeren en arbeiders in goede omstandigheden werken. Dat sluit ook kinderarbeid uit. De productie gebeurt bovendien met respect voor het milieu.

Veertig jaar geleden werd de eerste wereldwinkel geopend in Vlaanderen. Nu zijn er meer dan tweehonderd.
De wereldwinkels verkopen producten uit 39 landen: voeding, kleding, cadeautjes, huisraad...
De organisatie voert ook campagnes om mensen bewust te maken van het belang van eerlijke handel.

www.oxfamwereldwinkels.be



Artsen Zonder Grenzen

(Zonneland 9, 2011, p. 18-19)

De organisatie Artsen Zonder Grenzen biedt medische hulp aan mensen die te kampen hebben met levensbedreigende situaties. Bijvoorbeeld bij oorlog, natuurrampen of epidemieën. In een conflict kiezen ze geen partij en ze werken onafhankelijk. Bij Artsen Zonder Grenzen werken zowel mensen van het land zelf als buitenlanders.
De organisatie werd opgericht in het begin van de jaren '70. In Biafra - nu een deel van Nigeria - woedde toen een oorlog. Een deel van de bevolking werd doelbewust uitgesloten van voedselhulp. Franse dokters en journalisten besloten om hulp te gaan bieden aan de miljoenen mensen in nood. Ze richtten in 1971 de organisatie Médecins Sans Frontières op.
Enkele artsen richtten in 1980 de Belgische tak van Artsen Zonder Grenzen (AZG) op. In 1999 kreeg de organisatie de Nobelprijs voor de Vrede. Een belangrijke erkenning!

www.azg.be




Wat je met ... euro's kunt doen
Zoek op wat je kunt kopen voor ...
... 5 euro
....................................................
AZG kan voor 5 euro per dag 350 000 liter proper water geven aan 20 000 mensen.

... 10 euro
....................................................
AZG kan voor 10 euro zorgen voor een malariakuur voor vijf mensen, zodat ze beter worden.

... 50 euro
....................................................
AZG kan voor 50 euro vijf baby's gezond op de wereld zetten.

... 100 euro
....................................................
AZG kan voor 100 euro gedurende drie maanden medische hulp geven aan duizend mensen.





SPELENDERWIJS

Werken aan een betere wereld

(Zonneland 9, 2011, p. 18-19)

Rappe raadsels
Los de raadsels op. Je vindt dan twee belangrijke zaken die nodig zijn om de wereld te verbeteren.
Mijn 1e deel is de vijfde muzieknoot.
Mijn 2e deel is de derde klinker van het abc.
Mijn 3e deel is een mannetjesbij.
Mijn 4e deel is hetzelfde als mijn 2e.
Mijn 5e deel is de staart van majesteit.
En mijn geheel is .......................................


Mijn 1e deel zeg je tegen iemand die niets wil doen.
Mijn 2e deel is een fonkelend hemellichaam.
Mijn 3e deel is hetzelfde als 'plus'.
En mijn geheel is .......................................



Letters zoeken
Lees de tips en zoek een woord waarmee je de wereld kunt veranderen!
De 1e letter zit in WERELD, maar niet in WEELDE
De 2e letter zit in SCHEEPJES, maar niet in MAATSCHAPPIJ.
De 3e letter zit in SUPER, maar niet in PARAPLUUTJE.
De 4e letter zit in LANDSCHAP, maar niet in SCHANDAAL.
De 5e letter zit in MILIEU, maar niet in MUIL.
De 6e letter zit in SCHOON, maar niet in HONDJES.
De 7e letter zit in KLIMAAT, maar niet in MAKKELIJK.


Correctiesleutel
solidariteit, luisteren, respect





ERVAREN

Collage met weinig kleuren

(Bron: OverSCHAKELen - een adventsproject voor de basisschool 1991 - Uitgave PJZ 1 Chirojeugd.)

Twee (of meerdere) groepen krijgen de opdracht op een groot vel papier een grote collage te maken. Elk groepje krijgt een aantal kleuren.
Met kleine stukjes papier die afgescheurd worden, vullen ze de tekening op.
Belangrijk is dat elk groepje weinig elkaar aanvullende kleuren krijgt.
...
Komen de groepen tot het inzicht dat ze een mooier resultaat bekomen als ze hun kleuren uitwisselen?
Hierrond mag je niets suggereren, je zegt ook niet dat het niet mag.


Alternatief
De kinderen moeten een tekening maken / inkleuren, maar krijgen per groep maar een paar kleurpotloden / kleurstiften.



Samen eten?

Dek twee tafels: de ene heel feestelijk en verzorgd met lekkers om te drinken en te eten ... De andere zonder veel aandacht met water uit de kraan en droog brood in een papieren zak.

Bij het binnenkomen krijgen de kinderen een gekleurd kaartje. Elk van die kleuren verwijst naar het soort tafel.
...
Eens zien of de kinderen spontaan tot delen komen.
Ook hier niets suggereren of aanpraten.





VERDIEPEN

Stellingen

(Overhoop 2009, nr 6, p. 4)

Armoede.
De meeste armen van vandaag kiezen er zelf voor.
Ze hebben het zelf veroorzaakt. Ze hebben het aan zichzelf te wijten.
Ik wens daar niet voor op te draaien.

Ik vind het belangrijk om te blijven geven aan mensen, hier en ver weg,
die het minder goed hebben dan ik en mijn gezin.
Want ik wil wonen en leven in een solidair land.
Niet het land van 'ikke ikke ikke en de rest kan stikken'.

