Loading...
 

Witte Donderdag - evangelie

Johannes 13, 1-15: Jezus wast voeten

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1700-1701)

Het was vlak voor het Joodse Paasfeest. Jezus wist dat nu voor hem het beslissende moment gekomen was: hij zou vanuit de wereld teruggaan naar zijn Vader. Jezus hield veel van de mensen die in deze wereld bij hem hoorden. En hij bleef van hen houden, tot het allerlaatste moment.
’s Avonds waren Jezus en de leerlingen met elkaar aan het eten. Toen al was Judas, de zoon van Simon Iskariot, van plan om Jezus aan zijn vijanden uit te leveren. Daar had de duivel voor gezorgd.
Jezus wist dat hij van zijn Vader alle macht gekregen had. Hij wist dat hij bij God vandaan gekomen was en dat hij weer naar God zou teruggaan.
Tijdens het eten stond Jezus op. Hij trok zijn kleren uit en deed een doek om zijn middel, alsof hij een slaaf was. Hij deed water in een bak, en begon de voeten van zijn leerlingen te wassen. Hij droogde hun voeten af met de doek die hij omgedaan had.
Toen Jezus bij Simon Petrus kwam, riep die: ‘Heer, u gaat toch niet mijn voeten wassen?’ Jezus zei tegen hem: ‘Nu begrijp je niet wat ik doe, maar later zul je het begrijpen.’ Petrus zei: ‘U mag mijn voeten beslist niet wassen! Nooit!’ Jezus zei: ‘Als ik jouw voeten niet mag wassen, kun je niet bij mij horen.’
Toen zei Petrus: ‘Heer, was dan niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd!’ Jezus zei: ‘Iemand die zich al gewassen heeft, is rein. Hij hoeft niet opnieuw gewassen te worden, behalve zijn voeten. Ook jullie zijn rein. Maar niet allemaal.’ Want Jezus wist dat Judas hem wilde uitleveren. Daarom zei hij: ‘Jullie zijn rein, maar niet allemaal.’

Toen Jezus de voeten van alle leerlingen gewassen had, deed hij zijn kleren weer aan. Hij ging bij de leerlingen zitten en zei: ‘Begrijpen jullie wat ik gedaan heb? Jullie noemen mij ‘meester’ en ‘Heer’. En dat is goed, want dat ben ik. Ik ben jullie Heer en jullie meester, en toch heb ik jullie voeten gewassen. Daarom moeten jullie ook elkaars voeten wassen. Ik heb jullie het goede voorbeeld gegeven. Wat ik voor jullie gedaan heb, dat moeten jullie ook voor elkaar doen.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Het was paasfeest.
Heel Jeruzalem vierde feest!
Joodse mensen kwamen van overal naar Jeruzalem
om God te danken voor al wat Hij voor hen deed.

Ook Jezus en zijn vrienden wilden feest vieren.
Een paar van hen zorgden voor een zaal
en nu kwamen Jezus en zijn vrienden aan.
Een knecht stond klaar met een kruik water.
Zo dadelijk moest hij hun voeten wassen,
want van het stof op de zandwegen in Palestina
waren hun voeten erg vuil.

Toen stond Jezus van tafel op, trok zijn bovenkleren uit
en bond een linnen doek om zijn middel als een schort.
Dan vulde Hij een kom met water
en begon de voeten van zijn vrienden te wassen.
Daarna droogde Hij ze af met de doek om zijn middel.
Zo kwam Hij bij Petrus.
'Heer, ga Jij mijn voeten wassen? vroeg Petrus.
'Wat Ik doe kun je nu niet begrijpen,' zei Jezus,
'later zul je dat wel kunnen.'
Maar Petrus zei: 'Nooit of nooit zul Je mijn voeten wassen!
Jij bent toch geen knecht!'
Toen zei Jezus: 'Als Ik je voeten niet mag wassen,
dan kun je mijn vriend niet meer zijn.'
'Heer, was dan niet alleen mijn voeten,
maar ook mijn handen en mijn hoofd' zei Petrus.
Maar Jezus zei: 'Als je een bad heb genomen,
ben je eigenlijk al helemaal zuiver,
behalve je voeten, want daarmee ging je door het stof.'

Toen Jezus de voeten van al zijn vrienden had gewassen,
deed Jezus zijn bovenkleren terug aan
en ging weer naar zijn plaats aan tafel. Hij zei:
'Begrijpen jullie wat Ik gedaan heb?
Ik heb jullie een voorbeeld gegeven.
Zoals Ik gedaan heb, zo moeten jullie ook doen.
Ik ben jullie grote Vriend, jullie kijken naar me op
en toch doe ik het eenvoudige werk van een knecht.
Zo moeten jullie ook doen.'



