Wever
Wie?
In het Oude Testament waren het vooral vrouwen die weefden. Een zeldzame keer wordt een man genoemd.
Weven wordt al ongeveer 27.000 jaar gedaan. Het bestaat erin horizontale en verticale draden te verwerken tot stof. Tot het midden van de twintigste eeuw werden de inslagdraden met behulp van een schietspoel/ weverspoel in het weefsel geweven. Dat is een schuitvormig blokje, waarin een spoel met draad tijdens het heen en weer bewegen wordt afgewikkeld.
Werktuigen
Weefgetouw | Dit getouw gebruikte men horizontaal of verticaal. |
Weverspoel / schietspoel | Met dit voorwerp van hout of been, trok / schoot men het inslaggaren (de horizontale draden van een weefsel) door de reeds gespannen verticale draden. |
Waarmee werd wat geweven?
. Met geitenhaar werden vooral tenten geweven.
Eerst spon men het geitenhaar zodat men er de stof mee kon weven die men als tentdoek kon gebruiken.
“Voor de tent over de woning (de tabernakel) vervaardigde men banen van geitenhaar, elf banen.” (Exodus 36:14)
. Met kameelhaar en schapenwol werd stof geweven om er kleding mee te maken.
“Johannes nu droeg een kleed van kameelhaar en een leren gordel om zijn lenden. Zijn voedsel bestond uit sprinkhanen en wilde honing.” (Matteüs 3, 4 // Marcus 1, 6)
Lees meer
. Van vlasvezels maakte men garen dat fijn werd geweven. Men gebruikte dit fijne linnen overwegend om er kleding voor de priesters mee te maken.
“Telkens als ze (= de priesters) de poorten van het binnenplein (van de tempel) betreden, moeten ze linnen gewaden aantrekken. Wol mogen ze bij hun dienst in de poorten van het binnenplein of in de tempel niet dragen. Ook hun hoofddoek en de schort om hun middel moeten van linnen zijn: ze mogen niets aanhebben waarvan ze moeten zweten.” (Ezechiël 44, 17-18)
Bovendien toonde de kleur van de stof de rijkdom van de drager: wie kleding van gekleurde wol (purper, karmozijnrood) kon dragen was rijk. De kleurstof om wol of linnen zo te kleuren was extreem duur. Eenvoudige mensen droegen kleding in de oorspronkelijke kleur van het materiaal: witte of bruine wol; bruin of zwart haar.
Bijbel
Oude Testament
Weven
Spreuken 31:13, 19, 24
“Ze zoekt zorgvuldig wol en linnen uit en doet ermee wat haar handen aangenaam vinden. (…) Ze strekt de handen uit naar het spinrokken en houdt de weefspoel in haar vingers. (…) Ze vervaardigt linnen kleren en verkoopt ze. Ze levert gordels aan de koopman.”
(Het spinrokken is een stok waarop men de wol of het vlas steekt waarvan de draad wordt gesponnen met een spintol of een spinnewiel)
Lees meer
Hiermee beschrijft het boek Spreuken een vrouw die kleding en andere geweven goederen kan maken.
Tenten
De Tabernakel
Exodus 35, 26
“De vrouwen die daar vaardig in waren begonnen geitenhaar te spinnen.”
De stof die men met dat geitenhaar zal weven, zal dienen als tentzeil voor de tabernakel.
Kleding
Gewone kleding
1 Samuel 2, 19
“Zijn moeder (Hanna) maakte elk jaar een manteltje voor hem (Samuël) en bracht dat voor hem mee, als zij met haar man het jaarlijkse offer kwam opdragen.”
Priesterkleding
Exodus 39, 27-29a
“Voor Aäron en zijn zonen vervaardigde men tunieken van geweven linnen, hoofddeksels van linnen en lendenschorten van getwijnd linnen, de gordel van getwijnd linnen.”
Spreken met beelden
Jesaja 38, 12
“ Gij rolt mijn leven op als een stuk linnen dat een wever afsnijdt van het getouw.”
Lees meer
De profeet Jesaja gebruikt het afsnijden van de stof die men geweven heeft van het weefgetouw als beeld voor het afsnijden van de ‘levensdraad’ van de mensen.
Job 7, 6
“Mijn dagen vliegen sneller dan een weversspoel, ze lopen af, de draad is ten einde.”
Lees meer
Nieuwe Testament
Johannes 19, 23-24
“Toen de soldaten Jezus gekruisigd hadden, namen ze zijn kleren en deelden ze in vieren, voor iedere soldaat een deel. Ze namen ook de lijfrok, die echter zonder naad was, aan één stuk geweven van bovenaf. Daarom zeiden ze tot elkaar: ‘Laten we die niet scheuren, maar er om loten wie hem krijgt.’ Aldus moest de Schrift vervuld worden: Zij verdeelden mijn kleren onder elkaar en dobbelden om mijn gewaad.”