Gehoord bij de kapper:
'Ik geef niet meer aan al die organisaties die bezig zijn met ontwikkelingshulp!
Er blijft onderweg veel te veel aan de vingers plakken.
En ginds komt het meeste toch in de zakken van de rijken terecht.'

In kleine organisaties die rechtstreeks bij de mensen ginder komen,
daar geloof ik in en daar geef ik ook aan.
Aan mensen die ginds ter plaatse bv. een kleinschalige lokale economie helpen opbouwen,
of voor een hospitaaltje en schooltje zorgen.



Tien Uitspraken

C. LETERME in Zonneland Plus 28-93

Maak een keuze uit de volgende uitspraken.
Gaan de kinderen ermee akkoord of niet.
Laat hun argumenten verwoorden.

Het zijn toch de rijken die hun zakken vullen met acties zoals Broederlijk Delen


Ik steun graag acties van Broederlijk Delen omdat ze de minsten helpen.

Door iets te doen voor de amen dicht bij ons, help ik ook voor een stuk de armen die veraf wonen.

Velen zeggen: 'Laten we de mensen dicht bij ons helpen in plaats van de armen in verre landen'. Toch vind ik dat de twee moeten kunnen.

Een betere wereld, daar kun je alleen maar van dromen. Er verandert toch niets aan al het onrecht.

Als je jezelf iets ontzegt, b.v. minder snoepen, voel je het best wat vasten is.

Een beter wereld begint bij jezelf. Je moet er zelf mee beginnen en niet wachten tot anderen iets doen.

Gelukkig steunt de school projecten van Broederlijk Delen, anders zou er helemaal niets gebeuren.

Beter is het iets te doen dan helemaal niets.

We geven liever geld aan iemand die we kennen, dan aan een onbekende organisatie.






WERKEN IN HOEKEN

Een 'solidariteitskrant'

(C. LETERME in Simon Plus, uitgeverij Averbode, 2004 nr 8)

Materiaal
. Eventueel: flap
. Een echte krant om te inspireren
. Twee of drie bladen (formaat A3) die je dubbel plooit. Dit wordt de krant.


Verloop
Noteer op een flap het woord solidariteit. De kinderen noteren er rond al wat dit bij hen oproept.
Zorg in de ruimte voor verschillende hoeken met aangepast materiaal. Zorg ook voor een echte krant in de klas om nog meer inspiratie te kunnen hebben.
Deel de groep kinderen in 5 groepjes, die elk in een andere hoek werken.


HOEK 1
Groep 1 zoekt naar een geschikte titel.
Maakt een eenvoudig kruiswoordraadsel. Bijvoorbeeld een schuifraadsel rond het woord solidariteit.


HOEK 2
Groep 2 zoekt naar geschikte foto’s en schrijft er een korte tekst bij.
Zorgt ook voor tekeningen of cartoons


HOEK 3
Groep 3 maakt een interview met een persoon die met het onderwerp te maken heeft.
Zorg voor info bij zo’n persoon en voor een aantal startvragen bij het interview.


HOEK 4
Groep 4 maakt een reclametekst bij voor het werk van solidariteit waarin ze oproepen om dat werk te steunen.


HOEK 5
Groep 5 maakt een kort stripverhaal dat bij het onderwerp aansluit.


TIPS
. Laat elk kind in de groep een hoek kiezen naar belangstelling of bekwaamheid.

. Voeg hoeken bij of doe hoeken weg volgens je eigen aanvoelen.



Een ganzenbordkalender

(naar: C. LETERME in Samuel Plus, uitgeverij Averbode, 2003 nr.6)

Materiaal
Eén groot ganzenbordkalender (in kleur) voor de hele groep; kleine kalenders (zwart/wit) voor elk kind apart. Klik hier om de twee kalenders te zien
Per hoek: tien kaartjes, wat documentatie en de opdracht.


Vooraf
Verdeel de ruimte is vier hoeken. Er is een hoek rond: bidden, rond Broederlijk Delen, rond soberder leven en rond bijbel. In elk van de hoeken liggen een aantal kaartjes, of papiertjes (per hoek in een ander kleur), wat documentatie en de opdracht.



In de hoek rond bidden
liggen een aantal gebedenboekjes en boekjes met bezinningsteksten (B.v. Sta even stil – Averbode) + tien paarse kaartjes, of kaartjes waar bovenaan het woord 'gebed' op staat.


Opdracht
Zoek tien gebeden die je tijdens de veertigdagentijd kunt bidden. Eventueel kunnen kinderen zelf een gebed schrijven. Spreek af dat dit gebed niet lang mag zijn (bv. maximaal zes regels).
Wat gevonden of gemaakt werd, wordt op een kaartje geschreven.



In de hoek rond ‘Broederlijk Delen’
ligt er documentatie over het project van Broederlijk Delen, wereldwinkels + tien oranje kaartjes, of kaartjes waar bovenaan het woord 'Broederlijk Delen' op staat.


Opdracht
Zoek tien activiteiten i.v.m. broederlijk delen en noteer ze op de tien kaartjes.
De kinderen / jongeren zoeken hierbij naar allerlei vormen van broederlijk delen bij henzelf. Ze worden ook uitgenodigd informatie te zoeken bij het project van Broederlijk Delen.