Stilstaan bij...

Paasfeest
Dit feest wordt thuis gevierd: de bewoners van het huis en hun gasten, herdenken bij het eten de slavernij in Egypte en de uittocht uit dat land.
. dit komt tot uiting in de symbolische betekenis van de spijzen
. dit wordt uitgesproken in antwoord op de vraag van de jongste deelnemer: ‘Waarom is deze avond anders dan anders?’
. gedurende de maaltijd worden vier bekers wijn op rituele wijze gedronken.
Elk van die bekers belicht een bepaald facet van het feest.

Het wassen van voeten
In het Midden Oosten was het de taak van een knecht (dienaar, slaaf) om iemands voeten te wassen. Dit werd ervaren als een vernedering. Zelfs joodse slaven mochten zulk minderwaardig werk niet doen, wel vreemden. Daarom protesteerde Petrus als Jezus zijn voeten en die van de andere apostelen wilde wassen. Hiermee doorbrak Jezus bestaande patronen: zo wilde hij dienen en niet gediend worden.

Bovenkleren afleggen
Dit was de gewoonte bij slaven en arbeiders als ze aan het werk gingen.

Niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd
Op die manier zegt Petrus dat hij helemaal leerling van Jezus wil zijn.





Bij de tekst

Johannes

Johannes is de enige evangelist die Jezus beschrijft als een slaaf die de voeten van zijn leerlingen wast.



Betekenis

Voor Petrus was ‘voeten wassen’ slavenwerk. Hij zat gevangen in de opvatting van zijn maatschappij die grote waarde hechtte aan eer en prestige. Jezus confronteerde hem met een nieuw soort samenleving waarin liefde en dienstbaarheid de grote waarden zijn. Tegelijk wilde Hij zijn leerlingen laten zien dat ze zich niet te goed mogen voelen om eenvoudige dingen te doen.



Het joodse paasfeest

Verre voorbereiding
Gedurende de week die aan Pesach voorafgaat, worden alle broodkruimels uit het huis verwijderd.


De feesttafel
Op de mooi versierde tafel staan:

Kaarsen

Wijnbekers
Die bekers worden gevuld en gedronken als zegen en dank voor wat God deed.

Schaaltjes zout water, waarin de groenten worden gedoopt.
Het zoute water herinnert aan de tranen van de Hebreeuwse slaven.

Matses (ongedesemd brood)
Dit ongegist brood herinnert aan het haastig vertrek van de Israëlieten uit Egypte. De joden vertellen dat ze geen tijd hadden om het brood te laten rijzen. Matses herinneren ook aan het brood dat ze in de woestijn aten. (restant van het vroegere feest van de eerstelingen van het veld - landbouwersfeest)

De seider-schotel met:
. bittere kruiden (O.a. mierikswortel), herinneren aan de bitterheid van de slavernij in Egypte
. vruchtenmoes (charoset), heeft de kleur van de leem waarmee Israëlieten in Egypte stenen maakten.
. gebraden lamsbeentje, herinnert aan het lam dat in Egypte werd geslacht, de avond voor de Uittocht. (restant van het vroegere feest van de eerstelingen van de kudde - nomadenfeest)
. gekookt ei, symbool van nieuw leven, hoop, nieuw land.
. Groene groenten (O.a. peterselie, selder…), herinneren aan de vruchten van het nieuwe beloofde land, aan vrijheid.



Liturgie

Soms wast de priester de voeten van enkele mensen tijdens de eucharistieviering van Witte Donderdag, net zoals Jezus dat deed.





Bijbel en kunst

Beeldhouwkunst

ANONIEM

Abdijkerk Saint-Gilles (12e eeuw)

5 Saint Gilles

Boven het hoofdportaal van de abdijkerk te Saint-Gilles in Frankrijk kun je dit beeldhouwwerk zien. Het doet de gelovige die de kerk binnenstapt nadenken op welke manier hij zich ten dienste stelt van zijn medemens.

Het kunstwerk stelt Jezus voor die de voeten wast van Petrus. Daarom heeft Jezus zijn bovenkleren uitgedaan en ze boven op een zuil gelegd. Jezus is te herkennen aan het aureool (nimbus) achter zijn hoofd, waarin men een kruis kan zien.

Petrus houdt zijn rechterhand tegen zijn hoofd. Zo maakt de kunstenaar duidelijk dat Petrus zegt: 'Was dan niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd.'
Maar wie deze tekst niet kent, kan denken dat Petrus aan Jezus duidelijk maakt dat Hij niet goed snik is. Iemand als Jezus die zijn voeten wast ... Dat is toch werk voor slaven!