Dat het onderkleed aan één stuk geweven was duidt op een bijzonderheid. Daarom besloten de soldaten besloten om het kleed van Jezus te loten en het niet in stukken te verdelen. Tegelijk vervulden ze psalm 22, 19: “Ze verdelen samen mijn kleren: er wordt om mijn mantel geloot.” Lees meer
Handelingen 9, 36-42
“Daar omringden de vrouwen Petrus wenend. Ze lieten hem al de kleren en mantels zien die Dorkas gemaakt had toen ze nog leefde.”
Lees meer
Handelingen 18, 1-3
"Daarna vertrok hij van daar en kwam in Korinte. Daar ontmoette hij een Jood met de naam Aquila, afkomstig uit Pontus, die onlangs uit Italië gekomen was met Priscilla, zijn vrouw, omdat Claudius bevolen had dat alle Joden Rome moesten verlaten. Hij ging naar hen toe, en omdat hij van hetzelfde handwerk was, bleef hij bij hen en werkte met hen, want zij waren tentenmakers van beroep."
Lees meer
Paulus werkte als tentenmaker, een beroep dat nauwe banden had met weven.
Suggesties
Grote kinderen
ONDERZOEKEN
Smid / Efeze
De groep kinderen wordt verdeeld in een paar aantal groepen.
De kinderen bestuderen in die kleine groepen de informatie over wevers of die over Joppe.
Daarna formuleren ze vragen die ze als interviewer zouden stellen op basis van die informatie.
Die vragen noteren ze op een papier (= vragenlijst).
Die vragenlijsten worden daarna voorgelegd aan de groep(en) die het ander onderwerp bestudeerde. Die andere groepen formuleren de antwoorden op die vragen op basis van het materiaal dat op de website te vinden is.
Om af te sluiten worden de vragen gesteld door leden van de ene groep en beantwoord door de leden van de andere groep.
TIPS
.
De meest interessante vragen en de antwoorden erop, worden opgenomen in de krant: 'De RONDE van de BIJBEL'.
.
Mogelijke vragenlijst:
- Wat heb je nodig om te kunnen weven?
- Met welk materiaal werd geweven in de tijd van de Bijbel?
- Wat weefde men er doorgaans mee?
- Toon met repels papier wat men doet als men weeft.
- Ken je Dorkas? Wie was ze?
- Waar woonde ze? Wat weet je van die plaats?
- Wat deed ze?
- Waarom werd Petrus bij haar geroepen?
VERTELLEN
Nieuwe kleren voor de keizer
(C. LETERME, Parels van verhalen, Uitgeverij Averbode 2019, p. 66)
Er was eens een keizer, die veel van mooie kleren hield.
Op een dag kwamen twee mannen bij hem:
‘Beste keizer, we weven prachtige exclusieve stoffen.
Maar wie dom is of niet geschikt voor zijn werk, kan ze niet zien.’
‘Ik wil best wel zo'n stof!’ zei de keizer.
De twee mannen zetten hun weefgetouwen op
en deden alsof ze werkten.
Toen de keizer wilde kijken naar de nieuwe stof, vroegen ze:
‘Is die stof niet schitterend?’
Wat krijgen we nu? dacht de keizer, ik zie niets!
‘O, wat een prachtige stof!’ zei hij
en hij knikte tevreden naar het lege weefgetouw.
Ook het gevolg van de keizer zag niets.
Toch zei het net als de keizer dat de stof heel mooi was.
Toen liet de keizer kleren maken van die stof.
De twee mannen deden alsof ze de stof van het weefgetouw haalden,
knipten met hun scharen in de lucht
en naaiden met naalden zonder draad.
‘Kijk,’ zeiden ze, ‘de kleren zijn klaar.’
En ze hielden hun arm omhoog alsof ze iets vasthielden.
‘Sire, wilt u nu uw kleren uitdoen, dan zullen we de nieuwe aantrekken.’
‘Wat staan die kleren mooi! Wat zitten ze goed!’ riep iedereen in koor.
De volgende dag liep de keizer in een grote optocht.
De mensen zeiden: ‘Wat zijn de nieuwe kleren van de keizer prachtig!’.
‘Maar de keizer heeft niets aan!’ riep een klein kind.
Toen zagen de mensen het ook.
De keizer kromp ineen.
Hij vond dat ze gelijk hadden.
Nu moet ik het maar tot het einde volhouden, dacht hij stilletjes.
(Naar een sprookje van Hans Christian Andersen)
DOEN
Mandje weven
Klik hier om te zien hoe je dit kunt aanpakken.
Klik hier voor nog meer mogelijke mandjes, maar nu met papier.
Jongeren
VERTELLEN
De spin
(C. LETERME, Een parel voor elke dag, Uitgeverij Averbode 2007, p. 191)
Er was eens een spin
die een prachtig web
had geweven.
Fier deed ze
nog eens de ronde
om haar kunstwerk
te bewonderen.
Zo kwam ze boven
aan de draad
waarmee het web
vast hing aan een tak.
Ze dacht bij zichzelf:
‘Waarom is die draad
eigenlijk nodig?’
Toen beet de spin
de draad door
en haar hele kunstwerk
stortte in elkaar.