Loading...
 

17e zondag door het jaar C - tweede lezing

Kolossenzen 2, 12-14: Betekenis van het doopsel

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1875)

Jullie zijn gedoopt. Toen zijn jullie eigenlijk samen met Christus begraven. Maar God heeft Christus uit de dood laten opstaan. En omdat jullie geloven in die kracht van God, zijn jullie samen met Christus opgestaan.
Vroeger waren jullie eigenlijk dood. Want jullie hoorden niet bij Gods volk, en jullie deden slechte dingen. Maar God heeft al jullie zonden vergeven, en jullie samen met Christus levend gemaakt.
Onze zonden waren opgeschreven op een lange lijst. Die lijst was bedoeld om ons te veroordelen. Maar God heeft die lijst weggedaan. Hij heeft hem vernietigd toen Christus stierf aan het kruis.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

In de doopsel werden jullie met Christus begraven,
maar met Hem zijn jullie ook tot leven gewekt,
door jullie geloof in de kracht van God
die Hem uit de dood deed opstaan.
Ook jullie die dood waren
als gevolg van je overtredingen en immoreel leven,
heeft God weer levend gemaakt met Hem.
Hij vergaf ons al onze overtredingen.
Hij verscheurde en vernietigde het document met voorschriften,
die met haar bezwarende bepalingen tegen ons getuigde,
door het aan het kruis te nagelen.



Stilstaan bij ...

Oorkonde / document met voorschriften
In deze context met dit document de joodse wet bedoeld, die wel veel dwingende voorschriften gaf. Zo werd ze door velen overtreden. Door zijn kruisdood schafte Jezus de verplichting van die oude wet af.





Bij de tekst

Betekenis

De onderdompeling bij het doopsel doet de ‘oude’ mens sterven, de mens die geen rekening houdt met God. Door zijn geloof wordt de mens opgewekt tot nieuw leven, een leven vanuit God.



De brief naar de Kolossenzen

Indien deze brief voor de christenen van Kolosse op het eind van de jaren 50 werd geschreven, dan is dit wellicht een authentieke brief van Paulus die hij in gevangenschap schreef.
Maar sommigen zeggen dat die brief pas rond het jaar 70 zou zijn geschreven. In dat geval werd hij geschreven door een van zijn leerlingen.