Inhoudstabel
…page…
1 Johannes 2, 12-17: Doe wat God wil
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1637)
Kinderen, aan jullie schrijf ik: Jullie zonden zijn vergeven dankzij Jezus.
Ouderen, aan jullie schrijf ik: Jullie kennen Gods Zoon, die er al is vanaf het begin.
Jongeren, aan jullie schrijf ik: Jullie hebben de duivel overwonnen.
Ja, dit is wat ik jullie schrijf: Kinderen, jullie kennen de Vader. Ouderen, jullie kennen Gods Zoon die er al is vanaf het begin. Jongeren, jullie zijn sterk, Gods boodschap blijft in jullie. Jullie hebben de duivel overwonnen.
Jullie mogen de wereld en alles wat daar normaal is, niet liefhebben. Want als iemand de wereld liefheeft, dan is de liefde van de Vader niet in hem. In de wereld is het normaal om je eigen verlangens te volgen. Het is daar normaal om alles wat je ziet, te willen hebben, en om op te scheppen over je bezit. Zulk gedrag hoort bij de wereld, niet bij de Vader.
De wereld gaat voorbij. En ook het verlangen naar dingen in de wereld gaat voorbij. Maar wie doet wat God wil, zal eeuwig leven.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Kinderen, ik schrijf jullie
dat je zonden vergeven zijn dankzij Jezus.
Ik schrijf jullie, vaders,
dat jullie Hem kennen die er was vanaf het begin.
Ik schrijf jullie, jongeren,
dat jullie het kwaad hebben overwonnen.
Nogmaals, kinderen, ik schrijf jullie, dat jullie de Vader kennen.
Ik schrijf jullie, dat jullie Hem kennen die er was vanaf het begin.
Ik schrijf jullie, jonge mannen, dat jullie sterk zijn.
Het woord van God woont in jullie
en jullie hebben het kwaad overwonnen.
Verlies jullie hart niet aan de wereld
of aan dingen in de wereld!
Als iemand de wereld liefheeft,
is de liefde van de Vader niet in hem.
Want al wat in de wereld is
– egoïsme, hoogmoed, hebzucht –
dat komt niet van de Vader maar van de wereld.
De wereld met al haar begeerlijkheid gaat voorbij,
maar wie de wil van God doet, blijft in eeuwigheid.
Stilstaan bij …
Wereld
De wereld is de plaats waar de mensen wonen, maar Johannes bedoelt er hier het deel van de mensheid mee dat zich afsluit voor God, dat in de macht is van het kwade. Die wereld is egoïstisch, hoogmoedig en hebzuchtig en is dus tegengesteld aan het rijk van God, een rijk van liefde, gerechtigheidd en vrede.