Marcus 3, 1 - 6: De man met de vergroeide hand
Matteüs 12, 9-14 // Marcus 3, 1-6 // Lucas 6, 6-11
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1582)
Jezus ging weer naar de synagoge. Daar was ook een man met een vergroeide hand. De farizeeën letten goed op Jezus. Ze dachten: Als hij die man beter maakt op sabbat, kunnen we een klacht tegen hem indienen. Jezus zei tegen de man: ‘Kom eens hier staan.’
Toen zei Jezus tegen de farizeeën: ‘Mag je op sabbat iets goeds doen? Of is het beter om iets slechts te doen? Mag je op sabbat iemands leven redden? Of is het beter om iemand dood te laten gaan?’ Maar de farizeeën gaven geen antwoord. Jezus keek hen aan. Hij was boos en verdrietig omdat ze hem niet wilden begrijpen.
Jezus zei tegen de zieke man: ‘Steek je hand uit.’ De man stak zijn hand uit en meteen was de hand beter. De farizeeën liepen weg. Ze maakten een plan om Jezus te doden. Ze maakten dat plan samen met de dienaren van koning Herodes.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Jezus ging weer naar de synagoge.
Daar was een man met een vergroeide hand.
De farizeeën hielden Jezus in het oog:
als Jezus de man op sabbat zou genezen,
konden ze Hem beschuldigen.
- Kom eens hier, zei Jezus tegen de man met de vergroeide hand:
En aan de farizeeën vroeg Hij:
- Moet je op sabbat goed doen of kwaad?
Moet je een leven redden of doden?’
Maar de farizeeën zwegen.
Dan Hij keek hen stuk voor stuk aan.
Hij was kwaad en verdrietig,
want hun hart was hard als steen.
- Strek je hand, zei Jezus tegen de man.
Dat deed de man en zijn hand werd weer gezond.
Toen de farizeeën buiten de synagoge waren,
maakten ze samen met de dienaren van koning Herodes
plannen om Jezus te doden.
Stilstaan bij...
Synagoge
(= Grieks: bijeenkomst, vergadering)
In een synagoge komen joden bijeen om te bidden (God loven en danken) en de Bijbel (het woord van God) te bestuderen. Synagogen ontstonden tijdens de Babylonische ballingschap, toen de joden niet meer naar de tempel in Jeruzalem konden gaan. Ze zijn niet alleen religieus, maar ook sociaal gezien een belangrijke plaats.
Vergroeide / Verschrompelde hand
Of ook een 'verlamde' hand, een 'misgroeide' hand.
Het blijkt dus te gaan om een handicap.
Het Griekse woord dat daarmee vertaald wordt, betekent 'dor' of 'droog'.
Voor de joden uit die tijd had zo’n handicap te maken met ‘kwaad’. Men ging mensen met een handicap uit de weg omdat men dacht dat ze een of andere zonde hadden bedreven, waarvoor God ze had gestraft.
Versteend hart
De concrete mens en hun verantwoordelijkheid tegenover hem, interesseerde de farizeeën niet. Wat hen wel interesseerde was de naleving van de voorschriften, de handhaving van het systeem.
Wat hen ook interesseerde: zal Jezus zich aan de voorschriften houden? (Wanneer Hij dat niet doet, kunnen ze hem aanklagen!)
Herodianen
Dienaren van koning Herodes.
Bij de tekst
Betekenis
In de tijd van Jezus had men rond de sabbat een net van voorschriften gesponnen die het onderhouden van de sabbat bijzonder ingewikkeld en zwaar maakten. Zo kwam het dat de sabbat niet meer ervaren werd als een geschenk, maar als een ondraaglijke last. De Farizeeën wilden de wet tot in de puntjes uitvoeren en verloren daarbij uit het oog dat het doel niet de wet was, maar de liefde tot God en de naaste. De wet is alleen maar een hulpmiddel.
Jezus nam het de Farizeeën kwalijk dat ze door hun omschrijving van de sabbatwet, mensen verhinderden het goede te doen. Iemand die in nood was, niet helpen, ook al is het sabbat, stelde Jezus gelijk aan het doden van de mens en noemde hij kwaad.
Wortels in het Oude Testament
In de tekst van Marcus zijn verwijzingen terug te vinden naar de uittocht uit Egypte:
. Dat Jezus de man vraagt om zijn arm uit te strekken,
- doet denken aan Mozes die met uitgestrekte arm het water van de Rietzee (Rode Zee) doet splitsen.
- doet denken aan God die de Israëlieten met 'sterke hand en uitgestrekte arm' uit Egypte heeft geleid. (Deuteronomium 5, 15)
. Dat de Farizeeërs verstokt zijn,
doet denken aan de houding van de Farao die geen oren had naar de verzuchtingen van de Israëlieten.
