Inhoudstabel
…page…
Matteüs 13, 36-43: Jezus geeft uitleg
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1544)
Jezus stuurde de mensen weer weg en ging naar huis. De leerlingen kwamen bij hem en vroegen: ‘U gaf het voorbeeld van het onkruid op het land. Wilt u ons ook uitleggen wat het betekent?’
Jezus zei: ‘De man die het goede zaad op het land strooit, dat is de Mensenzoon. Het land, dat is de wereld. Het goede zaad, dat zijn de mensen die horen bij Gods nieuwe wereld. Het onkruid, dat zijn de mensen die bij de duivel horen. De vijand die het onkruid zaait, dat is de duivel. De tijd van de oogst, dat is het einde van deze wereld. En de mannen op het land, dat zijn de engelen.
Het onkruid wordt van het land gehaald en verbrand. Dat is wat er gebeurt bij het einde van deze wereld. Dan stuurt de Mensenzoon zijn engelen op weg. Zij halen alle slechtheid weg uit de wereld, alle mensen die steeds maar weer gedaan hebben wat God niet wil. Die mensen worden in een brandende oven gegooid. Daar huilen ze van ellende en spijt.
Maar alle mensen die Gods wil gedaan hebben, zullen gelukkig zijn. Ze zullen leven in de nieuwe wereld van hun Vader. Laat dat goed tot je doordringen!’
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Toen liet Jezus de mensen gaan en keerde terug naar huis.
Zijn leerlingen kwamen bij Hem en vroegen:
‘Kun Je ons de gelijkenis uitleggen van dat onkruid op de akker?’
Hij zei: ‘Wie het goede zaad zaait, dat is de Mensenzoon.
De akker, dat is de wereld.
Het goede zaad, dat zijn de kinderen van het rijk.
Het onkruid, dat zijn de kinderen van het kwaad
en de vijand die het zaait, dat is de duivel.
De oogst, dat is het einde van de wereld
en de maaiers, dat zijn de engelen.
Zoals onkruid bijeengebracht wordt en in vuur verbrand,
zo zal het ook gaan op het einde van de wereld.
De Mensenzoon zal zijn engelen uitzenden
en die zullen uit zijn rijk iedereen bijeenbrengen
die tot zonde verleid heeft en ongerechtigheid bedreef.
Die zullen ze in de vuuroven werpen.
Daar zullen ze wenen en tandenknarsen.
Dan zullen de rechtvaardigen schitteren als de zon.
in het koninkrijk van hun Vader
Wie oren heeft, dat hij goed luistert.
Stilstaan bij …
Onkruid
Wellicht gaat het in deze tekst om het onkruid ‘dolik’, waarvan het zaad sterk lijkt op dat van tarwe. Wanneer dit zaad vermengd is met goed tarwezaad, krijgt men bloem die tarwebrood bitter doet smaken en vaak giftig maakt, omdat dit onkruid geïnfecteerd kan zijn met schimmels.
‘Dolik’ wordt ook ‘dronkenmanskruid’ genoemd omdat het een soort bedwelming kan veroorzaken.
Men zou dat onkruid kunnen uittrekken bij het opschieten, maar omdat het zo sterk lijkt op tarwe, en de sterkere dolikwortels met die van de tarwe verstrengeld zijn, riskeert men tegelijk de goede tarwe uit te trekken. Daarom wacht men tot de oogst om de goede tarwe van het onkruid (dat minder hoog wordt) te scheiden.
Goed zaad
Met goed zaad wordt zaad bedoeld dat uitgroeit tot zaad dat mensen kunnen gebruiken. Dit staat in contrast met slecht zaad, zaad dat uitgroeit tot onkruid.
Verbranden
Het vuur dat door dit verbranden wordt opgeroepen, verwijst naar de hel.
Einde van de wereld; vuur; geween; tandengeknars
Omdat die woorden eerder passen in de mond van Matteüs dan in die van Jezus, vermoedt men dat de uitleg van deze gelijkenissen teruggaat op Matteüs, die hierbij wellicht beïnvloed werd door de gangbare joods-apocalyptische voorstellingen.
Maar zou wijzigde Matteüs wellicht ook de betekenis die Jezus aan deze parabel gaf. Jezus riep met zijn parabel op tot geduld, terwijl Matteüs met het verbranden van het onkruid, het beeld van de hel opriep. Zo wilde hij zijn medechristenen aansporen om verantwoord te leven: het is niet omdat de ‘oogsttijd’ uitblijft, dat men onverschillig mag worden.
Oren
Met die oren bedoelt Jezus niet alleen oren die horen, maar ook het ‘innerlijke oor’, waarmee men doorheen de beeldspraak luistert naar wat Jezus over het rijk van God / de droom van God te zeggen heeft.
Luisteren
Dit horen nodigt uit om te handelen in de lijn van wat God droomt voor de mensen. Dit duidt op een actief en creatief luisteren dat gericht is op engagement en inzet.
Bij de tekst
Betekenis
Jezus legt de gelijkenis van het onkruid tussen de tarwe uit, die hij eerder vertelde (Matteüs 13, 24-30).
Deze gelijkenis roept op tot geduld: men mag niet te vlug oordelen over anderen. Ook God doet dat niet.