Enkele suggesties
. Ik ben bereid vandaag iets uit te lenen, waaraan ik eigenlijk erg gehecht ben.
. Vandaag zoek en lees ik informatie over de actie van Broederlijk Delen.
. Ik geef vandaag van mijn spaargeld aan het project van Broederlijk Delen.
. Ik wil vandaag iets doen waarmee ik een ander blij kan maken.
. Ik probeer vandaag thuis te helpen zonder dat men mij dat vraagt.
. Ik speel vandaag met iemand waarmee ik nog niet vaak speelde.
. Ik maak vandaag een cadeautje voor iemand die het verdient.



In de hoek rond soberder leven
Liggen er tien blauwe kaartjes, of kaartjes waar bovenaan het woord 'sober' op staat en eventueel de volgende tekst:

Er zijn mensen die vasten om mager te worden
maar je kunt ook vasten omdat andere mensen té mager zijn.
In de rekenles is delen moeilijker dan optellen of vermenigvuldigen
en bij vele mensen lijkt dit in het leven ook zo te zijn.
De jaarlijkse veertigdagentijd wil ons aansporen
om veertig dagen lang het moeilijkste te doen:
van onze overvloed met anderen delen
en het zelf met wat minder doen.



Opdracht
Zoek tien verschillende manieren om een dag lang soberder te leven. Noteer elke manier op een apart kaartje.


Enkele suggesties
. Ik snoep niet vandaag
. Vandaag drink ik geen frisdrank
. Ik denk vandaag driemaal na vooraleer ik iets vraag om te hebben
. Vandaag let ik erop dat ik geen water verspil.
. Ik zeur niet om spullen die niet echt nodig zijn
. Vandaag let ik erop dat ik niets onnodig weggooi.



In de hoek rond bijbel
leg je een aantal bijbels of een kopie van de verschillende teksten uit de bijbel die tijdens de veertigdagentijd aan bod komen in de eucharistie + tien rode kaartjes, of kaartjes waar bovenaan het woord 'Bijbel' op staat.


Opdracht
Zoek in de volgende evangelieteksten tien zinnen die de moeite waard zijn om over na te denken. Schrijf die zin op een kaartje.

Evangelielezingen tijdens de veertigdagentijd van een A-jaar (Veertigdagentijd 2014)

1e zondag van de veertigdagentijd: Matteüs 4, 1-11
2e zondag: Matteüs 17, 1-9
3e zondag: Johannes 4, 5-42
4e zondag: Johannes 9, 1-41
5e zondag: Johannes 11, 1-45
Palmzondag: Zoek in de tekst twee zinnen die doen nadenken:
Matteüs 26, 14-27, 66 (= erg uitgebreid) of Matteüs 27, 11-54

Evangelielezingen tijdens de veertigdagentijd van een B-jaar (Veertigdagentijd 2015)
1e zondag van de veertigdagentijd: Marcus 1, 12-15
2e zondag: Marcus 9, 2-10
3e zondag: Johannes 2, 13-25
4e zondag: Johannes 3, 14-21
5e zondag: Johannes 12, 20-33
Palmzondag: Zoek in de tekst twee zinnen die doen nadenken:
Marcus 14, 1-15, 47 (= erg uitgebreid) of Marcus 15, 1-39

Evangelielezingen tijdens de veertigdagentijd van een C-jaar (Veertigdagentijd 2016)
1e zondag van de veertigdagentijd: Lucas 4, 1-13
2e zondag: Lucas 9, 28b-36
3e zondag: Lucas 13, 1-9
4e zondag: Lucas 15, 1-3. 11-32
5e zondag: Johannes 8, 1-11
Palmzondag: Zoek in de tekst twee zinnen die doen nadenken:

Lucas 22, 14-23, 56 (= erg uitgebreid) of Lucas 23, 1-49


Eventueel laat je de kinderen na een tiental minuten van hoek veranderen. Aangekomen in de nieuwe hoek werken ze de opdracht van de vorige groep af.

Op het einde van de activiteit zijn er veertig kaartjes beschreven. Groepeer ze per kleur. Kleef de kaartjes op een flap in de volgorde van het rooster. De kinderen kleuren in hun eigen rooster telkens het vakje wanneer ze de opdracht op de collage vervuld hebben.


Merk op
Op de ganzenbordkalender staan Pasen en de verschillende zondagen op vakjes met een witte achtergrond, zonder cijfer. De dagen met een cijfer behoren tot de veertigdagentijd. De zondagen worden niet meegeteld bij de ‘veertigdagentijd’ omdat ze mini-feestdagen zijn. Op die dag vieren christenen telkens opnieuw de verrijzenis van Jezus Christus. Dat Hij opgedaan is uit de dood zet hen ertoe aan om mensen mee te helpen opstaan uit elke vorm van ‘dood’ .





OP STAP

Bezoek aan de wereldwinkel

Bezoek de plaatselijke wereldwinkel.

Bespreek
- Welke gelijkenissen en verschillen zijn er met een andere winkel?
- Herken je producten in de winkel die duidelijk van een ander land in de wereld zijn?

Zoek uit welk land de volgende producten komen:
een reep chocolade, choco, confituur, bananen, fruitsap, honing, koffie, noten, rijst, rode wijn, witte wijn, suiker, thee ...

Vraag aan de verkoper:
- Waarom werk je als vrijwilliger in deze winkel?
of:
- Waarom vind je zo'n winkel belangrijk?



