Loading...
 

1 Korintiërs 9, 16-19.22b-27

2 Lopen

(Morguefile free stock photo license)


…page…

1 Korintiërs 9, 16-19.22b-27: Loop zo dat je wint

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1815)

Ik wil er niet over opscheppen dat ik als apostel het goede nieuws vertel. Want ik moet dat doen, in opdracht van God. En hij zou mij zwaar straffen als ik het niet zou doen.
Ik moet dus mijn werk doen, of ik het nu leuk vind of niet. Maar ik doe het graag. En ik krijg loon! Mijn loon is dat ik vol trots kan zeggen: Ik vertel het goede nieuws zonder er iets voor terug te krijgen. De christenen hoeven mij niet het geld of het eten te geven waar ik recht op heb.
Omdat ik van niemand geld aanneem, ben ik helemaal vrij. Maar ik gebruik die vrijheid om me aan te passen aan alle mensen met wie ik omga. Zo wil ik zo veel mogelijk mensen voor het geloof winnen.
Ik pas me dus altijd aan, aan alle mensen met wie ik omga. En dan zijn er altijd wel een paar die gered zullen worden, omdat ze gaan geloven. Zo doe ik mijn best om aan iedereen het goede nieuws te vertellen. En ik hoop dat ik ook zelf in Gods nieuwe wereld kom.
Je kunt christenen vergelijken met hardlopers die meedoen aan een wedstrijd. Net zoals hardlopers moeten wij veel opgeven in ons leven. En net zoals hardlopers hebben ook wij er alles voor over om de eerste prijs te winnen. Maar wij willen geen gewone prijs. Voor ons is de prijs het eeuwige leven.
Ook ik probeer die prijs te winnen. Ik weet precies wat ik wil. En daarom ben ik streng voor mezelf, en verdraag ik alles wat me overkomt. Want ik wil niet alleen dat anderen door mijn werk het eeuwige leven krijgen. Nee, ik wil ook zelf het eeuwige leven krijgen!



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Dat ik het evangelie predik,
is voor mij geen reden om te roemen:
ik kan niet anders.
Het zou me slecht vergaan als ik het niet zou doen.
Als ik het uit eigen beweging zou doen,
dan had ik recht op loon;
maar zo is het niet,
het is een opdracht die mij toevertrouwd is.
Wat is dan mijn verdienste?
Dat ik het evangelie verkondig zonder ervoor betaald te worden
en dus geen gebruik maak van het recht
dat aan de prediking verbonden is.
Van allen onafhankelijk,
heb ik mij tot de slaaf van iedereen gemaakt,
om zoveel mogelijk mensen te winnen.

Alles ben ik voor allen, om in elke situatie toch enkelen te redden.
En ik doe alles voor het evangelie om er ook zelf deel aan te krijgen.
Jullie weten het: de atleten in het stadion lopen allemaal,
maar er is er maar één die de race wint.
Loop zo dat jullie winnen!
Atleten ontzeggen zich bij de training van alles.
Ze doen dat voor een vergankelijke krans,
wij voor een onvergankelijke.
Daarom loop ik niet als een blinde,
ik vecht niet als iemand die in de lucht slaat.
Ik ben streng voor mezelf en beheers mijn lichaam.
Ik wil niet verworpen worden nadat ik anderen gepredikt heb.



Stilstaan bij…

Stadion
In Korinte vierde men om de twee jaar de Istmische Spelen, spelen die vooral de zeegod Poseidon eerden. De oorsprong van deze Spelen, die vermoedelijk einde april werden gehouden, ging terug tot in de prehistorie. Er waren zowel sportieve als kunstzinnige wedstrijden. De winnaar werd geëerd met een krans van dennengroen omdat de den in verband gebracht werd met Poseidon.
Vanaf de tweede eeuw na Christus verloren de Spelen aan belang.





Bij de tekst

Paulus wil in deze tekst een en ander rechtzetten. Omdat hij ervan werd beschuldigd uit te zijn op het geld van de gemeenschap, legt hij er de nadruk op dat hij niet door de gemeenschap wil onderhouden worden in ruil voor zijn prediking.