Bijbel en kunst
J. TISSOT
James Tissot (1836-1902) was een Frans schilder en illustrator. De laatste 17 jaar van zijn leven schilderde hij vooral Bijbelse taferelen.
De man met de verschrompelde hand (1890)
De samenzwering van de Farizeeën en de Herodianen (1886-1894)
Suggesties
Kleine kinderen
INLEVEN
‘Foto’ (bibliodrama)
Vertel of lees eerst het verhaal voor.
Roep dan een kind in het midden van de kring, en vraag het om de houding van de man uit te beelden die op Jezus afkomt.
Roep nadien een ander kind in de kring om de houding van Jezus uit te beelden.
Vraag daarna aan drie kinderen om de afwijzende houding van de Farizeeën uit te beelden.
Bij elke uitbeelding geven de andere kinderen suggesties en adviezen over die houding. Wanneer de uitbeelding aan de verwachting beantwoordt, mogen de kinderen die een houding uitgebeeld hebben even terug op hun plaats.
Daarna komen de drie ‘partijen’ terug naar voren om het gebeuren in zijn geheel uit te beelden.
Dan krijgen de kinderen die iemand uitgebeeld hebben, de kans om te verwoorden wat ze gevoeld en ervaren hebben bij het uitbeelden van hun personage.
Grote kinderen
EVEN TESTEN
Waar of niet waar
. De eerste zorg van de farizeeën was het naleven van de wet. (waar)
. Jezus overtrad de Wet met opzet. (niet waar)
. De eerste zorg van Jezus was de man met de vergroeide hand. (waar)
. Jezus wilde niet dat de farizeeën van gedacht veranderden. (niet waar)
. De Farizeeën waren blij dat Jezus de man met de vergroeide hand genas. (niet waar)
. De Herodianen wilden Jezus doden. (waar)
INLEVEN
Interview
Vertel eerst het verhaal. Laat dan de kinderen in een driehoek zitten. Elke zijde staat voor iemand anders in het Bijbelverhaal: de man met de vergroeide hand, Jezus, de Farizeeën.
Stel telkens één vraag aan één van de drie 'groepen'. Laat de kinderen die vragen beantwoorden vanuit hun persoonlijk aanvoelen of vanuit de kennis die ze hebben van die tijd. Zorg ervoor dat over het geheel van de vragen alle kinderen aan het woord komen.
Stel de volgende vragen:
aan de man met de vergroeide hand:
- Wat is er met jou aan de hand (letterlijk)?
- Hoe denken de mensen over jou? Welk gevolgen heeft dat voor je leven?
- Wie zou je kunnen helpen? Van wie verwacht je geen hulp?
aan de Farizeeën
- Wat vinden jullie van Jezus? Waarom controleren jullie hem zo?
- Wat heb je erop tegen dat Jezus die man met de vergroeide hand geneest?
- Waarom willen jullie Jezus dood?
aan Jezus
- Waarom wil je die man met de vergroeide hand genezen?
- De Farizeeën zijn van plan je te doden. Ga je dan nog die man genezen? Waarom?
- Wat vind je van de farizeeën?
VERTELLEN
Julie valt
Die ochtend was de weg spiegelglad.
Julie, Marie, Lara en Sarie hielden elkaar bij de hand.
Heel voorzichtig schuifelden we over de stoep.
Plotseling gleed Julie uit. Ze kwam bovenop haar been terecht.
We gierden het uit. Tot we Julies gezicht opmerkten.
Haar ogen stonden vol tranen.
Ze probeerde op te staan, maar zakte telkens weer door haar knieën.
Ze kreunde van de pijn.
- Je moet terug naar huis. De dokter moet komen, zei Marie.
- Dat kan niet. Zo ver raak ik nooit, huilde Julie.
Sarie duwde haar schooltas en die van Julie in de handen van Lara:
- Ik ga met haar terug naar huis. Als ze op mij steunt, komen we er wel.
Zorg jij voor de schooltassen, Lara?
- Ah nee, zoiets mag niet. Straks kom je te laat op school en dat mag niet!
- Wel dan ben ik te laat, riep Sarie. Of laten we Julie in de kou zitten?
Ga jij maar naar school ...
- Wie reageert op de goede manier?
Leg uit waarom.
- Wie reageert niet op de goede manier?
Leg uit waarom.
Correctiesleutel
Wie reageert op de goede manier?
Hierbij zijn verschillende antwoorden goed:
“De dokter moet komen”
= goed, want Marie heeft de ernst van de situatie gezien en reageert op een volwassen manier.
