Loading...
 

2 Koningen 24, 8-17

2 Koningen 24, 8-17: Deportatie naar Babylon

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 591)

Jojachin werd koning van Juda toen hij achttien jaar oud was. Hij regeerde drie maanden vanuit Jeruzalem. Zijn moeder heette Nechusta. Zij was een dochter van Elnatan, en ze kwam uit Jeruzalem.

Jojachin deed dingen die de Heer slecht vond, precies zoals zijn vader.

In de tijd dat Jojachin koning van Juda was, viel het leger van koning Nebukadnessar van Babylonië de stad Jeruzalem aan. De soldaten omsingelden de stad. En Nebukadnessar kwam zelf ook naar Jeruzalem.
Toen kwam koning Jojachin de stad uit, samen met zijn moeder, zijn dienaren, zijn legerleiders en zijn officieren. Ze gaven zich over aan koning Nebukadnessar. Die nam hen gevangen. Nebukadnessar was toen acht jaar koning van Babylonië.
Nebukadnessar haalde alle kostbare voorwerpen weg uit de tempel en uit het paleis. Ook de gouden voorwerpen die koning Salomo voor de tempel had laten maken. Dat had de Heer al voorspeld.

De inwoners van Jeruzalem werden als gevangenen naar Babylonië gebracht. Alle legerleiders moesten vertrekken, samen met tienduizend soldaten. Verder iedereen die werkte als timmerman of smid. Alleen de armste mensen bleven in Jeruzalem achter.
Ook koning Jojachin moest vertrekken, samen met zijn moeder, zijn vrouwen, zijn belangrijkste dienaren en de machtigste mannen van het land. Nebukadnessar nam hen als gevangenen uit Jeruzalem mee naar de stad Babel.Ook nam hij zevenduizend soldaten mee, en duizend timmermannen en smeden. Hij nam iedereen mee die iets met het leger te maken had.
Nebukadnessar maakte Mattanja koning in plaats van Jojachin. Mattanja was een oom van Jojachin. Nebukadnessar veranderde de naam van Mattanja in Sedekia.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Jojakin was achttien jaar oud toen hij koning werd.
Hij regeerde drie maanden in Jeruzalem.
Zijn moeder Nechusta was een dochter van Elnatan, uit Jeruzalem.
Jojakin deed waar God niet van houdt, net zoals zijn vader.
In die tijd trokken de veldheren van Nebukadnessar,
de koning van Babel,
naar Jeruzalem en belegerden de stad.
Nebukadnessar kwam zelf ook naar de stad.
Toen gaf koning Jojakin van Juda zich over aan de koning van Babel
samen met zijn moeder, zijn hovelingen,
zijn hoge ambtenaren en kamerheren.
De koning nam hem gevangen in het achtste jaar van zijn regering.
Hij voerde alle schatten van de tempel uit Jeruzalem
en van het koninklijk paleis weg
en haalde het goud af van alle voorwerpen
die koning Salomo van Israël in de tempel had laten maken,
zoals God voorzegd had.
Uit Jeruzalem voerde hij alle hoge ambtenaren en alle krijgers,
tienduizend man,
en alle smeden en slotenmakers, in ballingschap weg.
Behalve de armsten van het land bleef er niemand achter.
Hij voerde Jojakin en de leiders van het land van Jeruzalem naar Babel. Zevenduizend krijgers, duizend smeden en slotenmakers,
alle dappere mannen die bij de oorlog betrokken waren,
voerde de koning van Babel in ballingschap weg.
Daarna stelde hij Mattanja, een oom van Jojakin,
tot koning aan in diens plaats en veranderde zijn naam in Sedekia.



Stilstaan bij …

Jojakin / Jojachin
(= JHWH verleent / verlene bestendigheid")
Jojakin was koning van het Zuidrijk Juda. Hij volgde zijn vader Jojakim op, toen die stierf bij het beleg van Jeruzalem.

Nebukadnessar
Deze koning van Babylonië (605 tot 562 voor Christus) belegerde volgens de Bijbel Jeruzalem in het derde regeringsjaar van koning Jojakim van Juda. Hij liet veel Joden deporteren naar Babylon (Babylonische ballingschap) omdat ze tegen hem in opstand kwamen. In 586 verwoestte hij Jeruzalem volledig.

Babel
De oude stad Babel ligt nu ten zuiden van het moderne Bagdad aan de Eufraat. Rond 1700 voor Christus was Babel de hoofdstad van Babylonië, een van de belangrijkste centra van de toenmalige wereld,

Mattanja
Oom of broer van Jojachin.

Naamverandering
De verandering van naam tekent de macht van de heer over zijn vazal.

Sedekia // Zedekia // Sidkia
(= JHWH is mijn gerechtigheid)
Laatste koning van Juda (597-586). Toen hij niet langer Nebukadnessar wilde gehoorzamen, belegerde die Jeruzalem opnieuw (587). Het jaar daarop viel de stad. Sedekia werd gevangen genomen. Zijn zonen werden voor zijn ogen gedood. Daarna stak men hem de ogen uit en voerde men hem geketend naar Babylonië, waar hij in de gevangenis stierf.



Bij de tekst

Ballingschap

De aantallen gedeporteerden zijn in deze tekst veel hoger dan in Jeremia 52, 28. Vermoedelijk werd alleen de hofhouding weggevoerd en een deel van de elite van Jeruzalem.
In het algemeen deporteerden de Babyloniërs niet zo massaal als de Assyriërs.