Loading...
 

Woordenlijst V

.

Varken

Voor joden een onrein dier. Als joden varkens aanraken worden ze uitgesloten uit het volk van God (= zondaar).



Vasten

Vasten betekent: weinig of niets eten of drinken. Heel vaak vast men met een bepaald doel. Bijvoorbeeld:
. vermageren, verslanken
. bekrachtigen van eisen (hongerstaking)
. rond komen met een budget
. komen tot innerlijke bevrijding.
'Vasten' komt in alle godsdiensten voor. Men legt zich dan lichamelijke beperkingen op om een 'juiste' lichamelijke en geestelijke conditie te bereiken. Men wil met zichzelf in het reine komen, boete doen voor zijn zonden, of dichter bij God komen n. a. v. een feest of een cultische handeling.
Christenen kennen tijdens de veertigdagentijd twee verplichte vastendagen: Aswoensdag en Goede Vrijdag. Het vasten bestaat er dan in op die dagen sober eten.
Drie motieven om te vasten:
. Door vasten gaat men helderder denken, scherper zien. Men laat het materiële los en gaat zich openstellen voor God.
. Door vasten wordt men weerbaarder, doordat men ‘nee’ zegt tegen allerlei zaken die eigenlijk niet echt nodig zijn.
. Door vasten kan men zich verplaatsen in de situatie van mensen die aan voedsel en andere dingen gebrek hebben. Zo nodigt vasten uit tot solidariteit, tot delen met de ander. (bijvoorbeeld: vastenactie ‘Broederlijk Delen’)



.

Veertig

‘Veertig’ in de bijbel wil niet zeggen: ‘precies veertig’. Het is de tijd die nodig is om zich op iets voor te bereiden.
Bijvoorbeeld:
. Jezus was veertig dagen in de woestijn vooraleer Hij in Palestina rondtrok.
. Het joodse volk trok veertig jaar door de woestijn vooraleer het Beloofde Land in te gaan.
. De reus Goliat daagde de Israëlieten veertig dagen lang uit voordat David hem neersloeg.
. De inwoners van Nineve kregen veertig dagen tijd om hun gedrag te veranderen na de waarschuwing van Jona.



Verbond

Bindende afspraak tussen twee partijen waarbij beloften en verplichtingen worden uitgesproken en vastgelegd.
De bijbel heeft het over een verbond tussen God en zijn volk. Hij heeft het uit Egypte bevrijd en zal het het beloofde Land binnenvoeren. Als tegenprestatie zal Israël zich houden aan de ‘tien woorden’. Die werden in de ark gelegd, een kist die zo het een teken werd van de aanwezigheid van God in hun midden.



Vergeven

Als men iets verkeerd deed, en de ander zegt: ‘Ik neem je dat niet kwalijk’, dan is dat ‘vergeven’.
Voor christenen is Jezus hierbij hun grote voorbeeld. Hij zei dat de liefde van God zo groot is dat hij de fouten van de mensen wil vergeven. Hij leerde hen bidden: ‘God, onze Vader, vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren.’



Verheerlijking

Dit woord dat christenen vaak in de liturgie gebruiken, is een synoniem voor loven, prijzen, roemen, aanbidden, vereren ... Iemand eer bewijzen zoals men dat vroeger deed tegenover een heer.
Maar in de Bijbel betekent 'verheerlijken’: de heiligheid en de macht van God zichtbaar laten worden. Zo heeft Jezus God (de Heer) verheerlijkt door de aanwezigheid van God zichtbaar te maken in alles wat Hij zei en deed. Door het werk te doen dat God van Hem vroeg. En God heeft Jezus verheerlijkt door de mensen te doen ervaren hoe Hij aan het werk was overal waar Jezus weldoende rondging.



Verlamd

Toen Jezus leefde, dachten de mensen dat een ziekte of een handicap een straf was van God voor iets wat zelf of zijn ouders verkeerd deden. Ziek-zijn betekende toen zoveel als zondaar-zijn, zodat die mensen uit de maatschappij gesloten werden.
In de bijbel is ‘verlamd zijn’ een manier om te zeggen dat iemand door een situatie verlamd is. ‘Verlamdheid’ wordt zo het beeld van: angst, moedeloosheid, wanhoop, frustratie. Zo'n lamgeslagen mensen worden door Jezus aangesproken, beluisterd, weer op de been gebracht.