Suggestie
Bekijk aandachtig de foto van dit beeldhouwwerk.
- Wat wordt hier afgebeeld?
- Hoe herken je Jezus?
- Van wie wast Hij de voeten?
- Wat wil die zeggen met zijn rechterhand?
- Wat ligt er op de zuil links van het kunstwerk?

Lees de tekst in Johannes.
Onderlijn de woorden in de tekst die op het kunstwerk afgebeeld zijn.

Dit beeldhouwwerk staat bovenaan de centrale toegang van de kerk.
- Wat zou men met het beeldhouwwerk op die plaats willen duidelijk maken?





Schilderkunst

HAUSBUCHMEISTER

Christus wast de voeten van de apostelen (1475)

5 Meister Des Hausbuches 003

De Meester van het Hausbuch (ook Hausbuchmeister genoemd) is een onbekend schilder en graficus die werkte in de omgeving van Mainz (zuidwesten van Duitsland). Vermoedelijk werd hij geboren rond 1445 en stierf hij na 1505.

Herken je Judas? Hij wordt in profiel weergegeven en heeft geen aureool!





P. P. RUBENS

De voetwassing (1632)

5 Rubens Voetwassing 1632

De leerlingen van Jezus zijn bijeen rond de tafel van het laatste avondmaal. Het is avond. Dart kun je zien aan de brandende kaarsen. Jezus, met stralenkrans rond zijn hoofd en witte schort, wil de voeten van Petrus wassen. Hiermee wil Hij zijn leerlingen tonen dat ze dienstbaar moeten zijn.
Petrus, herkenbaar aan de grijze haren en baard en het gele bovenkleed, wil niet dat Jezus dat doet en maakt dit duidelijk met zijn linkerhand. De andere leerlingen bespreken dit.
Merk op dat er maar elf leerlingen aanwezig zijn. Is Judas dan al weg?
Maar Johannes vermeldt dit pas in Johannes 13, 30.



Suggestie
Vooraf
Leg een blanco blad op dit schilderij en maak 'deurtjes' in dit blad, zodat je extra aandacht kunt leggen op een aantal veelbetekenende details:
. de afwijzende hand van Petrus
. het wasbekken
. de schort van Jezus
. het hoofd van Jezus
Maak gebruik van doorschijnende plastic om te weten waar de deurtjes het best kunnen komen.
Nummer de deurtjes om het openen in groep gemakkelijker te maken.



Verloop
Vertel eerst het verhaal van de voetwassing.
Laat de deurtjes openen in de volgorde die jij voorzag en stel een aantal vragen bij wat je dan kunt zien.

1.
de schort van Jezus
Wie draagt een schort?
Wie draagt normaal een schort?
Wat wil Jezus ermee duidelijk maken?

2.
het wasbekken
Wat dient dit voor?
Waarom is dat nodig?

3.
de afwijzende hand van Petrus
Wat wil die hand zeggen?
Van wie kan die hand zijn?

4.
de vragende blik van Jezus
Wat wil Hij vragen?

De krans rond zijn hoofd
Wat wil de kunstenaar daarmee duidelijk maken?

5.
het gezicht van Petrus
Wie zou hij aankijken?
Wat zegt hij?


Wanneer alle 'deurtjes' open zijn, neem je het hele blad met de 'deurtjes' weg.


TIPS
Wie met een kleine groep werkt, kan het kunstwerk éénmaal overnemen en telkens iemand anders in de groep een 'deurtje' laten openen.

Wie een ander kunstwerk ter beschikking heeft rond dit gebeuren kan zich aan de bovenstaande manier van werken inspireren.

Daag de deelnemers uit om het kunstwerk goed te bekijken en te zien waar zij zelf nog een deurtje hadden gemaakt en waarom.





S. KÖDER

De voetwassing

De Duitse kunstenaar Sieger Köder (1925 - 2015) was krijgsgevangene tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Van 1946 tot 1951 volgde hij een opleiding als zilversmid en schilder.
Van 1954 tot 1965 was hij leraar plastische opvoeding in een middelbare school te Aalen.
Op zijn 41ste begon hij theologie te studeren in Tübingen. Hij werd priester gewijd in 1971.

Hij maakte schilderijen, altaarstukken en gebrandschilderde ramen voor kerken in en buiten Duitsland. Zijn werk valt op door zijn sterke kleuren en robuuste, gedrongen figuren.




De voetwassing: suggestie
(C. LETERME, Echt Tov 3, Rondom Pasen, handleiding, Pelckmans 2013, p. 16)

Bespreek
- Wie zie je op dit schilderij?
- Wat gebeurt er?

