Loading...
 

Woordenlijst I

.

Immanuël

= God met ons



I.N.R.I.

Het woord INRI dat soms boven een kruisbeeld te zien is, is een letterwoord. Elke letter staat voor een ander woord.
Omdat het evangelie in het Grieks werd geschreven staat INRI voor de Griekse woorden van ‘Jezus (I) van Nazaret (N), koning (R) van de Joden (I)’.



.

Isaak

(= hij lacht)
Zoon van Sara en Abraham.
Hij huwde met Rebekka en kreeg twee zonen: Jakob en Esaü.



Ismaël

Zoon van Abraham en Hagar, een dienares van zijn vrouw Sara. Omdat Sara niet wilde dat Ismaël later ook iets van Abraham zou erven, stuurde Abraham zijn zoon Ismaël weg toen Isaak werd geboren.
Ismaël trok weg en ging in het land wonen dat tegenwoordig Saoedi-Arabië heet.
Later zei de profeet Mohammed dat alle moslims van Ismaël afstammen. Daarom staan de verhalen van Abraham ook in de Koran.



Israël

(= strijder met God)
Dit woord kan verschillende betekenissen hebben:
- andere naam voor Jakob na het gevecht met God bij de beek Jabbok (Genesis 32, 28)
- afstammelingen van Jakob: het joodse volk (‘Kinderen van Israël’)
- de tien stammen die samen het Noordrijk vormden
- naam van het land waar de Israëlieten woonden (van 1200 tot 586/5 voor Christus)
- naam van het land waar de Israëli’s wonen (vanaf1948)