Verrijzen

In dit woord zit het woord ‘rijzen’ (zoals in: rijzen van het deeg, het land van de rijzende zon), dat opkomen betekent en ook opstaan.
'Verrijzen' betekent: ‘opstaan uit de dood’, ‘leven na de dood’; ‘leven over de dood heen’.
Merk op: geen van de vier evangelisten probeert de verrijzenis van Jezus te beschrijven als een waarneembare gebeurtenis.



.

Vis

Het Griekse woord voor vis is: 'i-ch-th-u-s'. Deze vijf letters vormen de beginletters van de vijf woorden: Ièsous, Christos, Theou, Uios, Sotèr, dat wil zeggen: Jezus, Christus, Zoon (van) God, Redder.
Toen de eerste christenen werden vervolgd, durfden ze niet zomaar over hun geloof spreken. Daarom tekenden ze bv. op de grond een vis. Als de ander christen was, dan wist die dat de vis verwees naar Christus, zodat hij gerust over zijn geloof kon spreken. Als hij geen christen was, zag hij aleen de tekening van een vis.



Vissers

De vissers van Galilea kenden hun wereld en dreven handel zowel in hun eigen land als ver daarbuiten. Ze visten meestal in familieverband, met soms enkele knechten als extra hulp. Bij het vissen gebruikten ze lijnen met haken eraan, maar meestal netten. Die repareerden ze overdag. ’s Nachts voeren ze uit om te vissen. Ten minste vier van Jezus' leerlingen waren vissers.



Vlas

Vlas werd verbouwd om er linnen van te maken. Men legde de vlasstengels in water om de vezels van elkaar te scheiden. Daarna liet men de stengels drogen op platte de daken. Met een kam werden de draden uit elkaar gehaald en ermee geweven.



Vlees en bloed

Semitische uitdrukking om te zeggen: het menselijke, het aardse, het verstand.



.

Voederbak

Bak waarin het eten (voer) voor de beesten ligt. Omdat men dacht dat zo’n voederbak in een stal stond, zei Franciscus van Assisi in 1223 dat Jezus in een stal geboren was. Maar heel wat bescheiden woningen ten tijde van Jezus, bestonden uit een ruimte die als gemeenschappelijke verblijfplaats voor mensen en dieren diende.



Voetwassing

De voetwassing was een vast gegeven bij een maaltijd. De gastheer zorgde ervoor dat de voeten voor de maaltijd werden gewassen - toen Jezus leefde, een werk voor slaven.



Volkstelling / registratie

De keizer van Rome liet het volk tellen, om zo te vernemen hoeveel belastingen hij uit Palestina kon verwachten en hoeveel mannen er soldaat konden worden.



.

Vrede

(= Sjalom)
Het joodse woord ‘sjalom’ dat gewoonlijk met ‘vrede’ vertaald wordt, is meer dan alleen ‘geen oorlog’. Het verwijst naar een uiteindelijke harmonie, een tevredenheid bij de mens, die te vinden is in zijn relatie met zichzelf, zijn medemens, de natuur, God.
Zo wordt "vrede" verbonden met: gezondheid, het bereiken van een hoge leeftijd, veiligheid, welvaart, vriendschap, eendracht, vertrouwen, kinderen, rechtvaardigheid, het kunnen slapen met een gerust hart, voldoende eten ...
Het gaat dus zowel om het materieel als om het geestelijk welzijn van de enkeling als van de gemeenschap.



Vrede zij u

Die groet is een gebruikelijk joodse begroeting: ‘sjaloom’.



Vrees

Vrees wordt in het Nederlands meestal geassocieerd met schrik hebben, bevreesd zijn.
Maar in de Bijbel heeft het woord meestal de betekenis van 'ontzag', ‘respect’, 'opkijken naar' en 'eerbied' voor God en zijn woorden.



.

Vulgata

Latijnse Bijbelvertaling die Hiëronymus maakte aan het eind van de vierde en begin van de vijfde eeuw na Christus.



Vuur

Vuur wordt gezien als een van de vier elementen waaruit de wereld is opgebouwd. Het is een oerelement dat mensen blijft fascineren: het is dichtbij en vanzelfsprekend , maar het kan overweldigen en beangstigen. Het maakt menselijk samenleven mogelijk, maar kan ook doden en vernietigen.
Zo is vuur het beeld van Gods aanwezigheid die als lichtend en hartverwarmend ervaren wordt, maar ook afstand houdt.