Vertel / Lees het verhaal dat erbij hoort.
- Wat drukken de handen van Petrus uit?
- Wat 'zegt' zijn linkerhand volgens jou?
- Waarom denk je dat?
- Wie denkt dat ook? Wie denkt iets anders? Waarom?
- Wat 'zegt' zijn rechterhand volgens jou?
- Waarom denk je dat?
- Wie denkt dat ook? Wie denkt iets anders? Waarom?
- Wat drukt de houding van Jezus uit volgens jou?
- Waarom denk je dat?
- Wie denkt dat ook? Wie denkt iets anders? Waarom?

- Waarom staat er op de tafel een beker wijn en een schaal met brood?
(De voorstelling van brood en wijn links op het schilderij verwijst naar het laatste avondmaal.)
- Wat kun je zien in het water waarin de voeten van Petrus steken?
(Gezicht: het water weerspiegelt het gezicht van Jezus;
Vis: de vis is een oudchristelijk symbool voor Jezus)
- Wat zou de schilder hiermee willen zeggen?
- Waarom denk je dat?
- Wie denkt dat ook? Wie denkt iets anders? Waarom?



Meditatie
Klik hier voor een meditatie van Dries van den Akker s.j. bij dit schilderij.





Suggesties

Kleine kinderen

KENNISMAKEN MET DE BIJBELTEKST

Petrus over het laatste avondmaal van Jezus

We waren dus naar Jeruzalem gegaan om er het paasfeest te vieren.
Jezus had een paar van ons al eerder weggestuurd naar een zaal om er alles klaar te maken voor het eten. Die donderdagavond zijn wij, de vrienden van Jezus, en Jezus zelf ook, naar die zaal gegaan waar ze voor het eten zorgden. Toen we allemaal aan tafel waren, stond Jezus op. Hij deed een schort om en goot water in een waskom. Dan begon Hij onze voeten te wassen en ze af te drogen. Jezus kwam ook bij mij.
‘Mijn voeten zijn proper!’ zei ik.
Ik vond niet dat Hij mijn voeten moest wassen.
‘Als Ik je voeten niet mag wassen, dan hoor je niet bij Mij’, zei Jezus.
Ik zei: ‘Was dan niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd.’
Toen zei Jezus waarom Hij dat deed:
‘Wel, als Ik jullie voeten heb gewassen, dan moeten jullie dat ook bij elkaar doen.’

Dan gingen we aan tafel. Onder het eten zei Jezus ineens:
‘Iemand van jullie zal Me verraden.’
Niemand kon dat geloven. Maar wat later ging Judas naar buiten. Hij ging naar de hogepriesters om hen te zeggen waar ze Jezus konden arresteren.

Toen nam Jezus brood in zijn handen (doe dat ook) en dankte God daarvoor.
Daarna brak Hij het in stukken en gaf een stuk aan iedereen van ons (breek het brood in stukken en geef aan alle leerlingen een stuk). Toen Jezus dat deed zei Hij: ‘Neem, dit is mijn lichaam.’
Wat later nam Hij een beker (neem het glas met druivensap), dankte God en gaf de beker door (geef de beker door aan de leerlingen in de klas. Die drinken er allemaal een beetje van. Giet desnoods wat druivensap erbij mochten sommige leerlingen dit al te lekker vinden). Toen Jezus dat deed zei Hij: 'Drink, want dit is mijn bloed.
We dronken er allemaal uit, want we waren samen vrienden. We voelden ons heel dicht bij Jezus.
‘Doe dit om Mij niet te vergeten’, zei Jezus nog.





EVEN TESTEN

Een tekenverhaal

Nadat je het verhaal over de voetwassing aan de kinderen verteld hebt, bezorg je hen deze illustraties in een willekeurige volgorde.
De kinderen bepalen eerst in welke volgorde de illustraties het best staan. Daarna vertellen ze het verhaal opnieuw vanuit de tekeningen.

Voet 2
Jezus wil de voeten van Petrus wassen. Met zijn rechterhand maakt hij duidelijk dat hij dat niet wil.


Voet 1
Petrus is nu duidelijk aan het woord.
- Wat zegt hij?
- Waarom zegt hij dat?


Voet 3
Nu is Jezus aan het woord. Hij zegt aan Petrus waarom Hij op die manier handelt.


Daarna kleuren de kinderen die illustraties, knippen ze uit, en kleven ze die in de juiste volgorde op een nieuw blad.





