Loading...
 

1 Korintiërs 12, 12-14.27-31a

1 Korintiërs 12, 12-14.27-31a: Een geheel

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1820-1821)

Het menselijk lichaam is één geheel, maar het bestaat uit veel delen. En al die verschillende delen vormen samen dat ene lichaam. Net zo vormen wij samen één lichaam, want we horen allemaal bij Christus. We zijn allemaal gedoopt. We hebben allemaal die ene heilige Geest gekregen. Dat geldt voor Joden en voor niet-Joden, voor slaven en voor vrije mensen. Wij vormen samen één geheel.

Een lichaam bestaat niet uit één deel, maar uit veel verschillende delen. (…)
Zo is het ook met jullie. Jullie vormen samen één kerk, ieder van jullie hoort erbij. Want jullie horen allemaal bij Christus.
En in de kerk geeft God de mensen allerlei functies en bijzondere krachten. Er zijn apostelen, profeten en leraren. Er zijn mensen die wonderen kunnen doen, en mensen die zieken kunnen genezen. Er zijn mensen die anderen kunnen helpen en steunen in hun geloof. En er zijn mensen die in vreemde klanken kunnen spreken.
Niet iedereen is een apostel, of een profeet, of een leraar. Niet iedereen kan wonderen doen. Niet iedereen kan zieken genezen. Niet iedereen kan in vreemde klanken spreken, of uitleggen wat die klanken betekenen.
En voor welke bijzondere krachten moeten jullie nu de meeste waardering hebben?



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Het lichaam van de mens vormt met zijn vele ledematen één geheel:
alle ledematen, hoeveel ook, vormen samen één lichaam.
Zo is het ook met Christus.
Want wij zijn allemaal door het doopsel één lichaam geworden,
doordrongen van één Geest
of we nu Jood waren of Griek, slaaf waren of vrije mens.

Een lichaam bestaat uit veel delen.
Welnu, jullie vormen allemaal samen het lichaam van Christus
en ieder van u is een onderdeel van dat lichaam.
Nu heeft God in de Kerk allerlei mensen een plaats gegeven:
ten eerste zijn er de apostelen,
ten tweede de profeten,
ten derde de leraars.
Verder zijn er mensen die wonderen kunnen doen
en mensen die zieken kunnen genezen.
Er zijn er die hulp geven en anderen die kunnen leiden.
En er zijn mensen die vele talen kennen.
We zijn niet allemaal apostel, profeet, of leraar.
We kunnen niet allemaal wonderen doen
en we kunnen niet allemaal genezen.
We kunnen ook niet allemaal klanktalen spreken
of de betekenis ervan uitleggen.
Jullie moeten de hoogste gaven nastreven.



Stilstaan bij...

Joden
Dit woord is afgeleid van Juda, het vroegere Zuid-Rijk van Israël, waar zich de stad Jeruzalem bevond.
In de loop van de tijd wordt dit woord gebruikt voor wie tot ‘het volk van God’ behoort.

Grieken
Onder de heerschappij van Alexander de Grote, overheerste Griekenland grote delen van de Oosterse wereld. Ook Palestina was daarbij. Toen Paulus schreef was die invloed alleen nog cultureel. Het Grieks was dé voertaal in de gebieden rond de Middellandse zee.
Als Paulus schrijft over Grieken, bedoelt hij er gewoonlijk die mensen mee, die geen jood waren.

Slaven
In de Bijbel is er sprake van twee soorten slaven:
. vreemdelingen die gekocht werden of tijdens een oorlog buitgemaakt waren.
. joodse mensen, die verkocht werden of zichzelf verkochten, om hun schulden te kunnen betalen.
Slaven waren werkzaam in bouwprojecten of deden dienst in huizen van rijke mensen.

Vrije mens
Hiermee worden de mensen bedoeld die vrij over hun leven konden beschikken.