Op zoek naar eerlijke producten

Fairtrade
Ga met de kinderen naar een winkel / supermarkt. Daar gaan ze op zoek naar fairtradeproducten.
(Bijvoorbeeld: chocolade, bananen, kleding, sinaasappelen, koffie, thee, koekjes, wijn, fruitsap, confituur, zeep, kokosmelk, rietsuiker ...)
Bespreek vooraf hoe die producten te herkennen zijn. (logo!)
Ze noteren het soort product dat ze gevonden hebben en uit welk land het afkomstig is. Ze vergelijken ook de prijs van dat product met de prijs die men anders voor een gelijkaardig product zou betalen.
- Hetzelfde? Meer? Minder?

Ze bespreken nadien:
- Worden er thuis ook fairtradeproducten gekocht? Weet je ook waarom of waarom niet?
- Als dat niet het geval is, hoe zou je daarvoor reclame maken?
- In welke winkel vind je het meest fairtradeproducten? (Oxfam-wereldwinkel)




TIPS
. Geef die opdracht mee met de kinderen om samen met hun ouders te doen. Bespreek nadien hun ervaringen.

. Ga vooraf zelf in de winkel / supermarkt zien hoeveel fairtradeproducten er aangeboden worden, zodat je de kinderen kunt vragen om een minimum aantal producten op te zoeken.



'Fair trade' betekent: 'eerlijke handel'

Het eerlijke van die handel bestaat erin dat ervoor gezorgd wordt dat de producent van het product (boer, visser, naaister ...) een eerlijk loon krijgt voor zijn / haar werk.

Soms moet men meer betalen voor dat product, maar er wordt daar niemand meer voor uitgebuit. De mensen die het product maken kunnen een beter leven leiden.






VERTELLEN

De kip en het varken

C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode 2012, p. 80

Een kip en een varken
luisterden naar de radio.
In het nieuws sprak de omroeper
over de honger in de wereld.

De kip en het varken vonden
dat zij er iets moesten aan doen.
En de kip zei: 'Lief varken,
als we die hongerige mensen
nu eens spek en eieren te eten zouden geven,
dan is dat probleem al heel wat minder groot.'
'Goed idee!' zei het varken,
'dat doen we.'

Maar na tien minuten zei het varken:
'Jouw idee, lieve kip, is heel goed,
want zo helpen wij die arme mensen.
Maar hoe meer ik over de gevolgen nadenk,
hoe meer ik er me verveeld bij voel.
Jouw geschenk kom je gemakkelijk te boven.
Maar met mijn bijdrage
zet ik mijn leven op het spel.'




Overweging bij het verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 14 februari 2018, p. 1)

Met Aswoensdag begint de veertigdagentijd.
De veertig in ‘veertigdagentijd’ valt niet zomaar uit de lucht:
Noach maakte mee dat het veertig dagen en nachten aan een stuk door regende.
Mozes trok met de Israëlieten veertig jaren door de woestijn.
Elia was veertig dagen in de woestijn, net als Jezus.

Telkens bleek die periode een tijd van voorbereiding.
Noach bereidde zich tijdens de zondvloed voor op een volledig nieuw leven.
De Israëlieten bereidden zich voor op een nieuw leven in het Beloofde Land,
Jezus bereidde zich voor op een leven als rondtrekkende leraar.
Nu bereiden wij ons veertig dagen voor op Pasen.

Veel mensen gebruiken voor de veertigdagentijd nog de oude benaming 'vasten'.
Maar het woord 'vasten' roept alleen op dat men soberder wil gaan leven.
Bijvoorbeeld: geen vlees eten, geen eieren, geen...
Maar de voorbereiding op Pasen moet meer zijn dan alleen 'vasten':
er moet ook extra aandacht zijn voor solidariteit, stilte en verzoening.

Met die stilte wil men meer tijd maken voor God en zijn droom voor de mensen.
Men neemt de tijd om zich te bezinnen en zijn leven te herschikken:
Wat is echt belangrijk? Wat is de moeite van mijn tijd waard?
Wat is in mijn leven belangrijk vanuit mijn geloof in Jezus Christus?
Hoe geef ik een plaats aan God in mijn leven?

De aandacht voor verzoening roept op
om scheefgegroeide situaties recht te trekken
en nieuwe kansen te geven aan wie ons omringt.
Met solidariteit wil men actieve aandacht hebben voor de medemens in nood.
Wat kan ik doen om de wereld voor iedereen leefbaar te maken?

Het verhaal hierbij maakt duidelijk dat zoiets niet vrijblijvend is.
Het kan behoorlijk snijden in je vel.
Het gaat om ‘broederlijk delen’, niet om aan je broer te geven van je overschot.
Dat is een stevige opgave, waar we nog lang niet aan toe zijn,
zelfs niet met veertig dagen in een jaar.



Zonder één cent

(C. LETERME, Een parel voor elke dag, Uitgeverij Averbode, 2007, p. 81)

Een rijk man was in zijn leven
erg gierig geweest.
Toen hij moest sterven,
had hij één grote wens:
‘Leg al mijn geld bij mij in de kist.’
Dat deed men.

Wat later kwam de rijke man
in de hemel.
Daar zag hij een tafel
met de heerlijkste gerechten.
Omdat hij honger had vroeg hij:
‘Wat kost die lekkere vis?’
‘Eén cent’, was het antwoord.
‘En wat kost dat brood?
En dat vlees en die drank?’
Steeds was het antwoord hetzelfde:
‘Eén cent.’
‘Wat goed’, dacht hij,
‘dat ik zoveel geld heb meegenomen.
Het is bovendien allemaal erg goedkoop.’
En hij gaf één cent aan de verkoper.
Die bekeek de cent nauwkeurig.
‘Sorry,’ zei hij,
‘daarmee kun je hier niet betalen.
Wij nemen hier alleen maar geld aan
dat je aan anderen hebt weggegeven.’