Grote kinderen

KENNISMAKEN MET DE BIJBELTEKST

De omgekeerde wereld

(Bron: Hemel en aarde, jaargang 3, zomer 2004, p. 42)

Steek je vinger op alsof je wat wilt vragen. Wacht net zo lang met iets te zeggen tot de kinderen je vragen wat er is.
- Wat vind je ervan dat ik mijn vinger opstak?
- Zijn er nog meer dingen die jullie moeten doen, maar niet iemand die les geeft.

Vertel wat Johannes neerschreef over ‘Jezus die voeten wast':


Tijdens het paasfeest staat Jezus van tafel op.
Hij trekt zijn bovenkleren uit,
neemt een linnen doek en bindt die om zijn middel als een schort.
Hij giet water in een kom en begint de voeten van zijn leerlingen te wassen.
Daarna droogt Hij ze af met de doek die Hij om zijn middel heeft gebonden.
Zo komt Hij bij Petrus, die vraagt: “Heer, wilt U mijn voeten wassen?”
Jezus zegt: “Nu begrijp je nog niet wat Ik doe,
maar later zul je het wel begrijpen.”
Maar Petrus zegt: “Nooit of nooit zult U mijn voeten wassen!”
Jezus zegt: “Als jij uw voeten niet door Mij laat wassen,
dan kun je niet bij mij horen.”
Daarop zegt Petrus: “Heer, was dan niet alleen mijn voeten
maar ook mijn handen en hoofd.”
Maar Jezus zegt: “Wie een bad heeft genomen,
moet zich niet meer wassen behalve de voeten.’

Wanneer Jezus de voeten van alle leerlingen gewassen heeft,
trekt Hij zijn bovenkleren weer aan en gaat terug aan tafel.
Dan vraagt Hij: “Begrijpen jullie wat Ik gedaan heb?
Jullie spreken Mij aan als Leraar en Heer.
Maar als Ik, de Heer en Leraar, uw voeten heb gewassen
dan moeten jullie elkaar ook de voeten wassen.
Ik heb jullie een voorbeeld gegeven
zodat jullie zouden doen zoals Ik gedaan heb.”


- Hoe voelden de leerlingen van Jezus zich? (Boos, schaamte, fijn, in de war?)
- Waarom?
- Lijkt dit op wat er net gebeurde toen ik mijn vinger opstak?
- Wat vinden jullie van Jezus?’

Jezus doet hier iets ongewoon om iets duidelijk te maken.
- Wat wil Jezus duidelijk maken?

Laat de kinderen een bericht zoeken in een krant (of geef ze er een)
Dit bericht schrijven ze in zijn tegendeel.
- Wat kun je hiermee duidelijk maken?
Maak met die nieuwe berichten een krant (muurkrant): ‘De omgekeerde wereld’

Omkeren betekent letterlijk: de andere kant opgaan.
Een ander woord dat in de kerk gebruikt wordt is: 'bekeren'.
Wat hebben 'omkeren' en 'bekeren' met elkaar te maken?





EVEN TESTEN

Waar of niet waar

Over het wassen van voeten
O Toen Jezus leefde vond men het wassen van voeten een vernederend werk.
O Het is normaal dat een meester de voeten van zijn leerlingen wast.
O In Palestina was het de gewoonte dat slaven de voeten van de gasten wasten.

Over wat Petrus hier van vindt
O Hij vindt het erg dat Jezus het werk van een slaaf doet.
O Hij heeft graag dat Jezus zijn voeten wast
O Hij vindt dat goed, want zo kan hij tonen dat hij Jezus’ vriend is

Over wat Jezus hiermee wil zeggen
O Jezus wil dat zijn leerlingen ook heel eenvoudig werk doen.
O Jezus wil dat zijn leerlingen veel meer hun voeten zouden wassen.
O Jezus vindt dat zijn leerlingen eigenlijk slaven zijn.


Correctiesleutel
Waar:
Over het wassen van voeten:
Toen Jezus leefde vond men het wassen van voeten een vernederend werk.
In Palestina was het de gewoonte dat slaven de voeten van de gasten wasten.

Over wat Petrus hier van vindt:
Hij vindt het erg dat Jezus het werk van een slaaf doet.
Hij vindt dat goed, want zo kan hij tonen dat hij Jezus’ vriend is

Over wat Jezus hiermee wil zeggen:
Jezus wil dat zijn leerlingen ook heel eenvoudig werk doen.