Apostel
(Grieks = iemand die gezonden wordt)
In het Nieuwe Testament is een apostel iemand die Jezus uitzendt om het evangelie te prediken en in zijn naam mensen te genezen. Zo noemt Paulus zich apostel, ook al zag hij Jezus nooit in levende lijve. Hij werd dé apostel van de heidenen.
‘Apostel’ wordt nu vooral gebruikt voor de twaalf leerlingen die Jezus van nabij volgden.

Profeet
(Grieks = iemand die spreekt voor of in naam van een ander)
Een profeet spreekt in naam van God. Hij klaagt concrete situaties aan en roept op om ze te veranderen, om ze om te keren vanuit Gods droom over de wereld.





Bij de tekst

Paulus

Deze tekst komt uit de eerste brief van Paulus aan de christenen van Korinte.
Lees meer over Paulus en over Korinte



Korinte

Toen Paulus brieven schreef naar de christenen van Korinte, was dat een belangrijke havenstad. Het was ook de hoofdstad van de Romeinse provincie Achaje (het tegenwoordige Midden-Griekenland).
In Korinte woonden veel joden. Die bezocht Paulus tijdens zijn tweede grote reis. Hij bleef er anderhalf jaar wonen.
In de brief die Paulus later aan de christenen van Korinte schreef, beantwoordde hij een aantal vragen. Die geven een inkijk in het leven van de eerste christenen in Korinte.




Context

In de jonge gemeenschap in Korinte zijn er predikers die tegenstrijdige boodschappen verspreiden, die ze bovendien uitleggen met Grieks-Romeinse denkbeelden, die niet overeenkomen met de joods-christelijke manier van denken.
Paulus veroordeelt die verscheidenheid niet, maar roept op tot een eenheid in verscheidenheid. Die eenheid is te vinden in de Geest. Verliest men dat perspectief uit het oog, dan wordt verscheidenheid verdeeldheid en zelfs een bron van onverdraagzaamheid.





Suggesties

Grote kinderen

VERDIEPEN

Nadenken over verbondenheid

Vooraf
Zorg voor evenveel kleine lege doosjes (die te stapelen zijn) als er kinderen zijn.
Zorg voor evenveel halve A4 bladen als er kinderen zijn. Boven op elk van die halve bladen staat de naam van één van de kinderen.


Activiteit
De kinderen krijgen elk een half A4-blad. Boven op dat blad staat een naam van iemand in de groep (niet hun eigen naam!). Op dat blad schrijven ze waarom het fijn is dat X (de naam boven aan het blad) in de groep zit. (Bijvoorbeeld: kan tof spelen, kan goed vertellen, is grappig, is altijd vrolijk...)
Laat de kinderen, met hun papiertjes bij, in de kring zitten.
Ze zeggen wat ze neergeschreven hebben. De anderen of ook de juf, meester of catechist(e) kunnen elementen toevoegen. Deze worden verder op het blad neergeschreven.
Na de gespreksronde krijgen alle kinderen een leeg doosje, waarin ze het papiertje steken.

Stapel nadien alle doosjes. Als alle doosjes gestapeld zijn, kun je het bouwwerk vergelijken met een klas.
Zeg dan: Stel je voor dat iemand van de groep zou moeten verhuizen, wat zou er dan gebeuren?
Laat de kinderen hier vrijuit over praten.
Nadien kun je dat visueel duidelijk maken door een doosje van onder aan het 'bouwwerk' weg te nemen. Alles stort in elkaar. De groep is niet meer dezelfde.

Vertel dan wat Paulus in een brief schreef: Iedereen hoort op zijn manier bij Jezus.



Elk kind hoort erbij

(Zonnestraal 2006-6 - K. Janssen)

We kunnen niemand missen! Iedereen is weer in iets anders goed.
Maak vooraf voor elk kind in de klas een blad apart.
Bovenaan staat:
Wij zijn blij met .................... (naam) , omdat ......................