Overweging bij het verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 11 maart 2015, p. 1)

Kinderen in de Lagere school weten het wel:
in de rekenles is delen veel moeilijker
dan optellen en vermenigvuldigen.
Ook volwassenen weten het!

Niet alleen zijn bezit delen is moeilijk
Ook tijd delen vraagt inspanning
en is allerminst vanzelfsprekend.
Want 'time is money'!

Op zich hoeft 'tijd delen' geen karwei te zijn.
Tijd om te luisteren...
Tijd om iemand grootmoedig voorrang te geven...
Tijd om te genieten...

Merkwaardig!
Delen maakt rijker.
Het goed gevoel krijg je er gratis bij.
Of je nu je tijd deelt of je bezit.

Veertig dagen voor Pasen
vraagt men aandacht om broederlijk te delen.
Misschien een aanleiding
om ook tijd en aandacht te delen?





MEDITEREN

Soms is eerlijk delen
aan de andere een beetje meer geven
dan aan jezelf.
Omdat die andere het meer nodig heeft;
omdat die andere dat zo fijn vindt.






SOBERHEID

INFORMEREN

Sober leven in de ‘godsdiensten van het woord’

Ramadan
Moslims vasten de hele maand Ramadan overdag. Dit kan hen eigenschappen aanleren als: discipline, uithoudingsvermogen en zelfbeheersing. Verder willen ze door te vasten het inlevingsvermogen in de arme medemens versterken en het respect voor de medemens en God vergroten. Tijdens die maand maken ze meer tijd om te bidden en de Koran te lezen, zodat hun geloof kan toenemen.
Daarom is de Ramadan een maand van tolerantie, liefdadigheid, verbroedering en bezinning, waarin moslims extra verdraagzaam, toeschietelijk en vrijgevig zijn en waarin de eenheid en samenhorigheid van de mensheid centraal staan.
Na de maand ramadan vieren moslims het Suikerfeest met familie en vrienden.
Omdat de kalender van de moslims gebaseerd is op de maan, valt de maand Ramadan elk jaar elf dagen vroeger dan in een kalender gebaseerd op de zon.


Jom Kipoer
Joden vieren Jom Kipoer, de grote verzoendag, in de maanden september of oktober. De hele dag wordt niet gewerkt en gevast (niet eten én niet drinken) en gaat men naar de synagoge om te bidden. Op het einde van Jom Kipoer wordt in de synagoge op de sjofar (ramshoorn) geblazen. Hiermee wordt een nieuw begin ingeluid.


Veertigdagentijd
Naam van de voorbereidingstijd op Pasen. De veertigdagentijd begint met Aswoensdag en duurt veertig dagen, zondagen niet meegerekend. Deze tijd kenmerkt zich door bewust tijd te maken voor zichzelf, de medemens en God. Het is een tijd om stil te staan bij wat echt belangrijk is in het leven.





ONDERZOEKEN

'Vastentijd'

De kinderen maken kennis met:

Fatima, een moslimmeisje

‘Als het ramadan is eten en drinken wij een hele maand overdag niets. Pas als het donker wordt, eten we wat. Door te vasten besef je opnieuw hoe armen leven. En hoe goed we het wel hebben. Die maand bidden we ook veel. We danken Allah voor alles wat Hij de mensen geeft. Op het einde van de Ramadan vieren wij het Suikerfeest. Dan eten we veel zoet en lekkernijen. Ook aan de armen wordt dan voedsel gegeven.’


Mosje, een joodse jongen
‘Voor ons is Jom Kipoer (Grote verzoendag) de heiligste dag van het jaar. Het is ook een bijzondere dag: we vasten, bidden en mediteren.
We gaan dan de hele dag naar de synagoge, waar we wel tien keer zeggen dat we gezondigd hebben, dat we in onze manier van leven geen rekening, of te weinig rekening gehouden hebben met God. We zeggen dan ook dat we het kwaad willen achterlaten en dat we mensen willen helpen die minder geluk hebben of verdrukt worden.’


Ralf en Sarie, Vlaamse christenen
‘Tijdens de veertigdagentijd doen we met onze klas mee aan de actie voor Broederlijk Delen. Thuis eten we in die tijd op vrijdag heel gewoon. Zoetigheid is er op die dag niet bij. Dit doet ons denken aan de vele mensen die bijna niets te eten hebben. Daarom willen we nog meer meedoen met Broederlijk Delen.

Tijdens de veertigdagentijd proberen we ook tijd te maken voor God. Ralf gaat dan graag in een hoekje van zijn kamer zitten. Ik lees dan vooral in mijn kinderbijbel.’



De kinderen onderlijnen waarom Fatima overdag niet eet tijdens de Ramadan.
Ze onderlijnen wat Mosje doet op Jom Kipoer (de grote verzoendag) en wat er bij hem thuis gebeurt als voorbereiding op Pesach.
Ze onderlijnen wat Sarie en Ralf doen tijdens de veertigdagentijd.


Daarna zoeken ze op het internet:
- Wanneer begint voor Fatima de Ramadan dit jaar?
- Wanneer viert Mosje dit jaar Pesach?
- Wanneer begint dit jaar de veertigdagentijd voor Ralf en Sarie?





VERDIEPEN

Sober leven

Inspiratie: J. BRUGMAN, Prettige zondag!, Kinderwoorddiensten voor het jaar A, Gooi en sticht - Baarn, 1995, p. 41)

Materiaal
Papier en iets om te schrijven.