Gesprek bij de tekst

(TOV, uitgeverij Pelckmans, Liturgisch en pastoraal jaar, Goede Week, p. 522)

- Wie waste gewoonlijk de voeten van mensen die aan tafel gingen om te eten? (dienaren)
- Wat vind je van deze taak?
- Waarom waste Jezus de voeten van zijn leerlingen?
- Wat vind je van deze handeling van Jezus?
- Waarom reageerde Petrus zo fel? (Hij vond dat Jezus geen dienaar is)
- Waarom wilde Jezus toch de voeten wassen van Petrus? (Hij wilde Petrus 'een lesje leren' en hem zo laten zien dat hij zich niet te goed moet voelen om eenvoudige dingen te doen)
- Waarom wilde Petrus dat Jezus ook zijn handen en hoofd waste? (Omdat hij helemaal leerling, volgeling van Jezus wil zijn)
- Hoe legde Jezus uit wat Hij gedaan heeft?
- Wat vind je daarvan?
- Hoe kunnen we Jezus navolgen?





INLEVEN

Gesprek met Petrus

Vertel over Jezus die de voeten van zijn leerlingen wast.
Stel je voor dat je werkt voor de krant van je eigen school en dat je de kans krijgt om aan Petrus één vraag te stellen.
- Wat zou je dan van Petrus willen weten? En wat zou hij op je vraag antwoorden?
- Stel je voor dat je ook aan Jezus één vraag zou mogen stellen. Hoe zou Jezus je vraag beantwoorden?


TIP
Laat de kinderen zich ook afvragen wat de reactie van de andere apostelen kan geweest zijn.



Jezus en Petrus

(C. LETERME, Echt Tov 3, Rondom Pasen, handleiding, Pelckmans 2013, p. 17)

Vertel het verhaal over de voetwassing.
- Beeld de houding van Petrus uit tegenover Jezus.
Klap in je handen. De leerlingen 'bevriezen' in hun houding.
Vraag aan een paar kinderen:
- Waarom beeld je Petrus zo uit?
- Wat wil je daarmee duidelijk maken?
- En waarom sta je zo?

De kinderen vergelijken ook hun houding met die van anderen.
Klap in je handen om de houding te 'ontvriezen'.

- Beeld nu de houding uit van Jezus tegenover Petrus.
Klap in je handen. De leerlingen 'bevriezen' in hun houding.
Klap in je handen om de houding te 'ontvriezen'.

- Wat valt op als de houding van Petrus en van Jezus uitbeeldt?
(Ze zijn met elkaar te vergelijken)
Jezus zegt ook waarom Hij die houding aanneemt.
- Waarom is dat?
- Wat wil Jezus ermee duidelijk maken?
- Wat vinden jullie daarvan?
- Wie denkt iets anders? Waarom?

Daarna beelden de kinderen per twee de relatie uit tussen Jezus en Petrus tijdens de voetwassing.
Bespreek:
- Wat voel je als je Petrus bent?
- Wat voel je als je Jezus bent?





VERDIEPEN

Om over na te denken

- Waarom waste Jezus de voeten van zijn vrienden?
- Wat vind je ervan dat Petrus weigerde?
- Zou jij ook iets tegen Jezus gezegd hebben?
- Begrijp je waarom Jezus zegt dat Petrus het later wel zal begrijpen?
- Past het verhaal in deze tijd of zou Jezus zich nu heel anders gedragen?



Voeten wassen

(C. LETERME, Echt Tov 3, Rondom Pasen, handleiding, Pelckmans 2013, p. 17)

In het Midden Oosten was en is het de taak van een knecht (dienaar, slaaf) om de voeten van iemand te wassen, als teken van gastvrijheid. Dit werd ervaren als een heel nederig en minderwaardig werk. Daarom protesteert Petrus als Jezus zijn voeten en die van de andere leerlingen wilt wassen.
Met deze handeling, die normaal door een slaaf werd gedaan, doorbrak Jezus bestaande patronen.

Nu beluisteren er miljoenen christenen elk jaar op Witte Donderdag dit stukje evangelie. Toch beginnen ze niet allemaal de voeten te wassen van mensen die bij hen thuis komen. Want Jezus heeft met dit gebaar iets anders willen zeggen.
- Wat heeft Hij willen duidelijk maken?
- Kennen jullie mensen die doen wat Jezus gezegd heeft?

De kinderen geven voorbeelden van bekende figuren. Nog beter is het dat ze in hun eigen omgeving zoeken naar wie zo handelt. Mochten ze hierbij vaststellen dat die mensen niet altijd zo handelen, dan kun je zeggen dat dit niet altijd zo gemakkelijk is. Maar ook dat dit geen reden is om het niet telkens opnieuw te proberen.



In gesprek met Petrus

- Leg, in je eigen woorden, aan Petrus uit wat Jezus bedoelde met het wassen van de voeten van zijn leerlingen.





BELEVEN

Het voorbeeld van de Meester

Wat doet de Meester?
. Jezus rijdt op een ezel en niet op een paard.
Hij verheft zich niet boven de mensen

. Jezus wast de voeten van zijn leerlingen
Hij vindt zich niet te goed om eenvoudig werk te doen.