Laat deze bladen rondgaan. Iedereen schrijft op elk blad iets in.
. Waarin is hij/zij goed in?
. Waarom kunnen we hem/haar niet missen?
Als elk blad de hele klas is rond geweest, krijgt elk kind het terug.
Daarin kunnen ze lezen waarom de anderen hen onmisbaar vinden.


Belangrijk
Help de kinderen vooraf met enkele suggesties.
Zorg ervoor dat ze niet van elkaar overschrijven, maar echt iets zelf bedenken.
Bovendien gaat het niet alleen om dingen die in de school belangrijk zijn (bv. rekenen, zingen, taal...) maar ook om vaardigheden als: handigheid, behulpzaamheid, attent zijn, goed kunnen vertellen, opruimen ...



Stellingenspel

De kinderen geven met een groen blad aan dat ze akkoord gaan, met een rood blad dat ze niet akkoord gaan.

Paulus zegt:
O Dat alle mensen dezelfde zijn
O Dat ieder mens belangrijk is
O Dat alle mensen kind van God zijn
O Dat de mensen elkaar aanvullen
O Dat de mensen elkaar niet nodig hebben
O Dat er niet veel plaats is in de Kerk





VERRUIMEN

Verbondenheid in de parochie

Een parochie is te vergelijken met een huis waar men samen aan bouwt.

Ik ben lector in mijn parochie. Als ik moet voorlezen, kom ik een beetje vroeger naar de eucharistieviering. De verantwoordelijke toont me dan de tekst die ik moet voorlezen. Ik lees die eerst een keertje in stilte. In het begin had ik wat plankenkoorts. Nu is dat niet meer.
Maïte, 18 jaar

Ik ben verantwoordelijk voor het koor. Om de eucharistieviering van de zondag op te luisteren, oefen ik samen met alle koorleden de liederen in. Het is niet altijd gemakkelijk om die op de juiste manier te zingen. Maar het eindresultaat mag er wel zijn.
Els, 43 jaar

De koster van mijn parochie was te oud geworden. Ik wilde hem wel vervangen, maar aarzelde eerst wat. Ik ben wel gelovig, maar weet niet zoveel over de Bijbel. Maar ik dacht bij mezelf: ik kan maar proberen. En ik ben mij gaan voorstellen. Sindsdien die ik de kerkdeur open en dicht, bestel ik de hosties en de wijn en zorg ik dat de klokken steeds op tijd luiden.
Joost, 53 jaar

Ik verzorg de kindernevendiensten. Zo kunnen de kinderen kennismaken met een tekst uit de Bijbel op een manier die hen aanspreekt. Ik ben onderwijzeres, maar vind het niet erg om ook op zondag iets te doen. Eerst vertel ik over een tekst uit de Bijbel die in de kerk op die dag voorgelezen wordt. Daarna mogen de kinderen tekenen of knutselen. Samen bereiden we het gebed voor dat we dan later in de viering voorlezen.
Katrien, 34 jaar

Ik poets de kerk en zorg ervoor dat alles er heel netjes bij ligt.

Ik neem deel aan alle bijeenkomsten in de parochie waar men beslist over de herstellingen en het onderhoud van de kerk en de pastorie.
Peter, 62 jaar

Ik ben misdienaar. Ik het begin was ik bang om over mijn lange witte kleed te struikelen of om de kelk om te duwen. En een keer heeft een vriend van me water gemorst op de voeten van de pastoor. Toen moesten we beide heel erg lachen. Ook de mensen in de kerk vonden dat toen grappig.


Lees de verschillende uitspraken van mensen die in de parochie werkzaam zijn.
Ken je mensen die hetzelfde werk doen in de parochie? Nodig eventueel een aantal van die mensen uit .
Misschien zijn er kinderen waarvan hun mama, papa, oom, tante, oma, opa … in de parochie werkzaam is. Laat ze erover vertellen.