Verloop
Vertel de kinderen dat ze bij iemand mogen overnachten. Ze krijgen maar één tas om hun spullen in te steken. Daarin mogen tien kledingstukken en drie stukken speelgoed. De kinderen maken een lijstje van de kleding die ze willen meenemen en van het speelgoed.
Daarna zeg je dat ze ook nog iets moeten meenemen als geschenk voor de personen waarbij ze gaan overnachten (bv opa/oma, tante/oom). Maar daarvoor moeten ze drie kledingstukken doorstrepen.
Bespreek:
- Was dat moeilijk? Waarom?

Zeg dan dat de tas eigenlijk te klein is. Eén stuk speelgoed kan niet mee. De kinderen strepen één stuk speelgoed door.
Bespreek:
- Hoe vind je dat?

Laat de kinderen opnieuw naar hun lijstje kijken.
Bespreek:
- Zou er nog iets uit weg kunnen?
- Zou de vakantie daar minder tof door worden?

De kinderen stellen met deze activiteit vast dat soberheid best te doen is. Trek de activiteit door naar de veertigdagentijd.
Wat kan minder, soberder, zodat ze meer tijd, aandacht hebben voor anderen en voor God.
De ideeën die de kinderen daarover hebben, schrijven ze op 'voetstappen', op linten (voor in de paasboom), op een kalender of op ...
(zie hoger)





VERTELLEN

De dief en de meester

(C LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode 2012, p. 27)

Op een avond
toen de meester aan het studeren was,
kwam een dief in zijn huis.
Met een wapen in de hand zei hij:
‘Je geld of je leven!’
De meester zei:
‘Neem zelf maar het geld, het ligt daar in die kast.’
En hij ging verder studeren.
De dief scharrelde het geld bijeen.
‘Wil je niet alles meenemen, vroeg de meester
op het einde van de week moet ik mijn belastingen betalen.’
Toen de dief wilde weggaan,
riep de wijze hem achterna:
‘Je vergeet me te bedanken!’
De dief was stomverbaasd.
Hij dankte de meester en liep weg.
Een paar dagen later werd de dief gevangen.
Hij bekende zijn diefstal bij de meester.
Toen men de meester erbij riep, zei die:
‘Nee, die man heeft niets gestolen.
Ik heb hem het geld gegeven.
Hij heeft er mij nog voor bedankt ook.’

De dief was zo geraakt door deze reactie
dat hij besloot om anders te gaan leven;
Toen hij zijn gevangenisstraf had uitgezeten,
werd hij leerling van de meester.

Een Zen-verhaal




Bij het verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 26 maart 2020, p. 1)

Wat een gedroomde situatie voor een dief!
Mochten alle mensen er zo over denken
dan hoefde hij niet eens meer uit stelen te gaan,
het geld zou hem zomaar gegeven worden.

Maar dit is natuurlijk geen verhaal over een dief.
En het gaat al helemaal niet over stelen …
Het gaat over de manier waarop mensen
aan het materiële gehecht zijn.

De meester wilde van zijn geld alleen nog maar het deel
om zijn belastingen te betalen.
Hoe vervelend belastingen ook zijn
ze maken het functioneren van de maatschappij mogelijk.

Met belastingen worden wegen onderhouden,
er is openbaar vervoer, zieken worden verzorgd,
kinderen en jongeren kunnen naar school …
Dat vond de meester duidelijk wel heel belangrijk.

Het gaat ook over het effect van een bepaalde reactie.
Wie op een regendag zomaar een warme groet krijgt,
ziet die dag meteen opklaren
en voelt zich veel frisser en dynamischer.

Ook de dief werd geraakt door de houding van de meester:
welke rijkdom bezit die man wel
dat hij zomaar afstand kan doen van het geld dat hij bezit.
En hij gaat bij hem in de leer.

Misschien is de veertigdagentijd
wel een geschikte periode
om eens met andere ogen te kijken
naar alle dingen die ons omringen.



Een opkikkertje

(C. Leterme, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode, 2007, p. 71)

Er waren eens twee kikkers
die speelden in de kleine vijver
achter de boerderij.
Plotseling vielen ze in een emmer melk,
die in het water stond om af te koelen.
Ze probeerden er uit te wippen, maar...
Het lukte hen niet
om over de rand van de emmer te springen.

‘Ach,’ zei de ene kikker,
‘waarom zou ik mij nog inspannen?
Ik zal toch verdrinken!
Ik geef het op!’
Hij spartelde niet meer
en verdronk.

‘Hé,’ zei de andere kikker.
‘waarom zou ik het opgeven?
Ik kan mij net zo goed nog wat inspannen,
je kunt nooit weten!’
En hij bleef spartelen,
uren en uren.

Laat in de avond,
voelde hij onder zijn pootjes
kleine brokjes.
Hij kreeg nieuwe moed
en spartelde verder.
Er vormde zich een brok vaste boter.
Hij sprong er op,
keek even rond en wip...
had zijn vrijheid terug.




Overweging bij het verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 13 maart 2019, p. 1)

‘Ik geef het op!’ ‘Het haalt toch niets uit!’
Je zou voor minder de moed verliezen:

de aarde blijft opwarmen,
het probleem van de armoede raakt maar niet opgelost,
mensen blijven met elkaar ruzie maken,
landen blijven oorlog voeren.
Ziektes en kwalen vergallen het leven van heel wat mensen.