Wat zegt die Meester?
Hij vertelt een verhaal (Matteüs 25, 31-46)
In dat verhaal roept Hij de mensen onrechtstreeks op om allerlei vormen van dienstbaarheid te betonen:
. eten geven
. drinken geven
. kleding geven
. gastvrij zijn
. zieken bezoeken
. gevangenen niet aan hun lot overlaten

De kinderen zoeken in kranten naar voorbeelden van hoe dit nu in onze tijd kan gebeuren.
Deze krantenknipsels worden op een flap geleefd rond de woorden: 'mensen dienen'.





Overwegingen

Paul Kevers

De voetwassing

(P. KEVERS in Samuel, uitgeverij Averbode, 2002 nr 1, p. 12)

Op de avond voor zijn lijden en dood ging Jezus met zijn leerlingen aan tafel om het joodse paasfeest te vieren. Jezus wist dat dit zijn afscheid was en wilde zijn vrienden nog eens duidelijk maken waar het Hem eigenlijk om te doen was. In het verhaal van Matteüs, Marcus en Lucas doet Hij dat door brood te breken en te zeggen: 'Dit ben Ik zelf, zo wil ik mijn leven geven voor de mensen.'

Johannes, de vierde evangelist, pakt het anders aan. Toen hij schreef was dat verhaal al meer dan voldoende bekend. In de plaats daarvan vertelt hij een nieuw verhaal. In Jezus' tijd was het de gewoonte, wanneer je gasten ontving, dat je hen bij aankomst de voeten liet wassen. Dat hoorde bij een gastvrij onthaal; de wegen waren immers stoffig en de mensen droegen sandalen. Normaal was het een slaaf die dat vuile werkje opknapte, maar Johannes vertelt dat Jezus, de gastheer, zelf opstond om zijn gasten de voeten te wassen! Dat was iets ongehoord: geen wonder dat Petrus krachtig protesteerde! Maar Jezus zet door. Het is een betekenisvol gebaar, waarmee Hij duidelijk maakt dat Hij niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen.'
'Ik heb jullie een voorbeeld gegeven,' zegt Jezus, 'volg Mij na. Jullie zijn niet beter dan Ik. Gedraag je niet als heren die gediend willen worden, maar word dienaars van elkaar...'





Agnes Lameire

Dienstbaarheid

Johannes begint het verhaal over de voetwassing met een plechtstatige inleiding. Het lijkt wel een liturgisch voor te dragen tekst. Hij is ook de enige van de vier evangelisten die vertelt over dit feit dat zich daar op de bovenzaal heeft afgespeeld toen Jezus met de twaalf aan tafel ging. Hij legde zijn bovenkleed af en sloeg een linnen doek om zijn lenden.
De Meester wordt slaaf. Zo schreef Paulus al eerder in zijn brief aan de christenen van Filippi: ‘Hij klampte zich niet aan zijn gelijkheid met God vast maar nam de gestalte aan van een slaaf.’ Het kleed dat op de berg Tabor schitterde als de zon als teken van zijn goddelijk zoon-zijn, legde Hij op deze avond af om zijn solidariteit men de mensen te accentueren. Hier werd Hij voluit mens.
Waste Hij de voeten van zijn leerlingen om zichzelf tot voorbeeld te stellen? Het zou van Jezus wel erg aanmatigend zijn geweest dat te doen. Veeleer is hier Johannes aan het woord nadat hij lange jaren bij deze gebeurtenissen heeft gebeden en gemijmerd. Zijn eigen inzichten legt hij in de mond van Jezus: ‘Ik heb jullie een voorbeeld gegeven.’
Wat de evangelist neerschrijft, mag ons inderdaad inspireren tot daadwerkelijke dienstbaarheid aan elkaar.





Frans Mistiaen s.j.

Dienstbaar worden zoals Jezus, dankbaar, bescheiden, belangeloos

Toen Jezus dan de voeten van Zijn leerlingen had gewassen,
en Zijn bovenkleren had aangetrokken,
ging Hij weer aan tafel en sprak tot hen:
“Begrijpt gij wat Ik u gedaan heb?
Gij spreekt Mij aan als uw Leraar en Heer,
en dat doet gij terecht, want dat ben Ik.
Als Ik, uw Heer en Leraar, uw voeten heb gewassen,
dan moet ook gij elkaar de voeten te wassen.
Ik heb u het voorbeeld gegeven.
Doe voor elkaar zoals Ik voor u heb gedaan."