Wie doet wat?

vormselcatechese OOparochiepriester
voorlezen in de eucharistievieringOOkerkfabriek
ziekenzorgOOkoorleider, organist
materiële voorbereiding van de eucharistieviering OOmisdienaar
koorOOlector
onderhoud van de kerkOOkoster
dienen in de eucharistieviering OOvrijwilligers die zieken bezoeken
boekhoudingOOcatechist
voorgaan in de eucharistievieringOOpoetsvrouw of poetsman



Correctiesleutel

vormselcatechese catechist
voorlezen in de eucharistievieringlector
ziekenzorgvrijwilligers die zieken bezoeken
materiële voorbereiding van de eucharistievieringkoster
koorkoorleider, organist
onderhoud van de kerk koster / poetsvrouw of poetsman
dienen in de eucharistievieringmisdienaar
boekhoudingkerkfabriek
voorgaan in de eucharistievieringparochiepriester



Belangrijk
In werkelijkheid kunnen verschillende opdrachten door dezelfde mensen uitgevoerd worden.





BELEVEN

Wat zou Paulus denken?

(naar: Echo, Uitgeverij Pelckmans 2008, p. 12)

TIPS VOOR EEN GOEDE GROEP
. Wees jezelf
. Probeer de beste te zijn
. Hou geen rekening met de anderen
. Iedereen kan gemist worden
. Werk samen
. Pest iemand als hij wat anders is
. Stoot niemand uit
. Respecteer elke bijdrage, hoe klein ook
. Wie een handicap heeft, hoort er niet bij

Schrap de tips waarmee Paulus niet akkoord zou kunnen zijn.
Maak er nieuwe voor in de plaats.

Met de vergelijking met het lichaam wil Paulus aantonen
dat we onze talenten moeten gebruiken
om een goede gemeenschap/groep te vormen.
Bovendien...
als iemand niet mag meedoen,
mist de gemeenschap/groep iets wat geen enkel ander in zijn plaats kan doen.




Verbondenheid

Maak zo de verbondenheid in je groep duidelijk:
Schrijf vijf van jouw kwaliteiten in een lichaamsdeel van het figuurtje.

2 Mannetje

Stel daarna nieuwe figuurtjes samen waarin de kwaliteiten van iedereen in de groep genoteerd worden.



Getuigenissen over 'verbondenheid'

Ik voel mij goed thuis bij mijn papa en mama en mijn zus, omdat ik alle dagen met hen leef. Mijn familie doet ook veel voor mij. Als je met iemand verbonden bent, voelt dat heel warm aan.
(Pieterjan, 10 jaar)

Ik ben dol op mijn knuffels. Voor mij zijn het precies mensen. Soms praat ik met hen en vertel ik wat er allemaal is gebeurd. Dan word ik helemaal rustig vanbinnen.
(Jill, 11 jaar)

Ik voel mij één met onze moeder aarde. Het geeft me een vreugdevol gevoel om ergens op een mooi plaatsje in de zon te zitten. Het lijkt alsof de natuur dan tegen mij zegt: groei maar mee met mij, ik moet ook nog groeien. Moeder aarde geeft mij levenskracht.
(Sien, 45 jaar)

Ik voel mij erg verbonden met bepaalde mensen. Het lijkt alsof zij mij een spiegel voorhouden. Door met hen te praten of gewoon bij hen te zijn, lijkt het of ik mezelf nog beter leer kennen. Dat is een grote rijkdom voor mij.
(Frans, 70 jaar)

Vorig jaar kreeg ik van mijn oma een armband cadeau. Ze zei dat ik er heel goed moest voor zorgen. Zij had hem van haar moeder gekregen. Ondertussen is mijn oma gestorven. Voor mij is die armband het mooiste wat er is. Als ik hem vasthoud, lijkt het alsof oma heel dicht bij mij is.
(Charline, 14 jaar)