Maar de andere kikker die in een emmer melk was gevallen,
gaf het niet op: ‘Je kunt nooit weten!’
Hij bleef met zijn pootjes spartelen en kreeg gelijk!
Er vormde zich een brok boter
en kon zo aan een gewisse verdrinkingsdood ontsnappen.

Wat hebben kikkers nu met de veertigdagentijd te maken?
Veel mensen geven het op:
Bestaat God wel? Het wordt toch niet beter met de wereld.
De problemen van vandaag zijn dezelfde als die van vroeger.
Veel leiders zijn alleen uit op eigen profijt.

En wie gelooft er nog?
Heel wat mensen willen er niets meer mee te maken hebben!
Een houding die het begin van het einde is!
Een onvruchtbare houding,
want de geringste positieve boodschap komt niet meer aan.

De veertigdagentijd is een geschikte tijd
om alles terug op te poetsen,
om het oorspronkelijk elan terug kans te geven,
om zich te blijven inzetten voor een betere wereld
voor iedereen! De minst bedeelden het eerst.

Want dan pas kan het Rijk van God uitgebouwd worden
Dan pas is er voluit leven voor iedereen.



Vasten en ramadan

J. DEMEYERE, Zonnestraal 23-2004, p. 19

- Volgende week begint de vasten, vertelt de meester. Wie gaat daaraan meedoen?
Joeri steekt zijn vinger op. Hij denkt terug aan die dag in november. En aan zijn belofte.

Op die dag liep Joeri samen met Yasmina en Malika, haar oudere zus, van school naar huis. Een geluid borrelde op uit Malika's buik.
- Heb je honger? vroeg Joeri
- Ja, ik heb vanmiddag niets gegeten, antwoordde Malika.
- Ben je ziek? Of ben je op dieet? Vroeg Joeri bezorgd.
Malika glimlachte en zei:
- Het is ramadan voor de moslims. Een hele maand eten en drinken wij overdag niets. Pas als het donker wordt, eten we wat. Op het einde is er het Suikerfeest. Dan wordt er volop gegeten. Veel zoet en lekkers. Ook aan de armen wordt dan voedsel gegeven.
Verwonderd vroeg Joeri toen:
- Wat heeft dat voor zin?
Yasmina legde het uit.
- Door te vasten besef je opnieuw hoe armen leven. En hoe goed we het wel hebben. Die maand bidden we ook veel. We danken Allah voor alles wat Hij de mensen geeft.
Joeri knikte.
- Dat lijkt een beetje op onze vastenperiode. Die duurt 40 dagen, van Aswoensdag tot paaszaterdag. Sommige mensen eten in die periode heel sober. Ik heb er nog nooit aan meegedaan. Maar als ik jou zo hoor, wil ik het wel eens proberen. Dat beloof ik je.

Nu in de klas, herinnert Joeri zich zijn belofte aan Malika. En hij is er zeker van: deze vasten zal hij echt meemaken

De Ramadan, de naam van de maand waarin de moslims vasten, valt elk jaar 11 dagen eerder dan het jaar voordien. Dit komt omdat moslims hun jaar berekenen op de stand van de maan (1 jaar is voor hen: 12 maan-maanden.)






DOEN

Veertigdagendoos

(Inspiratiebron: Martine CROONEN in Kerk en leven, 21 maart 2018 p. 7 - Biertje of een slok thee?)

Less Is Morex1
Neem een doos naar keuze en versier die naar eigen wens. Schrijf er 'veertig dagen doos' of '40 dagen doos' op, of schrijf er '40' op in alle mogelijke richtingen, groottes en kleuren.

Of maak de doos heel sober en schrijf er op:
- = +
of
Less is more
of
< = >

Less Is More2


Spreek af:
in die doos worden voorwerpen gelegd die men letterlijk minder wil gebruiken (bijvoorbeeld: GSM) of die dat symbolisch oproepen (bijvoorbeeld: een suikerklontje kan snoep oproepen).

Mogelijke voorwerpen:
kookwekker (minder tijd verprutsen), zaag (minder zeuren), spiegel (minder ijdel), knuffel (minder kinderachtig), autosleutels...


Bedoeling is om gedurende de veertigdagentijd te leren los te laten, om zo meer tijd te hebben voor wat echt belangrijk is.




TIP
Wie goede ervaringen heeft met deze activiteit kan nadien een nieuwe doos maken met daarop het getal 50. Die kun je gebruiken in de vijftigdagentijd, de tijd tussen Pasen en Pinksteren.





STILTE

BIDDEN / MEDITEREN

Zelf schrijven

Verwerk in een gebed of een bezinningstekst de volgende woorden: nieuwe kansen, pijn doen, Pasen, veertigdagentijd.


TIP
Indien er zes gebeden en/of bezinningsteksten geschreven werden, kun je er een gebedsdobbelsteen mee maken.





Overwegingen

Kolet Janssen

Vasten is handwerk

(K. JANSSEN in de blog van de auteur, 26 februari 2023)

Handwerken is een typisch vrouwelijke bezigheid. Breien en naaien, spinnen en weven, borduren en haken. Meisjes leerden het vroeger op school. En in de nieuwe trend van overal opduikende handwerkclubjes zie je ook weer vooral jonge vrouwen. Het spel tussen garen en draad, naalden en wol, ligt nog steeds vooral in vrouwenhanden.

Misschien is het daarom dat ik bij het woord ‘vasten’ steeds vaker spontaan aan haaknaalden moet denken. Want de vaste is een van de basissteken van het haken. Je begint elk haakwerk met het maken van een lus en daarin haak je een reeks lossen. Maar om tot echte substantie te komen heb je vasten nodig.