Er zijn vele manieren om elkaar onze liefde en vriendschap te tonen.
Wij zijn heel vindingrijk in de tekens van onze tederheid en solidariteit.
Maar als wij ‘christelijk’ willen liefhebben,
dan zullen onze tekens van liefdebetoon toch altijd gedragen worden
door Jezus' teken van dienstbaarheid van vanavond.
Wat leert ons Zijn gebaar? Hebben wij het goed begrepen?

Het leert ons eerst en vooral iets
over onze ‘innerlijke houding’ bij de dienstbaarheid.
Jezus begon de voeten van Zijn leerlingen te wassen
"in het bewustzijn dat Hij naar Zijn Vader ging”
dus vanuit een houding van diepe dankbaarheid tegenover Zijn Vader.
Wie dienstbaar wil zijn in Jezus' naam
zal dat altijd doen vanuit een dankbaar hart.
Onze hulp en solidariteit voor anderen moeten zeker
tot concrete, daadwerkelijke resultaten leiden.
En toch is Jezus' gebaar niet op de eerste plaats praktisch nuttig
om één of andere onmiddellijke, sociale nood te lenigen.
Willen wij mensen helpen zoals Jezus
dan zal dat gebeuren, nooit vanuit de wil om iets te presteren,
maar dan kan dat alleen gebeuren
vanuit een gevoel van fundamentele dankbaarheid
voor de vele mogelijkheden die wijzelf reeds van God hebben gekregen.
Wie dienstbaar wil zijn in Jezus' Naam
zal eerst en vooral als een dankbare mens dienstbaar zijn.

Vervolgens zegt Jezus' gebaar ons iets
over de ‘manier waarop’ wij andere helpen.
Jezus knielt voor Zijn leerlingen.
Hij keek nooit op anderen neer.
Al wie Hij ontmoette,
liet Hij integendeel steeds voelen dat zij de meerdere waren,
hoe klein, gehandicapt, gekwetst of zwak zij ook waren.
Jezus leeft vandaag onder ons in onze dienstbaarheid
die voor anderen knielt om hen groter te maken.
Dienstbaar zijn in Jezus' naam is zich bescheiden durven opstellen
en geloven in kleine gebaren van verfrissing en opbeuring.
die de kleinen groot maken.

Ten slotte vraagt Jezus dat wij in onze dienstbaarheid
volledig ‘deelgenoot’ zouden worden van Hem,
deelgenoot van Zijn doortocht, doorheen het lijden naar het volle leven.
Het vraagt veel moed om ons elke dag te laten wassen door Zijn liefde,
om ons elk dag opnieuw te laten onderdompelen in Zijn mentaliteit
van zichzelf-belangeloos-wegschenken en anderen-laten-voorgaan.
Het vraagt veel moed te durven geloven
dat alleen deze belangeloosheid ons de weg biedt naar het volle leven.

Er zijn vele manieren om elkaar onze liefde en vriendschap te tonen.
Wij zijn heel vindingrijk in de tekens van onze tederheid en solidariteit.
Maar als wij ‘christelijk’ willen liefhebben,
dan zullen onze tekens van dienstbetoon toch vooral gedragen worden
door Jezus' teken van dienstbaarheid van vanavond:
dankbaar, bescheiden en belangeloos.

Totaal in diezelfde lijn liggen de andere tekenen van vanavond
waarmee de Heer onder ons aanwezig wil blijven:
een stukje gebroken Brood en wat geschonken wijn.
Niet alleen maar brood en wijn.
Het teken ligt hem in “het breken en het delen” van het brood,
in “het schenken en het rondreiken” van de beker wijn
en dat in een houding van dankbaarheid tegenover de Vader van alle leven.
Want daarin juist heeft de Heer ons Zijn zelfgave getoond.
Dankbaar zichzelf geven, dat doet pijn.
Wie brood breekt, kan van te voren nooit precies weten
waar de breuklijn in het stuk brood juist komt.
Wie zijn liefde breekt voor anderen
kan van te voren nooit precies weten
wat de Heer daarbij van hem vraagt, waar het pijn zal doen.
Maar het is alleen die zichzelf-brekende gave, midden in de pijn,
die ons echt doet leven!
“Gij breekt het Brood, om met ons te leven.
Midden in de dood, zijn wij in het leven!”
De pijn die Jezus en wijzelf voelen
is de pijn van elke echte christelijke liefde
die wij zien in de tekens van Zijn gebroken, gedeelde Lichaam
en Zijn geschonken, rondgereikt Bloed.
Christelijke liefde is altijd dankbaar, steeds bescheiden, immer belangeloos.
Laten wij met die tekens van Jezus’ echte liefde
rond Zijn tafel Hem verder vieren.