Inhoudstabel
…page…
1 Johannes 3, 7-10: Kinderen van God zondigen niet
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1954)
Lieve vrienden, denk erom: laat je door niemand bedriegen! Iedereen die op een goede manier leeft, is goed, net zoals Jezus goed is. Maar iedereen die zondigt, hoort bij de duivel. Want de duivel heeft vanaf het begin gezondigd. En de Zoon van God is naar de wereld gekomen om het werk van de duivel te vernietigen.
Kinderen van God zondigen niet, omdat Gods Geest voor altijd in hen is. Ze kunnen niet eens zondigen, want God is hun Vader.
Hoe kun je zien of iemand een kind van God is of een kind van de duivel? Wie niet op een goede manier leeft, is geen kind van God. En wie andere gelovigen niet liefheeft, is ook geen kind van God.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Kinderen,
laat niemand jullie misleiden:
wie als een goed mens leeft,
is een goed mens,
zoals ook Jezus goed is,
en wie zondigt,
komt voort uit de duivel,
want die zondigde al vanaf het begin.
De Zoon van God is dan ook gekomen
om te vernietigen wat de duivel doet.
Wie uit God geboren is, zondigt niet,
want de Geest van God is blijvend in hem.
Hij kán zelfs niet zondigen,
want hij is uit God geboren.
Hieraan kun je zien
wie kinderen van God zijn
en wie kinderen van de duivel:
wie niet als een goed mens leeft,
komt niet uit God voort.
Hetzelfde voor wie niet houdt
van zijn broer of zus.
Stilstaan bij …
Rechtvaardig / goed
In de Bijbel wordt dit gezegd van iemand die leeft volgens wil van God, zoals die werd uitgedrukt in de wet (de tien ‘geboden’).
Zondigen
Opzettelijk iets fout doen en daarmee iemand kwetsen. Wie zo handelt, kwetst niet alleen die persoon, maar ook God, omdat God wil dat mensen elkaar respecteren.
Merk op dat Johannes hier schrijft dat een gelovige niet kan zondigen omdat hij uit God geboren is. Dit lijkt tegenstrijdig aan wat hij eerder zei: ‘Als we zeggen onder zonde te zijn, bedriegen we onszelf en woont de waarheid niet in ons.’ (1 Johannes 1, 8)
Wellicht zegt de ene zin iets over het leven van alledag, terwijl de andere zin het heeft over het leven dat men moet nastreven.
Zoon van God
In het Oude Oosten dacht men dat de koning de zoon was van een god. Zo zag men in Egypte de farao als de zoon van de zonnegod. Ook de Romeinse keizer en mensen met buitengewone gaven (b.v. wonderdoeners) werden ‘zoon van God’ genoemd.
Als het Nieuwe Testament over Jezus Christus spreekt als ‘zoon van God’, plaatst ze Hem zo op één lijn met God zelf. In Jezus kan men God zien en horen, kan men Gods aanwezigheid aanvoelen, wordt de onzichtbare God zichtbaar. Hij is het beeld (de icoon) van God.
Duivel
(Grieks: diabolos. Letterlijk: hij die er zich tussen gooit en een bepaalde orde verstrooit.)
De duivel verpersoonlijkt het kwade (niet alleen goddeloosheid, onrecht ..., maar ook het in de ban raken van macht, bezit, geld …) Dit kan een mens zo in zijn greep hebben dat er van echt leven geen sprake meer is.
Kinderen van God
Hiermee wordt duidelijk gemaakt dat mensen met God verbonden zijn zoals kinderen dat met hun ouders zijn.
Broer / zus
Hiermee bedoelt Johannes de medechristenen, die elkaar met ‘broer’ en ‘zus’ aanspraken.
Merk op dat ‘zus’ niet staat in de oude manuscripten. ‘Zus’ kwam erbij onder invloed van de emancipatiebeweging van de vrouw.
Bij de tekst
Zonde / kwaad
Kwaad is een realiteit. Maar waar men leeft vanuit het geloof en het doopsel, mag en kan de zonde niet heersen.