Wie verder haakt, leert nog heel wat andere steken kennen. Er zijn halve vasten, stokjes en zelfs dubbele stokjes. Maar de basis blijft toch de vaste. Je hebt hem nodig om de boel aan elkaar te sluiten, om het vlak te vullen, om houvast te creëren.

Haken leert mij veel over het leven. Je volgt een patroon, maar af en toe neem je de vrijheid om daarvan af te wijken. Je keert op gezette tijden je handwerk om, om in de andere richting te denken en te doen. Je ziet je werk gestadig groeien, steek voor steek. Soms maak je een fout die je pas een paar rijen later ontdekt en dan moet je een stuk van je werk uithalen. Je herstelt de fout en haakt dan pas verder. Als je dat niet doet, blijf je die fout altijd zien: een rare bobbel of een gaatje waar er geen hoefde te zijn. Soms is dat niet erg, want het maakt je werk persoonlijker. Je maakt je werk zo kleurig als je zelf wilt: rustig in pastel of in twintig spetterende kleurtjes door elkaar.

Het mooie van een haakwerk is dat alle steken samen een geheel vormen. Eén steek kan op zichzelf niet overleven, maar een steek die deel uitmaakt van een heel haakwerk, haakt in zijn buursteken links en rechts, boven en onder. Zo wordt een haakwerk sterk.

In de vastentijd buig ik me over het haakwerk van mijn leven: waar en met wie ben ik verbonden? Waar laat ik een paar steken vallen? Waar moet ik een extra rondje haken? Welke kleuren wil ik gebruiken? Wordt mijn werkje zoals ik het hoopte of moet ik zwaar gaan bijsturen? Volg ik genoeg het patroon waarin ik mijn wortels vind en ben ik voor de buitenwereld herkenbaar als volgeling van dat patroon? Ben ik thuis in de richtlijnen en de inspiratie van het patroon of moet ik daar toch wat meer aandacht aan besteden?

Ideale vragen voor de vastentijd.



Vastentijd als quarantaine

Kolet Janssen in Kerknet - 8 maart 2020

Niet dat we ons in die periode afzonderen van de wereld. Juist niet: we laten alle onrecht en lijden diep tot ons doordringen.
Weet u waar de term ‘quarantaine’ vandaan komt? In de 14de eeuw was er een pestepidemie. In Italië moesten de schepen die de havens binnenvoeren gedurende een periode van veertig dagen stil blijven liggen met de hele bemanning aan boord. Die tijd van ‘quaranta giorni’ werd later een medische term voor gedwongen isolatie en afzondering.
Veertig dagen werd toen als een voldoende lange periode beschouwd om alle onheil af te wenden. Na veertig dagen was er duidelijkheid, dan was het gevaar geweken, dan was het mogelijke kwaad bezworen.
In onze tijd duren quarantaines zelden veertig dagen.
Wij denken dat we er sneller achter zijn of er een echte bedreiging is. We hebben ook meer middelen om een en ander te checken.
Maar om onze ziel een nieuwe wending te geven, om ons hart weer te verbinden met God en onze medemensen, daarvoor hebben we gelukkig nog steeds onze eigen ‘quarantaine’, de veertigdagentijd of de vasten.
Niet dat we ons in die periode afzonderen van de wereld. Juist niet: we laten alle onrecht en lijden diep tot ons doordringen.
We staan ervoor open om het mee op te nemen en er onze schouders onder te zetten. We gebruiken onze quarantaine om gevoeliger te worden voor wat er leeft in de wereld.
Maar tegelijk plooien we toch wat meer terug op onszelf. We graven naar onze kern en proberen ons leven in een spoor te leggen dat dichter aansluit bij onze diepste bestemming.
Het is een tijd voor meer binnenkant.
Ik zou wel eens willen horen van de mensen die door het coronavirus een tijdje in quarantaine doorbrachten, hoe ze dat hebben ervaren. Via internet en telefoon blijf je nu veel meer dan vroeger in contact met de buitenwereld. Maar het is toch anders. Je beweegt minder, je komt niet buiten. Je mist een aantal persoonlijke contacten. Je hebt hoe dan ook meer tijd om na te denken.
Aan het einde van een quarantaine zijn mensen opgelucht en blij dat ze weer naar buiten mogen.
Ze zien de wereld met nieuwe ogen.
Ze koesteren de dingen die ze moesten missen.
Maar wellicht nemen ze ook iets mee van de rust en de inkeer die hen noodgedwongen in de schoot viel.
Misschien kunnen we van de vasten een beetje onze eigen quarantaine maken: tijd om even stil te staan en op bezoek te gaan bij God en bij onszelf.
Om zo dichter te komen bij mensen dichtbij en ver weg. Daar hebben we vast wel veertig dagen voor nodig.





Dries van den Akker s.j.

Symboolfunctie van vasten

(D. van den Akker in Ignis Webmagazine, maart 2022)

Als ik vast, ontzeg ik mij een heel normale levensbehoefte: eten, drinken, genieten, slapen, tv-kijken, computergebruik, kopen, uitgaan enzovoort. Ik bouw als het ware een gemis in in mijn dagprogramma. Waarom? In de hoop dat dat alledaagse gemis mij herinnert aan waar ik werkelijk naar honger en dorst. Vasten heeft dus een symboolfunctie; het is een oefening in geloven. Het verlangen naar oppervlakkige behoeftebevrediging moet mij verwijzen naar wat ik ten diepste verlang.