“Ik ga met haar terug naar huis”
= goed, want hieruit blijkt de zorg van Sarie voor haar vriendin
“Ik kan hier niet blijven, want straks kom ik te laat op school”
= slecht
Op het eerste zicht kunnen kinderen dit ook een goede reactie vinden, want ze mogen niet te laat komen op school (= wet), maar vanuit het verhaal gebaseerd op Marcus 2, 23-28 weten ze dat in noodsituaties de mens belangrijker is dan de wet.
REFLECTEREN
Geweten
Als men zegt dat mensen een geweten hebben, wil dat zeggen dat ze in zichzelf beseffen wat goed en kwaad is.
Het geweten van christenen zegt dat de liefde voor de medemens het belangrijkste is. Of die medemens een vriend, een vreemdeling of een vijand is, heeft geen belang.
- Ken je een situatie waarin je eerst niet goed wist wat je moest doen?
De kinderen vertellen die situatie of beelden die uit.
Bespreek nadien of ‘goed handelen’ in dit geval handelen was volgens de wetten of volgens het geweten.
Mogelijke vragen:
- Heb je ook al eens meegemaakt dat ‘goed doen’ niet overeen kwam met regels of wetten?
- Heb je zelf ook al eens iets meegemaakt waarbij je geweten iets anders zegt dan een wet of een reglement. Dat was toen ...
- 'Goed doen' komt niet altijd met de regels of de wet overeen. Heb je dat wel eens meegemaakt?
Belangrijk
Het geweten wordt gevormd door het navolgen van de wet. Maar soms moet het geweten loskomen van die wet wanneer het gaat om de liefde voor de medemens.
Overwegingen
A. W. Wilson Tozer
Het verschil
"Een farizeeër is moeilijk voor anderen en gemakkelijk voor zichzelf, een spiritueel mens is gemakkelijk voor anderen en hard voor zichzelf."
J. Brugman
Meer dan regeltjes
(J. BRUGMAN, Prettige zondag, Kinderwoorddiensten voor het jaar B, Gooi en sticht, 1993, p. 108)
“Er zijn mensen die angstvallig vasthouden aan wetten en regels. Soms zelfs ten koste van hun eigen geluk en dat van anderen. Ze gehoorzamen de Wet zonder na te denken en gebruiken hun eigen gezonde verstand niet.
Het vasthouden aan regels geeft natuurlijk wel een stuk veiligheid en zekerheid. Je weet precies wat wel en niet mag. Je kunt geen scheve schaats rijden! Maar wetten zijn gemaakt voor het geluk van de mensheid en dat zien die wetsgetrouwen wel eens over het hoofd. Ze denken niet na waarom die wetten aan ons zijn gegeven en waar het ten diepste om gaat. In ons verhaal vergeten ze dat de sabbat bedoeld is om je bewust te worden van Gods schepping en van het Verbond dat God met Israël sloot. Dat houdt in dat wij daardoor medeverantwoordelijk zijn geworden voor Gods schepping, voor de mens op deze aarde.
Dat is wel even een andere invulling dan wat die farizeeën ervan maakten: braaf de regeltjes in je hoofd prenten!”
Frans Mistiaen s.j.
Echt leven
Als de sabbat vooral dient
om het leven te bevorderen
dan begrijpen wij dat Jezus geen enkel bezwaar zag
om een man te genezen van zijn verschrompelde hand.
Alhoewel ook die "zogenaamde medische handeling" op sabbat verboden was,
zegt Hij kordaat: "Steek uw hand uit!"
Met onze hand
begroeten wij elkaar op recepties en ontmoetingen.
Onze hand kunnen wij maken
tot een vuist om te vechten en te slaan,
tot een klauw om te grijpen,
maar ook tot een schaal om te ontvangen.
Wij kunnen met onze hand boetseren en scheppen,
het land bewerken,
technisch vernuftige apparaten manipuleren,
maar ook zalven en strelen
en het tederste van onszelf geven
aan iemand waarvan wij houden.
Zo begrijpen wij misschien
wat het betekent "een man met een verschrompelde hand".
In sommige periodes van ons leven
kunnen wij namelijk de indruk krijgen
dat de liefde van ons hart
totaal ineengekrompen is, verschrompeld, levenloos, onvruchtbaar,
dat wij geen genegenheid meer aanreiken of doorgeven,
maar alles verkrampt voor onszelf houden
Daarom zegt de Heer vandaag tot ieder van ons:
"Steek uw hand uit!"
De hand die de Heer ons reikt
kan ons hart genezen van elke verschrompeling.
Wij moeten wel durven, met onze verschrompelde hand,
ook ons verschrompeld hart aan de Heer te reiken.
Hij kan ons weer gezond maken,
juist op deze rustdag,
waar wij mogen ervaren dat God ons echt het leven gunt.